GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
DINSDAG II OCTOBER 1932
DE LEIDSCHE COUR AN i
TWEEDE B' AD PAG. 6
Veel gepraat over klein goed. Een kwestie om
f 500.Mag een wethouder meehelpen om
een raadsbesluit niet uit te voeren? Het jaarlijk-
sche kolendebat herleefd. De raaad is tegen een
„soepele" cokesverstrekking. Een interpellatie
naar aanleiding van de overstrooming in de Park
straat.
lOo. Voorstel tot verlenging van den termijn
van ontruiming van verschillende onbewoon
baar verklaarde woningen in de Lange Para
dijssteeg en de Lange Bouwelouwensteeg.
De heer Kooistra vraagt, hoe het nu
etaat met den houw van do woningen aan
de Lusthoflaan. Reeds 2 jaar is deze zaak
hangende en er is nog niets gedaan. Ver
volgens vraagt spr. hoe het staat met de
xogeeringssubsidie -voor den gemeentelijken
woningbouw. Tenslotte vestigt spr. de aan
dacht op den treurigen toestand van de wo
ningen aan de Huygens-dwarsstraat. De
gasfabriek, die deze woningen in eigendom
heeft, heft van die afgekeurde woningen
nog altijd huur. Laat de fabriek deze wo
ningen althans eenigszins bewoonbaar hou
den.
Wethouder Splinter zegt, dat er reeds
verscheidene plannen gemaakt zijn, die
eohter alle door den Haag zijn afgekeurd.
Wethouder Goslinga antwoordt de
iheer Kooistra, dat de regeering nog geen.
beslissing heeft genomen omtrent de voor
waarden voor deze geldleening.
Voor de bewoners van de Huygens-
dwarsstraat wordt een nieuwe woning ge
zocht. Inmiddels kunnen toch geen paar
honderd guldens aan verbetering worden
uitgegeven.
De heer Kooistra meent, dat de ge
meente inzake de woningbouw niet be
paald „voorbarig" is. Geld is te krijgen en
zelfs op betere voorwaarden dan waarop
het rijk geld leent.
Daarna goedgekeurd.
llo. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ter uitvoering van het raadsbesluit tot
toekenning van eene schadeloosstelling aan F.
N. Schroder, wegens de stopzetting van zijn
personenveerdienst over het Galgewater.
De heer Bosman vindt' het vreemd,
dat deze uitgave op den kapitaaldienst is
gebracht. Dit cadeautje hoort thuis op den
gewonen dienst.
Wethouder Goslinga merkt op, dat
de heele discussie gekoppeld ia geweest aan
den bouw van de brug. Derhalve komt dit
geld ten laste van de brugge-bouw en wordt
met bestreden uit „Onvoorziene Uitgaven'".
Dan zouden Ged. Staten zeker bezwaar ge
maakt hebben. Ik zal tegen dit voorstel
stemmen, maar ik wil het een faire kans
geven. t
De heer Huurman is het met den heer
Bosman eens. Het is absoluut een cadeautje
en dat moet dan ook maar blijken. Die brug
heeft dat niet op z'n geweten.
De heer W i 1 m e r kan zich wel vereeni
gen met het voorstel van B. en W. Wanneer
de brugge-bouw een stukje grond geëischt
had, zou men dat bedrag ook ten laste
van de brug hebben gebracht. Deze uitgaaf
is eveneens een gevolg geweest van de
bouw van de brug.
De heer v. E c k keert zich tegen de uit
lating van den wethouder, dat hij tegen
dit voorstel zal stemmen. Dat is niet mede
werken aan de uitvoering van een raads
besluit.
Wethouder R o m ij n sluit zich bij den
wethouder van financiën aan. In 't alge
meen is sipr. van meening dat een raadsbe
sluit uitgevoerd moet worden, maar het
gaat hier om de wijze, waarop het geld ge
vonden moet worden.
De heer Coster vindt do houding van
wethouder Goslinga inconsequent.
De heer Knuttel noemt de houding
van den wethouder een precedent van zeer
wijde strekking. Dat is een ontoelaatbaar
terugkomen op. een onwelgevallig raadsbe
sluit.
De heer Wilbrink acht de plaatsing
op den kapitaaldienst volkomen juist. Hij
zal thans vóór-stemmen.
De heer Bosman: De heeren zien over
het hoofd, dat het hier een vrijwillige
daad is.
De voorz. waarschuwt dat men den
verkeerden weg opgaat. Het dreigt een dis
cussie te worden over de mogelijkheid om
te stemmen tegen een voorstel, dat een
consequentie is van een raadsbesluit. Dat
is een theoretische kwestie, waarop de raad
niet voorbereid is. Spr. geeft den raad in
overweging, dit voorstel zonder stemming
aan te nemen.
Wethouder Goslinga herinnert de
S.D.A.P. enaan, dat zij herhaaldelijk ge
stemd heeft tegen het toestaan van crc-
dieten van bijz. scholen,- iets, waartoe de
wet verplicht.
De heer Huurman wil alleen tegen
het voorstel stemmen omdat hij do wijze
van uitgave onjuist vindt.
De heer Bosman dient een' voorstel in,
om den post onder te brengen onder „On
voorziene Uitgaven".
Dit voorstel wordt aangenomen met 17
15 stemmen.
Vóór: de heeren Bosman, Knuttel, Huur
man, v. Eecke, Mandors, Vos, Beekenkamp
en de S.D.A.P.
Het gewijzigde voorstel van B. en W.
wordt daarna z. h. st. aangenomen.
12o. Voorstel om B. en W. te machtigen met
de Vereeniging tot Bevordering van 't Vreem
delingenverkeer een overeenkomst aan te
gaan, inzake den bouw van een Inlichtingen
bureau op het terrein gelegen tusschen Zo-
merzorg en den Spoorwegovergang.
De heer Wilbrink acht. do oplossing
niet gunstig voor Vreemdelingenverkeer.
Men zal dan den drukken weg moeten
•o\ersteken cn het gebouwtje zal geheel
verscholen liggen.
Wethouder Splinter: Vreemdelingen
verkeer heeft juist dezp oplossing gewild.
Daarna z. h. st. aangenomen.
Over een houten vloer en
nog wat.
13o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor de verbouwing van het perceel
Mare 15 en het voormalige ijkkantoor, ten be
hoeve van de uitbreiding van de kantoorruim
te van de Gemeentelijke Commissie voor
Maatschappelijk Hulpbetoon en voor de ver
bouwing van perceel Nieuwsteeg 46, ten be
hoeve van de verbetering van de huisvesting
\an de Gemeentelijke Bank van Leening en
de inrichting van de bovenverdieping van dat
perceel tot kantoor van den Armenraad.
Mevr. Braggaar-de Does merkt op,
dat de leden van Maatschappelijk Hulpbe
toon in deze kwestie in het geheel niet ge
kend zijn. Spr. geeft nog eenige verbete
ringen aan, welke h.i. noodzakelijk zijn, o.a.
verwarming in de wachtlokalen, scheiding
van mannen en vrouwen en vervanging van
de steenen vloer door een houten vloer.
Wethouder Komijn antwoordt, dat de
leden van M. H. geen zeggenschap hebben
inzake de outillage en den inwendigen
dienst van M. H. Een houten vloer is te on
hygiënisch. Over de beide andere aanbeve
lingen wordt nog nader overleg gepleegd
met de gemeentediensten.
Mevr. Braggaar-de Does pleit nog
eens voor een warmere vloer. Het hygië
nisch bezwaar is wel te overwinnen.
De heer Knuttel begrijpt niet waar
om overleg noodig is om verwarming in de
wachtlokalen aan te brengen. Men kan er
in ieder geval een post voor uittrekken.
De heer Schüller acht het niet juist,
dat de comm. van M. Hulpbetoon niet ge
hoord is. Deze commissie weet toch het
beste, wat er noodig is. In ieder geval had
den B. en W. nu toch wel een meer pre-
ciese toezegging kunnen doen.
Wethouder R o m ij n wil de mogelijkheid
van een houten vloer met zijl nader over
wegen. Spr. meent, dat het uitgetrokken
crediet groot genoeg is, om daaruit ver
warming voor de wachtlokalen te betalen.
Over preciese gegevens beschikt spr. nog
niet.
Daarna z. h. st. aangenomen.
l^o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de uitvoering van
noodzakelijke herstellingen en vernieuwingen
aan bet gebouwencomplex de Burcht, de
Graanbeurs en het voormalig Notarishuis.
Goedgekeurd.
15o. Praeadvies op het verzoek van den
Leidschen Bestuurdersbond, in zake de ver
zekering van werklooze arbeiders ingevolge
de Ziektewet.
Wordt aangehouden met het oog op de
afwezigheid van den heer v. Stralen.
Cokes-verstrekking.
Wethouder R o m ij n herinnert aan het
adres van de O.S.P. inzake de brandstof
fen verstrekking aan werkloozen en deelt
mede, dat B. en W. thans eveneens met
een spoedvoorstel komen, om evenals ver
leden jaar met ingang van 29 Oct. a.s. aan
hoofden van gezinnen en kostwinnaars, die
daarvoor in aanmerking komen volgens de
Comm. v. M. H. of den Dienst v. Soc. Za
ken, 1 H.L. parelcokes per week te ver
strekken. In tegenstelling met vroegere ja
ren wensoht spr. ditmaal een meer soepe
le regeling, opdat B. en W. in perioden van
warmer weer vrijheid hebben iets minder
te verstrekken, om evenwel in perioden van
strengere koude iets meer te kunnen ver
schaffen. Het is immers gebleken* dat bij
geringe koude allerlei handeltjes worden
gedreven met de cokes, terwijl bij strenge
koude geroepen wordt om meer brandstof.
Benoodigd zullen daarvoor zijn 46.500 H.L.
parelcokes, vertegenwoordigende een waar
de van 30.225.
In het request van de O.S.P. wordt ook
gevraagd 50.ter beschikking te stellen
aan alle werkloozen, die langer dan 3 maan
den werkloos zijn geweest, ten behoeve van
kleeding en schoeisel. B. en W. stellen voor,
dit gedeelte van het request te renvoyeeren
naar de afd. B. van het Crisis-Comité,
welke afd. daarvoor te zorgen heeft.
De heer v. E c k meent, dat de voorgestel
de soepele brandstoffenverstrekking z'n
vóór en zijn tegen heeft en kan daar niet
maar zóó dadelijk mee instemmen.
De aanvangstermijn van de brandstofver
strekking acht spr. wel wat laat. Beter wa
re te beginnen op 15 October, de normale
tijd waarop men begint te stoken. Verder
wijst spr. er op, dat B. en W. gemachtigd
moeten zijn, om de termijn van uitkeering
te verlengen bij eventueole voortduring van
het koude weer.
Met het voorstel om de uitkcoring van
50 te verwijzen naar het Crisis-Comité
kan spr. zich niet vereenigen. Het Crisis-
Comité geeft slechts minimura-uitkeerin-
gen. Wij zitten eohter vast aan de veel to
lage rijksregeling, waaraan op het oogen-
blik niets te doen is. Wij zullen forscher
moeten optreden.
De heer Knuttel: De roode Dinsdag.
De heer v. E c k is bang, dat het Crisis-
Comité niet voldoende zal bijspringen.
Een schepje erop.
De heer Knuttel kan niet meegaan
met de soepele regeling, door B. en W.
voorgesteld.. Kleine knoeierijen zijn geen
deren eigenlijk weer op losse schroeven te
voldoende reden om het recht van de af
zetten. Volgens spr. behoort de cokesver-
strekking te worden uitgebreid en hij stelt
voor, gedurende 26 weken IK H.L. coke9
per week te verstrekken.
Het Crisis-Comité zal niet meer dan 10
per werklooze kunnen uitkeeren voor klce-
ding en schoeisel. Bovendien zal deze uid-
keering nog afhangen van een vernederend
individueel onderzoek en heelemaal het ka
rakter dragen van particuliere liefdadig
heid.
De heer v. E c k dient thans een voorstel
in om de cokesverstrekking op 15 Oct. te
doen beginnen.
De heer Schüller kant zich tegen de
bemoeizucht van B. en W. in het huishou
den, B. en W. zullen uitmaken hoeveel
brandstoffen het huishouden noodig heeft.
Ieder make dit voor zichzelf uit.
Mevr. Braggaar-de Does kan zich
evenmin vereenigen met do soepelheid,
door B. en W. voorgesteld.
Dat het Crisis-Comité 50 aan ieder zal
uitkeeren gelooft de wethouder zelf niet,
want er worden meer aanvragen afgewe
zen dan toegewezen.
De heer Eiker bout ziet evenmin heil
in „soepele'1 toepassing. Wie zal uitmaken
of het koud genoeg is Wat een werklooze
met zijn verstrekte brandstof doet, moet hij
zelf maar weten. Hij verklaart zich verder
vóór het voorstel-v. Eek.
De heer Manders wil het college al
thans machtigen om in den kouden tijd
meer te verstrekken dan 1 H.L.
De heer W i 1 m e r herinnert eraan, dat
de S.D.A.P. zelf den datum van 27 October
indertijd heeft voorgesteld. Spr. vindt de
methode van het schepje-er-op niet sympa
thiek, maar hij moet toegeven, dat de
weersgesteldüeid thans guur is. Daarom
zou spr. thans ook vóór ingang op 15 Oct.
zijn.
De heer Wilbrink vreest moeilijkhe
den bij de toepassing van de „soepelheid'
en wil aan de oude regeling vast houden,
tenzij in overleg met de organisaties een
andere regeling kan worden gevonden. Hij
geef in overweging voor de eerste weken
alvast een K H.L. te verstrekken. Bij
streng» kou kan meer worden verstrekt,
het voorstel-Knuttel van IK H.L. acht spr.
overbodig.
De goeden en de kwaden.
Wethouder R o m ij n vindt het streven
van den raad om een regeling uit te denken,
welke aan B. en W. geen moeilijkheden zal
berokkenen, zeer loffelijk, -maar zulk een
regeling bestaat niet. ieder jaar zijn er
moeilijkheden gerezen en juist daarom vra
gen B. en W. de mogelijkheid van een meer
soepele toepassing. Leiden behoort tot de
steden, welke de meeste brandstoffen ver
strekt, wat wij kunnen doen omdat wij de
gasfabriek hebben.
De heer S c h 1 l.e t Wat zegt dat nou,
als het met voldoende is?
Wethouder Komijn: Dat zal niemand
uitmaken, dat hangt af van het weer. Over
de heele linie is een hoeveelheid van 22
H.L. per winter voldoende te achten. Wan
neer het Lang koud blijft, wil spr. wel over
gaan tot langere verstrekking. Met ingang
van 15 Oct. wil spr. wel beginnen, als dat
noodig is en hem voldoende vrijheid wordt
gelaten. Soepelheid is -z.i. noodzakelijk, om
dat het euvel van de knoeierijen verleden
jaar zeer groot is gebleken. De goeden
moeten dan maar met de kwaden lijden.
De heer v. E c k zou uit het vroeger be
ginnen niet graag de consequentie getrok
ken zien, dat nu ook vroeger met de ver
strekking opgehouden moet worden. Spr.
wijst er verder nog op, dat de brandstof
ook gebruikt moet worden yoor het koken
van het voedsel en dat een verstrekking
van een K H.L. ook bij gunstig weer te
weinig is. Wij komen inderdaad iedereu
keer met een schepje-er-op, maar de om
standigheden leiden er toe.
De heer Knuttel kan niet gelooven,
dat de geconstateerde knoeierijen de re
den geweest zijn voor B. en W. om aldus
op soepelheid aan te dringen. Men wil van
de 22 H.L. nog wat overhouden als de win
ter zacht is, en kan er mee toekomen als
de winter streng is. Men wil in ieder geval
de hoeveelheid van 22 H.L. niet te boven
gaan. Spr. vindt die hoeveelheid niet vol
doende, IK H.L. per week is niet te veel.
Tot zijn verwondering heeft spr. niets meer
gehoord van die 50.van het Crisis-
Comité.
De heer Schüller begrijpt de houding
\an de rechterzijde niet, die anders zich al
tijd uitput in argumenten om de vrijheid
van het gezinsleven te verdedigen. Wie zn
H.L. verkoopt, zal ook zijn halve H.L. ver-
koopen. Het doel van die soepelheid is
heel wat anders dan gezegd is. De gemeen
te wil er een slaatje uit slaan.
Het j'aarlijksche kolendebat.
Wethouder Goslinga zegt, dat het ab
soluut de bedoeling niet is, om er met min
der van af te komen. In 1929 heeft spr.
de cokesverstrekking eens grondig onder
zocht en in verschillende commissies ge
bracht, om van het jaarlijksche kolendebat
af te zijn. Toen is gebleken, dat 22 H.L.
voldoende was en dat heeft spr. toen ook
.voorgesteld. Wij geven duizenden guldens
voor de cokesv erstrekking en nu zouden
wij erop uit zijn om een paar honderd gul
den uit te zuinigen. Kom nou!
De heer Verwey wil stemmen vóór het
voorstel-Knuttel, maar dat zal wel verwor
pen worden.
Daarom dient spr. een voorstel in, om
wekelijks 1 H.L. te doen verstrekken van
15 Oct.15 April, ten einde de soepele toe
passing uit het voorstel van B. en W. te
weren.
De heer W i 1 m e r geeft den wethouder
nogmaals in overweging om reeds aan Ie
vaneen op 15 October. Ook spr. vreest be
zwaren tegen de soepele toepassing, maar
prineipieele bezwaren heeft spr. niet. Hij
wil de praetijk even afwachten.
Wethouder R o m ij n vestigt er nog eens
de aandacht op, dat de uitkeering van klee
ding en schoeisel valt onder de rijksrege
ling.
De heer v. Eek: Mag de gemeente dan
niets bijpassen?
Wethouder R o m ij n: Neen.
Het voorstel-K n u 11 e 1 wordt daarna
verworpen met 20 tegen 12 stemmen.
Voor: de S.D.A.P. en de heeren Knuttel
en Vos.
Met vooretel-V e r w e y wordt aangeno
men met 2010 stemmen.
Voor: de S.D.A.P., de Katholieken (be
halve wethouder Tepe) en de heeren Bee
kenkamp, v. Rosmalen, Eikerbout, Wilbrink,
Knuttel en Vos.
Wethouder Romijn maakt daarop de
opmerking, dat nu nog de goedkeuring van
den minister op deze gewijzigde regeling
moet worden aangevraagd.
Het voorstel van B. en W. om het twee
de gedeelte van het adres der O.S.P. te
renvoyeeren naar het Crisis-Comité wordt
aangenomen met 20 tegen 12 stemmen.
Tegen: de S.D.A.P. en de heeren Knut
tel en Vos.
Een interpellatie over een
overstrooming.
De heer Kooistra krijgt nu gelegen
heid om zijn interpellatie te houden. Hij
brengt in herinnering hoe in September na
een geweldige regenval de bewoners van
de Parkstraat om 1 uur 's nachts werden
opgeschrikt .door een overstrooming in hun
huizen waardoor het water 40 c.M. hoog in
de kamers kwam te staan.
Spr. \raagt of B. en W. met dit feit be
kend zijn en of zij reeds maatregelen heb
ben getroffen, waardoor herhaling van net
gebeurde zooveel mogelijk kan worden
voorkomen? Hoe denken B. en W. over een
vergoeding der aangerichte schade? Hebben
B. en W. een onderzoek ingesteld naar de
oorzaak van deze overstrooming? Waarom
is de aan de brandweer verzochte hulp niet
verleend?
Wethouder Splinter antwoordt, dat
de oorzaak van deze overstrooming gele
gen is in de buitengewoon zware regenval
en de lage ligging der huizen veroorzaakt
door de verzakking der perceelen. Van een
niet goed functioneerende rioleering is
geen sprake, al is vanzelfsprekend de rio
leering slechts berekend op normale regen
val. In overleg met de Woningbouwvereni
ging, zal worden nagegaan, hoe het euvel
in de toekomst vermeden zal kunnen wor
den. B. en W. zien geen enkele reden om
de aangerichte schade uit de gemeentekas
te vergoeden.
De brandweer was niet in staat om aan
de aanvrage om hulp te voldoen, omdat
hulpverleening met het beschikbare mate
riaal onmogelijk was.
De heer Kooistra meent, dat de ver
zakking der woningen te wijten is aan on
voldoende maatregelen van de gemeente
en door het feit, dat naburige gebouwen
hooger zijn gelegen. Ook de rioleering acht
spr. onvoldoende, want na de totstandko
ming van de centrale rioleering hebben
deze huizen direct in Aug. 1931 last van
overstrooming gehad. De gemeente gaat
daarom z.i. niet vrij uit. De bewoners wen-
schen 534.— als vergoeding voor de ge
leden schade. Dat de brandweer geen buij.
verleende, was z.L te wijten aan het feit,
dat de brandweer meende, dat dit thuis
hoorde bij Gemeentereiniging.
De heer Schüller meent uit de woor
den van den wethouder te kunnen consta-
teeren, dat deze zelf erkent, dat de over
strooming de schuld is van de gemeente,
want hij erkent, dat de rioleering slechts
bestand is tegen normale regenval. Daar zit
de fout en nergens anders. De gemeente
zal daar andere maatregelen moeten
men, wat een paar centen zal kosten.
De heer Graene veld vraagt, noe hel
komt, dat deze woningen bijna 1 M. te
laag staan? Heeft de gemeente ^geen goed
toezicht gehouden? Als ze gezakt zijn,
waarom zijn ze dan gezakt. De fout zit hier
in, dat de gemeente later het bouwpeil
maar eens heeft verhoogd. De gemeente
kan ondanks al het gevallen water, niet
schoon gewa-sschen worden. De brandweer
had best kunnen helpen, want zij kan even
goed water uit de huizen pompen als wa
ter in de huizen pompen.
De heer Huurman vindt het vreemd,
dat er nu een debat ontstaat over ambte
naren van jaren terug, die er toch heusch
niets aan kunnen doen, dat het bouwpeil
toentertijd lager was. Er moeten maatre
gelen genomen worden, maar moet de ge
meente dat alles maar betalen? Spr. vraagt
een praeadvies van B. en W. omtrent de
wijze, waarop dit euvel verholpen kan wor
den.
Wethouder Splinter zal op de tech
nische bijzonderheden niet verder ingaan.
Het gaat niet aan, om de gemeente maar
weer met dat zaakje op te knappen. De
Bouwvereeniging moet meewerken om het
euvel te verhelpen. Dat de rioleering be
treft, verwijst spr. naar een rapport, dat
ter visie gelegd zal worden. De brandweer
kon niet helpen, want voor hun zuigmate-
riaal hebben zij dieper water noodig.
De heer Kooistra neemt genoegen
met de toezeggingen; alleen had hij gaarne
een toezegging gehad over de schadeloos
stelling. Daarop zal hij later nog wel eens
terug komen.
RONDVRAAG.
De heer Wilmer vestigt de aandacht
op het feit, dat bij het werk, da-t aan den
Rijnsburgerweg in werkverschaffing wordt
uitgevoerd, een groot gedeelte van het ri
sico van het slechte weer wordt afgewen
teld op den werknemer. Zoo dit al elders
niet ongeoorloofd mag zijn, in dit geval is
het hoogst onbillijk omdat de betaalde loo-
nen toch al zoo laag zijn. Misschien maken
bestaande bepalingen een doorbetaling der
loonen onmogelijk, maar kunnen de men-
sohen dan niet op andere wijze schadeloos
gesteld worden?
Wethouder Romijn zegt overweging
toe.
De heer Bergers vraagt, hoe B. en W.
erover denken om zich voor de destructie
van afgekeurd vleesch voorloopig aan te
sluiten bij de N.V. Geco, te Overschie, zoo
lang de thermogenische fabriek nog niet
klaar is. Dit zou een directe bezuiniging
beteekenen.
De heer Coster vestigt er de aandacht
op, dat in eer perceel, door de gemeente
verhuurd, clandestien sterke drank wordt
verkocht. Is er nu geen aanleiding, nu de
bewoner voor de tweede maal geverbali
seerd is, om de huur op te zeggen?
De hoer Eikerbout wijst op den on-
houdbaren toestand van de Zijlsingel. Er
zitten wel 2000 gaten in. Kan dat nu niet
eens afdoende verbeterd worden?
De voorz. antwoordt, dat het tweede
gedeelte van den Zijlsingel binnenkort in
reparatie komt.
De heer Groeneveld meent, dat de
toesband van den Hoogen en den Lagen
Morschweg nog slechter is.
De heer Wilbrink is van meening,
dat het toezicht op de straatlantarens alles
te wenschen overlaat. Vroeger deden dat
een paar mannetjes van de Gasfabriek,
thans de politie. Hij wenscht terugkeer tot
den ouden toestand.
De voorz. zal overleg plegen met do
Lichtfabrieken.
Daarna sluiting.
UW ADVERTENTIE. BEREIKT
ALLE KRINGEN
Z.Y KOMT ZOOWEL OP
...BE EEN...ALS OP.. BE ANDERE
TAFEL
HET NIEUWE RAADHUIS TE WAALWIJK, dat door architect Kropholler ge
bouwd werd, zal binnenkort in gebruik genomen worden. De laatste werkzaam
heden aan den ingang van het gebouw.