BINNENLAND
AGENDA
DINSDAG 20 SEPTEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
ter I. L. D. Baron Sirtema van Grovestins
en le luitenants Jhr. C. E. J. M. Verheyen
en R. Rümcr.
Een detachement van 45 manschappon
van het 2c regiment huzaren sloot den
stoet.
Onder voortdurende hartelijke toejui
chingen van de aan weerszijden van «den
door militairen afgezette weg opgehoopte
menscheninenigte reed de sloot door de
Heulstraat, over het Schelppad van het
Lange Voorhout en langs den Korten Vij
verberg naar het Binnenhof. Er deed
zich geen enkel incident voor.
Bij aankomst aan de Grafelijke zalen,
weluer peristyle overhuifd was met bet
breed© roodlluwcelen baldakijn met gou
den franje, vond de Koninklijke Familie
te Harer begroeting bij de Ridderzaal op
gesteld een ccrcwacht, bestaande uit een
atdeeling van het korps mariniers ter sterk
te van 70 man met vaandel en het muziéic-
korps van de Koninklijke Marine onder be
vel van een kapitein. Bij deze eerewaent
bevond zich do chef van het korps mari
niers kolonel J. üele.
Under do tonen van hot Oude Wilhelmus,
dat ook hier werd aangeheven door de
Marinekapel, besteeg de Koningin, ge
volgd door den Prins en de Prinses, do
treilen, die naar den ingang van de Rid
derzaal leiden, terwijl de eerewaoht do
militaire honneurs bewees en de vaandel
drager zijn vaandel diep deed buigen.
Voordat zij do zaal binnentrad, werd de
Koningin boven, op het bordes, begroet
door Haar adjudanten der Zeemacht in
buitengewonen dienst gep. vice-admiraais
O. C. Zegers Rijser, J. J. Rambonnet, A.
ten Broecke Hoekstra, vice^admiraal Jhr.
G. L. Sohorer en gep. sohout-bij-nacht jhr.
J. 0. F. von Mühlen, voorts door een twee
tal adjudanten der landmacht in buitenge
wonen dienst, die niet in den stoet hadden
medegereden, de gep. luitenants-generaal
P. W. Weber en S. A. Drijber en door <ie
adjudanten der Zeemacht in gewonen
aienst luitenant-ter-zee le klasse N. A.
Rost van Tonningen en den adjudant van
den Prine luibenant-ter-zee le klasse J. W.
Termij telen.
Daarna betraden de vorstelijke personen
de Ridderzaal, aan den ingang ontvangen
door de gemengde commissie van in- en
uitgeleide uit de beide Kamers der Staten-
Generaal, welke voorafgegaan door den
Kamerheer-ceremoniemeester, de acht
Kamerheeren, de Grootofficieren en den
Opperceremoniemcester, de Koningin, den
Prins en de Prinses naar de voor hen be
stemde troonzetels geleidde, onmiddellijk
gevolgd door de Grootmeesteres, de dienst
doende Dame du Palais, den Chef van het
Militaire Huis, den Gouverneur der Ko
ninklijke Residentie, den eersten Stalmees
ter en de Officieren van het Militaire Hui*
der Koningin, die in den stoet hadden
modegereden of die zich onder de peristyle
ter begroeting bevonden.
Rechts van do Koningin nam de Prins,
links van Haar Prinses Juliana plaats, ter
wijl de leden van het gevolg de plaatsen
achter en terzijde van den troon innamen
welke hun in het officieele programma aan
gewezen waren. Onmiddellijk daarop ving
de Koningin de voorlezing van de Troon
rede aan.
Nadat de plechtigheid in de zaal was be
ëindigd werd ruim half twee, met hetzelfde
eerebetoon door de eerewacht, de terug
tocht naar het Koninklijk Paleis, lang9
denzelfden weg ondernomen.
Bij het vertrek van den stoet van de Rid
derzaal hadden, overeenkomstig de tra
ditie, de leden van het corps diploma
tique met hun dames, die de openingsplech
tigheid in de zaal hadden bijgewoond, zich
nabij de middelste poort van het Binnen
hof opgesteld om daar de Vorstelijke per
sonen bij het voorbijrijden een groet te
brengen.
Aan het Paleis werden de Koninklijke
Familie dezelfde militaire eerbewijzen als
bij het vertrek betoond.
Bij het Paleis gekomen werden de Vor
stelijke Personen daar begroet door de
massa met het spontaan zingen van het
Wilhelmus. Gedurende dezen zang bleven
de Koningin, de Prins en de Prinses staan
op het bordes.
R. K. KAMER-CENTRALE LEIDEN.
Bovengenoemde vereeniging houdt een
algemeene vergadering op Zaterdag 15 Oc
tober 1032, nam. 1.30 uur in Café Restau
rant „Harmonie", Markt, Gouda.
De agenda vermeldt: Mededeelingen en
ingekomen stukken. Bepaling van de plaats
der volgende algemeene vergadering. Ver
slag van den op 27 en 28 Mei gehouden
Partijraad. Bestuursvoorstel.
Door het bedanken van de heeren Boek
raad en Wesseling (wegens vertrek uit den
kieskring Leiden) zijn in het bestuur twee
vacatures ontstaan. De lijst van opvolging
bevatte nog slechts één naam, ml. dien van
dr. A. C. A. Hoffman uit Gouda, welke ver
klaarde, dat hij geen benoeming als be
stuurslid wenschte aanvaarden. Het gevolg
is nu, dat geen van beide vacatures aan
gevuld kan worden, tenzij er een nieuwe
bestuursverkiezing zou plaats vinden, met
al de kosten daaraan verbonden.
Het bestuur stelt nu voor:
le. de ontstane vacatures nu niet aan te
vullen, doch daarmede te wachten tot na
de a.s. Kamer-verkiezingen, wanneer de pe
riodieke bestuursverkiezing moet plaats
hebben;
2e. met het tijdelijk voorzitterschap te
'belasten den hoer H. Bader, Sassenheim,
thans 2e voorzitter, die zich daartoe be
reid heeft verklaard.
Inleidingen door de heeren Heemskerk
en Tobé uit Leiden. De heer P. Heemskerk
zal spreken over: „De taak der overheid
ten opzichte van het gezin". De heer H. L.
C. Tobé zal spreken over: „Het gezin en
het arbeidende meisje".
ZIJN ER TE VEEL
STUDEERENDEN?
In de rede, waarmede prof. dr. H. ter
Meulen het Rectoraat der Technische Hoo-
geschool te Delft gisteren heeft overgedra
gen aan zijn opvolger prof. ir. J. A. Grut-
terink merkte hij o.m. het volgende op.
„De getallen der studenten geven aan-
loiding tot het stellen der vraag, of zij niet
te groot zijn.
Naar spr. meent, moet die vraag b e-
vestigend beantwoord worden. De
Technische Hoogeschool heeft in de eerste
plaats ten doel de opleiding van ingenieurs,
waar de maatschappij behoefte aan heeft.
Zelfs bij een pptimische raming, al het
aantal van hen, die hier per jaar afstudee-
ren, te groot geacht moeten worden.
Niet allen slagen er in een ingenieurs
diploma te behalen. Gegevens betreffende
do studie voor scheikundig ingenieur, van
19051931, wijzen uit, dat aan 897 personeh
*e>en ingenieursdiploma werd uitgereikt; 607
studenten gaven na één of meer jaren hun
studie op.
Men kan zeggen, dat er zeker 550 studen
ten ten onreohte voor scheikundig inge
nieur hebben gestudeerd en daardoor zoo
wel de Technische Hoogeschool als zichzelf
hebben benadeeld. Zij toch hebben plaatsen
bezet in onze reeds zoo volle laboratoria
beslag gelegd op den tijd van professoren
e.a.
Een statistiek van alle afdeelingen der
Technische Hoogeschool geeft over hetzelf
de tijdvak een vrijwel gelijk resultaat, n 1.
slechts 61 pOt. gediplomeerden.
De oorzaak van het hier geschetste euvel
moet gezocht worden, behalve in verkeerde
keus van studie-vak, in onvoldoende kennis
en aanleg van velen, die de Technische
Hoogeschool bezoeken.
In het belang der toekomstige studenren
zelf is het noodig dat de maatregelen ge
troffen worden om het daarheen te leiden,
dat de ingenieursstudie en evenzeer de stu
die aan de universiteiten alleen gekozen
worden door jongelieden voor wie zij ge
schikt is*.
De Leidsche hoogleeraar prof. Yan Ca1-
car heeft een brochure geschreven over....
het rapport-Welter, in welke brochure hij
óók over dingen schrijft, die slechts zijde
lings of heelemaal niet met dat rapport
verband houden!
Het belangrijkste lijken ons schrijvers
voorstellen in zake het onderwijs, hoofdza
kelijk het hooger onderwijs. Minder studen
ten zou hier een groote bezuiniging bren
gen, vooral in de faculteiten van wis- en
natuurkunde en van de geneeskunde, waar
men de dure laboratoria en universitaire
ziekenhuizen heeft. Minder studenten en
veel strenger schifting zou echter ook we
tenschappelijk en sociaal een zeer goed
ding zijn. De Leidsche hoogleeraar wil dan
ook een zwaar toelatingsexamen instellen;
alleen wie slaagt mag verder studeeren,
ook wanneer hij zelf over de financieele
middelen niet beschikt. Een vermindering
met zoo wat 50 pCt. van hei aantal studen
ten zou spoedig intreden en langzamerhand
zou dan ook 't aantal leerlingen op de aan
de maatschappij zooveel kostende gymna
sia, H.B.S., lycea enz. verminderen.
BERECHTING BURGERLIJKE EN
HANDELSZAKEN.
Verdere ontwikkeling door een
enkelvoudige kamer der rechtbank.
Ingediend is een wetsontwerp tot verdere
ontwikkeling van de berechting van burger
lijke en handelzaken door een enkelvoudige
kamer der rechtbank.
In de Mem vie van Toelichting nordt
o.m. gezegd, dat een omstandigheid, welke
op de ontwikkeling van de enkelvoudige
kamer voor burgerlijke en handelszaken
remmend werkt is, dat die kamer te veel
wordt beschouwd als een bijzondere instel
ling. Dit is hieraan te wijten dat zoodanige
kamer krachtens de wettelijke voorschrif
ten niet bestaat bij elke rechtbank, als nor
maal instituut, doch slechts bij die recht
banken, welke hebben verzocht zoodanige
kamer te mogen vormem Thans behandelt
slechts te Amsterdam en Rotterdam de en
kelvoudige kamerzaken.
Waar de eisch van,de efficiency thans
nog sterker spreekt dan bij de instelling der
enkelvoudige kamers, wordt nu voorgesteld
om de enkelvoudige kamer als normaal in
stituut in te voeren bij elke rechtbank, op
gelijke wijze, als er bij elke rechtbank een
enkelvoudige kamer is voor de behandeling
van burgerlijke kinderzaken (kinderrechter).
Een tweede remmende factor is, dat, be
halve bij de requestprocedure verwijzing
naar de enkelvoudige kamer slechts kan ge
schieden, „na het hooren der verschenen
partijen". Dit kan er gemakkelijk toe lei
den, dat verwijzing achterwege blijft, als
één der partijen d.i. derzelver procureurs
tegen de verwijzing bezwaar maakt. En
hoe licht zullen partijen een verschillend
standpunt innemen. Daarom wordt thans
mede voorgesteld het verhoor van partijen
niet meer voor te schrijven.
Het lid der enkelvoudige kamer even
als de plaatsvervangers zal door de
kroon worden aangelezen. Bij de benoeming
zal worden gelet op bijzondere geschikt
heid om als unus judex te fungeeren.
Behouden is, dat het oordeel, of een zaak
voor verwijzing naar de enkelvoudige ka
mer geschikt is, verblijft bij de rechtbank.
De reorganisatie van het Rijksopvoedings
wezen,
Zaterdag 17 September.j.l. liep de offi
cieele termijn af, waarin de ambtenaren bij
het Rijkstucht- en opvoedingswezen moes
ten te kennen geven, of zij bewaarder wil
den worden dan wel geheel afvloeien.
Het grootste deel van het personeel heeft
zich schriftelijk incompetent verklaard deze
kwestie, wegens gebrek aan gegevens, tc
beoordeelen.
RECTORAATSOVERDRACHT TE
NIJMEGEN.
In het afgeloopen studiejaar steeg het
aantal studenten voor het eerst
boven de 500.
DE VERDERE UITBOUW.
Gisteren werd het rectoraat der R. K.
Universiteit door den rector-magnificus,
prof. dr. R. L. Jansen O.P., overgedragen
aan zijn opvolger prof. dr. Titus Brandsma
O.Carm.
Prof. dr. R. L. Jansen sprak daarbij do
gebruikelijke rede uit, waarin hij deed uit
komen dat hij in zijn jaarverslag geen bui
tengewone feiten, diepingrijpende verorde
ningen of dringende wensohen naar voren
kon brengen.
Er is grooter stabiliteit gekomen in de
verhouding tusschen Universiteit en de ver
schillende organen van haar bestuur.
Do betrekkingen vooral tusschen profes
soren en studenten zijn dit jaar inniger en
levendiger geworden.
Bij den aanvang van het tiende acade
miejaar mogen wij tevreden zijn en met
zelfvoldoening constateeren dat de R. K.
Universiteit hoe langer hoe meer beaut-
woordt aan de rechtmatige verwachtingen
van Katholiek Nederland.
In 1931 verloor de Alma Mater haar eer
sten president-curator in den burgemeescer
van Nijmegen, den heer F. M. H. van
Schaeck Mathon. Spr. memoreerde hot
overlijden van Mgr. L. J. H. H. Scrijnen van
Roermond en van den Pedel, den heer H.
M. B. Christen.
Hij memoreerde de benoeming van het
nieuwe lid van 't bestuur der St. Radboud-
stichting Z. H. Exo. Mgr. dr. J. A. G. Lem-
mens en van den nieuwen curator mr. J. R.
H. van Sohaeck, terwijl dr. W. H. Boekel-
man presidenRcurator werd.
In 1930 werden reeds voorloopige bespre
kingen gevoerd tusschen R. K. Artsenver-
eenigingen over de wetenschappelijke en
financieele mogelijkheid van een katholieke
medische universiteit. Dit jaar heeft de
11. K. Artsen vereeniging opnieuw haar ver
langen uitgesproken naar de wenschelijk-
heid en noodzakelijkheid der faculteit.
De overtuiging werd zelfs uitgesproken
dat er periculum in mora zou bestaan.
Spr. vertrouwde dat allo wenschen tot
uitbreiding der R. K. Universiteit welwil
lend werden gehoord ter plaats waar over
de opportuniteit en financieele mogelijkheid
eener nieuwe faculteit moet worden beslist.
Spr. memoreerde verder de officieele ope
ning van het nieuwe aula-gebouw.
Docenten.
Het aantal docenten is onveranderd ge
bleven.
In de vacature van dr. V. Bertholdi, lec
tor in Italiaansch en Spaansch, is nog niet
voorzien.
De benoeming van een docent in Semie-
trische taal- en letterkunde en de vergelij
kende liturgie-geschiedenis laat nog steeds
op zich wachten.
De litteraire arbeid der hoogleeraren
was ook dit jaar weiger zeer vruchtbaar.
Studentenwereld.
Het getal studenten ging dit jaar voor
't eerst de 500 te boven en klom door 124
nieuwe inschrijvingen tot 505.
Het aantal afgelegde examens bedroeg in
de faculteit der Godgeleerdheid 12, in de
faculteit der letteren en wijsbegeerte was
het totaal 36, waarvan 22 candidaats- en 14
doctoraal-examen.
In de juridische faculteit werden in 't ge
heel 52 examens afgelegd, waarvan 30 can
didaats- en 22 doctoraal-examens. Afgewe
zen werden in de theologische faculteit een
candidaat, in de faculteit der letteren en
wijsbegeerte 3 en in die der rechten 27.
Het collegebezoek en de eigenlijke uni
versitaire vakstudie der studénten mag
minstens bevredigend genoemd worden.
In de studentengemeenschap heerscht een
gezond en opgewekt leven. Carolus Magnus
heeft goed werk verricht.
De scheidende rector beval met een ge
rust hart de belangen van het studenten
corps aan, waaraan hij spoedig een nieuw
en waardiger corpsgebouw toewensebt.
De Universiteitsbibliotheek.
heeft thans een boekentotaal van 150.000
bereikt. Het aantal tijdschrijften, waarop
de bibliotheek abonnement heeft, steeg v»n
450 tot 523.
Het aantal schenkingen steeg in 1931 tot
8938, waaronder 6535 boekdeelen.
De verhouding tusschen Universiteit en
burgerij was best.
LEEFTIJDSGRENS RECHTERLIJKE
AMBTENAREN.
Een wetsontwerp ingediend.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot vaststelling van een
leeftijdsgrens, bij het bereiken waarvan
aan verschillende bij de rechtspraak be
trokken ambtenaren, ontslag wordt ver
leend.
In de memorie van toelichting wordt o.m.
gezegd dat meer dan eens de wensc-h is ge
uit, dat de wetgever gebruik zal maken van
de sedert 1922 in de grondwet opgenomen
bevoegdheid om zoodanige leeftijdsgrens
vast te stellen.
De strekking van het onderhavige wets
ontwerp nu is een leeftijdsgrens te stellen
en wel op 70 jaar.
De minister geeft de voorkeur aan de
grens van 70 jaar boven die van 65 omdat
het hier gegeven immers, de onafhanke
lijkheid van de betrokken functionarissen
geldt het stellen van een algemeenen rege'
zonder de mogelijkheid van uitzonderingen
voor bepaalde personen.
Ontslag wegens werkvermindering.
Naar „Haarl. Dagblad" meldt heeft de
Machinefabriek v.h. gebr. Figee te Haarlem
een gedeelte van het personeel ontslag ge
geven, omdat er geen werk meer voor deze
menschen is.
ORGANISATIE DER MANNELIJKE
JEUGD.
Voorschriften voor het Aartsbisdom.
De Aartsbisschop van Utrecht heeft
voor zijn diocees de volgende bepalingen
gemaakt betreffende de organisatie der
mannelijke jeugd.
V c o r a 1 le j on genji vanlïtotl 7
jaar wordt in de parochie ééne paro
chiale jeugdvereeniging gesticht, die den
naam draagt van K. J. C., dat is: Katho
lieke Jongens-Centrale.
Het devies van deze jongens-organisatie
is: „de Katholieke jongens aan Christus".
(K. J. C.).
De vereeniging zal in kerngroepen en in
clubs zijn ingedeeld en aldus plaats bie
den voor alle jongens beneden de 17 jaar
van alle standen in de parochie.
Naast de kerngroepen, die den naam
krijgen van „Jonge Wacht" en „Jonge
Wachters", komen de patrouilles der R.K.
Verkenners te staan als onderdeel der K.
J. C. met eigen werkmethode.
Do jongere leden van de dankbestrij-
ding en van de sportvereenigingen sluiten
zich als vrije clubs bij de K. J. C. aan.
Het is de wensch van den Bisschop, dat
de leden der K. J. C. lid worden van een
godsdienstige vereeniging, die het geeste
lijk middelpunt vormt van de organisatie.
Tot diocesaan directeur is benoemd de
weleerw. heer I. H. van den Berg, rector
aan het Rijksopvoedingsgesticht te Ave-
reest.
oor de groepen en clubs worden voor-
geschreven „de Bijzondere Methodiek", ge
publiceerd in het maandblad „Het Patro
naat" Juni-aflevering 1932, pag. 244 ssqq.,
(welke afzonderlijk is uitgegeven door de
„Patronaats Verkoop Centraio", Graafsohe
weg la, Nijmegen).
De sportclubs staan-voor de techniek on
der de regels van den eigen Diocesanen
Bond.
Voor de jongens en jonge m an-
nen boven de 17 ja ar bezit
het Aartsbisdom reeds de jeugd- en stands-
organiscaties „De Jonge Werkman", de
„Katholieke Jonge Middenstands vereeni
ging" en „De Jonge Boer", terwijl er een
landelijke organisatie bestaat „De Jonge
W erkgeversvereeniging".
Het is het verlangen van den Aartsbis
schop, dat deze organisaties, waarvoor Wij
als devies aangeven: „Apostel zijn in ge
zin en in stand" krachtig zullen werken
aan 't bevorderen van do apostolaatsge-
dachte.
De „Voortrekkers" der R.-K. Verken
ners die hun plaats dienen in te nemen inde
hun eigen jeugd-standsorganisatie. en or
ganisaties met speciaal doel, zooals de
sportvereenigingen en drankbestrijding,
draagt de Aartsbisschop op propaganda
te maken, dat hun leden boven de 17 jaar
zich bij de jeugd-standsorganisaties aan
sluiten.
Met de leiding der Diocesane organisa
ties is belast de Diacesaan-Directeur der
K. J. C.
Op kleinere plaatsen, waar geen gelegen
heid is voor twee of drie van deze zelf
standige vereenigingen, worde, waaneer
één der standen door getal domineert, voor
dezen een vereeniging gesticht. De anderen
kunnen zich» daarbij aansluiten, maar wor
den als groep aangesloten bij den dioce
sanen bond van den eigen stand.
Domineert geen der standen, dan wor
den alle jongens georganiseerd in een jonge
mannenvereeniging die groepsgewijze wordt
aangesloten bij de verschillende diocesane
bonden.
Voor de verschillende bonden zal ge
streefd worden naar een eigen methodiek,
welke t.z.t. gepubliceerd zal worden.
Voor de „Jonge Werkman" wordt be
krachtigd de methode, welke wordt aan
gegeven in de „Voorvormin.gscursus" van
het Nationaal Verbond: de Jonge Werk
man. Gen nieuwe leden mogen worden
aangenomen en met het uniform worden
bekleed, dan na het met succes volgen
van dezen cursus, naar het oordeel van den
diocesaan-directeur.
DE LOONSVERLAGING IN HET
BOUWBEDRIJF.
Dpor de Kath. stucadoors aanvaard.
De R.-K. Bouwvakarbeidersbond St. Jo
seph heeft in zijn gisteren te Utrecht ge
houden landelijke vakgroepsvergadering
voor het Stucadoorsbedrijf de voorstellen
tot loonsverlaging aangenomen met 141—
44 stemmen.
De Ned. Chr. Bouwarbeidersbond
aanvaardt loonsverlaging.
De Bondsraad van den Nederlandschen
Christelijken Bouwarbeidersbond, be
staande uit 36 afgevaardigden van 13.800
leden heeft gisteren de voorstellen tot tus-
schentijdsche herziening der collectieve ar
beidsovereenkomst met 29 stemmen voor
en 7 tegen aangenomen.
De toestand is thans zóó, dat de R.K.
Bouwarbeidersbond en de Nederlandsch
Christelijke Bouwarbeidersbond de loons
verlaging hebben aanvaard, terwijl de Al
gemeene Nederlandsche Bouwarbeiders
bond de beslissing per referendum aan zijn
leden voorlegt.
In het bericht gisteren in dit blad betref
fende het aanvaarden van een loonsverla
ging stond abusievelijk gemeld:
De R.-K. Bouwvakarbeidersbond „St.
Jozef" heeft in zijn te Utrecht gehouden
landelijke vakgroepvergadering voor het
bouwbedrijf de voorstellen tot loonsverla
ging aangenomen met 617579 stemmen.
Dit moest zijn: met 716579 stemmen, enz.
EINDE VAN DEN ZOMERTIJD.
In den nacht van 1 op 2 October.
Wij herinneren er nu reeds aan, dat de
zomertijd zal eindigen den 2en October to
drie uur in den voormiddag, zoodat in den
nacht van Zaterdag 1 October op Zondag 2
October de klokken één uur moeten worden
achteruitgezet.
LEIDEN.
Woensdag. R. K. Bond van Handels-, Kan
toor- en Winkelbedienden, leden
vergadering, Hotel Den Burcht,
8.15 uur.
Donderdag, R. K. Metaalbewerkersbond,
afd. Leiden, Bondsgebouw, 8 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 12 tot
en met Zondag 18 Sept. a.s. waargeno
men door apotheek: C. B. Duyster, Nieu
we Rijn 18, telef. 523.
LIJKSCHENNIS DOOR EEN DORPS-
PASTOOR?
Laster van de roode pers.
In de socialistische pers verscheen dezer
dagen een uitvoerig bericht over een ge
val van lijkschennis die gepleegd zou zijn
door een pasboor te Groessen, een dorpje
bij Duiven, onder de gemeente Zevenaar.
In Groessen heeft de zeereerw. heer
Pastoor H. Kruis op 6 April, j.l. vergunning
bij B. en W. aangevraagd voor verbouwing
van de kerk. Deze aanvrage is door den
technisch ambtenaar der gemeente Duiven
goedgekeurd en ten slotte hebben B. ea
W. de bouwvergunning verstrekt.
„Het Volk" schreef allereerst dat de bur
gemeester, de heer Z. T. J. F. baron van
Dorth tot Medler, door den Z. Eerw. heer
Kruis geprest was, deze vergunning toe te
staan.
Wij hebben ons ten gemeentehuize op
de hoogte gesteld en inzage gekregen in
de betreffende stukken en teekeningen en
bevonden, dat evenals bij het verleenen van
andere bouwvergunningen, deze vergunning
verleend is door B. en W.
Van pressie, uitgeoefend op den burge
meester, is natuurlijk geen sprake.
Wij hebben de beschuldiging tegen den
pastoor van Groessen geuit omtrent go-
pleegde lijkschennis, verder onderzocht.
Hierbij kwam vast te staan, dat een gedeel
te van het kerkhof door de uitbreiding van
het kerkgebouw, moest verdwijnen. Een.
aantal geraamten zijn daarom naar een
nieuwe begraafplaats overgebracht. Het
overbrengen geschiedde niet dan nadat de
familieleden van de overledenen een ver
klaring, houdende oerlof hiertoe, hadden
onderteekend. Eerst daarop is het stoffe
lijk overschot overgebracht. Dit overbren
gen geschiedde door een viertal werklieden,
die onder bijna voortdurende controle van
den pastoor, op zeer pieuse wijze voor
overbrenging hebben zorg gedragen. Wij
hebben, om van dit overbrengen een goe
den indruk te krijgen, behalve den pastoor
ook de omwonenden gehoord.
Zij getuigen, dat deze overbrenging op
zeer eerbiedige wijze was geschied. Zeifs
waren er familieleden van overledenen, die
den pastoor achteraf bedankten, omdat
men met zooveel zorg deze zaak had be
hartigd.
Hoe men in „Het Volk" schrijven kan,
dat „de lijken werden rondgeslingerd" en
dat „de lijkkisten werden stukgeslagen",
en dat „met de doodshoofden werd gegooid
alsof het steenen waren", ie ons, en was
ook dengenen die van het overbrengen van
de geraamten getuigen waren geweest, een
raadsel.
Voor het leggen van een deel der fun
deering moest men een pad vergraven. De
doodgraver, die volkomen van de situatie
op de hoogte was, verklaarde aan den op
zichter, dat aan dit pad geen lijken lagen.
Toen is men gaan graven, en stootte
daarbij toch op een lijkkist. Afgaande op
gegevens en mededeelingen van den dood
graver, had mert hierop niet gerekend. Het
was dus niet te verwonderen, dat men toen
men op een kist kwam, hiervan een stuk
hout afstootte.
Terstond werd echter de opzichter van
het werk erbij gehaald, en de kist werd zoo
danig in de groeve geplaatst, dat men kon
verder graven.
Een rijksambtenaar heeft hierop aan
merking gemaakt, meende dat dit een ge
val van lijkschennis was, en diende een
klacht in tegen den pastoor.
Positief heeft deze ambtenaar tegenover
den opzichter echter niet kunnen verklaren,
dat de verschoven lijkkist, die was, waar
in het stoffelijk overschot van zijn vrouw
rustte, zooals hij dit aanvankelijk veron
der stelde.
Deze zaak is ontzettend door sommige
opgeblazen en in dien vorm in de socialis
tische per verschenen. „Msbd."
R. K. ARBEIDERSPARTIJ.
Zondag hield de R. K. Arbeidspartij in
Nederland haar eerste Congres te 's-Gra-
venhage in „Sans-Souci", onder leiding van
den heer P. M. Verbruggen. Vertegenwoor
digd waren de afdeeling Den Haag, Am
sterdam, Arnhem, Schiedam, Vlaardingen,
Zaandam en Wateringen.
De congres-voorzitter hield een rede,
waarin hij uiteenzette, wélke redenen
hebben geleid tot de oprichting van een R.
K. Arbeiderspartij in Nederland.
De R. K. Arbeiderspartij, aldus spr., wil
op politiek terrein werkzaam zijn en blij
ven in den geest van de encycliek Rerum
Novarum van Leo XIII, van het Motu Pro
prio van Pius X en van de encycliek
Quadragesimo Anno van Pius XI.
Na deze rede werden verschillende huis
houdelijke aangelegenheden behandeld.
Hooge Raad van Arbeid.
Bij Kon. besluit van 18 September is aan
den heer mr. A. Josephus Jitta, te 's Gra-
venhage, op zijn verzoek eervol .ontslag
verleend als secretaris van den Hoogen
Raad van Arbeid, met ingang van den da
tum, waarop hij het ambt van buitenge
woon hoogleeraar aan de Technische Hoo
geschool te Delft, waartoe hij bij Kon. be
sluit van 30 Juli werd benoemd, zal aan
vaarden.