Waarschuwing^
Treinbotsing op het stationsemplacement
Den Bosch
MAANDAG 17 OCTOBER 193*
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. n
GOEDERENTREIN OP GEDEELTE VAN
RANGEERTREIN GELOOPEN.
Rangeerders aan den dood ontsnapt. Aanzienlijke schade.
Gistermorgen te omstreeks kwart over
vijf heeft op het stationsemplacement Den
Bosch een botsing plaats gehad tusschen
een goederentrein, welke uit de richting
Boxtel binnenreed, en een rangeertrein.
Een veertigtal wagens van den binnenko
menden trein is in elkaar geschoven. Een
gedeelte van dezen trein kwam terecht op
een rangeerhuisje, waarin zich op dat
oogenblik drie rangeerders bevonden. Het
mag een wonder heeten, dat deze personen
aan den dood zijn ontsnapt.
De arbeiders Breeart en van de Moer,
beiden woonachtig te Den Bosch bekwa
men lichte verwondingen, doordat zij door
de ruiten vielen en vervolgens in een prik
keldraad verspering terecht kwamen.
Onmiddellijk vertrokken reddingscolon
nes naar de plaats van het ongeval. De
opruimingswerkzaamheden stonden aanvan
kei ijk onder leiding van stationschef Gro
tenhuis. Later arriveerde per extratrein
de heer J. P. Jeltes, inspecteur van bet
Vervoer te Breda.
Geneeskundige hulp werd verleend door
dr. C. de Feijfer, die in de nabijheid woont.
Een voorloopig onderzoek heeft uitge-
wozen, dat van den rangeertein een trek-
stang en een koppeling bij het achteruit-
zetten en stoppen zijn gebroken, tengevol
ge waarvan een treindeel losgeraakte en
met de verkregen snelheid den binnenko
menden trein tegemoet reed. Hoewel het
treinpersoneel noodsignalen gaf en de ma
chinist van den binnenkomenden trein uit
ale macht remde, kon de botsing niet meer
worden voorkomen. De materieele schade
is zeer aanzienlijk. Het treinverkeer on
dervond langdurige stagnatie. Eerst te on
geveer kwart over negen kon het over één
Bpoor worden hervat.
Bijzonderheden over de
toedracht.
Nader wordt ons gemeld:
Het was circa vijf uur, toen de ran
geerders op het Zuidelijke deel van het
emplacement den goederentrein uit Roo-
zendaal, bestemd voor Utrecht, hadden
ontvangen. Daar in de samenstelling van
dezen trein enkele wijzigingen moesten
worden gebracht, werd onmiddellijk met
het rangeeren begonnen. Juist werd de
trein achteruit gezet., toen op het oogen
blik, dat de machinist weder begon af te
remmen, ongeveer op de helft van den
trein de wagons van elkaar raakten en her
laatste treingedeelte op eigen gelegenheid
bleef terrugrijden. Dit geschiedde met een
vrij groote snelheid. Het treinpersoneel
begreep onmiddellijk de benarde situatie,
die ontstaan was, want elke seconde kon
een groote goederentrein uit Zuid-Limburg
binnenloopen. Al het mogelijke werd ge
daan om het wegrijdende treingedeelte tot
staan te brengen, maar men was hierin
nog lang niet geslaagd, toen tot groote ont
steltenis van den rangeerder in de verte
de lichten van den Eindhovenschen trein
uit de duisternis opdoemden en met groo
te snelheid naderbij kwamen. Noodsigna
len werden afgegeven doch de duisternis
had den Eindhovenschen bestuurder een
g>cd uitzicht belemmerd. Toen hij de sig
nalen herkende, zetten plotseling de rem
men met dreunend geweld aan. maar de
snelheid van den trein was nog veel te
groot. Met een geweldigen slag roed hij op
den rangeerenden trein in. De botsing was
ontzettend, want. de zwaar geladen Eind-
hovenaar had 60 wagons achter zich en
reed met een snelheid van 40 K.M. waarbij
moet gevoegd worden de snelheid der te-
rugloopendo wagons, welke veilig op circa
20 K.M. kunnen worden geschat. Met don
derend gekraak stapelden de wagons zich
op elkaar, onmiddellijk achter de locomo
tief, waardoor deze van den trein losbrak
en wegzakte. De balken en wanden der
gesloten wagons werden van de onderstel
ling afgerukt en een tiental meters ver
weggeslingerd.
De drie en vier hoog opgestapelde wa
gons sloegen om en vormden een ver
schrikkelijke chaos, waardoor alle sporen
werden versperd. Van alle kanten snelde
het stationspersoneel op het alarm toe en
spoedde zich langs de ruïnes om er moge
lijk hulp te verleenen. Al spoedig bleek de
toedracht van het ongeluk en toen de
treinbestuurders en de beide remmers zich
kwamen melden werd nog slechts de trein-
geleider vermist. Dit was de heer Breeaart
uit Den Bosch, die volgens voorschrift in
den eersten wagen achter de tender moet
verblijven. Het bleek, dat deze wagon bijna
geheel was verplinterd en onder twee ko
lenwagens was terecht gekomen. Op het
geroep van het treinpersoneel werd echter
tot ieders verbazing onmiddellijk geant
woord en gelukkig bleek, dat de heer
Breeaart in zijn netelige positie geen groot
letsel had bekomen. Met behulp van zijn
kameraden is hij uit zijn nauwe cel, die
bijna zijn graf was geworden, bevrijd. Een
buitengewoon staaltje van zelfbeheersching
toonde deze man toen hij vóór alle andere
zaken eerst zijn snoorwegdocumenten bij
een zocht. Toen bleek ook, dat bij de te
genwoordigheid van geest had gehad om
de gasvlam van zijn wagen, welke intact
is gebleven, te dooven. waardoor het ge
vaar voor ontploffing van ontsnapte gas
sen uit de houders werd voorkomen. Eerst
nu meldden zich nog drie andere perso
nen, die nauwelijks aan den dood waren
ontsnapt. Het waren de voorman-rangeer
der De Bruin en de beide rangeerders Ver
meer en Nijbolt. Deze drie personen wa
ren op het oogenblik van de botsing in
het rangeerlokaal aanwezig, dat vlak
naast de rails is geplaatst. In zijn val
heeft de trein dit lokaal vrijwel geheel ver
nield, hoewel het uit steen is opgetrokken.
De drie rangeerders hebben zich het leven
gered doordat zij in groote haast zijn ge
vlucht zoodra het gedreun der remmen
van den Eindhovenschen trein hen waar
schuwde. dat iets bijzonders gebeurde. Alle
drie snelden door het schaflokaal naar
buiten toen terzelfdertijd boven hun hoofd
het dak reeds ineen stortte en de deuren
begonnen weg te zakken. Alles kraakte en
versplinterde en buiten dreunden en daver
den de wagons, die op elkaar reden. Door
de duisternis misleid, viel Nijholt door een
ruit, terwijl Vermeer in het dradennet van
het seinwezen viel en vervolgens voorover
in een draadversperring tuimelde. Het ge
zicht van den laatste was vol bloed dat
uit talrijke verwondingen vloeide.
De vanaf bet station op het eerste al
arm gerequireerde geneeskundige hulp was
inmiddels gearriveerd en dr. De Feijfer ver
leende den gewonde bijstand. De man was
door den val buiten bewustzijn geraakt en
was naar het seinhuis getransporteerd.
Nadat dr. De Feyfer hem behandeld had,
is hij later naar zijn woning overgebracht.
Inmiddels was de chef van het station
Den Bosch, de heer Grotenhuis en diens
adjunct, de heer Gorissen op de plaats van
het ongeluk aangekomen. Toen ook de eer
ste ploeg werkvolk was samengesteld, kon
men de situatie overzien. Het bleek dat do
omvang van het ongeluk zeer groot was.
De uit 60 wagons bestaande trein uit Eind
hoven was bijna geheel vernield en het ge
vaar, dat de hoog opgestapelde wagons
zouden omvallen, was zeer groot. De
ruïnes versperden "het geheele uitgangs
punt van dit belangrijke station, zoodat
alle verkeer moest worden stopgezet, zoo
wel over Zwaluwe als in de richting Eind
hovenTilburg en in de richting Arnhem
Utrecht, waar geen trein kon binnenko
men of vertrekken.
Onder leiding van den heer Grotenhuis
werden de eerste maatregelen getroffen en
nadat deze zich overtuigd had dat geen
personeel meer in de vernielde wagons
aanwezig was, kon men alle aandacht aan
het opruimingswerk besteden. De genees
kundige dienst van het station is toen ver
trokken. Op telefonische waarschuwing
van den stationschef arriveerde per extra
trein de heer Jelders van de Inspectie
Breda. Toen deze functionaris op het ter
rein des onheils verscheen, ontmoette de
pers in hem een autoriteit, die nog het
oude systeem huldigde: het publiek be
hoeft niets te weten. Geen enkele inlich
ting konden wij bekomen en de toegang tot
het terrein werd den verslaggevers zoowel
als den fotografen absoluut ontzegd.
Eerst na een lang betoog mochten wij zeer
weinig bijzonderheden van hem vernemen
en werd toegestaan, dat van zeer verren
afstand eenige plaatjes werden gemaakt.
Wij vernamen dat het ongeluk te wijten
was aan den rangeerenden goederentrein,
zooals wij in den aanhef reeds lieten uit
komen.
Gebleken is, dat bij het terugzetten van
dezen trein een koppeling en een trekstang
zijn afgebroken met het omschreven ge
volg.
Reeds om negen uur heeft men een der
sporen vrijgekregen. In den loop van den
morgen arriveerde uit Geldermalsen en uit
Boxtel een kraanwagen, welke zoo dicht
mogelijk bij de ruïnes werden gerangeerd,
waarna onder leiding van den ingenieur
van tractie de wagons met groote voor
zichtigheid uit de chaos werden getild en
zoo veel mogelijk daar vandaan werden ge
plaatst.
Voor zoover er nog onderstellen aanwe
zig waren sleepten hulplocomotieven de
treinwrakken weg. Een dichte menschen-
massa sloeg op dezen vrijen Zondag de
werkzaamheden gade. Waarschijnlijk zal
den geheelen nacht moeten worden door
gewerkt om het verkeer volledig te herstel
len. Deze opruimingswerkzaamheden vor
deren echter zeer langzaam, daar met de
uiterste omzichtigheid moet worden ge
werkt wegens het gevaar van omvallen der
hoog opgestapelde wagons.
Onderhoud met de geredden.
Wij hadden gistermiddag een kort on
derhoud met de mannen, die op zoo won
derbaarlijke wijze aan den dood waren ont
snapt. Allereerst spraken wij den heer Ver
meer. Toen wij aan zijne woning arriveer
den, was hij juist uit een zware slaap ont
waakt en had in een ruime stoel plaatsge
nomen. Zijn gelaat vertoonde duidelijk de
sporen van het gebeurde en is met schram
men en builen overdekt, terwijl dik geron
nen bloed in en bij de oogen is vastge
kleefd, Dr. De Feijfer kon gelukkig ver
klaren, dat de oogen gespaard zijn geble
ven. De he9r Vermeer vertelde ons het
volgende
„Het was nog wat vóór vijven, teen mijn
collega's De Bruin en Nijholt met mij in
het rangeerlokaal vertoefden. Buiten sij
pelde de regen. Het wachten was op den
Eindhovenaar, die als gewoonlijk te laat
kwam. Buiten werd' de Rozendaler geran
geerd, toen wij plotseling een geweldig ge
knars van remmen hoorden. Alle drie
sprongen wij naar buiten, doch door de
duisternis misleid viel ik door de draadver
sperring en zoo op den grooten weg. Ik
raakte bewusteloos en kwam eerst weer bij
nadat dr De Feijfer mij behandeld had.
Het is dus wel een felicitatie waard, dat
wij er zoo zijn afgekomen want hadden wij
nog een minuut in het huisje gebleven, dan
zouden wij zijn verpletterd."
Vervolgens spraken wij den treingelei-
der, den heer Breeaart. die ons vertelde
van zijn vreugde over den komenden vrijen
Zondag. Een vreugde, die zóó wreed werd
verstoord teen hij met een geweldigen
smak werd geslingerd en tot de ontdek
king kwam, dat hij een spoorwegongeluk
had meegemaakt. Ik verloor, zoo zeide de
heer Breeaart, geen oogenblik mijn kalm
te en was dol gelukkig, toen enkele kame
raden mij toeriepen en mij eenige oogen-
blikken later konden bevrijden.
Als U vraagt of ik erg zenuwachtig ben
kan ik gerust antwoorden van neen en mor
gen vertrek ik weer met een trein naar
Roermond.
Koopt geen losse Aspfrin-fabletten, het kan minderwaardige en voor
de gezondheid schadelijke namaak of waardelooze vervalsching zijn. 9
Aspirin-tabletten worden alleen door de Bayer-fabrieken
in den handel gebracht en wel uitsluitend in:
Origineele oranjeband-buisjes ver
pakking van 20 tabletten a 70 cent
origineele oranje-zakjes verpak
king van 2 tabletten a 10 cent.
Alleen deze origineele ver
pakkingen van BAYER waar-
sorgen echtheid en zuiverheid
Weigert namaak en losse tabletten.
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Dinsdag 18 Oct.
Huizen 1875 M.
Uitsl. KRO.-programma.
8.00 Morgenconcert.
10..00 Gramofoonplaten.
I.30 Godsdienstig half uurtje door pastoor
Perquin.
12.15 Lunchconcert door het Con Brio-trio.
2.00 Vrouwenuurtje
3.00 Modecursus door mevr. H. Cuppens
4.00 Afgestaan aan de H. I. R. O.
5.10 De KRO.-boys onder leiding van Piet
Lustenhouwer.
6.10 Causerie over Byzantijnsche en huidige
Grieksch-Katholieke Kerkmuziek.
6.30 Esperanto-cursus.
6.50 Inleidende causerie op den cursus „De
moderne zakenman".
7.00 Kol. Nidrei (gramofoonpl.)
7.10 Pater dr. J. Sassen O. P. over Middel-
eeuwsche Stedenvormnig.
7.45 Verbondskwartiertje.
8.00 Het KRO.-orkest o.l.v. Joh. Gerritsen.
8.30 „Krassin 78", voordracht door Leon v.
d. Hulst.
9.00 Vaz Dias.
9.10 Ballet en dans door het KRO-orkest o.
1. v. Joh. Gerritsen.
II.00 Gramofoonpl. •teVv.'
Hilversum 296 M.
Uitsl. AVRO.-programma.
8.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl.
10.30 Orgelconcert P. v. Egmond Jr., m.m.v.
W. Herkenrath (bariton).
11.00 R. V. U.
11.30 Vervolg orgelconcert.
12.00 Ensemble Rentmeester.
12.45 Gramofoonpl.
I.001.45 Ensemble Rentmeester.
2.00 Aansluiting met het Concertgebouw te
Amsterdam: Caecilia-concert door het Con
certgebouworkest o.l.v. E. v. Beinum.
3.00 Naaicursus mevr. I, de Leeuwvan Rees
4.00 Zang door A, Stroink, m.m.v. E. Veen
(piano).
4.30 Kinderuurtje,
5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. Refrein,
zang: Bob Scholte.
6.30 R. V. U.: Dr. J. D. Bierens de Haan:
„Het begrip der persoonlijkheid".
7.00 Vervolg Kovacs Lajos.
7.30 Engelsche les.
8.00 Operaconcert door het Omroeporkest
o.l.v. V. Marini, m.m.v. splisten.
10.15 Gramofoonpl.
10.30 Omroeporkest o.l.v. N. Treep.
II.00 Vaz Dias.
11.0512.00 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 m.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein en berichten.
11.05 Lezing.
12.20 Orgelconcert door E. O'henry.
1.05 Conmodore Grand orkest o.l.v. J. Mus-
cant.
2.20 Voor de scholen.
4.50 Moschetto en zijn orkest
5,35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
6.50 Chopin pianorecital door L. England.
7.10 Italiaansche les.
7.40 BBC.-theater orkest o.l.v. S. Robinson
m.m.v. R. Russell (bariton).
8.50 Causerie.
9.20 Berichten.
9.40 Concert O. Slobodskaya (bariton) en J.
Smeterlin (piano).
10.50 Lezing.
10.5512.20 Dansmuziek door Roy Fox en
zijn band.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
8.05 Gramofoonpl.
12.20 en 7.40 Concert d. h. Kretly-orkest.
9.05 Kamermuziek door het Omroepkwintet
m.m.v. solisten,
Kalundborg 1153 M.
11.201.20 Concert uit het Bellevue Strand-
hotel.
2.204.20 Concert door Carl. Rydahl en zijn
orkest, m.m.v. Edith Norrie (zang) en V. Fi
scher (piano).
7.207.50 Guitaar en citherconcert, m.m
Fritz Mühlhölzl.
9.4011.20 Kamermuziek door blaasorkest
(fluit, hobo, klarinet, hoorn, fagot en piano).
11.201.50 Dansmuziek uit „National Scala"
Langenberg 473 M.
6.257.20 Gramofoonpl.
11.2012.10 Concert o.l.v. Fried, n
Hanna Fladt en»G. Baumann (piano).
12.20—1.50 Concert o.l.v. Wolf.
4.20-^5.35 Concert m.m.v. Delseit.
7.20^—9.20 ,',Der Intendant in der Klemme",
intermezzo in twee actes van Cimarosa. Bew.:
Dr. E. Latzko. Dir.: Th. Blumer. Regie:
Schmiedel.
Rome, 441 M.
8.05 Populanr concert.
8.50 „Quattro Annidopo", blijspel in een
drijf van Praga.
9.20 Vervolg concert.
10.15 Berichten.
Brussel, 508 e n 338 M.
508 m.: 12.20 Concert.
1.30 Omroep kleinorkest o.l.v. Leemans.
5.20 Omroeporkest o.l.v. Walpot.
6.05 Kinderuurtje.
6.50 Zang door A. Britte-Morin.
7.05 Omroep kleinorkest o.l.v. Leemans.
8.20 Radio-symphonie-orkest o.l.v. Meule-
9.05 Causerie.
9 20 Vervolg concert.
10.20 Berichten en gramofoonpl.
338 M.: 12.20 Omroep kleinorkest o.l.v. Lee-
1.30 Gramofoonpl.
5.20 Radio-symphonie-orkest o.l.v. Meule-
6.05 Kinderuurtje.
6.50 Gramofoonpl.
8 20 „Stoornissen", radiorevue door A. Suis.
10.20 Berichten en gramofoonpl.
Z e e 9 e n 1635 M.
7.20 Zie Langenberg.
9.20 Berichten en hierna tot 11.20 concert
uit Hamburg o.l.v. K. Barth, m.m.v. Albert
Nocke (viool).
FEUILLETON.
DE DOCHTER
VAN DEN DICTATOR
ROMAN VAN EDGAR JEPSON.
Vertaald door F. van Volser
(Nadruk verboden).
44)
„Welnu, de prins zal zoo vroeg het pa
leis niet durver verlaten om geen opzien te
wekken. Wij kunnen hem dus voor zijn. Als
haar vader niet was weggetroond zou het
eenvoudig genoeg zijn. Nu zal ik in zijn
plaats handelend moeten optreden en jij
moet me daarbij helpen Mc. ManusZou jij
haar kunnen overreden om met ons mee te
gaan, want naar mij zal zij niet willen luis
teren V'
„Overreden, mijnheer! Ik zal haar weg
dragen
„In orde", riep ik, „wij begrijpen el
kaar". Aan juffrouw Mc. Manus gaf ik
eenige bankbiljetten: „U hoeft niet mee te
gaan. 't. Beste zal zijn als ude koffers gaat
pakken en naar dc „Snowdrop" laat bren
gen. Zeg tegen den kapitein, dat hij stoom
maakt, om onmiddellijk te kunnen vertrek
ken. Betaal mijn hotelrekening en zorg,
dat alles vlug en goed geschiedt."
„En nu vooruit, Mc. Manus', comman
deerde ik.
Wij vlogen de trap af, naar buiten
XXVII.
De beker en de lip.
Wij holden naar een garage en deden
met eenige goudstukken wonderen sne snel
heid. Binnen enkele minuten reden wij in
een comfortabele wagen met groote snel
heid de sta/dspoort uit. Emma was ons an
derhalf uur voor en de prins zou stellig
niet langer dan eon half
ten wachten. Hij zou zijn ongeduld wel niet
langer kunnen bedwingen en zijn paard
flink de sporen geven.
Ik trilde van spanning. De wagen vloog
over den weg, maar 't ging mij nog niet
vlug genoeg. Ik bedacht opeens, dat ik
mijn revolver had vergeten mee te nemen,
maar Mc. Manus greep naar zijn a-chter-
broekzak en die beweging stelde mij gerust.
Wij hadden ruim een kwartier gereden
toen ik de witte muren van de villa in het
oog kreeg. Het sierlijke gebouw lag hoog,
boven op een heuvel. Wij lieten voor een
zijweg stoppen en gingen te voet verder.
Wij gaven den chauffeur order zijn wagen
achter het geboomte te rijden en daar op
ons te wachten. Mc. Manus en ik besle
gen het steile pad, dat naar de villa leidde.
Toen wij ongeveer halverwege waren
hoorden wij het geluid van paardenhoeven
in het mulle zand. „De prins", zei ik kalm
en wij spanden ons nog meer in om vlugger
boven te komen.
Na eenige oogenbliken hoorden wij
niets meer en toen wij omkeken zagen wij
tusschen het geboomte door de prins vai.
het paard stijgen en dit vastbinden aan
een paal, onder aan het pad.
„Hij komt ook naar boven klauteren",
zei ik tegen Mc. Manus, „nu hebben we
volop tijd om uit te blazen, want hij is een
heel stuk achter."
Mc. Manus haalde een lang stuk touw uit
zijn zak. Hij scheen dus voorbereid te zijn.
Terzijde van den weg ging hij zitten en
sneed het touw in stukken van elk onge
veer twee meter lengte. Toen wij het kra
ken van het, dorre hout hoorden, begrepen
wij, dat Zijne Hoogheid in aantocht was.
„Ik zal wel even met hem praten", zei
ik, „ga jij achter dien boom staan."
Na eenige oogenblikken kwam de prins
in onze buurt. Er lag een glimlach op zijn
gelaat en hij scheen erg verheugd te zijn.
Ook ik glimlachte, doch waarschijnlijk om
een andere reden.
Verrast bleef hij staan, toen hij mij
plotseling tegenover zich zag.
„Ah, monsieur Hulston', riep hij.
Ik boog en wenschte hem goedenmorgen
Even staarde hij mij verbaasd aan maar
sloeg toen zijn oogen neer.
Opeens hief hij zijn hoofd op en zei bits:
„Waaraan heb ik 't te danken, dat ik u
hier tref
„Ik wachtte op uwe Hoogheid", zei ik
vriendelijk.
,*Wachtte uop mij?" antwoordde
hij met verbaasden blik. „Weet u wel dat
u op verboden terrein bent en dat dit het
meest particuliere gedeelte van mijn do
mein is Bovendien ben ik gepresseerd.
Het schikt mij nu niet een onderhoud met
u te hebben. Latermorgenben ik
ter uwer beschikking." Zij stem trilde.
„Morgen zou te laat zijn naar alle waar
schijnlijkheid", zei ik op nog vriendelijker
toon dan te voren.
Hij achtte het raadzaam om van tactiek
te veranderen en zei: „Bc?te Hulston. ik
begrijp 't al. U komt een of andere gunst
vragen, 't Ts u bij voorbaat toegestaan. Ver
tel mij morgen maar waarover het gaat.
Intusschcn, daar is de weg naar San Ste-
fano.hij wees met zijn rechterhand
naar beneden.
„Mijn doel is echter de villa Alba, de be
ruchte villa Alba", zei ik zijn toon naboot
send
„Wat bedoelt u daarmee", schreeuwde
hij, nu rood van woede.
„Ik vernam, dat u misbruik hebt ge
maakt van de onervarenheid en het leed
van juffrouw Cumberland door haar uit te
noodigen op uw villa Alba en voorts om
haar vader een rijtoer aan te bieden en
hom daardoor de gelegenheid te ontnemen
om de ontvoering van zijn dochter te be
letten."
„Dat is een aperte leugenEr is geen
sprake van ontvoering. Juffrouw Cumber
land is uit vrije beweging gekomen
schreeuwde hij.
„In dat geval zult uer wel geen bezwaar
tegen hebben, dat ik, als vriend van de fa
milie Cumberland, mij daar persoonlijk van
overtuig."
„Uw onbeschaamdheid gaat alle gren
zen te buiten. Wie bent u, dat u zich het
recht aanmatigt u met mijn zaken te be
moeien? Een avonturier. Zal ik u eens wat
zeggen? U wilt u meester maken van dat
meisje
„Ik zal een meisje, dat mijn landgenoote
is beschermen tegen het misbruik dat u
van haar onwetendheid haakt. Wat mijn
genegenheid voor haar betreft, ik ben
tenminste ongehuwd
„U bent een onbeschaamd zwerver",
riep hij woelend. ,.U zoekt juffrouw Cum
berland voor uzelfNu, als zij haar geluk
aan het uwe zou verbinden koos zij een
verheven loopbaan. We weten maar al te
goed hoe 't met. dergelijke gelukzoekers
gaat."
Ik wilde hem toch zeegen wie ik in wer
kelijkheid was. Daarom fluisterde ik, om
niet door Mc. Manus te worden verstaan:
„Pardon, ik ben geen avonturier en geen
zwerver ook, mijn naam is Gabriël Honi-
ton, graaf van Honiton en Vaux. Ik ding
naar de hand van juffrouw Cumberland en
hoop haar als mijn vrouw naar Engeland
te mogen begeleiden."
„U liegt! Ik geloof u niet! Waarom zou
ik nog een woord verspillen. Ga weg. Laat
mij passeeren
Hij duwde mij op zij en wilde langs mij
heengaan. Ik sloeg echter mijn arm om zijn
hals en belette hem zoo te schreeuwen en
het personeel te waarschuwen. Met een ruk
lichtte ik hem van den grond en liet hem
zakken. Met mijn knie op zijn borst en
mijn hand om zijn keel was hij hulpeloos.
Hij worstelde en spartelde met armen en
boenen, maar de waakzame Mc. Manus had
in een minimum van tijd de touwen om hem
heen geslagen en hem vast gebonden.
Vervolgens duwde hij een prop touwpluk-
sel in zijn prinselijken mond, zoodat hij
geen kik kon geven. Wij brachten hem on
geveer dertig meter verder en plaatsten
hem in zittendo houding tegen een boom
stam. Daar bonden wij hem nog eens stevig
vast en klauterden toen zoo vlug als moge
lijk was naar het plateau, waarop de villa
gebouwd was. Ik liet Mr, Manus alleen
achter en gaf hem bevel op een teeken van
mij onmiddellijk toe te schieten. Kalm wan
delde ik verder het grasveld over. Het wa«
doodstil in deze, door de middagzon ge
blakerde omgeving. Ik liep langs den zij
kant van het huis en keek-door de vensters
naar binnen, doch zag een enkel levend
wezen.
(Wordt vervolgd).