R. K. WERKLIEDENVERBOND
LISSE IN DE TOEKOMST
VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
BESPREKING VAN HET RAPPORT-WELTER.
REDE VAN DEN HEER A. C. DE
BRUIJN.
Gisteren kwamen te Utrecht de Hoofd
besturen der bij het R. K. Werkliedenver
bond aangesloten vakvereenigingen in ver
gadering bijeen, teneinde hunne stemmen te
doen hooren omtrent het rapport Weiter.
Officieele gasten waren de heeren van
JJsseimuiden en Schoenmaker, leden der
Eerste Kamer en de heer E. J. Luyff, secre
taris der R K. Onderwijzersvereeniging.
De voorzitter, de heer A. C. de Bruyn,
opende de vergadering met een uitvoerige
rede waaraan wij het volgende ontleenen:
Er zijn weinig bijeenkomsten waarvan
doel en strekking terstond, voor een elk,
zóó duidelijk vaststaan als deze, men zou
haar kunnen noemen: Welter-vergadering.
Zij paart zich aan de reeksen soortgelijke
welke reeds gehouden zijn, met dit verschil,
dat men thans weet welk standpunt de Re
geering betreffende de voorstellen der
Conimissie-Welter inneemt.
Er is wel geen stuk. dat den laatsten tijd
in breede lagen der bevolking zooveel on
rust en beroering heeft verwekt dan dat
van genoemde commissie. Daarnaast heeft
het in andere, zij het kleinere kringen
nieuwe hoop doen herleven naar hetgeen
tengevolge, naar het heet, van „de demo
cratie'' onherroepelijk verloren werd ge
waand.
Voor die hoop in die kleine, min of meer
reactionnaire kringen, is inderdaad reden,
zoolang een Regeering het normaal schijnt
te achten een commissie, van de samen
stelling als die van Weiter, noodig te heb
ben om haar te adviseeren over de meest
vitale belangen van een volk.
Bij dien gang van zaken is het mogelijk
en dat doet in bepaalde kringen nieuwe
hoop en oude instincten herleven dat
een Regeering, waarin vier katholieke Mi
nisters zitting hebben, publiek, het advies
van door haar zelf gekozen adviseurs ont
vangt: randt het salaris aan van „een tal
rijke groep onderwijzend personeel" dat
„vrijwillig afstand (heeft) gedaan van vele
behoeften", dus van onze religieuse onder
wijzers en onderwijzeressen.
De samenstelling der Commissie-Weiter.
Wij zullen er niet meer van zeggen, ook
niet, omdat haar rapport daaromtrent dui
delijker spreekt dan wij het zouden kunnen
doen.
Moesten wij deze vergadering, waar de
•erst verantwoordelijke leiders van ruim
200.000 georganiseerde werknemers bijeen
zijn, houden? Ongetwijfeld. Zelden stonden
wij voor een oogenblik, waarin het om zul
ke groote volks- en arbeiders-belangen ging
als thans. Honderdduizenden werkloozen
dragen hun verschrikkelijk lot en staan aan
of over den rand van het gebrek. De Com-
missie-Welter had de vrijmoedigheid zich
op zeer onwelwillende wijze aan die arbei
ders en arbeidersgezinnen, welke, omdat er
zoo geleden wordt, ons het naast aan het
hart liggen, te vergrijpen.
Ons Verbond heeft zich terstond daar
tegen verzet en met waardeering kan wor
den geconstateerd, dat de Regeering, aan
vankelijk thans, de heer Bekker gaat
daarop nader in, dht deel van het rap
port niet heeft overgenomen.
Mogelijke bezuinigingen.
Men denke voorts aan hetgeen de Com-
missie-Welter, zonder het resultaat af te
wachten van empirische onderzoekingen
omtrent mogelijkheden van bezuinigingen",
gedreven door haar opvatting, dat „veel
wat onder gunstiger omstandigheden nuttig
en wenschelijk scheen, zal moeten worden
nagelaten'', zooal niet aan de orde stelt, zij
het dan als gey>lg van de haar verstrekte
opdracht:
verslechtering van het lager- en am-
bachts-onderwijs; nieuwe verslechteringen
van het inkomen van rijkspersoneel; ver
grooting van de werkloosheid door ontslag
op ruime schaal van werknemers in dienst
van het Rijk; opheffing van een aantal kan-
longerechten; vermindering der Rijksbij
dragen in het Invaliditeits- en Ouderdoms-
fonds; onthouding van de Invaliditeitswet;
sterke beperking van de art. 99 en 100 der
I.W vermindering van het aantal
Raden van Beroep; opheffing Centralen
Raad van Beroep; vermindering van tal
van subsidies; beperking van de zelfstan
digheid der gemeenten, enz. enz.
Men moet bewondering hebben voor de
alzijdige kennis van de Commissie; het ver
klaart de zekerheid en het gemak waar
mede over de meest gewichtige belangen
van een groot deel van ons volk is beslist.
Het bevreemdt dan ook geenszins, dat de
Commissie aanstonds voorzag, „dat vooral
van de zijde van personen, organisaties en
diensten, wier belangen daardoor worden
getroffen, het bekende verwijt zal (zou)
worden vernomen, dat het „domme pot
lood" onze (hare) bezuinigingsvoorstellen
heeft beheerscht". En de Commissie onder
schatte zich waarschijnlijk, toen zij zich de
vraag waagde „of het intelligente potlood"
wèl de bezuinigingen had kunnen aangeven
die het resultaat van onzen (haren) arbeid
zijn geweest''.
Wij gelooven inderdaad, dat het „intelli
gente potlood" in talrijke punten niet met
zulke voorstellen zou zijn gekomen.
Wij hebben zoo juist waardeering erover
uitgesproken, dat de Regeering niet is in
gegaan op het, men zou geneigd zijn te
spreken van het ergerlijke voorstel der
Commissie-Weiter ter zake van verlaging
van de steunnormen der werkloozen. Die
waardeering spreken wij óók uit voor het
pogen, allereerst in dezen crisistijd de las
ten, welke ons volk te dragen heeft, recht
vaardig te verdeden.
Wij hebben een en andermaal in die rich
ting gesproken; en nu de Regeering aan de
zen, voor ons, Katholieken, sterk spreken
den eisch van natuurlijke rechtvaardigheid,
die steeds, maar thans vooral, urgeert, in
haar bekende belasting-voorstellen tracht
te voldoen, ware het o.i. onbillijk, al blijft
er overigens reden tot gegronde critiek, in
dien in deze vergadering, van deze plaats,
dit woord van waardeering ware achter
wege gebleven.
„Al blijft er overigens reden tot critiek".
Deze regeering, die zeker niet voor haar
genoegen geplaatst is aan het hoofd van
den Staat in dezen hoogst ernstigen crisis
tijd, zal waarschijnlijk bij het bekend ma
ken van haar voornemen wel op eenige cri
tiek hebben gerekend. Men zóu kunnen zeg
gen: zij heeft aanspraak op critiek, zij het
weloverwogen, objectieve critiek.
Critiek op Regeering.
Welnu, het Verbondsbestuur heeft er
naar gestreefd de keuze van de inleiders
is daarvoor een aanduiding dat, voor
zoover het de Katholieke Arbeidersbewe
ging betreft, bedoelde critiek op een aan
tal punten der Regeeringsvoorstellen zou
worden uitgeoefend, verwachtend, dat zoo
wel Rtegeering als Volksvertegenwoordiging
daarmede bij het bepalen van haar defini
tief standpunt ernstig rekening zullen wil
len houden.
Vooropstellend, dat het vrijwel onmoge
lijk en voor deze vergadering ook niet noo
dig is alle door de Regeering aan de orde
gestelde vragen hier te behandelen, scheen
ons de u bekende volgorde van behandeling
aanbevelenswaardig.
Pater Mr. Beaufort, de directeur van
onze Centrale voor Ontwikkelingswerk, zal,
in een algemeene,. sociaal-economische be
schouwing, eenige merkwaardige tendenzen
van „het rapport en de Regeeringsvoor-
stellen belichten.
Daarop voortbouwend zal onze bekende
Ainsterdamsche wethouder, de heer mr.
Kropman, onder het oog zien de vraag, of
het billijk is, dat de Regeering opnieuw, zij
het in afwijking van „het'' rapoprt een
naar het schijnt als tijdelijk bedoelde in
komsten-vermindering toepasse op onder
wijzers, ambtenaren en werklieden, met de
bekende gevolgen voor het semi-rijksperso-
neel.
Unze oud-collega, wethouder Bekker, die
m zijn genoemde functie geacht moet wor
den heel in het bijzonder op de hoogte te
zijn met het leed, met de nooden en be
hoeften van de werkloozen, zal, waarschijn
lijk niet zonder een enkel woord gewijd te
hebben aan het rapport-Weiter, nagaan
wat in dezen tijd van de Rijksoverheid mag
en moet worden geëischt, ter zake om
met een liberaal blacl te spreken „het
steeds meer benauwende vraagstuk van de
werkloosheid, haast nog minder benauwend
om de kosten, waarmede daardoor ons
staatsbutget wordt belast, dan om haren
demoraliseerenden invloed".
Ten slotte zal mr. van Maarseveen, de ju
ridische raadsman van ons Verbond, wiens
laatste pennevruchten aanvankelijk hoop
volle, zij het eenigszins verdachte belang
stelling getrokken hebben, deze vergadering
van voorlichting dienen over het kwaad,
dat ons lager en vakonderwijs bedreigt. De
ontwerp-resolutie is het scherpst waar zij
zich over genoemd onderwijs uitspreekt
„verzet is geboden".
Dat duidt mede op de groote volksbelan
gen weike op het spel staan.
Het lijdt geen twijfel: deze vergadering
zal zeker behooren tot één van de belang
rijkste in de geschiedenis van de Katholie
ke Arbeidersbeweging.
Moge zij in haar opzet en bedoeling sla
gen.
Moge zij het hare ertoe bijdragen om ons
volk, in het bijzonder de arbeiders, voor
wier belangen de Katholieke Arbeidersbe
weging zich met zooveel liefde en inspan
ning interesseert, langs de juiste banen
met succes door dezen barren, zij het so
ciaal en economisch leerzamen crisistijd
heen te helpen.
INLEIDING PATER BEAUFORT.
Nadat spr. enkele opmerkingen had ge
maakt over sommige beschouwingen en
uitspraken over het rapportWeiter en
over sommige voorstellen van de resolutie
van het R. K. Werkliedenverbond, ont
wikkelde hij bezwaren tegen het rapport
van eoonomischen, ethisohen en psycholo-
gisohen aard. Economisch bezwaar werd
gemaakt tegen de in dozen tijd, nu de ex
portkansen zoo verminderen (al werd aan
de hand van cijfers de welvaartbeteekenis
van onzen export duidelijk gedemon
streerd) bedenkelijke onderschatting van
de economische waarde van het binnen-
landsch ruilverkeer.
Ernstiger nog is het in de voorstellen
telkens terugkeerend gemis aan ethisch-
juist en psychologisoh inzicht, speciaal ten
aanzien van de waarde van de arbeids
markt en van de uitgaven van publiekrech
telijke lichamen.
Een verdere opmerking gold het denk
beeld om de progressie der voorgestelde
heffing van opcenten op de gemeente
fondsbelasting reeds bij een inkomen van
10.000 te doen aanvangen en voorts de
gedachte van verdere conversiei waarvan
een andere grondslag werd aangegeven
dan in de millioennota wordt genoemd.
Spr. noemde in dit verband gedwongen
leening desnoods met opheffing van het
bankgeheim.
Ten slotte werd op allen een beroep ge
daan om in dezen tijd van stoffel ijken nood
toch alle krachten to doen samentrekken
op het groote zedelijke doeleinde: Het
opnieuw doen leven, privaat en openbaar
van een waarlijk Ohristelijken geest.
Vervolgens werd het woord gevoerd
door mr. G. C. J. D. Kropman, die sprak
over het rapport-Welter en het overheids
personeel.
INLEIDING Mr. KROPMAN.
Ten aanzien van het overheidspersoneel
wil het rap port-Wel ter vermindering van
het aantal landsdienaren en verlaging dor
salarissen.
De afvloeiing wordt voorgesteld op een
basis van 12 pet. van het ontvangen sala
ris.
Er is evenwel tegenspraak tusschen de
opvatting van de commissie, die de sakt-
risverlagirtg als permanent voorstelt met
gedachte aan het lagere indexcijfer, ter
wijl de regeering pogingen doet de prij
zen der goederen op te voeren.
De ontwikkeling der indexcijfers, aldus
de oommissie, wijst op verlaging der kos
ten van de eerste levensbehoeften. Het in
dexcijfer stijgt inmiddels. Minister de
Geer is bóhalve een uitstekend staatsman
en financier ook een goed psycholoog.
Hij neemt het rapport, dat niet sympa
thiek is, niet over.
De minister wil dus iets anders doen,
maar komt eveneens met 14 milloen be
zuiniging op de salarissen.
Hij zoekt het ergens, niet direct in
loonsverlaging, maar in verhooging van
sociale bijdragen.
Het grootste bezwaar ligt hierin, dat als
de regeering met de plannen doorgaat, dit
tengevolge heeft, dat niet alleen het in
komen naar beneden gaat, maar dat tevens
de pensioenwet haar beteekenis verliest.
Terwijl de wetgever den patroon dwingt
tot bijdragen bij invaliditeit, e. d. ontslaat
het Rijk zich zelf van die verplichting.
In plaats van pensioen komt er een
door de regeering opgelegde verplichting
i tot een verzekering, waarvan de lasten zelf
I worden gedragen.
I De consekwentie hiervan is, dat de be-
i trokkene bij het bereiken van den 65-ja-
I rigen leeftijd recht heeft op een grooter
i bedrag dan hij ontvangt. Zullen bovendien
i de werkgevers in het particuliere bedrijf
zich niet op het voorbeeld der Overheid
j beroepen en er bezwaar tegen maken, dat
^ij de premies van de invaliditeitsverzeke-
I ring alleen moeten betalen.
Wanneer men de salariscijfers der amb
tenaren ziet, doet zich de vraag voor of
die niet komen beneden een ethisch mi
nimum en of het billijk en rechtvaardig is
ze te verlagen.
Daar komt bij, dat de prijzen der arti
kelen, mede door de regeeringsmaatrege-
len, reeds tKans stijgen.
De regeering kan haar voorstellen niet
handhaven.
Het is een absurditeit, dat een ambte
naar in sommige gevallen 30 pet. van zijn
salaris zal moeten afstaan.
INLEIDING H. A. BEKKER.
Wethouder H. A. Bekker hield een in
leiding over het rapport-Welter en de
werkloozenzorg.
Spr. ging in het kort de geschiedenis na
van de werkloosheidsverzekering. Met
kracht bestreed hij de uitlatingen in het
rapport, als zou men de werkloozenuitkee-
ring verlagen op grond van het feit, dat
de werkloozen verteren zonder te produ-
ceeren en zoodoende het volksinkomen in
teren, doen interen. Hebben deze menschen
dan niet eertijds meegewerkt aan de pro
ductie. waarvan zij nu buiten hun wil zijn
uitgesloten?
Spr. betoogde uitvoerig, dat men de
kassen onaangetast dient te laten, n\ ar
dat men heeft te zorgen het verschil in de
uitkeering van verzekerde en niet-verze-
kerde werkloozen te handhaven.
Men weet verder, dat er in sommige
plaatsen te weinig wordt uitgekeerd, maar
nu wil het rappoiVWelter dit verbeteren
en het door de andere werkloozen laten
betalen. Spr. vindt het een bedenkelijk ge
val, dat de oommissie, wat de werkver
schaffing betreft, van meening is, dat de
loonen niet te hoog zijn, maar dat ze toch
maar verlaagd dienen te wordeii, omdat
de loonen in de gewone bedrijven verlaagd,
moeten worden.
Spr. wees in dit verband op de stopzet
ting van de droogmaking van de Zuiderzee,
terwijl in de millioenen-nota nog wel ge
schreven wordt, dat dit werk belangrijk
voor de werkloosheidsbestrijding zou zijn.
j En wanneer men dan de arbeiders, die
nu iyet aan de Zuiderzee kunnen werken,
in de werkverschaffing moet plaatsen, zal
het voordeel niet groot zijn.
Bij de discussies omtrent deze inleiding
-werd door een der aanwezigen opgemerkt,
dat men er wel op dient te letten, dat er
werken zijn, die in een normaal geval on
der gewone arbeidscontracten zou-dfen zijn
uitgevoerd, maar die de regeering nu als
werkverschaffing laat uitvoeren.
Tevens werd opgemerkt, dat een k twee
jaar van werkloosheid reeds zoo'n socialen
achterstand geeft, dat voor een deken voor
de kinderen reeds het crisiscomité moet
helpen. Onder deze omstandigheden kan
er geen sprake zijn van uitkeering.
Inleiding mr. v. Maarseveen.
Vervolgens werd het rapport-Wel ter in
verband met het onderwijs besproken door
den juridischen adviseur van het Verbond
mr. J. H. van Maarseveen.
Voor het hooger onderwijs is het rapport
nog al genadig, al wil men bijv. onder het
lagere personeel wel ineens en met kracht
bezuinigen. Bij het voorbereidend hooger
en middelbaar onderwjjs is de commissie
al heel ongelukkig. Zij toont zich hier on
machtig een bezuiniging te vinden.
Bij liet nijverheidsonderwijs is dit anders
Niet alleen wordt op dit onderwijs voor 17
pet. bezuinigd, maar men wil ook de
LINTBEBOUWING WEREN
NATUURSCHOON CONSERVEEREN.
Aan de Toelichting, behoorende bij
het uitbreidingsplan der gemeente Lisse
is het volgende ontleend:
Een verwarrend beeld.
Het beeld, dat de Gemeente Lisse thans
biedt, is verwarrend; allerwege zijn groo-
tere of kleinere bouwcomplexen ontstaan,
die onderling weinig of geen verband ver-
toonen en evenmin logisch samenhangen
met de oorspronkelijke dorpsbebouwing
langs den Rijksstraatweg. Bovendien doen
zich verschijnselen voor van lintbebouwing,
waardoor de versnippering nog dreigt toe
te nemen.
Teneinde deze misstanden, die ook voor
verschillende takken van dienst groote be
zwaren met zich brengen, zooveel mogelijk
te keeren, is bij het ontwerpen naar beper
king gestreefd en getracht de verspreide be
bouwing zooveel mogelijk tot één afgerond
geheel te vereenigen. Zoodoende zijn er
twee kernen ontstaan, waarvan het oude
dorp met directe omgeving de belangrijk
ste is. Aan de tweede kern, het buurtschap
„De Engel", is slechts een geringe uitbrei
ding gegeven, juist voldoende om een ver
dere lintbebouwing langs den Rijksstraat
weg voortaan te kunnen verbieden. Ophef
fing van deze kleine nederzetting is uitge
sloten. Integendeel, door den bouw van een
R. K. kerk in de nabijheid zal hier uitbrei
ding der bebouwing niet voorkomen kun
nen worden. Deze bebouwing dient echter
binnen zeer enge grenzen beperkt te blij
ven.
Teneinde kostbare onteigeningen te voor
komen zijn in de oude dorpskom met rond
om verstrooide bebouwingen, zoo goed als
geen wijzigingen gebracht. Met behoud van
bestaande straten en fragmenten van stra
ten is getracht ©en zoo goed mogelijk ge
heel te verkrijgen. Dat aan sommige wegen
en straten niet dat beloop kon worden ge
geven als gewenscht zou zijn, moest dien
tengevolge als onvermijdelijk worden aan
vaard.
Behoud van kostbaar natuur
schoon.
Een hoogst belangrijk punt van overwe
ging heeft uitgemaakt de vraag welke be
stemming gegeven zou moeten worden aan
de prachtige natuurmonumenten, o.a. be
kend als „Keukenhof", die zich op het
grondgebied van Lisse bevinden. Aankoop
of onteigening door de Gemeente Lisse is
onaannemelijk, omdat de finantieele lasten
voor deze Gemeente niet te dragen zijn.
Zonder krachtige medewerking van Rijk en
Provincie zal in deze niets te bereiken zijn.
Daar echter bekend is, dat de tegenwoor
dige eigenaar van deze terreinen niet voor
nemens is in zijn bezittingen wijzigingen te
brengen en dus gevaar voor vermindering
of vernietiging voorshands niet aanwezig
is, meende men voorloopig ermede te kun
nen volstaan bedoelde gronden aan te wij
zen voor landelijke doeleinden, zoodat be
bouwing is uitgesloten. Wel blijft echter de
mogelijkheid bestaan, dat een deel in
bloembollenvelden zal worden omgezet.
Mogelijk, dat een monumentenverordening
hier een oplossing kan brengen.
Bij het ontwerpen van het uitbreidings
plan is met het ongerept behoud van deze
natuurmonumenten in zoover rekening ge
houden, dat in aansluiting daarmede eenige
schoolgelden verhoogen, omdat het rede
lijk is, dat de Staat iets meer geniet, daar
de ouders hun kinderen alleen op de nij
verheidsschool doen „om hun marktwaarde
te verhoogen."
Nu wordt de zaak evenwel, dat het ge
makkelijker wordt voor vele ouders om
hun kinderen naar gymnasium, H. B. S. of
Lyceum te sturen, dan naar een nijver
heidsschool. Men bevordert dus een totaal
onevenredige ontwikkeling van het mid
delbaar en voorbereidend hooger onder
wijs. Ook het meisjes-nijVerheid'S'onderwijis
en het ambachtsonderwijs worden onrecht
vaardig behandeld.
Bij het lager onderwijs besprak mr. v.
Maarsseveen de salarieering der reli
gieuzen.
Spr. zeide hooge bewondering te hebben
voor het werk der religieusen, die zich in
dienst hebben gesteld van de medemen
sehen, waartoe zij in staat zijn gesteld,
door het vrijwillig afgestane salaris der
religieuse onderwijzers.
Wij verlangen van niemand, aldus spr.
dat hij die bewondering met ons, Katho
lieken zal deelen, maar wij wenschen niet
dat deze mystiek van zelfopoffering wordt
uitgebuit ten dienste van de schatkist.
Na de voorgestelde verslechteringen bij
het lager onderwijs te hebben besproken,
concludeerde spr. dat niemand thans be
zuinigingen bij het onderwijs zal kunnen
afwijzen. Maar met alle kracht zal moeten
worden gestreden tegen verlaging van het
onderwijspeil, vooral bij het nijverheids
onderwijs, waar groote gevaren blijken te
dreigen.
Aan vele ouders zal, door verhooging
der schoolgelden van het nijverheidsonder
wijs, de mogelijkheid worden ontnomen
hun kinderen nijverheidsonderwijs te doen
genieten. Hierdoor zal de volkswelvaart
en het volkswelzijn worden aangetast cn
zullen de ouders hun kinderen geen goede
scholing meer kunnen geven voor hun
moeilijke toekomst.
Tenslotte werd door de vergadering, die
werd bijgewoond door afgevaardigden van
den Postbond, en den Bond van R. K. On
derwijzers een resolutie aangenomen, welke
gisteren reeds is gepubliceerd.
plantsoenstrolcen zijn ontworpen, die zoo
diep mogelijk in de dorpskern indringen.
Nieuwe verkeerswegen.
De Gemeente Lisse wordt gekruisd door
twee hoofdverkeersstroomingenDe Rijks
straatweg, loopende nagenoeg NoordZuid
en een verkeersweg OostWest, die komen
de uit de Haarlemmermeerpolder en in
dustriewijk het dorp doorsnijdt en verder
loopt langs het station der H.S.M. Beide
verkeerswegen, doch vooral de eerste, zijn
ten eenenmale onvoldoende om het inten
sieve verkeer behoorlijk op te nemen. Een
uitermate druk auto-verkeer, waarbij zich
ten overvloede de zeer hinderlijke stoom
tram voegt, wringt zich door de nauwe,
bochtige dorpsstraat en wordt bovendien
gekruisd door het verkeer uit de Kanaal
straat en Stationsweg.
Teneinde deze onhoudbare toestand op
te heffen, zijn in het uitbreidingsplan ont
lastingswegen opgenomen. De Rijksstraat
weg is ten Westen van de dorpskern om
gelegd, waartoe de mogelijkheid nog open
staat, terwijl het verkeer OostWest in
twee richtingen om het dorp kan worden
geleid en aansluiting kan krijgen op de
Zwartelaan en op de Spekkenlaan. Deze
ontworpen verkeerswegen vormen samen
een soort ringbaan, die het dorp omsluit.
Door deze oplossing kon van het verbree-
den van bestaande wegen worden afgezien,
zoodat het oude dorpskarakter niet be
hoeft te worden aangetast.
Ter ontlastering van de Kanaalstraat en
Stationsweg is, met gebruikmaking van
eenige fragmenten van bestaande straten,
een weg ontworpen, die nauw bij de be
staande kern aansluit en voornamelijk voor
lokaal verkeer is bestemd.
Waterwegen.
De verschillende vaarsloten en tochten
zijn zooveel mogelijk behouden, daar zij bij
het bloembollenbedrijf niet kunnen worden
gemist. Sommige waterwegen zijn echter
ten deele omgelegd. Bovendien is een wa
terweg nabij de bestaande haven gedeel
telijk tot een nieuwe haven verbreed. Ook
in het buurtschap „De Engel'' is een vaart
plaatselijk tot een kleine haven verruimd".
Door het sparen van de waterwegen
wordt mede bereikt, dat voldoende berging
voor regenwater wordt verkregen en tevens
het landelijk aanzien der Gemeente blijft
behouden.
Nader zal onder oogen worden gezien op
welke wijze het bestaande rioolstelsel moet
worden gewijzigd en verbeterd, teneinde te
voorkomen, dat bij toename der bebouwing
de waterwegen worden vervuild.
De bebouwing in het dorp en
aan „de Engel".
In verband met de bestaande bebouwing
is de ontworpen bebouwing in vijf typen
verdeeld. In aansluiting met de dorpskern
is gesloten bebouwing ontworpen, ten deele
zonder, ten deele met voortuinen, die voor
namelijk bestemd zal zijn voor arbeiders en
waar winkels en magazijnen toegelaten
kunnen worden. Hier omheen groepeert
zich een bebouwing voor kleine midden
standers, gesplitst in openbebouwing A en
B, terwijl op enkele zeer gunstig gelegen
punten een ruime open bebouwing, ge
naamd open-bebouwing O., is ontworpen,
die bestemd is voor meergegoeden. Deze
bevindt zich hoofdzakelijk in het Zuidelijk
gedeelte van het dorp tusschen den Ouden
en Nieuwen Rijksstraatweg waar het groen
van „Het Keukenhof" de bebouwing bin
nendringt.
Het buurtschap „De Engel" bestaat uit
een gesloten bebouwing met voortuinen,
gesloten bebouwing B., en een eenvoudige
open bebouwing genaamd open bebouwing
A.
Alle gronden, die vallen buiten het om
lijnde uitbreidingsplan van de kern Lisse
en het buurtschap „De Engel"' zijn bestemd
voor landelijke doeleinden, waarvan de be
bouwing in de betreffende verordening, die
bij deze toelichting behoort, nader is gere-
Industrie-terrein.
Ofschoon in deze Gemeente geen groot
industrie kan worden verwacht, is het toch
wenschelijk voor de klein-industrie bepaal
de terreinen aan te wijzen, om te voorko
men, dat deze op willekeurige wijze over
de Gemeente zal worden verspreid, tot hin
der van de omwonenden. Deze industrie
terreinen zijn ontworpen rondom de be
staande en de te maken haven en in het
Zuid-Oostelijk gedeelte der Gemeente in.
aansluiting bij de gasfabriek. Bij overheer-
schende Westelijke en Zuid-westelijke win
den zal dus de aangrenzende bebouwing
geen overlast ondervinden.
Uitloopers van „Keukenhof".
Daar de gemeente zich geen belangrijke
financieele offers kan getroosten en boven
dien aan open bebouwing een ruime plaats
is toegekend, is bij het ontwerpen van
plantsoenen groote soberheid betracht. Ter
verlevendiging van het straatbeeld zijn en
kele kleine plantsoenen ontworpen, terwijl
ook langs de bebouwingsgrens een beschei
den groenen zoom is vrij gehouden. Alleen
is een ruimer standpunt ingenomen, waar
het geldt het bestaande natuurschoon met
het dorp in direct contact te brengen. In
het Zuidelijk gedeelte der gemeente zijn
hiertoe eenige plantsoenstroken geprojec
teerd, die als uitloopers van „Het Keuken-