DONDERDAG 3 NOVEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. II
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Het echtpaar C. R.J. v. Kr te Wasse
naar is op 1 September 1.1. oorzaak ge
weest dat de landelijke rust van het
schoone dorp door ruzie eenigen tijd werd
verstoord en stond deswege voor den Po
litierechter terecht.
Dit echtpaar, dat namelijk aan de
Bloemlnststraat aldaar woonde, had zich,
naar een drietal getuigen kwamen bewe
ren, in minder bloemrijke taal ten opzichte
zijner wederburen uitgelaten.
R. en zijn vrouw zouden namelijk van
af het erf tot eenige buurvrouwen, die zich
op de openbare straat bevonden, minder
stichtelijke woorden, welke wij hier moei
lijk kunnen neerschrijven, hebben toege
roepen.
Juffr. W. en juffr. B., die het eerst als
getuigen voor het hekje kwamen, vertel
den omstandig de toedracht van het voor
gevallene. Een zekere mijnheer W., de
derde in dit getuigenverband, lichtte den
Politierechter nog verder in omtrent de
zeden en gewoonten van het echtpaar, het
welk naar zijn beweren steeds vriendschap
met nieuwe buren aanknoopte, teneinde
als zij voldoende ingeburgerd waren (in
dringen, noemde getuige het) allerlei kwaad
van de nieuwe bfewoners te gaan rond
strooien.
De Politierechter veroordeelde dit kijf
achtige echtpaar ieder tot 5 boete subs.
5 dagen hechtenis.
Verder stond terecht H. J. K. uit Was
senaar, terzake dat hij op 25 Augustus
te Wassenaar een zekere v d. B. zonder de
minste reden een kla.p heeft gegeven met
zijn wandelstok, waardoor v. d. B. pijnlijk
werd getroffen. Verdachte bekende het feit,
maar vond de klap niet zoo erg, ais werd
voorgesteld. De Officier van Justitie M.
Blok eischte tegen verdachte, die al meer
dere malen was veroordeeld, een geldboete
van 20 sub. 20 dagen hechtenis. Overeen
komstig de eisc-h werd verdachte veroor
deeld.
In de verdachtenbank verscheen de 20-
jarige A. W. R. uit Wassenaar, ter
zake van vernieling van een ruit. van een
keet, welke toebehoorde aan de firma v. d.
B. te Katwijk en te Wassenaar bij een
bouwwerk was geplaatst. Door deze ruit
was verdachte binnen gekomen en had daar
naohtlogies willen hebben, daar verdachte
het te laat vond om nog naar huis te gaan.
Bovendien had verdachte nog een halve
flesch melk uitgedronken.
De Officier eischte voor dit maal een
kleine boete en veroordeelde verdachte tot
15 sub. 15 dagen hechtenis. De Politie
rechter dacht er anders over en veroordeel
de verdachte tot 20 gulden boete sub. 10
dagen hechtenis.
HAAGSCH GERECHTSHOF.
Gistermiddag stond voor het Hof terecht
J. S. uit Warmond, die bij vonnis van
den Politierechter van 27 Juli j.i. was ver
oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf, ter
zake dat hij op 25 April j.l. niei onmiddel
lijk een voor den openbaren dienst bestemd
gebouw te Warmond op de eerste aanma
ning van den gemeen te-opziohter, den heer
(J. P. de Vr., heeft willen verlaten. Tusschen
verdachte en getuige ontstond een klein in
cident. Verdachte heeft n.l. den heer de Vr.
beleedigd door te zeggen: je bent een dief
en een handlanger van den Burgemeester.
Ook had verdachte getuige een klap in het
gezicht gegeven, waardoor deze pijnlijk
werd getroffen. Een vijftal getuigen beves
tigden de verklaringen van den heer de Vr.
De Procureur-generaal Mr. Brant vroeg be
vestiging van het vonnis. "Uitspraak over 14
dagen.
Vervolgens stond terecht J. H. van T. uit
V oorschoten, die bij vonnis van den
Politierechter was veroordeeld tot een ge
vangenisstraf voor den tijd van 14 dagen,
terzake dat hij op 4 Juni j.L tijdens het. af
stempelen van zijn werkloozenkaart zioh
wederrechtelijk toegang had versohaft tot
de gemeente-secretarie om aldaar zijn mis
noegen te kennen te geven. Aan de eerste
aanmaning van den Burgemeester om dit
lokaal te verlaten, werd geen door verd.
aangegeven. Zelfs bij het verschijnen van
een drietal politie-agenten wenschte ver
dachte niet te vertrekken, waarna geweld
moest .worden gepleegd en verdachte er uit
werd gezet. Bij deze gelegenheid zou ver
dachte den agent van Politie A. A. H. in
den duim hebben gebeten, waardoor deze
bloedend werd gewond. Verdachte kon zich
absoluut niets van het geval herinneren. De
President las daarna 't ambtseedig verbaal
voor, om het geheugen van verdachte wat
op te doen frisschen. De procureur-generaal
vroeg bevestiging van het vonnis. Verdach
te hoorde dit schreiend aan. Uitspraak over
14 dagen.
EEN GRATIS KOOP-DAG.
Proces-verbaal opgemaakt te Groningen.
Een naamlooze vennootschap, handelende
in dames stoffen, had in de stedelijke bladen
te Groningen bekend gemaakt dat zij op
een bepaalden dag in de maand November
waarvan de datum in gesloten enveloppe in
bewaring was gegeven gratis stoffen be
schikbaar stelde eii wel tot een zelfde be
drag als de koopers dien dag bij haar had
den besteed. De enveloppe zou op 1 Decem
ber worden geopend en de datum bekend
gemaakt worden.
De politie heeft hierin echter een over
treding der Loterijwet. gezien en proces-ver
baal opgemaakt. „Bbld."
WIE ZIJN TIJD BEGRIJPT,
PROPAGEERT DE
KATHOLIEKE PERS
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
DE OPCENTEN OP DE PERS0NEELE
BELASTING.
Geen progressieve heffing.
Bij de behandeling van de gemeentebe-
grooting voor 1932 werd om praeadvies in
handen van B. en W. gesteld een voorstel
van den heer Verwey om de wenschelijk-
heid uit te spreken, dat de opeenten op de
personeele belasting voortaan progressief
worden geheven.
Uiteraard kan in de tegenwoordige tijds
omstandigheden niet worden gedacht aan
veria-ging van de opbrengst van de opcen
ten op de personeele belasting. Het voorste1!
van den heer Verwey komt daarom hierop
neer, of het mogelijk is de tegenwoordige
opbrengst, welke met inachtneming van de
indeeling van de gemeente in de 4e klasse,
voor het jaar 1933 is geraamd op 281.500.
Hoewel in de heffing van de personeele
belasting zelf, de hoofdsom derhalve, pro
gressie niet ontbreekt, opent de Gemeente
wet de mogelijkheid om ook nog de opeen
ten progressief te regelen.
In een gemeente der 4e klasse moet het
maximum der opcenten worden bereikt bij
oen huurwaarde van 1750.
De vroegere verordening tot heffing van
50100 opcenten, vastgesteld bij Raadsbe
sluit van 28 Februari 1921 zou ook thans
.nog voldoen aan de wetelijke bepalingen;
het maximum-getal opcenten werd daar be
reikt bij een huurwaarde van meer dan
1250.—.
Bij een heffing van opcenten, geregeld als
in bovengestelde verordening, zou deze
plm. 82.000.minder opbrengen, dan bij
heffing van uniform 100 opcenten.
rui dezelfde opbrengst te behouden, zou
den de vroeger geheven opcenten voor alle
aanslagen met 30 moeten worden verhoogd
en zou derhalve de volgende schaal moeten
worden vastgesteld.
Huurwaarde Opcenten
niet meer dan 250.— 80
meer dan 2.50.— t/m 500.— 90
meer dan 500.— t/m 750.— 100
meer dan 750t/m 1000.— 110
meer dan 1000.t/m 1250.— 120
meer dan 1250.130
Alleen bij een huurwaarde van niet meer
dan 500,zeu een geringe vermindering
van den belastingdruk worden verkregen.
Niettemin vertegenwooM| deze verminde
ring, wegens het groote aantal perceelen,
waarover zij zich zou uitstrekken, in totaal
een aanzienlijk bedrag, en dat zou moeten
worden betaald door de bewoners van per
ceelen, met een huurwaarde van meer dan
750.Blijkens een in de Leeskamer ten
visie gelegden staat I zullen te Leiden in
1933 plm. 12759 perceelen (met uitzondering
van winkels enz.) worden belast, waarvan
11.069 perceelen van niet meer dan 500.
en slechts 577 perceelen met een huurwaar
de van meer dan 750.De verlaging voor
11069 perceelen zou dus drukken op de 577
perceelen met een huurwaarde van meer
dan 750.
Uiteraard zijn ook andere regelingen te
ontwerpen.
De toenemingen van de belastbare huur
waarde voor de geleidelijke stijging van -de
opcenten kunnen lager dan 250.— worden
gstled, b.v. op 200..— of f 100.—, waardoor
dus het maximum getal opcenten reeds bij
een lagere huurwaarde jvordt geheven.
De volgende regeling geeft op plm.
2800.na dezelfde opbrengst als de
tegenwoordige heffing van 100 opcenten,
tot en met 300.60 opcenten
Meer dan 300.— t/m 400.— 70 opcenten
Meer dan 400t/m 500.— 80 opcenten
Meer dan 500.— t/m 600.— 90 opcenten
Meer dan 600.— t/m 700.— 100 opcenten
Meer dan 700.— t/m 800.— 110 opcenten
Meer dan 800.— t/m 900.— 120 opcenten
Meer dan 900t/m 1000.— 130 opcenten
Meer dan ƒ1000t/m 1100.— 140 opcenten
Meer dan 1100.— t/m 1200.— 150 opcenten
Meer dan 1200.— 160 opcenten
De verzwaring van den druk voor de hoo-
gere huurwaarden is bij deze regeling be
langrijk en maakt verdere verhooging prac-
tisch onmogelijk.
Met behulp van de in den ter visie geleg
den staat II opgenomen gegevens, is het
mogelijk nog andere schalen te ontwerpen.
Hoe men evenwel een progressieve regeling
ook maakt, steeds zal, indien de tegenwoor
dige opbrengst der opcenten moet worden
behouden, slechts een betrekkelijk geringe
verlichting voor de lagere huurwaarde wor
den verkregen, terwijl de hoogere huur
waarden zeer zwaar moeten wlen belast.
Tegen invoering van progressie voor de
heffing van opcenten bestaan dan ook over
wegende 'beswaren; niet slechts uit een oog
punt van practische toepassing, maar ook
uit een oogpunt van algemeene belasting-
politiek. In den brief ten geleide van de
begrooting 1933 wezen B, en W. op de nood
zakelijkheid, om in een werkstad als Leiden
de massa der burgerij in de belasting te
doen betalen, en vestigden zij de aandacht
op de funeste gevolgen van een politiek, die
ten doel heeft den druk te verleggen naar
de hoogst aangeslagenen. Dit geldt ook in
het onderhavige geval; om niet al te zeer in
herhaling te treden van wat in den geleide-
brief en vroeger bij andere gelegenheden
onzerzijds met betrekking tot deze kwestie
werd aangevoerd, volstaan B. en W. thans
met de opmerking, dat ook te hooge opvoe
ring van de opcenten op de personeele be
lasting het gevaar van belasting vlucht doet
ontstaan, en dat het hieruit voortvloeiende
verlies onvermijdelijk op den kleinen man
moet worden gelegd.
Daarbij komt nog, dat ondanks de be
staande regeling van een gelijk aantal op
eenten voor alle aanslagen, de tijdsomstan
digheden reeds een progressieve werking
van de heffing ten gevolge hebben, die in
vele gevallen zelfs zeer drukkend is. Het is
immers een bekend feit, dat de hoogere in
komens heit meest en het sterkst dalen,
daarentegen de woninghuren niet, althans
niet in dezelfde mate, zoodat deze bewoners
thans een hooger percentage van het inko
men betalen dan vroeger.
Bovendien bedenke men, dat de beter ge
situeerden dikwijls in eigen huizen wonen
terwijl het juist voor den eigenaar-bewoner
in het algemeen veel lastiger is om naar
een goedkoopere woning te verhuizen dan
voor een huurder. Voor den eigenaar-bewo
ner ontstaat bij daling van het inkomen een
moeilijke toestand. De gevallen zijn niet
zeldzaam, dat belastingplichtigen hun inko
men geheel of voor het grootste gedeelte
hebben zien verdwijnen en toch nog een be
langrijk bedrag aan personeele belasting
moeten betalen.
Waar dus invoering van progressie voor
de heffing van opcenten hoogst onge-
wenscht is, geven B. en W. den Raad in
overeenstemming met de meerderheid van
de Commissie van Financiën in overweging,
het voorstel van den heer Verweij niet aan
te nemen.
LEVERING VAN ELECTRICITEIT AAN
ALKEMADE EN LEIMUIDEN.
Ook Alkemade ontvangt de electriciteit
van de Leidsche Stedelijke Lichtfabrieken.
In 1930 is in deze gemeente onder Oud Ade
een laagspanningsnet tot stand gebracht,
waarbij door AJkemade gedurende de jaren
1931, 1932 en 1933 een stroomverbruik werd
gegarandeerd van 1.60 per jaar en per
meter gelegden hoofdkabel.
Aangezien het stroomverbruik in Oud
Ade zeer gering is en de opbrengst daar
van beneden het gegarandeerde bedrag is
gebleven, moet door Alke-made jaarlijks het
ontbrekende worden bijbetaald, hetgeen
voor deze gemeente thans groote bezwaren
oplevert. Het gemeentebestuur van Alke-
made heeft in verband hiermede overleg
gepleegd met den directeur van de Licnt-
fabrieken omtrent de wijze, waarop deze
gemeente van deze bepaling zou kunnen
worden ontheven. Tevens zijn onderhande
lingen gevoerd over een door Alkemade go-
wenschte uitbreiding \;an het laagspan
ningsnet langs den Kanaalweg te Oude We
tering, zonder de verplichting tot het stel
len van een garantie voor stroomverbruik,
als hierboven bedoeld. Tegen inwilliging
van deze verzoeken bestond geen bezwaar,
mits daar tegenover de duur van de gelden
de overeenkomst met zes jaren werd ver
lengd.
Hierin i6 ten slotte door Alkemade toe
gestemd, terwijl ook de Commissie der Ste
delijke Fabrieken er mee accoord gaat. In
overeenstemming hiermede komen B. en
W. thans met een voorstel bij den raad,
om de overeenkomst tusschen' Leiden en
Aikemade in dien zin te wijzigen.
Ook met de gemeente Leimui den za',
behoudens goedkeuring door den raad, een
wijziging in de overeenkomst van 1921 moe
ten worden getroffen. Volgens deze veror
dening is Leiden verplicht, zoo Leimuiden
dat wenscht, over te gaan tot uitbreiding
van het leidingnet in die gemeente, even
wel op nadef door Leiden op te geven voor
waarden.
Door Leimuiden is thans de aanleg ver-
z-ocht van een laagspanningsnet langs de
Nieuwe Vaart en de Drecht, zulks ten be
hoeve van de stroomlevering aan de langs
dat vaarwater gelegen perceelen in het
buurtschap „Het Tolhuis", terwijl de daar
omtrent gevoerde onderhandelingen tot
overeenstemming tusschen Leiden en Lei
muiden heeft geleid. Aangezien het hier
een geringe uitbreiding van het net be
treft, kan worden volstaan met de garan
tie aan Leiden van een minimum stroom
verbruik.
B. en W. stellen thans den raad voor,, m
dit verband de overeenkomst met Leimui
den te wijzigen.
DE WINKELSLUITINGSWET.
Nadat door de Commissie voor de Straf
verordeningen was vastgesteld de voor-
loopige ontwerp-verordeuing op de win
kelsluiting, zijn nog enkele adressen be
treffende dit o-nderwerp ingekomen.
In de eerste plaats een adres van de
Afdeeling Leiden der Nederlandsche Ban
ketbakkers vereeniging, waarin wordt ver
zocht een bepaling op te nemen, dat ban
ket- en kokszaken des Zondags van 9 uur
v.m. tot 8 uur nun. voor het publiek ge
opend mogen zijn.
Zooals bekend, laat de Winkelsluitings
wet toe, dat winkels, waar uitsluitend of
in hoofdzaak brood, banket, suikerwerk en
chocolade wordt verkocht, op Zondag ge
durende ten hoogste 4 achtereenvolg en le
uren, liggende tusschen 9 uur v.m. en 8
uur n.m. open mogen zijn. Ter toelichting
van het verzoek wordt door adressante
een beroep gedaan op de omstandigheid,
dat door den beperkten verkoop op Zon
dag de winst zooveel geringer is geworden
en dat dit in den huidigen crisistijd voor
de winkeliers ernstige moeilijkheden mede
brengt.
Naar meening der commissie kan deze
omstandigheid niet geacht worden te zijn
een bijzondere omstandigheid, als bedoeld
in-art. 9 lid 1 der wet; de beperkte Zon-
dagsverkoop en de bestaande crisis zullen
zich overal in den lande ongetwijfeld bij
de banketbakkers- en andere zaken m
ernstige mate doen gevoelen.
Vervolgens is ingekomen een adres van
C. Jamin te Rotterdam van 10 Augustus
1932, waarin bezwaar wordt gemaakt te
gen art. 3 der ontwerp-verordening, hou
dende vaststelling van de uren, waarop
banketbakkerswinkels op Zondag geopend
mogen zijn, op 10 uur v.m. tot 2 uur n.m.
Het betoog van adressant komt hierop
neer, dat de beste verkooptijd op Zondag
niet voor alle winkels dezelfde is, maar
afhangt van plaatselijke omstandigheden.
I.e. acht hij den tijd van 102 uur niet
den besten verkooptijd, zelfs den minst
w ens ch el ij ken tijd voor het open stellen
van de onderhavige winkels.
Dienaangaande is overleg gepleegd met
de Afdeeling Leiden van de Nederlandsche
Bankefbakkers'veve?,d0iog. 131"'ens schrij
ven van 1 October 1932, blijft deze afdee
ling haar verzoek, hetwelk geleid heeft tot
ihet opnemen van art. 3 dor ontwerp-ver
ordening, handhaven.
In de derde plaats heeft genoemde af
deeling verzocht het sluitingsuur voor de
banketbakkerszaken op Zaterdag van 10
uur nun. te brengen op 11 uur n.m., zulks
op grond van de schade, welke deze zaken
ondervinden van de omstandigheid, dat
door het geldende algemeene sluitingsuur
van 10 uur nai. thans niet meer als vroe
ger tusschen 10 en 11 uur n.m. gekocht kan
worden door hoofden en personeel van die
winkels, weLke onder de vroegere regeling
uit eigen beweging om 10 uur rum. werden
gesloten.
üok op dit verzoek kan niet worden
ingegaan, aangezien niet is en ook moei
lijk zal kunnen worden aangetoond, dat
hier van een bijzondere omstandigheid, als
bedoeld in art. 9 lid 1 der Winkelsluitings
wet sprake is.
Voorts is het bij nadere overweging
wenschelijk gebleken enkele wijzigingen in
de ontwerp-verordening aan te brengen.
Art. 1 bepaalt de uren, waarop melk win
kels des Zondags en op enkele feestdagen
geopend mogen zijn, op iy210 uur v.m.
en 68 uur n.m. Gelet op den onder de
vroegere verordening op de winkelsluiting
besbaanden toestand, is daaraan in lid 2
toegevoegd dat de verkoop van melk en
melkproducten uitsluitend voor gebruik tor
plaatse van verkoop ook geoorloofd zal
zijn van 10 uur vjn. tot 6 uur nm. Deze
bepaling heeft derhalve ten gevolge, dat
laatstbedoelde verkoop den geheelen Zon-
dag geoorloofd zal zijn. Waar zij nu in de
vervallen verordening de strekking had
voor dit onderdeel den normalen toestand
te herstellen (destijds bestaande in de
mogelijkheid om op Zondag een winkel ge
opend te hebben den geheelen dag tot 8
uur n.m.) en als de normale toestand on
der de geldende wet voor melkwinkels is
te beschouwen openstelling tot 12 uur des
middags (zie art. 4 lid 1 onder c) zou de
commissie a-r.t 1 lid 2 der ontwerp-veror
dening alsdus willen wijzigen, dat daarin
inplaab» van „6 uur der namiddags" wordt
gelezen „12 uur des middags".
Op denzelfden grond zou zij willen doen
vervallen lid 2 van art. 2 der ontwerp
verordening betreffende den Zondagsver
koop voor bier-, limonade- en mineraal-
waterzaken. Deze verkoop wordt in lid 1
toegelaten van 7 tot l'O uur v.m., terwijl lid
2 den verkoop van koolzuur mede veroor
looft van 10 uur vjn. tot 8 uur n.m. Waar
de wet zelve voor de onderhavige zaken
geen bijzondere bepaling bevat wat betreft
de sluiting op Zondag, schijnt zij bij na
dere overweging het toelaten van verkoop
van koolzuur den geheelen Zondag niet
voldoende gerechtvaardigd.
Ten slotte zou wij nader willen doen
vervallen het bepaalde in art. 6 onder' b
der ontwerp-verordening. Te dien aanzien
kan worden volstaan met de regeling der
wet, welke ingevolge art. 3 lid 1 sub b niet
van toepassing is op apotheken, voor zoo
ver betreft den verkoop en de aflevering
van .genees- en verbandmiddelen.
VERHOOGING HONDENBELASTING.
In de praktijk worden bij de heffing
van de belasting op de honden moeilijk
heden ondervonden, die het gewensóht
maken, de betreffende verordening te
wijzigen.
Volgen» de geldende verordening be
draagt de belasting voor een pleizier-
hond 4.en voor een trekhond, waak
hond en bedrijfshond 2.
Dit verschil in tarief voor een luxe
hónd en een waakhond is oorzaak, dat
op vrij groote schaal houders van hon
den zich voor een deel aan de belasting
onttrekken, door honden, welke inder
daad niet., althans niet uitsluitend, waak
honden zijn, toch* als zoodanig aan te
geven. In meerdere gemeenten, b.v. Rot
terdam en 's-Gravenhage, heeft men ge
tracht deze moeilijkheden te ondervan
gen, door het tarief voor waakhonden
slechts weinig lager te stellen, dan het
tarief voor gewone honden. Immers mag
worden verwacht, dat houders van hon
den minder spoedig tot een onjuiste
aangifte zullen overgaan, indien bedoeld
verschil gering is. In overeenstemming
met het advies van de Commissie van
Financiën achten B. en W. het gewensoht
een dergel ijken maatregel ook voor onze
.gemeente te nemen, door de belasting
voor waakhonden slechts 50 ets. lager
té stellen, dan die voor pleizierhonden.
In verband met het bepaalde in artikel
286 van de Gemeentewet is algeheel©
opheffing van het verschil niet mogelijk.
Voorts achten zij wat dit punt be
treft in tegenstelling met de meerder
heid van de Commissie van Financiën
verhooging van de tarieven, behalve voor
trek- en bedrijfshonden, alleszins gerecht
vaardigd. In vergelijking met andere ge
meenten is het sedert 1 Januari 1908 in
deze gemeente geldende tarief niterst
laag. Een belasting als die op luxe- en
waakhonden komt in deze tijden, nu
naar alle zijden versterking van de in
komsten moet worden gezocht, zeer ze
ker voor verhooiging in aanmerking. Voor
een luxe hond zouden wij daarom het
tarief willen brengen van 4.op 6.—
terwijl liet tarief voor waakhonden dan
dient te worden gesteld op 5.50. De
meerdere opbrengst zal 3500.be
dragen.
SLUITING DER MARKTEN.
De Directeur van den Markt- en Haven
dienst heeft de aandacht gevestigd op het
feit, dat, al» gevolg van de inwerkingtre
ding van de Winkelsluitingswet 1930 S.
460, enkele markten thans op een later
uur sluiten, dan de winkels. Aangezien
naar zijn meening geen bijzondere om
standigheden aanwezig zijn, welke een la
ter sluitingsuur voor deze markten wetti
gen, heeft hij voorgesteld de verordening
houdende aanwijzing van de dagen, uren
en plaatsen voor het houden van de ''er-
schillende markten en van veilingen van
fruit, in dien zin te doen wijziigen, dat de
sluitingsuren van do bedoelde markten
zich weder aansluiten bij die betreffende
de winkelsluiting. Omtrent dit denkbeeld]
hebben B. en W. het gevoelen ingewonnen
van de Commissie voor de Strafverorde
ningen, welke zich mede met de Winkel-
sluitingswet had bezig te houden, en dat
van de Commissie voor den Markt- en
Iiovendienst. Beide Commissies kunnen
zich in beginsel met het voorstel van ge
noemden Directeur vereenigen evenals B.
en W.
Het sluitingsuur voor de algemeene
avondmarkt en voor de algemeene markt
in de van der Werffstraat, welke markten
beide des Zaterdags worden gehouden,
ware mitsdien in plaats van op 11 uur op
10 uur des namiddags te stellen en op 8
uur des namiddags, indien deze markten,
overeenkomstig het bepaalde in artikel 2,
tweede lid, der meergenoemde verorde
ning, in plaats van op Zaterdag, 1 Januari
worden gehouden op Donderdag, 30 Dec.
Ook het sluitingsuur voor de St. Nico-
laa-smarkt dient dan op 10 uur des namid
dags te worden gesteld, terwijl voorts do
duur van deze markt, welke thans ge
durende ten hoogste tden achtereenvol
gende werkdagen, uitgezonderd des Zater
dags, tot en met den 6en en Sen December
wordt gehouden, ware te beperken re
kening houdende met het bepaalde in ar
tikel 4, tweede lid, onder c der Winkel
sluitingswet tot de werkdagen, met uit
zondering weder van den Zaterdag, gedu
rende het tijdvak van 25 November tot en
met 5 December. Tegen de voorgestelde be
perking van haren duur bestaat geen en
kel bezwaar omdat deze markt in wer
kelijkheid niet eerder dan 30 November
begint en ook niet later dan 5 December
eindigt.
Ten slotte wordt ook wat de 3 Oetober-
markt betreft, door de voorgestelde redac
tie van artikel 1 sub Ho algeheel© over
eenstemming met de winkel sluitingsrege-
ling verkregen, niet alleen op den dag
waarop het 3 Octoberfeest wordt gevierd,
doch ook op de andere dagen, waarop deze
markt eventueel wordt gehouden.
VERHURING VAN EEN PERCEEL
WATER ONDER WARMOND.
6 Juni j.l. werd verworpen het voorstel
tot verkoóp, aan C. Brand®©, van een ge
deelte verdronken rietland en water, ge
legen aan de Haarlemmertrekvaart, onder
de gemeente Warmond, groot plm. 4300
M2, tegen den prijs van 1300 ten be
hoeve van het maken van een gelegenheid
tot berging van bootjes. Gevreesd werd n.l.
dat de bootenbergplaats, die de heer
Brands© voornemens was op de waterop
pervlakte op te richten, aan het natuur
schoon ter plaatse schade zou berokkenen.
Thans is van den heer Brandse een ver
zoek ingekomen, om van het vorenbedoelde
water c.a. slechts een gedeelte, ter opper
vlakte van plm. 1520 M2, te mogen koopen
of huren. Hij heeft n.l. de beschik king ge
kregen over een terrein, aan dit gedeelte
water c.a. grenzende en is voornemens op
dien grond een gelegenheid te maken tot
berging van bootjes op het droge. Tevens
zou hij nu het water en den aangeplempten
grond wenschen te gebruiken, ten einde
daarop bootjes aan palen te meren. Van
een zoodanig gebruik van het aan de ge
meente toebehoorende water ca. is geen
ontsiering van de omgeving te duchten.
Weliswaar zal op het aangrenzend ter
rein een schuitenhuis verrijzen en is de mo
gelijkheid niet uitgesloten, dat hierdoor in
breuk wordt gemaakt op een stukje natuur
schoon, doch de gemeente kan den bouw o>p
geen enkele wijze tegenhouden, omdat het
terrein haar niet in eigendom toebehoort
en buiten hare grenzen ligt.
Gelet op deze omstandigheid, bestaat er
naar meening van B. en W. geen bezwaar
tegen, om den heer Brandse de beschik
king over het verlangde gedeelte water c.a.
te geven ten behoeve van het vorenomschre-
ven doel.
De door adressant geboden huurprijs en
koopsom ad respectievelijk 100.per jaar
en 2000.in totaal maken voor de ge
meente financieel weinig verschil. Aange
zien de gemeente bij verhuring, zoo noo-
dig, te zijner tijd weder over het gedeelte
water c.a. kan beschikken, gewen B en W.
aan verhuring de voorkeur boven verkoop.
Geweigerd verzoek.
Bij adres verzoekt de afdeeling Leiden
van den Neder iandscihen Bond van Perso
neel in Overheidsdienst op het aan den
voormaligen kolkenruimer bij de Gemeen
tereiniging L. O. Henzen verleende pen
sioen een toeslag uit de gemeentekas te
verleenen, zulks in verband met een hem
overkomen auto-ongeval.
Na een uitvoerige uiteenzetting stellen
B. en W. voor daarop afwijzend te be
schikken.
Overdracht grond.
In verband met be- en verbouwing ter
plaatse, dienen de hieronder genoemde
strookjes grond aan de gemeente te wor
den overgedragen. Van:19
a. de naamlooze vennootschap „Gebroe
ders Gordon's Modemagazijnen N.V.", te
Amsterdam, bet strookje grond, ter grootte
van plm. 1 M2, gelegen aan de Botermarkt.,
hoek Mosterdsteeg;
b het gesticht „de Voorzienigheid", ge
vestigd te Leiden het strookje grond, ter
grootte va-n plm. 0.45 M2, gelegen aan het
Levendaal, hoek Koenesteeg;
c. Th. Wiitteman, te Leiden, het strookje
grond, ter grootte van plm. 7 M2, gelegen
aan den Haarlemmerweg.
Aankoop perrceel.
Door den heer H. M. van der Hart is aan
de gemeente te koop aangeboden het per
ceel rieterskerkgracht No. 15, groot 62 M2.
De aankoop van dit perceel is gewenseht
met het oog op de omstandigheid, dat het
geheel door gemeente-eigendommen is in
gesloten.
De met den heer Van der Hart gevoerde
onderhandelingen hebben er toe geleid, dat
deze bereid is het pand te verkoopen voor
een prijs van 6750.welke prijs aan
vaardbaar is.