DONDERDAG 3 NOVEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. II HAAGSCHE POLITIERECHTER. Het echtpaar C. R.J. v. Kr te Wasse naar is op 1 September 1.1. oorzaak ge weest dat de landelijke rust van het schoone dorp door ruzie eenigen tijd werd verstoord en stond deswege voor den Po litierechter terecht. Dit echtpaar, dat namelijk aan de Bloemlnststraat aldaar woonde, had zich, naar een drietal getuigen kwamen bewe ren, in minder bloemrijke taal ten opzichte zijner wederburen uitgelaten. R. en zijn vrouw zouden namelijk van af het erf tot eenige buurvrouwen, die zich op de openbare straat bevonden, minder stichtelijke woorden, welke wij hier moei lijk kunnen neerschrijven, hebben toege roepen. Juffr. W. en juffr. B., die het eerst als getuigen voor het hekje kwamen, vertel den omstandig de toedracht van het voor gevallene. Een zekere mijnheer W., de derde in dit getuigenverband, lichtte den Politierechter nog verder in omtrent de zeden en gewoonten van het echtpaar, het welk naar zijn beweren steeds vriendschap met nieuwe buren aanknoopte, teneinde als zij voldoende ingeburgerd waren (in dringen, noemde getuige het) allerlei kwaad van de nieuwe bfewoners te gaan rond strooien. De Politierechter veroordeelde dit kijf achtige echtpaar ieder tot 5 boete subs. 5 dagen hechtenis. Verder stond terecht H. J. K. uit Was senaar, terzake dat hij op 25 Augustus te Wassenaar een zekere v d. B. zonder de minste reden een kla.p heeft gegeven met zijn wandelstok, waardoor v. d. B. pijnlijk werd getroffen. Verdachte bekende het feit, maar vond de klap niet zoo erg, ais werd voorgesteld. De Officier van Justitie M. Blok eischte tegen verdachte, die al meer dere malen was veroordeeld, een geldboete van 20 sub. 20 dagen hechtenis. Overeen komstig de eisc-h werd verdachte veroor deeld. In de verdachtenbank verscheen de 20- jarige A. W. R. uit Wassenaar, ter zake van vernieling van een ruit. van een keet, welke toebehoorde aan de firma v. d. B. te Katwijk en te Wassenaar bij een bouwwerk was geplaatst. Door deze ruit was verdachte binnen gekomen en had daar naohtlogies willen hebben, daar verdachte het te laat vond om nog naar huis te gaan. Bovendien had verdachte nog een halve flesch melk uitgedronken. De Officier eischte voor dit maal een kleine boete en veroordeelde verdachte tot 15 sub. 15 dagen hechtenis. De Politie rechter dacht er anders over en veroordeel de verdachte tot 20 gulden boete sub. 10 dagen hechtenis. HAAGSCH GERECHTSHOF. Gistermiddag stond voor het Hof terecht J. S. uit Warmond, die bij vonnis van den Politierechter van 27 Juli j.i. was ver oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf, ter zake dat hij op 25 April j.l. niei onmiddel lijk een voor den openbaren dienst bestemd gebouw te Warmond op de eerste aanma ning van den gemeen te-opziohter, den heer (J. P. de Vr., heeft willen verlaten. Tusschen verdachte en getuige ontstond een klein in cident. Verdachte heeft n.l. den heer de Vr. beleedigd door te zeggen: je bent een dief en een handlanger van den Burgemeester. Ook had verdachte getuige een klap in het gezicht gegeven, waardoor deze pijnlijk werd getroffen. Een vijftal getuigen beves tigden de verklaringen van den heer de Vr. De Procureur-generaal Mr. Brant vroeg be vestiging van het vonnis. "Uitspraak over 14 dagen. Vervolgens stond terecht J. H. van T. uit V oorschoten, die bij vonnis van den Politierechter was veroordeeld tot een ge vangenisstraf voor den tijd van 14 dagen, terzake dat hij op 4 Juni j.L tijdens het. af stempelen van zijn werkloozenkaart zioh wederrechtelijk toegang had versohaft tot de gemeente-secretarie om aldaar zijn mis noegen te kennen te geven. Aan de eerste aanmaning van den Burgemeester om dit lokaal te verlaten, werd geen door verd. aangegeven. Zelfs bij het verschijnen van een drietal politie-agenten wenschte ver dachte niet te vertrekken, waarna geweld moest .worden gepleegd en verdachte er uit werd gezet. Bij deze gelegenheid zou ver dachte den agent van Politie A. A. H. in den duim hebben gebeten, waardoor deze bloedend werd gewond. Verdachte kon zich absoluut niets van het geval herinneren. De President las daarna 't ambtseedig verbaal voor, om het geheugen van verdachte wat op te doen frisschen. De procureur-generaal vroeg bevestiging van het vonnis. Verdach te hoorde dit schreiend aan. Uitspraak over 14 dagen. EEN GRATIS KOOP-DAG. Proces-verbaal opgemaakt te Groningen. Een naamlooze vennootschap, handelende in dames stoffen, had in de stedelijke bladen te Groningen bekend gemaakt dat zij op een bepaalden dag in de maand November waarvan de datum in gesloten enveloppe in bewaring was gegeven gratis stoffen be schikbaar stelde eii wel tot een zelfde be drag als de koopers dien dag bij haar had den besteed. De enveloppe zou op 1 Decem ber worden geopend en de datum bekend gemaakt worden. De politie heeft hierin echter een over treding der Loterijwet. gezien en proces-ver baal opgemaakt. „Bbld." WIE ZIJN TIJD BEGRIJPT, PROPAGEERT DE KATHOLIEKE PERS STADSNIEUWS GEMEENTERAAD. DE OPCENTEN OP DE PERS0NEELE BELASTING. Geen progressieve heffing. Bij de behandeling van de gemeentebe- grooting voor 1932 werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een voorstel van den heer Verwey om de wenschelijk- heid uit te spreken, dat de opeenten op de personeele belasting voortaan progressief worden geheven. Uiteraard kan in de tegenwoordige tijds omstandigheden niet worden gedacht aan veria-ging van de opbrengst van de opcen ten op de personeele belasting. Het voorste1! van den heer Verwey komt daarom hierop neer, of het mogelijk is de tegenwoordige opbrengst, welke met inachtneming van de indeeling van de gemeente in de 4e klasse, voor het jaar 1933 is geraamd op 281.500. Hoewel in de heffing van de personeele belasting zelf, de hoofdsom derhalve, pro gressie niet ontbreekt, opent de Gemeente wet de mogelijkheid om ook nog de opeen ten progressief te regelen. In een gemeente der 4e klasse moet het maximum der opcenten worden bereikt bij oen huurwaarde van 1750. De vroegere verordening tot heffing van 50100 opcenten, vastgesteld bij Raadsbe sluit van 28 Februari 1921 zou ook thans .nog voldoen aan de wetelijke bepalingen; het maximum-getal opcenten werd daar be reikt bij een huurwaarde van meer dan 1250.—. Bij een heffing van opcenten, geregeld als in bovengestelde verordening, zou deze plm. 82.000.minder opbrengen, dan bij heffing van uniform 100 opcenten. rui dezelfde opbrengst te behouden, zou den de vroeger geheven opcenten voor alle aanslagen met 30 moeten worden verhoogd en zou derhalve de volgende schaal moeten worden vastgesteld. Huurwaarde Opcenten niet meer dan 250.— 80 meer dan 2.50.— t/m 500.— 90 meer dan 500.— t/m 750.— 100 meer dan 750t/m 1000.— 110 meer dan 1000.t/m 1250.— 120 meer dan 1250.130 Alleen bij een huurwaarde van niet meer dan 500,zeu een geringe vermindering van den belastingdruk worden verkregen. Niettemin vertegenwooM| deze verminde ring, wegens het groote aantal perceelen, waarover zij zich zou uitstrekken, in totaal een aanzienlijk bedrag, en dat zou moeten worden betaald door de bewoners van per ceelen, met een huurwaarde van meer dan 750.Blijkens een in de Leeskamer ten visie gelegden staat I zullen te Leiden in 1933 plm. 12759 perceelen (met uitzondering van winkels enz.) worden belast, waarvan 11.069 perceelen van niet meer dan 500. en slechts 577 perceelen met een huurwaar de van meer dan 750.De verlaging voor 11069 perceelen zou dus drukken op de 577 perceelen met een huurwaarde van meer dan 750. Uiteraard zijn ook andere regelingen te ontwerpen. De toenemingen van de belastbare huur waarde voor de geleidelijke stijging van -de opcenten kunnen lager dan 250.— worden gstled, b.v. op 200..— of f 100.—, waardoor dus het maximum getal opcenten reeds bij een lagere huurwaarde jvordt geheven. De volgende regeling geeft op plm. 2800.na dezelfde opbrengst als de tegenwoordige heffing van 100 opcenten, tot en met 300.60 opcenten Meer dan 300.— t/m 400.— 70 opcenten Meer dan 400t/m 500.— 80 opcenten Meer dan 500.— t/m 600.— 90 opcenten Meer dan 600.— t/m 700.— 100 opcenten Meer dan 700.— t/m 800.— 110 opcenten Meer dan 800.— t/m 900.— 120 opcenten Meer dan 900t/m 1000.— 130 opcenten Meer dan ƒ1000t/m 1100.— 140 opcenten Meer dan 1100.— t/m 1200.— 150 opcenten Meer dan 1200.— 160 opcenten De verzwaring van den druk voor de hoo- gere huurwaarden is bij deze regeling be langrijk en maakt verdere verhooging prac- tisch onmogelijk. Met behulp van de in den ter visie geleg den staat II opgenomen gegevens, is het mogelijk nog andere schalen te ontwerpen. Hoe men evenwel een progressieve regeling ook maakt, steeds zal, indien de tegenwoor dige opbrengst der opcenten moet worden behouden, slechts een betrekkelijk geringe verlichting voor de lagere huurwaarde wor den verkregen, terwijl de hoogere huur waarden zeer zwaar moeten wlen belast. Tegen invoering van progressie voor de heffing van opcenten bestaan dan ook over wegende 'beswaren; niet slechts uit een oog punt van practische toepassing, maar ook uit een oogpunt van algemeene belasting- politiek. In den brief ten geleide van de begrooting 1933 wezen B, en W. op de nood zakelijkheid, om in een werkstad als Leiden de massa der burgerij in de belasting te doen betalen, en vestigden zij de aandacht op de funeste gevolgen van een politiek, die ten doel heeft den druk te verleggen naar de hoogst aangeslagenen. Dit geldt ook in het onderhavige geval; om niet al te zeer in herhaling te treden van wat in den geleide- brief en vroeger bij andere gelegenheden onzerzijds met betrekking tot deze kwestie werd aangevoerd, volstaan B. en W. thans met de opmerking, dat ook te hooge opvoe ring van de opcenten op de personeele be lasting het gevaar van belasting vlucht doet ontstaan, en dat het hieruit voortvloeiende verlies onvermijdelijk op den kleinen man moet worden gelegd. Daarbij komt nog, dat ondanks de be staande regeling van een gelijk aantal op eenten voor alle aanslagen, de tijdsomstan digheden reeds een progressieve werking van de heffing ten gevolge hebben, die in vele gevallen zelfs zeer drukkend is. Het is immers een bekend feit, dat de hoogere in komens heit meest en het sterkst dalen, daarentegen de woninghuren niet, althans niet in dezelfde mate, zoodat deze bewoners thans een hooger percentage van het inko men betalen dan vroeger. Bovendien bedenke men, dat de beter ge situeerden dikwijls in eigen huizen wonen terwijl het juist voor den eigenaar-bewoner in het algemeen veel lastiger is om naar een goedkoopere woning te verhuizen dan voor een huurder. Voor den eigenaar-bewo ner ontstaat bij daling van het inkomen een moeilijke toestand. De gevallen zijn niet zeldzaam, dat belastingplichtigen hun inko men geheel of voor het grootste gedeelte hebben zien verdwijnen en toch nog een be langrijk bedrag aan personeele belasting moeten betalen. Waar dus invoering van progressie voor de heffing van opcenten hoogst onge- wenscht is, geven B. en W. den Raad in overeenstemming met de meerderheid van de Commissie van Financiën in overweging, het voorstel van den heer Verweij niet aan te nemen. LEVERING VAN ELECTRICITEIT AAN ALKEMADE EN LEIMUIDEN. Ook Alkemade ontvangt de electriciteit van de Leidsche Stedelijke Lichtfabrieken. In 1930 is in deze gemeente onder Oud Ade een laagspanningsnet tot stand gebracht, waarbij door AJkemade gedurende de jaren 1931, 1932 en 1933 een stroomverbruik werd gegarandeerd van 1.60 per jaar en per meter gelegden hoofdkabel. Aangezien het stroomverbruik in Oud Ade zeer gering is en de opbrengst daar van beneden het gegarandeerde bedrag is gebleven, moet door Alke-made jaarlijks het ontbrekende worden bijbetaald, hetgeen voor deze gemeente thans groote bezwaren oplevert. Het gemeentebestuur van Alke- made heeft in verband hiermede overleg gepleegd met den directeur van de Licnt- fabrieken omtrent de wijze, waarop deze gemeente van deze bepaling zou kunnen worden ontheven. Tevens zijn onderhande lingen gevoerd over een door Alkemade go- wenschte uitbreiding \;an het laagspan ningsnet langs den Kanaalweg te Oude We tering, zonder de verplichting tot het stel len van een garantie voor stroomverbruik, als hierboven bedoeld. Tegen inwilliging van deze verzoeken bestond geen bezwaar, mits daar tegenover de duur van de gelden de overeenkomst met zes jaren werd ver lengd. Hierin i6 ten slotte door Alkemade toe gestemd, terwijl ook de Commissie der Ste delijke Fabrieken er mee accoord gaat. In overeenstemming hiermede komen B. en W. thans met een voorstel bij den raad, om de overeenkomst tusschen' Leiden en Aikemade in dien zin te wijzigen. Ook met de gemeente Leimui den za', behoudens goedkeuring door den raad, een wijziging in de overeenkomst van 1921 moe ten worden getroffen. Volgens deze veror dening is Leiden verplicht, zoo Leimuiden dat wenscht, over te gaan tot uitbreiding van het leidingnet in die gemeente, even wel op nadef door Leiden op te geven voor waarden. Door Leimuiden is thans de aanleg ver- z-ocht van een laagspanningsnet langs de Nieuwe Vaart en de Drecht, zulks ten be hoeve van de stroomlevering aan de langs dat vaarwater gelegen perceelen in het buurtschap „Het Tolhuis", terwijl de daar omtrent gevoerde onderhandelingen tot overeenstemming tusschen Leiden en Lei muiden heeft geleid. Aangezien het hier een geringe uitbreiding van het net be treft, kan worden volstaan met de garan tie aan Leiden van een minimum stroom verbruik. B. en W. stellen thans den raad voor,, m dit verband de overeenkomst met Leimui den te wijzigen. DE WINKELSLUITINGSWET. Nadat door de Commissie voor de Straf verordeningen was vastgesteld de voor- loopige ontwerp-verordeuing op de win kelsluiting, zijn nog enkele adressen be treffende dit o-nderwerp ingekomen. In de eerste plaats een adres van de Afdeeling Leiden der Nederlandsche Ban ketbakkers vereeniging, waarin wordt ver zocht een bepaling op te nemen, dat ban ket- en kokszaken des Zondags van 9 uur v.m. tot 8 uur nun. voor het publiek ge opend mogen zijn. Zooals bekend, laat de Winkelsluitings wet toe, dat winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak brood, banket, suikerwerk en chocolade wordt verkocht, op Zondag ge durende ten hoogste 4 achtereenvolg en le uren, liggende tusschen 9 uur v.m. en 8 uur n.m. open mogen zijn. Ter toelichting van het verzoek wordt door adressante een beroep gedaan op de omstandigheid, dat door den beperkten verkoop op Zon dag de winst zooveel geringer is geworden en dat dit in den huidigen crisistijd voor de winkeliers ernstige moeilijkheden mede brengt. Naar meening der commissie kan deze omstandigheid niet geacht worden te zijn een bijzondere omstandigheid, als bedoeld in-art. 9 lid 1 der wet; de beperkte Zon- dagsverkoop en de bestaande crisis zullen zich overal in den lande ongetwijfeld bij de banketbakkers- en andere zaken m ernstige mate doen gevoelen. Vervolgens is ingekomen een adres van C. Jamin te Rotterdam van 10 Augustus 1932, waarin bezwaar wordt gemaakt te gen art. 3 der ontwerp-verordening, hou dende vaststelling van de uren, waarop banketbakkerswinkels op Zondag geopend mogen zijn, op 10 uur v.m. tot 2 uur n.m. Het betoog van adressant komt hierop neer, dat de beste verkooptijd op Zondag niet voor alle winkels dezelfde is, maar afhangt van plaatselijke omstandigheden. I.e. acht hij den tijd van 102 uur niet den besten verkooptijd, zelfs den minst w ens ch el ij ken tijd voor het open stellen van de onderhavige winkels. Dienaangaande is overleg gepleegd met de Afdeeling Leiden van de Nederlandsche Bankefbakkers'veve?,d0iog. 131"'ens schrij ven van 1 October 1932, blijft deze afdee ling haar verzoek, hetwelk geleid heeft tot ihet opnemen van art. 3 dor ontwerp-ver ordening, handhaven. In de derde plaats heeft genoemde af deeling verzocht het sluitingsuur voor de banketbakkerszaken op Zaterdag van 10 uur nun. te brengen op 11 uur n.m., zulks op grond van de schade, welke deze zaken ondervinden van de omstandigheid, dat door het geldende algemeene sluitingsuur van 10 uur nai. thans niet meer als vroe ger tusschen 10 en 11 uur n.m. gekocht kan worden door hoofden en personeel van die winkels, weLke onder de vroegere regeling uit eigen beweging om 10 uur rum. werden gesloten. üok op dit verzoek kan niet worden ingegaan, aangezien niet is en ook moei lijk zal kunnen worden aangetoond, dat hier van een bijzondere omstandigheid, als bedoeld in art. 9 lid 1 der Winkelsluitings wet sprake is. Voorts is het bij nadere overweging wenschelijk gebleken enkele wijzigingen in de ontwerp-verordening aan te brengen. Art. 1 bepaalt de uren, waarop melk win kels des Zondags en op enkele feestdagen geopend mogen zijn, op iy210 uur v.m. en 68 uur n.m. Gelet op den onder de vroegere verordening op de winkelsluiting besbaanden toestand, is daaraan in lid 2 toegevoegd dat de verkoop van melk en melkproducten uitsluitend voor gebruik tor plaatse van verkoop ook geoorloofd zal zijn van 10 uur vjn. tot 6 uur nm. Deze bepaling heeft derhalve ten gevolge, dat laatstbedoelde verkoop den geheelen Zon- dag geoorloofd zal zijn. Waar zij nu in de vervallen verordening de strekking had voor dit onderdeel den normalen toestand te herstellen (destijds bestaande in de mogelijkheid om op Zondag een winkel ge opend te hebben den geheelen dag tot 8 uur n.m.) en als de normale toestand on der de geldende wet voor melkwinkels is te beschouwen openstelling tot 12 uur des middags (zie art. 4 lid 1 onder c) zou de commissie a-r.t 1 lid 2 der ontwerp-veror dening alsdus willen wijzigen, dat daarin inplaab» van „6 uur der namiddags" wordt gelezen „12 uur des middags". Op denzelfden grond zou zij willen doen vervallen lid 2 van art. 2 der ontwerp verordening betreffende den Zondagsver koop voor bier-, limonade- en mineraal- waterzaken. Deze verkoop wordt in lid 1 toegelaten van 7 tot l'O uur v.m., terwijl lid 2 den verkoop van koolzuur mede veroor looft van 10 uur vjn. tot 8 uur n.m. Waar de wet zelve voor de onderhavige zaken geen bijzondere bepaling bevat wat betreft de sluiting op Zondag, schijnt zij bij na dere overweging het toelaten van verkoop van koolzuur den geheelen Zondag niet voldoende gerechtvaardigd. Ten slotte zou wij nader willen doen vervallen het bepaalde in art. 6 onder' b der ontwerp-verordening. Te dien aanzien kan worden volstaan met de regeling der wet, welke ingevolge art. 3 lid 1 sub b niet van toepassing is op apotheken, voor zoo ver betreft den verkoop en de aflevering van .genees- en verbandmiddelen. VERHOOGING HONDENBELASTING. In de praktijk worden bij de heffing van de belasting op de honden moeilijk heden ondervonden, die het gewensóht maken, de betreffende verordening te wijzigen. Volgen» de geldende verordening be draagt de belasting voor een pleizier- hond 4.en voor een trekhond, waak hond en bedrijfshond 2. Dit verschil in tarief voor een luxe hónd en een waakhond is oorzaak, dat op vrij groote schaal houders van hon den zich voor een deel aan de belasting onttrekken, door honden, welke inder daad niet., althans niet uitsluitend, waak honden zijn, toch* als zoodanig aan te geven. In meerdere gemeenten, b.v. Rot terdam en 's-Gravenhage, heeft men ge tracht deze moeilijkheden te ondervan gen, door het tarief voor waakhonden slechts weinig lager te stellen, dan het tarief voor gewone honden. Immers mag worden verwacht, dat houders van hon den minder spoedig tot een onjuiste aangifte zullen overgaan, indien bedoeld verschil gering is. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Financiën achten B. en W. het gewensoht een dergel ijken maatregel ook voor onze .gemeente te nemen, door de belasting voor waakhonden slechts 50 ets. lager té stellen, dan die voor pleizierhonden. In verband met het bepaalde in artikel 286 van de Gemeentewet is algeheel© opheffing van het verschil niet mogelijk. Voorts achten zij wat dit punt be treft in tegenstelling met de meerder heid van de Commissie van Financiën verhooging van de tarieven, behalve voor trek- en bedrijfshonden, alleszins gerecht vaardigd. In vergelijking met andere ge meenten is het sedert 1 Januari 1908 in deze gemeente geldende tarief niterst laag. Een belasting als die op luxe- en waakhonden komt in deze tijden, nu naar alle zijden versterking van de in komsten moet worden gezocht, zeer ze ker voor verhooiging in aanmerking. Voor een luxe hond zouden wij daarom het tarief willen brengen van 4.op 6.— terwijl liet tarief voor waakhonden dan dient te worden gesteld op 5.50. De meerdere opbrengst zal 3500.be dragen. SLUITING DER MARKTEN. De Directeur van den Markt- en Haven dienst heeft de aandacht gevestigd op het feit, dat, al» gevolg van de inwerkingtre ding van de Winkelsluitingswet 1930 S. 460, enkele markten thans op een later uur sluiten, dan de winkels. Aangezien naar zijn meening geen bijzondere om standigheden aanwezig zijn, welke een la ter sluitingsuur voor deze markten wetti gen, heeft hij voorgesteld de verordening houdende aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van de ''er- schillende markten en van veilingen van fruit, in dien zin te doen wijziigen, dat de sluitingsuren van do bedoelde markten zich weder aansluiten bij die betreffende de winkelsluiting. Omtrent dit denkbeeld] hebben B. en W. het gevoelen ingewonnen van de Commissie voor de Strafverorde ningen, welke zich mede met de Winkel- sluitingswet had bezig te houden, en dat van de Commissie voor den Markt- en Iiovendienst. Beide Commissies kunnen zich in beginsel met het voorstel van ge noemden Directeur vereenigen evenals B. en W. Het sluitingsuur voor de algemeene avondmarkt en voor de algemeene markt in de van der Werffstraat, welke markten beide des Zaterdags worden gehouden, ware mitsdien in plaats van op 11 uur op 10 uur des namiddags te stellen en op 8 uur des namiddags, indien deze markten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, tweede lid, der meergenoemde verorde ning, in plaats van op Zaterdag, 1 Januari worden gehouden op Donderdag, 30 Dec. Ook het sluitingsuur voor de St. Nico- laa-smarkt dient dan op 10 uur des namid dags te worden gesteld, terwijl voorts do duur van deze markt, welke thans ge durende ten hoogste tden achtereenvol gende werkdagen, uitgezonderd des Zater dags, tot en met den 6en en Sen December wordt gehouden, ware te beperken re kening houdende met het bepaalde in ar tikel 4, tweede lid, onder c der Winkel sluitingswet tot de werkdagen, met uit zondering weder van den Zaterdag, gedu rende het tijdvak van 25 November tot en met 5 December. Tegen de voorgestelde be perking van haren duur bestaat geen en kel bezwaar omdat deze markt in wer kelijkheid niet eerder dan 30 November begint en ook niet later dan 5 December eindigt. Ten slotte wordt ook wat de 3 Oetober- markt betreft, door de voorgestelde redac tie van artikel 1 sub Ho algeheel© over eenstemming met de winkel sluitingsrege- ling verkregen, niet alleen op den dag waarop het 3 Octoberfeest wordt gevierd, doch ook op de andere dagen, waarop deze markt eventueel wordt gehouden. VERHURING VAN EEN PERCEEL WATER ONDER WARMOND. 6 Juni j.l. werd verworpen het voorstel tot verkoóp, aan C. Brand®©, van een ge deelte verdronken rietland en water, ge legen aan de Haarlemmertrekvaart, onder de gemeente Warmond, groot plm. 4300 M2, tegen den prijs van 1300 ten be hoeve van het maken van een gelegenheid tot berging van bootjes. Gevreesd werd n.l. dat de bootenbergplaats, die de heer Brands© voornemens was op de waterop pervlakte op te richten, aan het natuur schoon ter plaatse schade zou berokkenen. Thans is van den heer Brandse een ver zoek ingekomen, om van het vorenbedoelde water c.a. slechts een gedeelte, ter opper vlakte van plm. 1520 M2, te mogen koopen of huren. Hij heeft n.l. de beschik king ge kregen over een terrein, aan dit gedeelte water c.a. grenzende en is voornemens op dien grond een gelegenheid te maken tot berging van bootjes op het droge. Tevens zou hij nu het water en den aangeplempten grond wenschen te gebruiken, ten einde daarop bootjes aan palen te meren. Van een zoodanig gebruik van het aan de ge meente toebehoorende water ca. is geen ontsiering van de omgeving te duchten. Weliswaar zal op het aangrenzend ter rein een schuitenhuis verrijzen en is de mo gelijkheid niet uitgesloten, dat hierdoor in breuk wordt gemaakt op een stukje natuur schoon, doch de gemeente kan den bouw o>p geen enkele wijze tegenhouden, omdat het terrein haar niet in eigendom toebehoort en buiten hare grenzen ligt. Gelet op deze omstandigheid, bestaat er naar meening van B. en W. geen bezwaar tegen, om den heer Brandse de beschik king over het verlangde gedeelte water c.a. te geven ten behoeve van het vorenomschre- ven doel. De door adressant geboden huurprijs en koopsom ad respectievelijk 100.per jaar en 2000.in totaal maken voor de ge meente financieel weinig verschil. Aange zien de gemeente bij verhuring, zoo noo- dig, te zijner tijd weder over het gedeelte water c.a. kan beschikken, gewen B en W. aan verhuring de voorkeur boven verkoop. Geweigerd verzoek. Bij adres verzoekt de afdeeling Leiden van den Neder iandscihen Bond van Perso neel in Overheidsdienst op het aan den voormaligen kolkenruimer bij de Gemeen tereiniging L. O. Henzen verleende pen sioen een toeslag uit de gemeentekas te verleenen, zulks in verband met een hem overkomen auto-ongeval. Na een uitvoerige uiteenzetting stellen B. en W. voor daarop afwijzend te be schikken. Overdracht grond. In verband met be- en verbouwing ter plaatse, dienen de hieronder genoemde strookjes grond aan de gemeente te wor den overgedragen. Van:19 a. de naamlooze vennootschap „Gebroe ders Gordon's Modemagazijnen N.V.", te Amsterdam, bet strookje grond, ter grootte van plm. 1 M2, gelegen aan de Botermarkt., hoek Mosterdsteeg; b het gesticht „de Voorzienigheid", ge vestigd te Leiden het strookje grond, ter grootte va-n plm. 0.45 M2, gelegen aan het Levendaal, hoek Koenesteeg; c. Th. Wiitteman, te Leiden, het strookje grond, ter grootte van plm. 7 M2, gelegen aan den Haarlemmerweg. Aankoop perrceel. Door den heer H. M. van der Hart is aan de gemeente te koop aangeboden het per ceel rieterskerkgracht No. 15, groot 62 M2. De aankoop van dit perceel is gewenseht met het oog op de omstandigheid, dat het geheel door gemeente-eigendommen is in gesloten. De met den heer Van der Hart gevoerde onderhandelingen hebben er toe geleid, dat deze bereid is het pand te verkoopen voor een prijs van 6750.welke prijs aan vaardbaar is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 10