R. K. WERKLIEDENVERBOND LISSE IN DE TOEKOMST VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 BESPREKING VAN HET RAPPORT-WELTER. REDE VAN DEN HEER A. C. DE BRUIJN. Gisteren kwamen te Utrecht de Hoofd besturen der bij het R. K. Werkliedenver bond aangesloten vakvereenigingen in ver gadering bijeen, teneinde hunne stemmen te doen hooren omtrent het rapport Weiter. Officieele gasten waren de heeren van JJsseimuiden en Schoenmaker, leden der Eerste Kamer en de heer E. J. Luyff, secre taris der R K. Onderwijzersvereeniging. De voorzitter, de heer A. C. de Bruyn, opende de vergadering met een uitvoerige rede waaraan wij het volgende ontleenen: Er zijn weinig bijeenkomsten waarvan doel en strekking terstond, voor een elk, zóó duidelijk vaststaan als deze, men zou haar kunnen noemen: Welter-vergadering. Zij paart zich aan de reeksen soortgelijke welke reeds gehouden zijn, met dit verschil, dat men thans weet welk standpunt de Re geering betreffende de voorstellen der Conimissie-Welter inneemt. Er is wel geen stuk. dat den laatsten tijd in breede lagen der bevolking zooveel on rust en beroering heeft verwekt dan dat van genoemde commissie. Daarnaast heeft het in andere, zij het kleinere kringen nieuwe hoop doen herleven naar hetgeen tengevolge, naar het heet, van „de demo cratie'' onherroepelijk verloren werd ge waand. Voor die hoop in die kleine, min of meer reactionnaire kringen, is inderdaad reden, zoolang een Regeering het normaal schijnt te achten een commissie, van de samen stelling als die van Weiter, noodig te heb ben om haar te adviseeren over de meest vitale belangen van een volk. Bij dien gang van zaken is het mogelijk en dat doet in bepaalde kringen nieuwe hoop en oude instincten herleven dat een Regeering, waarin vier katholieke Mi nisters zitting hebben, publiek, het advies van door haar zelf gekozen adviseurs ont vangt: randt het salaris aan van „een tal rijke groep onderwijzend personeel" dat „vrijwillig afstand (heeft) gedaan van vele behoeften", dus van onze religieuse onder wijzers en onderwijzeressen. De samenstelling der Commissie-Weiter. Wij zullen er niet meer van zeggen, ook niet, omdat haar rapport daaromtrent dui delijker spreekt dan wij het zouden kunnen doen. Moesten wij deze vergadering, waar de •erst verantwoordelijke leiders van ruim 200.000 georganiseerde werknemers bijeen zijn, houden? Ongetwijfeld. Zelden stonden wij voor een oogenblik, waarin het om zul ke groote volks- en arbeiders-belangen ging als thans. Honderdduizenden werkloozen dragen hun verschrikkelijk lot en staan aan of over den rand van het gebrek. De Com- missie-Welter had de vrijmoedigheid zich op zeer onwelwillende wijze aan die arbei ders en arbeidersgezinnen, welke, omdat er zoo geleden wordt, ons het naast aan het hart liggen, te vergrijpen. Ons Verbond heeft zich terstond daar tegen verzet en met waardeering kan wor den geconstateerd, dat de Regeering, aan vankelijk thans, de heer Bekker gaat daarop nader in, dht deel van het rap port niet heeft overgenomen. Mogelijke bezuinigingen. Men denke voorts aan hetgeen de Com- missie-Welter, zonder het resultaat af te wachten van empirische onderzoekingen omtrent mogelijkheden van bezuinigingen", gedreven door haar opvatting, dat „veel wat onder gunstiger omstandigheden nuttig en wenschelijk scheen, zal moeten worden nagelaten'', zooal niet aan de orde stelt, zij het dan als gey>lg van de haar verstrekte opdracht: verslechtering van het lager- en am- bachts-onderwijs; nieuwe verslechteringen van het inkomen van rijkspersoneel; ver grooting van de werkloosheid door ontslag op ruime schaal van werknemers in dienst van het Rijk; opheffing van een aantal kan- longerechten; vermindering der Rijksbij dragen in het Invaliditeits- en Ouderdoms- fonds; onthouding van de Invaliditeitswet; sterke beperking van de art. 99 en 100 der I.W vermindering van het aantal Raden van Beroep; opheffing Centralen Raad van Beroep; vermindering van tal van subsidies; beperking van de zelfstan digheid der gemeenten, enz. enz. Men moet bewondering hebben voor de alzijdige kennis van de Commissie; het ver klaart de zekerheid en het gemak waar mede over de meest gewichtige belangen van een groot deel van ons volk is beslist. Het bevreemdt dan ook geenszins, dat de Commissie aanstonds voorzag, „dat vooral van de zijde van personen, organisaties en diensten, wier belangen daardoor worden getroffen, het bekende verwijt zal (zou) worden vernomen, dat het „domme pot lood" onze (hare) bezuinigingsvoorstellen heeft beheerscht". En de Commissie onder schatte zich waarschijnlijk, toen zij zich de vraag waagde „of het intelligente potlood" wèl de bezuinigingen had kunnen aangeven die het resultaat van onzen (haren) arbeid zijn geweest''. Wij gelooven inderdaad, dat het „intelli gente potlood" in talrijke punten niet met zulke voorstellen zou zijn gekomen. Wij hebben zoo juist waardeering erover uitgesproken, dat de Regeering niet is in gegaan op het, men zou geneigd zijn te spreken van het ergerlijke voorstel der Commissie-Weiter ter zake van verlaging van de steunnormen der werkloozen. Die waardeering spreken wij óók uit voor het pogen, allereerst in dezen crisistijd de las ten, welke ons volk te dragen heeft, recht vaardig te verdeden. Wij hebben een en andermaal in die rich ting gesproken; en nu de Regeering aan de zen, voor ons, Katholieken, sterk spreken den eisch van natuurlijke rechtvaardigheid, die steeds, maar thans vooral, urgeert, in haar bekende belasting-voorstellen tracht te voldoen, ware het o.i. onbillijk, al blijft er overigens reden tot gegronde critiek, in dien in deze vergadering, van deze plaats, dit woord van waardeering ware achter wege gebleven. „Al blijft er overigens reden tot critiek". Deze regeering, die zeker niet voor haar genoegen geplaatst is aan het hoofd van den Staat in dezen hoogst ernstigen crisis tijd, zal waarschijnlijk bij het bekend ma ken van haar voornemen wel op eenige cri tiek hebben gerekend. Men zóu kunnen zeg gen: zij heeft aanspraak op critiek, zij het weloverwogen, objectieve critiek. Critiek op Regeering. Welnu, het Verbondsbestuur heeft er naar gestreefd de keuze van de inleiders is daarvoor een aanduiding dat, voor zoover het de Katholieke Arbeidersbewe ging betreft, bedoelde critiek op een aan tal punten der Regeeringsvoorstellen zou worden uitgeoefend, verwachtend, dat zoo wel Rtegeering als Volksvertegenwoordiging daarmede bij het bepalen van haar defini tief standpunt ernstig rekening zullen wil len houden. Vooropstellend, dat het vrijwel onmoge lijk en voor deze vergadering ook niet noo dig is alle door de Regeering aan de orde gestelde vragen hier te behandelen, scheen ons de u bekende volgorde van behandeling aanbevelenswaardig. Pater Mr. Beaufort, de directeur van onze Centrale voor Ontwikkelingswerk, zal, in een algemeene,. sociaal-economische be schouwing, eenige merkwaardige tendenzen van „het rapport en de Regeeringsvoor- stellen belichten. Daarop voortbouwend zal onze bekende Ainsterdamsche wethouder, de heer mr. Kropman, onder het oog zien de vraag, of het billijk is, dat de Regeering opnieuw, zij het in afwijking van „het'' rapoprt een naar het schijnt als tijdelijk bedoelde in komsten-vermindering toepasse op onder wijzers, ambtenaren en werklieden, met de bekende gevolgen voor het semi-rijksperso- neel. Unze oud-collega, wethouder Bekker, die m zijn genoemde functie geacht moet wor den heel in het bijzonder op de hoogte te zijn met het leed, met de nooden en be hoeften van de werkloozen, zal, waarschijn lijk niet zonder een enkel woord gewijd te hebben aan het rapport-Weiter, nagaan wat in dezen tijd van de Rijksoverheid mag en moet worden geëischt, ter zake om met een liberaal blacl te spreken „het steeds meer benauwende vraagstuk van de werkloosheid, haast nog minder benauwend om de kosten, waarmede daardoor ons staatsbutget wordt belast, dan om haren demoraliseerenden invloed". Ten slotte zal mr. van Maarseveen, de ju ridische raadsman van ons Verbond, wiens laatste pennevruchten aanvankelijk hoop volle, zij het eenigszins verdachte belang stelling getrokken hebben, deze vergadering van voorlichting dienen over het kwaad, dat ons lager en vakonderwijs bedreigt. De ontwerp-resolutie is het scherpst waar zij zich over genoemd onderwijs uitspreekt „verzet is geboden". Dat duidt mede op de groote volksbelan gen weike op het spel staan. Het lijdt geen twijfel: deze vergadering zal zeker behooren tot één van de belang rijkste in de geschiedenis van de Katholie ke Arbeidersbeweging. Moge zij in haar opzet en bedoeling sla gen. Moge zij het hare ertoe bijdragen om ons volk, in het bijzonder de arbeiders, voor wier belangen de Katholieke Arbeidersbe weging zich met zooveel liefde en inspan ning interesseert, langs de juiste banen met succes door dezen barren, zij het so ciaal en economisch leerzamen crisistijd heen te helpen. INLEIDING PATER BEAUFORT. Nadat spr. enkele opmerkingen had ge maakt over sommige beschouwingen en uitspraken over het rapportWeiter en over sommige voorstellen van de resolutie van het R. K. Werkliedenverbond, ont wikkelde hij bezwaren tegen het rapport van eoonomischen, ethisohen en psycholo- gisohen aard. Economisch bezwaar werd gemaakt tegen de in dozen tijd, nu de ex portkansen zoo verminderen (al werd aan de hand van cijfers de welvaartbeteekenis van onzen export duidelijk gedemon streerd) bedenkelijke onderschatting van de economische waarde van het binnen- landsch ruilverkeer. Ernstiger nog is het in de voorstellen telkens terugkeerend gemis aan ethisch- juist en psychologisoh inzicht, speciaal ten aanzien van de waarde van de arbeids markt en van de uitgaven van publiekrech telijke lichamen. Een verdere opmerking gold het denk beeld om de progressie der voorgestelde heffing van opcenten op de gemeente fondsbelasting reeds bij een inkomen van 10.000 te doen aanvangen en voorts de gedachte van verdere conversiei waarvan een andere grondslag werd aangegeven dan in de millioennota wordt genoemd. Spr. noemde in dit verband gedwongen leening desnoods met opheffing van het bankgeheim. Ten slotte werd op allen een beroep ge daan om in dezen tijd van stoffel ijken nood toch alle krachten to doen samentrekken op het groote zedelijke doeleinde: Het opnieuw doen leven, privaat en openbaar van een waarlijk Ohristelijken geest. Vervolgens werd het woord gevoerd door mr. G. C. J. D. Kropman, die sprak over het rapport-Welter en het overheids personeel. INLEIDING Mr. KROPMAN. Ten aanzien van het overheidspersoneel wil het rap port-Wel ter vermindering van het aantal landsdienaren en verlaging dor salarissen. De afvloeiing wordt voorgesteld op een basis van 12 pet. van het ontvangen sala ris. Er is evenwel tegenspraak tusschen de opvatting van de commissie, die de sakt- risverlagirtg als permanent voorstelt met gedachte aan het lagere indexcijfer, ter wijl de regeering pogingen doet de prij zen der goederen op te voeren. De ontwikkeling der indexcijfers, aldus de oommissie, wijst op verlaging der kos ten van de eerste levensbehoeften. Het in dexcijfer stijgt inmiddels. Minister de Geer is bóhalve een uitstekend staatsman en financier ook een goed psycholoog. Hij neemt het rapport, dat niet sympa thiek is, niet over. De minister wil dus iets anders doen, maar komt eveneens met 14 milloen be zuiniging op de salarissen. Hij zoekt het ergens, niet direct in loonsverlaging, maar in verhooging van sociale bijdragen. Het grootste bezwaar ligt hierin, dat als de regeering met de plannen doorgaat, dit tengevolge heeft, dat niet alleen het in komen naar beneden gaat, maar dat tevens de pensioenwet haar beteekenis verliest. Terwijl de wetgever den patroon dwingt tot bijdragen bij invaliditeit, e. d. ontslaat het Rijk zich zelf van die verplichting. In plaats van pensioen komt er een door de regeering opgelegde verplichting i tot een verzekering, waarvan de lasten zelf I worden gedragen. I De consekwentie hiervan is, dat de be- i trokkene bij het bereiken van den 65-ja- I rigen leeftijd recht heeft op een grooter i bedrag dan hij ontvangt. Zullen bovendien i de werkgevers in het particuliere bedrijf zich niet op het voorbeeld der Overheid j beroepen en er bezwaar tegen maken, dat ^ij de premies van de invaliditeitsverzeke- I ring alleen moeten betalen. Wanneer men de salariscijfers der amb tenaren ziet, doet zich de vraag voor of die niet komen beneden een ethisch mi nimum en of het billijk en rechtvaardig is ze te verlagen. Daar komt bij, dat de prijzen der arti kelen, mede door de regeeringsmaatrege- len, reeds tKans stijgen. De regeering kan haar voorstellen niet handhaven. Het is een absurditeit, dat een ambte naar in sommige gevallen 30 pet. van zijn salaris zal moeten afstaan. INLEIDING H. A. BEKKER. Wethouder H. A. Bekker hield een in leiding over het rapport-Welter en de werkloozenzorg. Spr. ging in het kort de geschiedenis na van de werkloosheidsverzekering. Met kracht bestreed hij de uitlatingen in het rapport, als zou men de werkloozenuitkee- ring verlagen op grond van het feit, dat de werkloozen verteren zonder te produ- ceeren en zoodoende het volksinkomen in teren, doen interen. Hebben deze menschen dan niet eertijds meegewerkt aan de pro ductie. waarvan zij nu buiten hun wil zijn uitgesloten? Spr. betoogde uitvoerig, dat men de kassen onaangetast dient te laten, n\ ar dat men heeft te zorgen het verschil in de uitkeering van verzekerde en niet-verze- kerde werkloozen te handhaven. Men weet verder, dat er in sommige plaatsen te weinig wordt uitgekeerd, maar nu wil het rappoiVWelter dit verbeteren en het door de andere werkloozen laten betalen. Spr. vindt het een bedenkelijk ge val, dat de oommissie, wat de werkver schaffing betreft, van meening is, dat de loonen niet te hoog zijn, maar dat ze toch maar verlaagd dienen te wordeii, omdat de loonen in de gewone bedrijven verlaagd, moeten worden. Spr. wees in dit verband op de stopzet ting van de droogmaking van de Zuiderzee, terwijl in de millioenen-nota nog wel ge schreven wordt, dat dit werk belangrijk voor de werkloosheidsbestrijding zou zijn. j En wanneer men dan de arbeiders, die nu iyet aan de Zuiderzee kunnen werken, in de werkverschaffing moet plaatsen, zal het voordeel niet groot zijn. Bij de discussies omtrent deze inleiding -werd door een der aanwezigen opgemerkt, dat men er wel op dient te letten, dat er werken zijn, die in een normaal geval on der gewone arbeidscontracten zou-dfen zijn uitgevoerd, maar die de regeering nu als werkverschaffing laat uitvoeren. Tevens werd opgemerkt, dat een k twee jaar van werkloosheid reeds zoo'n socialen achterstand geeft, dat voor een deken voor de kinderen reeds het crisiscomité moet helpen. Onder deze omstandigheden kan er geen sprake zijn van uitkeering. Inleiding mr. v. Maarseveen. Vervolgens werd het rapport-Wel ter in verband met het onderwijs besproken door den juridischen adviseur van het Verbond mr. J. H. van Maarseveen. Voor het hooger onderwijs is het rapport nog al genadig, al wil men bijv. onder het lagere personeel wel ineens en met kracht bezuinigen. Bij het voorbereidend hooger en middelbaar onderwjjs is de commissie al heel ongelukkig. Zij toont zich hier on machtig een bezuiniging te vinden. Bij liet nijverheidsonderwijs is dit anders Niet alleen wordt op dit onderwijs voor 17 pet. bezuinigd, maar men wil ook de LINTBEBOUWING WEREN NATUURSCHOON CONSERVEEREN. Aan de Toelichting, behoorende bij het uitbreidingsplan der gemeente Lisse is het volgende ontleend: Een verwarrend beeld. Het beeld, dat de Gemeente Lisse thans biedt, is verwarrend; allerwege zijn groo- tere of kleinere bouwcomplexen ontstaan, die onderling weinig of geen verband ver- toonen en evenmin logisch samenhangen met de oorspronkelijke dorpsbebouwing langs den Rijksstraatweg. Bovendien doen zich verschijnselen voor van lintbebouwing, waardoor de versnippering nog dreigt toe te nemen. Teneinde deze misstanden, die ook voor verschillende takken van dienst groote be zwaren met zich brengen, zooveel mogelijk te keeren, is bij het ontwerpen naar beper king gestreefd en getracht de verspreide be bouwing zooveel mogelijk tot één afgerond geheel te vereenigen. Zoodoende zijn er twee kernen ontstaan, waarvan het oude dorp met directe omgeving de belangrijk ste is. Aan de tweede kern, het buurtschap „De Engel", is slechts een geringe uitbrei ding gegeven, juist voldoende om een ver dere lintbebouwing langs den Rijksstraat weg voortaan te kunnen verbieden. Ophef fing van deze kleine nederzetting is uitge sloten. Integendeel, door den bouw van een R. K. kerk in de nabijheid zal hier uitbrei ding der bebouwing niet voorkomen kun nen worden. Deze bebouwing dient echter binnen zeer enge grenzen beperkt te blij ven. Teneinde kostbare onteigeningen te voor komen zijn in de oude dorpskom met rond om verstrooide bebouwingen, zoo goed als geen wijzigingen gebracht. Met behoud van bestaande straten en fragmenten van stra ten is getracht ©en zoo goed mogelijk ge heel te verkrijgen. Dat aan sommige wegen en straten niet dat beloop kon worden ge geven als gewenscht zou zijn, moest dien tengevolge als onvermijdelijk worden aan vaard. Behoud van kostbaar natuur schoon. Een hoogst belangrijk punt van overwe ging heeft uitgemaakt de vraag welke be stemming gegeven zou moeten worden aan de prachtige natuurmonumenten, o.a. be kend als „Keukenhof", die zich op het grondgebied van Lisse bevinden. Aankoop of onteigening door de Gemeente Lisse is onaannemelijk, omdat de finantieele lasten voor deze Gemeente niet te dragen zijn. Zonder krachtige medewerking van Rijk en Provincie zal in deze niets te bereiken zijn. Daar echter bekend is, dat de tegenwoor dige eigenaar van deze terreinen niet voor nemens is in zijn bezittingen wijzigingen te brengen en dus gevaar voor vermindering of vernietiging voorshands niet aanwezig is, meende men voorloopig ermede te kun nen volstaan bedoelde gronden aan te wij zen voor landelijke doeleinden, zoodat be bouwing is uitgesloten. Wel blijft echter de mogelijkheid bestaan, dat een deel in bloembollenvelden zal worden omgezet. Mogelijk, dat een monumentenverordening hier een oplossing kan brengen. Bij het ontwerpen van het uitbreidings plan is met het ongerept behoud van deze natuurmonumenten in zoover rekening ge houden, dat in aansluiting daarmede eenige schoolgelden verhoogen, omdat het rede lijk is, dat de Staat iets meer geniet, daar de ouders hun kinderen alleen op de nij verheidsschool doen „om hun marktwaarde te verhoogen." Nu wordt de zaak evenwel, dat het ge makkelijker wordt voor vele ouders om hun kinderen naar gymnasium, H. B. S. of Lyceum te sturen, dan naar een nijver heidsschool. Men bevordert dus een totaal onevenredige ontwikkeling van het mid delbaar en voorbereidend hooger onder wijs. Ook het meisjes-nijVerheid'S'onderwijis en het ambachtsonderwijs worden onrecht vaardig behandeld. Bij het lager onderwijs besprak mr. v. Maarsseveen de salarieering der reli gieuzen. Spr. zeide hooge bewondering te hebben voor het werk der religieusen, die zich in dienst hebben gesteld van de medemen sehen, waartoe zij in staat zijn gesteld, door het vrijwillig afgestane salaris der religieuse onderwijzers. Wij verlangen van niemand, aldus spr. dat hij die bewondering met ons, Katho lieken zal deelen, maar wij wenschen niet dat deze mystiek van zelfopoffering wordt uitgebuit ten dienste van de schatkist. Na de voorgestelde verslechteringen bij het lager onderwijs te hebben besproken, concludeerde spr. dat niemand thans be zuinigingen bij het onderwijs zal kunnen afwijzen. Maar met alle kracht zal moeten worden gestreden tegen verlaging van het onderwijspeil, vooral bij het nijverheids onderwijs, waar groote gevaren blijken te dreigen. Aan vele ouders zal, door verhooging der schoolgelden van het nijverheidsonder wijs, de mogelijkheid worden ontnomen hun kinderen nijverheidsonderwijs te doen genieten. Hierdoor zal de volkswelvaart en het volkswelzijn worden aangetast cn zullen de ouders hun kinderen geen goede scholing meer kunnen geven voor hun moeilijke toekomst. Tenslotte werd door de vergadering, die werd bijgewoond door afgevaardigden van den Postbond, en den Bond van R. K. On derwijzers een resolutie aangenomen, welke gisteren reeds is gepubliceerd. plantsoenstrolcen zijn ontworpen, die zoo diep mogelijk in de dorpskern indringen. Nieuwe verkeerswegen. De Gemeente Lisse wordt gekruisd door twee hoofdverkeersstroomingenDe Rijks straatweg, loopende nagenoeg NoordZuid en een verkeersweg OostWest, die komen de uit de Haarlemmermeerpolder en in dustriewijk het dorp doorsnijdt en verder loopt langs het station der H.S.M. Beide verkeerswegen, doch vooral de eerste, zijn ten eenenmale onvoldoende om het inten sieve verkeer behoorlijk op te nemen. Een uitermate druk auto-verkeer, waarbij zich ten overvloede de zeer hinderlijke stoom tram voegt, wringt zich door de nauwe, bochtige dorpsstraat en wordt bovendien gekruisd door het verkeer uit de Kanaal straat en Stationsweg. Teneinde deze onhoudbare toestand op te heffen, zijn in het uitbreidingsplan ont lastingswegen opgenomen. De Rijksstraat weg is ten Westen van de dorpskern om gelegd, waartoe de mogelijkheid nog open staat, terwijl het verkeer OostWest in twee richtingen om het dorp kan worden geleid en aansluiting kan krijgen op de Zwartelaan en op de Spekkenlaan. Deze ontworpen verkeerswegen vormen samen een soort ringbaan, die het dorp omsluit. Door deze oplossing kon van het verbree- den van bestaande wegen worden afgezien, zoodat het oude dorpskarakter niet be hoeft te worden aangetast. Ter ontlastering van de Kanaalstraat en Stationsweg is, met gebruikmaking van eenige fragmenten van bestaande straten, een weg ontworpen, die nauw bij de be staande kern aansluit en voornamelijk voor lokaal verkeer is bestemd. Waterwegen. De verschillende vaarsloten en tochten zijn zooveel mogelijk behouden, daar zij bij het bloembollenbedrijf niet kunnen worden gemist. Sommige waterwegen zijn echter ten deele omgelegd. Bovendien is een wa terweg nabij de bestaande haven gedeel telijk tot een nieuwe haven verbreed. Ook in het buurtschap „De Engel'' is een vaart plaatselijk tot een kleine haven verruimd". Door het sparen van de waterwegen wordt mede bereikt, dat voldoende berging voor regenwater wordt verkregen en tevens het landelijk aanzien der Gemeente blijft behouden. Nader zal onder oogen worden gezien op welke wijze het bestaande rioolstelsel moet worden gewijzigd en verbeterd, teneinde te voorkomen, dat bij toename der bebouwing de waterwegen worden vervuild. De bebouwing in het dorp en aan „de Engel". In verband met de bestaande bebouwing is de ontworpen bebouwing in vijf typen verdeeld. In aansluiting met de dorpskern is gesloten bebouwing ontworpen, ten deele zonder, ten deele met voortuinen, die voor namelijk bestemd zal zijn voor arbeiders en waar winkels en magazijnen toegelaten kunnen worden. Hier omheen groepeert zich een bebouwing voor kleine midden standers, gesplitst in openbebouwing A en B, terwijl op enkele zeer gunstig gelegen punten een ruime open bebouwing, ge naamd open-bebouwing O., is ontworpen, die bestemd is voor meergegoeden. Deze bevindt zich hoofdzakelijk in het Zuidelijk gedeelte van het dorp tusschen den Ouden en Nieuwen Rijksstraatweg waar het groen van „Het Keukenhof" de bebouwing bin nendringt. Het buurtschap „De Engel" bestaat uit een gesloten bebouwing met voortuinen, gesloten bebouwing B., en een eenvoudige open bebouwing genaamd open bebouwing A. Alle gronden, die vallen buiten het om lijnde uitbreidingsplan van de kern Lisse en het buurtschap „De Engel"' zijn bestemd voor landelijke doeleinden, waarvan de be bouwing in de betreffende verordening, die bij deze toelichting behoort, nader is gere- Industrie-terrein. Ofschoon in deze Gemeente geen groot industrie kan worden verwacht, is het toch wenschelijk voor de klein-industrie bepaal de terreinen aan te wijzen, om te voorko men, dat deze op willekeurige wijze over de Gemeente zal worden verspreid, tot hin der van de omwonenden. Deze industrie terreinen zijn ontworpen rondom de be staande en de te maken haven en in het Zuid-Oostelijk gedeelte der Gemeente in. aansluiting bij de gasfabriek. Bij overheer- schende Westelijke en Zuid-westelijke win den zal dus de aangrenzende bebouwing geen overlast ondervinden. Uitloopers van „Keukenhof". Daar de gemeente zich geen belangrijke financieele offers kan getroosten en boven dien aan open bebouwing een ruime plaats is toegekend, is bij het ontwerpen van plantsoenen groote soberheid betracht. Ter verlevendiging van het straatbeeld zijn en kele kleine plantsoenen ontworpen, terwijl ook langs de bebouwingsgrens een beschei den groenen zoom is vrij gehouden. Alleen is een ruimer standpunt ingenomen, waar het geldt het bestaande natuurschoon met het dorp in direct contact te brengen. In het Zuidelijk gedeelte der gemeente zijn hiertoe eenige plantsoenstroken geprojec teerd, die als uitloopers van „Het Keuken-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6