Waarschuwing^ Treinbotsing op het stationsemplacement Den Bosch MAANDAG 17 OCTOBER 193* DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. n GOEDERENTREIN OP GEDEELTE VAN RANGEERTREIN GELOOPEN. Rangeerders aan den dood ontsnapt. Aanzienlijke schade. Gistermorgen te omstreeks kwart over vijf heeft op het stationsemplacement Den Bosch een botsing plaats gehad tusschen een goederentrein, welke uit de richting Boxtel binnenreed, en een rangeertrein. Een veertigtal wagens van den binnenko menden trein is in elkaar geschoven. Een gedeelte van dezen trein kwam terecht op een rangeerhuisje, waarin zich op dat oogenblik drie rangeerders bevonden. Het mag een wonder heeten, dat deze personen aan den dood zijn ontsnapt. De arbeiders Breeart en van de Moer, beiden woonachtig te Den Bosch bekwa men lichte verwondingen, doordat zij door de ruiten vielen en vervolgens in een prik keldraad verspering terecht kwamen. Onmiddellijk vertrokken reddingscolon nes naar de plaats van het ongeval. De opruimingswerkzaamheden stonden aanvan kei ijk onder leiding van stationschef Gro tenhuis. Later arriveerde per extratrein de heer J. P. Jeltes, inspecteur van bet Vervoer te Breda. Geneeskundige hulp werd verleend door dr. C. de Feijfer, die in de nabijheid woont. Een voorloopig onderzoek heeft uitge- wozen, dat van den rangeertein een trek- stang en een koppeling bij het achteruit- zetten en stoppen zijn gebroken, tengevol ge waarvan een treindeel losgeraakte en met de verkregen snelheid den binnenko menden trein tegemoet reed. Hoewel het treinpersoneel noodsignalen gaf en de ma chinist van den binnenkomenden trein uit ale macht remde, kon de botsing niet meer worden voorkomen. De materieele schade is zeer aanzienlijk. Het treinverkeer on dervond langdurige stagnatie. Eerst te on geveer kwart over negen kon het over één Bpoor worden hervat. Bijzonderheden over de toedracht. Nader wordt ons gemeld: Het was circa vijf uur, toen de ran geerders op het Zuidelijke deel van het emplacement den goederentrein uit Roo- zendaal, bestemd voor Utrecht, hadden ontvangen. Daar in de samenstelling van dezen trein enkele wijzigingen moesten worden gebracht, werd onmiddellijk met het rangeeren begonnen. Juist werd de trein achteruit gezet., toen op het oogen blik, dat de machinist weder begon af te remmen, ongeveer op de helft van den trein de wagons van elkaar raakten en her laatste treingedeelte op eigen gelegenheid bleef terrugrijden. Dit geschiedde met een vrij groote snelheid. Het treinpersoneel begreep onmiddellijk de benarde situatie, die ontstaan was, want elke seconde kon een groote goederentrein uit Zuid-Limburg binnenloopen. Al het mogelijke werd ge daan om het wegrijdende treingedeelte tot staan te brengen, maar men was hierin nog lang niet geslaagd, toen tot groote ont steltenis van den rangeerder in de verte de lichten van den Eindhovenschen trein uit de duisternis opdoemden en met groo te snelheid naderbij kwamen. Noodsigna len werden afgegeven doch de duisternis had den Eindhovenschen bestuurder een g>cd uitzicht belemmerd. Toen hij de sig nalen herkende, zetten plotseling de rem men met dreunend geweld aan. maar de snelheid van den trein was nog veel te groot. Met een geweldigen slag roed hij op den rangeerenden trein in. De botsing was ontzettend, want. de zwaar geladen Eind- hovenaar had 60 wagons achter zich en reed met een snelheid van 40 K.M. waarbij moet gevoegd worden de snelheid der te- rugloopendo wagons, welke veilig op circa 20 K.M. kunnen worden geschat. Met don derend gekraak stapelden de wagons zich op elkaar, onmiddellijk achter de locomo tief, waardoor deze van den trein losbrak en wegzakte. De balken en wanden der gesloten wagons werden van de onderstel ling afgerukt en een tiental meters ver weggeslingerd. De drie en vier hoog opgestapelde wa gons sloegen om en vormden een ver schrikkelijke chaos, waardoor alle sporen werden versperd. Van alle kanten snelde het stationspersoneel op het alarm toe en spoedde zich langs de ruïnes om er moge lijk hulp te verleenen. Al spoedig bleek de toedracht van het ongeluk en toen de treinbestuurders en de beide remmers zich kwamen melden werd nog slechts de trein- geleider vermist. Dit was de heer Breeaart uit Den Bosch, die volgens voorschrift in den eersten wagen achter de tender moet verblijven. Het bleek, dat deze wagon bijna geheel was verplinterd en onder twee ko lenwagens was terecht gekomen. Op het geroep van het treinpersoneel werd echter tot ieders verbazing onmiddellijk geant woord en gelukkig bleek, dat de heer Breeaart in zijn netelige positie geen groot letsel had bekomen. Met behulp van zijn kameraden is hij uit zijn nauwe cel, die bijna zijn graf was geworden, bevrijd. Een buitengewoon staaltje van zelfbeheersching toonde deze man toen hij vóór alle andere zaken eerst zijn snoorwegdocumenten bij een zocht. Toen bleek ook, dat bij de te genwoordigheid van geest had gehad om de gasvlam van zijn wagen, welke intact is gebleven, te dooven. waardoor het ge vaar voor ontploffing van ontsnapte gas sen uit de houders werd voorkomen. Eerst nu meldden zich nog drie andere perso nen, die nauwelijks aan den dood waren ontsnapt. Het waren de voorman-rangeer der De Bruin en de beide rangeerders Ver meer en Nijbolt. Deze drie personen wa ren op het oogenblik van de botsing in het rangeerlokaal aanwezig, dat vlak naast de rails is geplaatst. In zijn val heeft de trein dit lokaal vrijwel geheel ver nield, hoewel het uit steen is opgetrokken. De drie rangeerders hebben zich het leven gered doordat zij in groote haast zijn ge vlucht zoodra het gedreun der remmen van den Eindhovenschen trein hen waar schuwde. dat iets bijzonders gebeurde. Alle drie snelden door het schaflokaal naar buiten toen terzelfdertijd boven hun hoofd het dak reeds ineen stortte en de deuren begonnen weg te zakken. Alles kraakte en versplinterde en buiten dreunden en daver den de wagons, die op elkaar reden. Door de duisternis misleid, viel Nijholt door een ruit, terwijl Vermeer in het dradennet van het seinwezen viel en vervolgens voorover in een draadversperring tuimelde. Het ge zicht van den laatste was vol bloed dat uit talrijke verwondingen vloeide. De vanaf bet station op het eerste al arm gerequireerde geneeskundige hulp was inmiddels gearriveerd en dr. De Feijfer ver leende den gewonde bijstand. De man was door den val buiten bewustzijn geraakt en was naar het seinhuis getransporteerd. Nadat dr. De Feyfer hem behandeld had, is hij later naar zijn woning overgebracht. Inmiddels was de chef van het station Den Bosch, de heer Grotenhuis en diens adjunct, de heer Gorissen op de plaats van het ongeluk aangekomen. Toen ook de eer ste ploeg werkvolk was samengesteld, kon men de situatie overzien. Het bleek dat do omvang van het ongeluk zeer groot was. De uit 60 wagons bestaande trein uit Eind hoven was bijna geheel vernield en het ge vaar, dat de hoog opgestapelde wagons zouden omvallen, was zeer groot. De ruïnes versperden "het geheele uitgangs punt van dit belangrijke station, zoodat alle verkeer moest worden stopgezet, zoo wel over Zwaluwe als in de richting Eind hovenTilburg en in de richting Arnhem Utrecht, waar geen trein kon binnenko men of vertrekken. Onder leiding van den heer Grotenhuis werden de eerste maatregelen getroffen en nadat deze zich overtuigd had dat geen personeel meer in de vernielde wagons aanwezig was, kon men alle aandacht aan het opruimingswerk besteden. De genees kundige dienst van het station is toen ver trokken. Op telefonische waarschuwing van den stationschef arriveerde per extra trein de heer Jelders van de Inspectie Breda. Toen deze functionaris op het ter rein des onheils verscheen, ontmoette de pers in hem een autoriteit, die nog het oude systeem huldigde: het publiek be hoeft niets te weten. Geen enkele inlich ting konden wij bekomen en de toegang tot het terrein werd den verslaggevers zoowel als den fotografen absoluut ontzegd. Eerst na een lang betoog mochten wij zeer weinig bijzonderheden van hem vernemen en werd toegestaan, dat van zeer verren afstand eenige plaatjes werden gemaakt. Wij vernamen dat het ongeluk te wijten was aan den rangeerenden goederentrein, zooals wij in den aanhef reeds lieten uit komen. Gebleken is, dat bij het terugzetten van dezen trein een koppeling en een trekstang zijn afgebroken met het omschreven ge volg. Reeds om negen uur heeft men een der sporen vrijgekregen. In den loop van den morgen arriveerde uit Geldermalsen en uit Boxtel een kraanwagen, welke zoo dicht mogelijk bij de ruïnes werden gerangeerd, waarna onder leiding van den ingenieur van tractie de wagons met groote voor zichtigheid uit de chaos werden getild en zoo veel mogelijk daar vandaan werden ge plaatst. Voor zoover er nog onderstellen aanwe zig waren sleepten hulplocomotieven de treinwrakken weg. Een dichte menschen- massa sloeg op dezen vrijen Zondag de werkzaamheden gade. Waarschijnlijk zal den geheelen nacht moeten worden door gewerkt om het verkeer volledig te herstel len. Deze opruimingswerkzaamheden vor deren echter zeer langzaam, daar met de uiterste omzichtigheid moet worden ge werkt wegens het gevaar van omvallen der hoog opgestapelde wagons. Onderhoud met de geredden. Wij hadden gistermiddag een kort on derhoud met de mannen, die op zoo won derbaarlijke wijze aan den dood waren ont snapt. Allereerst spraken wij den heer Ver meer. Toen wij aan zijne woning arriveer den, was hij juist uit een zware slaap ont waakt en had in een ruime stoel plaatsge nomen. Zijn gelaat vertoonde duidelijk de sporen van het gebeurde en is met schram men en builen overdekt, terwijl dik geron nen bloed in en bij de oogen is vastge kleefd, Dr. De Feijfer kon gelukkig ver klaren, dat de oogen gespaard zijn geble ven. De he9r Vermeer vertelde ons het volgende „Het was nog wat vóór vijven, teen mijn collega's De Bruin en Nijholt met mij in het rangeerlokaal vertoefden. Buiten sij pelde de regen. Het wachten was op den Eindhovenaar, die als gewoonlijk te laat kwam. Buiten werd' de Rozendaler geran geerd, toen wij plotseling een geweldig ge knars van remmen hoorden. Alle drie sprongen wij naar buiten, doch door de duisternis misleid viel ik door de draadver sperring en zoo op den grooten weg. Ik raakte bewusteloos en kwam eerst weer bij nadat dr De Feijfer mij behandeld had. Het is dus wel een felicitatie waard, dat wij er zoo zijn afgekomen want hadden wij nog een minuut in het huisje gebleven, dan zouden wij zijn verpletterd." Vervolgens spraken wij den treingelei- der, den heer Breeaart. die ons vertelde van zijn vreugde over den komenden vrijen Zondag. Een vreugde, die zóó wreed werd verstoord teen hij met een geweldigen smak werd geslingerd en tot de ontdek king kwam, dat hij een spoorwegongeluk had meegemaakt. Ik verloor, zoo zeide de heer Breeaart, geen oogenblik mijn kalm te en was dol gelukkig, toen enkele kame raden mij toeriepen en mij eenige oogen- blikken later konden bevrijden. Als U vraagt of ik erg zenuwachtig ben kan ik gerust antwoorden van neen en mor gen vertrek ik weer met een trein naar Roermond. Koopt geen losse Aspfrin-fabletten, het kan minderwaardige en voor de gezondheid schadelijke namaak of waardelooze vervalsching zijn. 9 Aspirin-tabletten worden alleen door de Bayer-fabrieken in den handel gebracht en wel uitsluitend in: Origineele oranjeband-buisjes ver pakking van 20 tabletten a 70 cent origineele oranje-zakjes verpak king van 2 tabletten a 10 cent. Alleen deze origineele ver pakkingen van BAYER waar- sorgen echtheid en zuiverheid Weigert namaak en losse tabletten. UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Dinsdag 18 Oct. Huizen 1875 M. Uitsl. KRO.-programma. 8.00 Morgenconcert. 10..00 Gramofoonplaten. I.30 Godsdienstig half uurtje door pastoor Perquin. 12.15 Lunchconcert door het Con Brio-trio. 2.00 Vrouwenuurtje 3.00 Modecursus door mevr. H. Cuppens 4.00 Afgestaan aan de H. I. R. O. 5.10 De KRO.-boys onder leiding van Piet Lustenhouwer. 6.10 Causerie over Byzantijnsche en huidige Grieksch-Katholieke Kerkmuziek. 6.30 Esperanto-cursus. 6.50 Inleidende causerie op den cursus „De moderne zakenman". 7.00 Kol. Nidrei (gramofoonpl.) 7.10 Pater dr. J. Sassen O. P. over Middel- eeuwsche Stedenvormnig. 7.45 Verbondskwartiertje. 8.00 Het KRO.-orkest o.l.v. Joh. Gerritsen. 8.30 „Krassin 78", voordracht door Leon v. d. Hulst. 9.00 Vaz Dias. 9.10 Ballet en dans door het KRO-orkest o. 1. v. Joh. Gerritsen. II.00 Gramofoonpl. •teVv.' Hilversum 296 M. Uitsl. AVRO.-programma. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Orgelconcert P. v. Egmond Jr., m.m.v. W. Herkenrath (bariton). 11.00 R. V. U. 11.30 Vervolg orgelconcert. 12.00 Ensemble Rentmeester. 12.45 Gramofoonpl. I.001.45 Ensemble Rentmeester. 2.00 Aansluiting met het Concertgebouw te Amsterdam: Caecilia-concert door het Con certgebouworkest o.l.v. E. v. Beinum. 3.00 Naaicursus mevr. I, de Leeuwvan Rees 4.00 Zang door A, Stroink, m.m.v. E. Veen (piano). 4.30 Kinderuurtje, 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. Refrein, zang: Bob Scholte. 6.30 R. V. U.: Dr. J. D. Bierens de Haan: „Het begrip der persoonlijkheid". 7.00 Vervolg Kovacs Lajos. 7.30 Engelsche les. 8.00 Operaconcert door het Omroeporkest o.l.v. V. Marini, m.m.v. splisten. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Omroeporkest o.l.v. N. Treep. II.00 Vaz Dias. 11.0512.00 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 m. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein en berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelconcert door E. O'henry. 1.05 Conmodore Grand orkest o.l.v. J. Mus- cant. 2.20 Voor de scholen. 4.50 Moschetto en zijn orkest 5,35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Chopin pianorecital door L. England. 7.10 Italiaansche les. 7.40 BBC.-theater orkest o.l.v. S. Robinson m.m.v. R. Russell (bariton). 8.50 Causerie. 9.20 Berichten. 9.40 Concert O. Slobodskaya (bariton) en J. Smeterlin (piano). 10.50 Lezing. 10.5512.20 Dansmuziek door Roy Fox en zijn band. „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.20 en 7.40 Concert d. h. Kretly-orkest. 9.05 Kamermuziek door het Omroepkwintet m.m.v. solisten, Kalundborg 1153 M. 11.201.20 Concert uit het Bellevue Strand- hotel. 2.204.20 Concert door Carl. Rydahl en zijn orkest, m.m.v. Edith Norrie (zang) en V. Fi scher (piano). 7.207.50 Guitaar en citherconcert, m.m Fritz Mühlhölzl. 9.4011.20 Kamermuziek door blaasorkest (fluit, hobo, klarinet, hoorn, fagot en piano). 11.201.50 Dansmuziek uit „National Scala" Langenberg 473 M. 6.257.20 Gramofoonpl. 11.2012.10 Concert o.l.v. Fried, n Hanna Fladt en»G. Baumann (piano). 12.20—1.50 Concert o.l.v. Wolf. 4.20-^5.35 Concert m.m.v. Delseit. 7.20^—9.20 ,',Der Intendant in der Klemme", intermezzo in twee actes van Cimarosa. Bew.: Dr. E. Latzko. Dir.: Th. Blumer. Regie: Schmiedel. Rome, 441 M. 8.05 Populanr concert. 8.50 „Quattro Annidopo", blijspel in een drijf van Praga. 9.20 Vervolg concert. 10.15 Berichten. Brussel, 508 e n 338 M. 508 m.: 12.20 Concert. 1.30 Omroep kleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v. Walpot. 6.05 Kinderuurtje. 6.50 Zang door A. Britte-Morin. 7.05 Omroep kleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Radio-symphonie-orkest o.l.v. Meule- 9.05 Causerie. 9 20 Vervolg concert. 10.20 Berichten en gramofoonpl. 338 M.: 12.20 Omroep kleinorkest o.l.v. Lee- 1.30 Gramofoonpl. 5.20 Radio-symphonie-orkest o.l.v. Meule- 6.05 Kinderuurtje. 6.50 Gramofoonpl. 8 20 „Stoornissen", radiorevue door A. Suis. 10.20 Berichten en gramofoonpl. Z e e 9 e n 1635 M. 7.20 Zie Langenberg. 9.20 Berichten en hierna tot 11.20 concert uit Hamburg o.l.v. K. Barth, m.m.v. Albert Nocke (viool). FEUILLETON. DE DOCHTER VAN DEN DICTATOR ROMAN VAN EDGAR JEPSON. Vertaald door F. van Volser (Nadruk verboden). 44) „Welnu, de prins zal zoo vroeg het pa leis niet durver verlaten om geen opzien te wekken. Wij kunnen hem dus voor zijn. Als haar vader niet was weggetroond zou het eenvoudig genoeg zijn. Nu zal ik in zijn plaats handelend moeten optreden en jij moet me daarbij helpen Mc. ManusZou jij haar kunnen overreden om met ons mee te gaan, want naar mij zal zij niet willen luis teren V' „Overreden, mijnheer! Ik zal haar weg dragen „In orde", riep ik, „wij begrijpen el kaar". Aan juffrouw Mc. Manus gaf ik eenige bankbiljetten: „U hoeft niet mee te gaan. 't. Beste zal zijn als ude koffers gaat pakken en naar dc „Snowdrop" laat bren gen. Zeg tegen den kapitein, dat hij stoom maakt, om onmiddellijk te kunnen vertrek ken. Betaal mijn hotelrekening en zorg, dat alles vlug en goed geschiedt." „En nu vooruit, Mc. Manus', comman deerde ik. Wij vlogen de trap af, naar buiten XXVII. De beker en de lip. Wij holden naar een garage en deden met eenige goudstukken wonderen sne snel heid. Binnen enkele minuten reden wij in een comfortabele wagen met groote snel heid de sta/dspoort uit. Emma was ons an derhalf uur voor en de prins zou stellig niet langer dan eon half ten wachten. Hij zou zijn ongeduld wel niet langer kunnen bedwingen en zijn paard flink de sporen geven. Ik trilde van spanning. De wagen vloog over den weg, maar 't ging mij nog niet vlug genoeg. Ik bedacht opeens, dat ik mijn revolver had vergeten mee te nemen, maar Mc. Manus greep naar zijn a-chter- broekzak en die beweging stelde mij gerust. Wij hadden ruim een kwartier gereden toen ik de witte muren van de villa in het oog kreeg. Het sierlijke gebouw lag hoog, boven op een heuvel. Wij lieten voor een zijweg stoppen en gingen te voet verder. Wij gaven den chauffeur order zijn wagen achter het geboomte te rijden en daar op ons te wachten. Mc. Manus en ik besle gen het steile pad, dat naar de villa leidde. Toen wij ongeveer halverwege waren hoorden wij het geluid van paardenhoeven in het mulle zand. „De prins", zei ik kalm en wij spanden ons nog meer in om vlugger boven te komen. Na eenige oogenbliken hoorden wij niets meer en toen wij omkeken zagen wij tusschen het geboomte door de prins vai. het paard stijgen en dit vastbinden aan een paal, onder aan het pad. „Hij komt ook naar boven klauteren", zei ik tegen Mc. Manus, „nu hebben we volop tijd om uit te blazen, want hij is een heel stuk achter." Mc. Manus haalde een lang stuk touw uit zijn zak. Hij scheen dus voorbereid te zijn. Terzijde van den weg ging hij zitten en sneed het touw in stukken van elk onge veer twee meter lengte. Toen wij het kra ken van het, dorre hout hoorden, begrepen wij, dat Zijne Hoogheid in aantocht was. „Ik zal wel even met hem praten", zei ik, „ga jij achter dien boom staan." Na eenige oogenblikken kwam de prins in onze buurt. Er lag een glimlach op zijn gelaat en hij scheen erg verheugd te zijn. Ook ik glimlachte, doch waarschijnlijk om een andere reden. Verrast bleef hij staan, toen hij mij plotseling tegenover zich zag. „Ah, monsieur Hulston', riep hij. Ik boog en wenschte hem goedenmorgen Even staarde hij mij verbaasd aan maar sloeg toen zijn oogen neer. Opeens hief hij zijn hoofd op en zei bits: „Waaraan heb ik 't te danken, dat ik u hier tref „Ik wachtte op uwe Hoogheid", zei ik vriendelijk. ,*Wachtte uop mij?" antwoordde hij met verbaasden blik. „Weet u wel dat u op verboden terrein bent en dat dit het meest particuliere gedeelte van mijn do mein is Bovendien ben ik gepresseerd. Het schikt mij nu niet een onderhoud met u te hebben. Latermorgenben ik ter uwer beschikking." Zij stem trilde. „Morgen zou te laat zijn naar alle waar schijnlijkheid", zei ik op nog vriendelijker toon dan te voren. Hij achtte het raadzaam om van tactiek te veranderen en zei: „Bc?te Hulston. ik begrijp 't al. U komt een of andere gunst vragen, 't Ts u bij voorbaat toegestaan. Ver tel mij morgen maar waarover het gaat. Intusschcn, daar is de weg naar San Ste- fano.hij wees met zijn rechterhand naar beneden. „Mijn doel is echter de villa Alba, de be ruchte villa Alba", zei ik zijn toon naboot send „Wat bedoelt u daarmee", schreeuwde hij, nu rood van woede. „Ik vernam, dat u misbruik hebt ge maakt van de onervarenheid en het leed van juffrouw Cumberland door haar uit te noodigen op uw villa Alba en voorts om haar vader een rijtoer aan te bieden en hom daardoor de gelegenheid te ontnemen om de ontvoering van zijn dochter te be letten." „Dat is een aperte leugenEr is geen sprake van ontvoering. Juffrouw Cumber land is uit vrije beweging gekomen schreeuwde hij. „In dat geval zult uer wel geen bezwaar tegen hebben, dat ik, als vriend van de fa milie Cumberland, mij daar persoonlijk van overtuig." „Uw onbeschaamdheid gaat alle gren zen te buiten. Wie bent u, dat u zich het recht aanmatigt u met mijn zaken te be moeien? Een avonturier. Zal ik u eens wat zeggen? U wilt u meester maken van dat meisje „Ik zal een meisje, dat mijn landgenoote is beschermen tegen het misbruik dat u van haar onwetendheid haakt. Wat mijn genegenheid voor haar betreft, ik ben tenminste ongehuwd „U bent een onbeschaamd zwerver", riep hij woelend. ,.U zoekt juffrouw Cum berland voor uzelfNu, als zij haar geluk aan het uwe zou verbinden koos zij een verheven loopbaan. We weten maar al te goed hoe 't met. dergelijke gelukzoekers gaat." Ik wilde hem toch zeegen wie ik in wer kelijkheid was. Daarom fluisterde ik, om niet door Mc. Manus te worden verstaan: „Pardon, ik ben geen avonturier en geen zwerver ook, mijn naam is Gabriël Honi- ton, graaf van Honiton en Vaux. Ik ding naar de hand van juffrouw Cumberland en hoop haar als mijn vrouw naar Engeland te mogen begeleiden." „U liegt! Ik geloof u niet! Waarom zou ik nog een woord verspillen. Ga weg. Laat mij passeeren Hij duwde mij op zij en wilde langs mij heengaan. Ik sloeg echter mijn arm om zijn hals en belette hem zoo te schreeuwen en het personeel te waarschuwen. Met een ruk lichtte ik hem van den grond en liet hem zakken. Met mijn knie op zijn borst en mijn hand om zijn keel was hij hulpeloos. Hij worstelde en spartelde met armen en boenen, maar de waakzame Mc. Manus had in een minimum van tijd de touwen om hem heen geslagen en hem vast gebonden. Vervolgens duwde hij een prop touwpluk- sel in zijn prinselijken mond, zoodat hij geen kik kon geven. Wij brachten hem on geveer dertig meter verder en plaatsten hem in zittendo houding tegen een boom stam. Daar bonden wij hem nog eens stevig vast en klauterden toen zoo vlug als moge lijk was naar het plateau, waarop de villa gebouwd was. Ik liet Mr, Manus alleen achter en gaf hem bevel op een teeken van mij onmiddellijk toe te schieten. Kalm wan delde ik verder het grasveld over. Het wa« doodstil in deze, door de middagzon ge blakerde omgeving. Ik liep langs den zij kant van het huis en keek-door de vensters naar binnen, doch zag een enkel levend wezen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 10