BINNENLAND AGENDA DINSDAG 20 SEPTEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 ter I. L. D. Baron Sirtema van Grovestins en le luitenants Jhr. C. E. J. M. Verheyen en R. Rümcr. Een detachement van 45 manschappon van het 2c regiment huzaren sloot den stoet. Onder voortdurende hartelijke toejui chingen van de aan weerszijden van «den door militairen afgezette weg opgehoopte menscheninenigte reed de sloot door de Heulstraat, over het Schelppad van het Lange Voorhout en langs den Korten Vij verberg naar het Binnenhof. Er deed zich geen enkel incident voor. Bij aankomst aan de Grafelijke zalen, weluer peristyle overhuifd was met bet breed© roodlluwcelen baldakijn met gou den franje, vond de Koninklijke Familie te Harer begroeting bij de Ridderzaal op gesteld een ccrcwacht, bestaande uit een atdeeling van het korps mariniers ter sterk te van 70 man met vaandel en het muziéic- korps van de Koninklijke Marine onder be vel van een kapitein. Bij deze eerewaent bevond zich do chef van het korps mari niers kolonel J. üele. Under do tonen van hot Oude Wilhelmus, dat ook hier werd aangeheven door de Marinekapel, besteeg de Koningin, ge volgd door den Prins en de Prinses, do treilen, die naar den ingang van de Rid derzaal leiden, terwijl de eerewaoht do militaire honneurs bewees en de vaandel drager zijn vaandel diep deed buigen. Voordat zij do zaal binnentrad, werd de Koningin boven, op het bordes, begroet door Haar adjudanten der Zeemacht in buitengewonen dienst gep. vice-admiraais O. C. Zegers Rijser, J. J. Rambonnet, A. ten Broecke Hoekstra, vice^admiraal Jhr. G. L. Sohorer en gep. sohout-bij-nacht jhr. J. 0. F. von Mühlen, voorts door een twee tal adjudanten der landmacht in buitenge wonen dienst, die niet in den stoet hadden medegereden, de gep. luitenants-generaal P. W. Weber en S. A. Drijber en door <ie adjudanten der Zeemacht in gewonen aienst luitenant-ter-zee le klasse N. A. Rost van Tonningen en den adjudant van den Prine luibenant-ter-zee le klasse J. W. Termij telen. Daarna betraden de vorstelijke personen de Ridderzaal, aan den ingang ontvangen door de gemengde commissie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers der Staten- Generaal, welke voorafgegaan door den Kamerheer-ceremoniemeester, de acht Kamerheeren, de Grootofficieren en den Opperceremoniemcester, de Koningin, den Prins en de Prinses naar de voor hen be stemde troonzetels geleidde, onmiddellijk gevolgd door de Grootmeesteres, de dienst doende Dame du Palais, den Chef van het Militaire Huis, den Gouverneur der Ko ninklijke Residentie, den eersten Stalmees ter en de Officieren van het Militaire Hui* der Koningin, die in den stoet hadden modegereden of die zich onder de peristyle ter begroeting bevonden. Rechts van do Koningin nam de Prins, links van Haar Prinses Juliana plaats, ter wijl de leden van het gevolg de plaatsen achter en terzijde van den troon innamen welke hun in het officieele programma aan gewezen waren. Onmiddellijk daarop ving de Koningin de voorlezing van de Troon rede aan. Nadat de plechtigheid in de zaal was be ëindigd werd ruim half twee, met hetzelfde eerebetoon door de eerewacht, de terug tocht naar het Koninklijk Paleis, lang9 denzelfden weg ondernomen. Bij het vertrek van den stoet van de Rid derzaal hadden, overeenkomstig de tra ditie, de leden van het corps diploma tique met hun dames, die de openingsplech tigheid in de zaal hadden bijgewoond, zich nabij de middelste poort van het Binnen hof opgesteld om daar de Vorstelijke per sonen bij het voorbijrijden een groet te brengen. Aan het Paleis werden de Koninklijke Familie dezelfde militaire eerbewijzen als bij het vertrek betoond. Bij het Paleis gekomen werden de Vor stelijke Personen daar begroet door de massa met het spontaan zingen van het Wilhelmus. Gedurende dezen zang bleven de Koningin, de Prins en de Prinses staan op het bordes. R. K. KAMER-CENTRALE LEIDEN. Bovengenoemde vereeniging houdt een algemeene vergadering op Zaterdag 15 Oc tober 1032, nam. 1.30 uur in Café Restau rant „Harmonie", Markt, Gouda. De agenda vermeldt: Mededeelingen en ingekomen stukken. Bepaling van de plaats der volgende algemeene vergadering. Ver slag van den op 27 en 28 Mei gehouden Partijraad. Bestuursvoorstel. Door het bedanken van de heeren Boek raad en Wesseling (wegens vertrek uit den kieskring Leiden) zijn in het bestuur twee vacatures ontstaan. De lijst van opvolging bevatte nog slechts één naam, ml. dien van dr. A. C. A. Hoffman uit Gouda, welke ver klaarde, dat hij geen benoeming als be stuurslid wenschte aanvaarden. Het gevolg is nu, dat geen van beide vacatures aan gevuld kan worden, tenzij er een nieuwe bestuursverkiezing zou plaats vinden, met al de kosten daaraan verbonden. Het bestuur stelt nu voor: le. de ontstane vacatures nu niet aan te vullen, doch daarmede te wachten tot na de a.s. Kamer-verkiezingen, wanneer de pe riodieke bestuursverkiezing moet plaats hebben; 2e. met het tijdelijk voorzitterschap te 'belasten den hoer H. Bader, Sassenheim, thans 2e voorzitter, die zich daartoe be reid heeft verklaard. Inleidingen door de heeren Heemskerk en Tobé uit Leiden. De heer P. Heemskerk zal spreken over: „De taak der overheid ten opzichte van het gezin". De heer H. L. C. Tobé zal spreken over: „Het gezin en het arbeidende meisje". ZIJN ER TE VEEL STUDEERENDEN? In de rede, waarmede prof. dr. H. ter Meulen het Rectoraat der Technische Hoo- geschool te Delft gisteren heeft overgedra gen aan zijn opvolger prof. ir. J. A. Grut- terink merkte hij o.m. het volgende op. „De getallen der studenten geven aan- loiding tot het stellen der vraag, of zij niet te groot zijn. Naar spr. meent, moet die vraag b e- vestigend beantwoord worden. De Technische Hoogeschool heeft in de eerste plaats ten doel de opleiding van ingenieurs, waar de maatschappij behoefte aan heeft. Zelfs bij een pptimische raming, al het aantal van hen, die hier per jaar afstudee- ren, te groot geacht moeten worden. Niet allen slagen er in een ingenieurs diploma te behalen. Gegevens betreffende do studie voor scheikundig ingenieur, van 19051931, wijzen uit, dat aan 897 personeh *e>en ingenieursdiploma werd uitgereikt; 607 studenten gaven na één of meer jaren hun studie op. Men kan zeggen, dat er zeker 550 studen ten ten onreohte voor scheikundig inge nieur hebben gestudeerd en daardoor zoo wel de Technische Hoogeschool als zichzelf hebben benadeeld. Zij toch hebben plaatsen bezet in onze reeds zoo volle laboratoria beslag gelegd op den tijd van professoren e.a. Een statistiek van alle afdeelingen der Technische Hoogeschool geeft over hetzelf de tijdvak een vrijwel gelijk resultaat, n 1. slechts 61 pOt. gediplomeerden. De oorzaak van het hier geschetste euvel moet gezocht worden, behalve in verkeerde keus van studie-vak, in onvoldoende kennis en aanleg van velen, die de Technische Hoogeschool bezoeken. In het belang der toekomstige studenren zelf is het noodig dat de maatregelen ge troffen worden om het daarheen te leiden, dat de ingenieursstudie en evenzeer de stu die aan de universiteiten alleen gekozen worden door jongelieden voor wie zij ge schikt is*. De Leidsche hoogleeraar prof. Yan Ca1- car heeft een brochure geschreven over.... het rapport-Welter, in welke brochure hij óók over dingen schrijft, die slechts zijde lings of heelemaal niet met dat rapport verband houden! Het belangrijkste lijken ons schrijvers voorstellen in zake het onderwijs, hoofdza kelijk het hooger onderwijs. Minder studen ten zou hier een groote bezuiniging bren gen, vooral in de faculteiten van wis- en natuurkunde en van de geneeskunde, waar men de dure laboratoria en universitaire ziekenhuizen heeft. Minder studenten en veel strenger schifting zou echter ook we tenschappelijk en sociaal een zeer goed ding zijn. De Leidsche hoogleeraar wil dan ook een zwaar toelatingsexamen instellen; alleen wie slaagt mag verder studeeren, ook wanneer hij zelf over de financieele middelen niet beschikt. Een vermindering met zoo wat 50 pCt. van hei aantal studen ten zou spoedig intreden en langzamerhand zou dan ook 't aantal leerlingen op de aan de maatschappij zooveel kostende gymna sia, H.B.S., lycea enz. verminderen. BERECHTING BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN. Verdere ontwikkeling door een enkelvoudige kamer der rechtbank. Ingediend is een wetsontwerp tot verdere ontwikkeling van de berechting van burger lijke en handelzaken door een enkelvoudige kamer der rechtbank. In de Mem vie van Toelichting nordt o.m. gezegd, dat een omstandigheid, welke op de ontwikkeling van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke en handelszaken remmend werkt is, dat die kamer te veel wordt beschouwd als een bijzondere instel ling. Dit is hieraan te wijten dat zoodanige kamer krachtens de wettelijke voorschrif ten niet bestaat bij elke rechtbank, als nor maal instituut, doch slechts bij die recht banken, welke hebben verzocht zoodanige kamer te mogen vormem Thans behandelt slechts te Amsterdam en Rotterdam de en kelvoudige kamerzaken. Waar de eisch van,de efficiency thans nog sterker spreekt dan bij de instelling der enkelvoudige kamers, wordt nu voorgesteld om de enkelvoudige kamer als normaal in stituut in te voeren bij elke rechtbank, op gelijke wijze, als er bij elke rechtbank een enkelvoudige kamer is voor de behandeling van burgerlijke kinderzaken (kinderrechter). Een tweede remmende factor is, dat, be halve bij de requestprocedure verwijzing naar de enkelvoudige kamer slechts kan ge schieden, „na het hooren der verschenen partijen". Dit kan er gemakkelijk toe lei den, dat verwijzing achterwege blijft, als één der partijen d.i. derzelver procureurs tegen de verwijzing bezwaar maakt. En hoe licht zullen partijen een verschillend standpunt innemen. Daarom wordt thans mede voorgesteld het verhoor van partijen niet meer voor te schrijven. Het lid der enkelvoudige kamer even als de plaatsvervangers zal door de kroon worden aangelezen. Bij de benoeming zal worden gelet op bijzondere geschikt heid om als unus judex te fungeeren. Behouden is, dat het oordeel, of een zaak voor verwijzing naar de enkelvoudige ka mer geschikt is, verblijft bij de rechtbank. De reorganisatie van het Rijksopvoedings wezen, Zaterdag 17 September.j.l. liep de offi cieele termijn af, waarin de ambtenaren bij het Rijkstucht- en opvoedingswezen moes ten te kennen geven, of zij bewaarder wil den worden dan wel geheel afvloeien. Het grootste deel van het personeel heeft zich schriftelijk incompetent verklaard deze kwestie, wegens gebrek aan gegevens, tc beoordeelen. RECTORAATSOVERDRACHT TE NIJMEGEN. In het afgeloopen studiejaar steeg het aantal studenten voor het eerst boven de 500. DE VERDERE UITBOUW. Gisteren werd het rectoraat der R. K. Universiteit door den rector-magnificus, prof. dr. R. L. Jansen O.P., overgedragen aan zijn opvolger prof. dr. Titus Brandsma O.Carm. Prof. dr. R. L. Jansen sprak daarbij do gebruikelijke rede uit, waarin hij deed uit komen dat hij in zijn jaarverslag geen bui tengewone feiten, diepingrijpende verorde ningen of dringende wensohen naar voren kon brengen. Er is grooter stabiliteit gekomen in de verhouding tusschen Universiteit en de ver schillende organen van haar bestuur. Do betrekkingen vooral tusschen profes soren en studenten zijn dit jaar inniger en levendiger geworden. Bij den aanvang van het tiende acade miejaar mogen wij tevreden zijn en met zelfvoldoening constateeren dat de R. K. Universiteit hoe langer hoe meer beaut- woordt aan de rechtmatige verwachtingen van Katholiek Nederland. In 1931 verloor de Alma Mater haar eer sten president-curator in den burgemeescer van Nijmegen, den heer F. M. H. van Schaeck Mathon. Spr. memoreerde hot overlijden van Mgr. L. J. H. H. Scrijnen van Roermond en van den Pedel, den heer H. M. B. Christen. Hij memoreerde de benoeming van het nieuwe lid van 't bestuur der St. Radboud- stichting Z. H. Exo. Mgr. dr. J. A. G. Lem- mens en van den nieuwen curator mr. J. R. H. van Sohaeck, terwijl dr. W. H. Boekel- man presidenRcurator werd. In 1930 werden reeds voorloopige bespre kingen gevoerd tusschen R. K. Artsenver- eenigingen over de wetenschappelijke en financieele mogelijkheid van een katholieke medische universiteit. Dit jaar heeft de 11. K. Artsen vereeniging opnieuw haar ver langen uitgesproken naar de wenschelijk- heid en noodzakelijkheid der faculteit. De overtuiging werd zelfs uitgesproken dat er periculum in mora zou bestaan. Spr. vertrouwde dat allo wenschen tot uitbreiding der R. K. Universiteit welwil lend werden gehoord ter plaats waar over de opportuniteit en financieele mogelijkheid eener nieuwe faculteit moet worden beslist. Spr. memoreerde verder de officieele ope ning van het nieuwe aula-gebouw. Docenten. Het aantal docenten is onveranderd ge bleven. In de vacature van dr. V. Bertholdi, lec tor in Italiaansch en Spaansch, is nog niet voorzien. De benoeming van een docent in Semie- trische taal- en letterkunde en de vergelij kende liturgie-geschiedenis laat nog steeds op zich wachten. De litteraire arbeid der hoogleeraren was ook dit jaar weiger zeer vruchtbaar. Studentenwereld. Het getal studenten ging dit jaar voor 't eerst de 500 te boven en klom door 124 nieuwe inschrijvingen tot 505. Het aantal afgelegde examens bedroeg in de faculteit der Godgeleerdheid 12, in de faculteit der letteren en wijsbegeerte was het totaal 36, waarvan 22 candidaats- en 14 doctoraal-examen. In de juridische faculteit werden in 't ge heel 52 examens afgelegd, waarvan 30 can didaats- en 22 doctoraal-examens. Afgewe zen werden in de theologische faculteit een candidaat, in de faculteit der letteren en wijsbegeerte 3 en in die der rechten 27. Het collegebezoek en de eigenlijke uni versitaire vakstudie der studénten mag minstens bevredigend genoemd worden. In de studentengemeenschap heerscht een gezond en opgewekt leven. Carolus Magnus heeft goed werk verricht. De scheidende rector beval met een ge rust hart de belangen van het studenten corps aan, waaraan hij spoedig een nieuw en waardiger corpsgebouw toewensebt. De Universiteitsbibliotheek. heeft thans een boekentotaal van 150.000 bereikt. Het aantal tijdschrijften, waarop de bibliotheek abonnement heeft, steeg v»n 450 tot 523. Het aantal schenkingen steeg in 1931 tot 8938, waaronder 6535 boekdeelen. De verhouding tusschen Universiteit en burgerij was best. LEEFTIJDSGRENS RECHTERLIJKE AMBTENAREN. Een wetsontwerp ingediend. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend tot vaststelling van een leeftijdsgrens, bij het bereiken waarvan aan verschillende bij de rechtspraak be trokken ambtenaren, ontslag wordt ver leend. In de memorie van toelichting wordt o.m. gezegd dat meer dan eens de wensc-h is ge uit, dat de wetgever gebruik zal maken van de sedert 1922 in de grondwet opgenomen bevoegdheid om zoodanige leeftijdsgrens vast te stellen. De strekking van het onderhavige wets ontwerp nu is een leeftijdsgrens te stellen en wel op 70 jaar. De minister geeft de voorkeur aan de grens van 70 jaar boven die van 65 omdat het hier gegeven immers, de onafhanke lijkheid van de betrokken functionarissen geldt het stellen van een algemeenen rege' zonder de mogelijkheid van uitzonderingen voor bepaalde personen. Ontslag wegens werkvermindering. Naar „Haarl. Dagblad" meldt heeft de Machinefabriek v.h. gebr. Figee te Haarlem een gedeelte van het personeel ontslag ge geven, omdat er geen werk meer voor deze menschen is. ORGANISATIE DER MANNELIJKE JEUGD. Voorschriften voor het Aartsbisdom. De Aartsbisschop van Utrecht heeft voor zijn diocees de volgende bepalingen gemaakt betreffende de organisatie der mannelijke jeugd. V c o r a 1 le j on genji vanlïtotl 7 jaar wordt in de parochie ééne paro chiale jeugdvereeniging gesticht, die den naam draagt van K. J. C., dat is: Katho lieke Jongens-Centrale. Het devies van deze jongens-organisatie is: „de Katholieke jongens aan Christus". (K. J. C.). De vereeniging zal in kerngroepen en in clubs zijn ingedeeld en aldus plaats bie den voor alle jongens beneden de 17 jaar van alle standen in de parochie. Naast de kerngroepen, die den naam krijgen van „Jonge Wacht" en „Jonge Wachters", komen de patrouilles der R.K. Verkenners te staan als onderdeel der K. J. C. met eigen werkmethode. Do jongere leden van de dankbestrij- ding en van de sportvereenigingen sluiten zich als vrije clubs bij de K. J. C. aan. Het is de wensch van den Bisschop, dat de leden der K. J. C. lid worden van een godsdienstige vereeniging, die het geeste lijk middelpunt vormt van de organisatie. Tot diocesaan directeur is benoemd de weleerw. heer I. H. van den Berg, rector aan het Rijksopvoedingsgesticht te Ave- reest. oor de groepen en clubs worden voor- geschreven „de Bijzondere Methodiek", ge publiceerd in het maandblad „Het Patro naat" Juni-aflevering 1932, pag. 244 ssqq., (welke afzonderlijk is uitgegeven door de „Patronaats Verkoop Centraio", Graafsohe weg la, Nijmegen). De sportclubs staan-voor de techniek on der de regels van den eigen Diocesanen Bond. Voor de jongens en jonge m an- nen boven de 17 ja ar bezit het Aartsbisdom reeds de jeugd- en stands- organiscaties „De Jonge Werkman", de „Katholieke Jonge Middenstands vereeni ging" en „De Jonge Boer", terwijl er een landelijke organisatie bestaat „De Jonge W erkgeversvereeniging". Het is het verlangen van den Aartsbis schop, dat deze organisaties, waarvoor Wij als devies aangeven: „Apostel zijn in ge zin en in stand" krachtig zullen werken aan 't bevorderen van do apostolaatsge- dachte. De „Voortrekkers" der R.-K. Verken ners die hun plaats dienen in te nemen inde hun eigen jeugd-standsorganisatie. en or ganisaties met speciaal doel, zooals de sportvereenigingen en drankbestrijding, draagt de Aartsbisschop op propaganda te maken, dat hun leden boven de 17 jaar zich bij de jeugd-standsorganisaties aan sluiten. Met de leiding der Diocesane organisa ties is belast de Diacesaan-Directeur der K. J. C. Op kleinere plaatsen, waar geen gelegen heid is voor twee of drie van deze zelf standige vereenigingen, worde, waaneer één der standen door getal domineert, voor dezen een vereeniging gesticht. De anderen kunnen zich» daarbij aansluiten, maar wor den als groep aangesloten bij den dioce sanen bond van den eigen stand. Domineert geen der standen, dan wor den alle jongens georganiseerd in een jonge mannenvereeniging die groepsgewijze wordt aangesloten bij de verschillende diocesane bonden. Voor de verschillende bonden zal ge streefd worden naar een eigen methodiek, welke t.z.t. gepubliceerd zal worden. Voor de „Jonge Werkman" wordt be krachtigd de methode, welke wordt aan gegeven in de „Voorvormin.gscursus" van het Nationaal Verbond: de Jonge Werk man. Gen nieuwe leden mogen worden aangenomen en met het uniform worden bekleed, dan na het met succes volgen van dezen cursus, naar het oordeel van den diocesaan-directeur. DE LOONSVERLAGING IN HET BOUWBEDRIJF. Dpor de Kath. stucadoors aanvaard. De R.-K. Bouwvakarbeidersbond St. Jo seph heeft in zijn gisteren te Utrecht ge houden landelijke vakgroepsvergadering voor het Stucadoorsbedrijf de voorstellen tot loonsverlaging aangenomen met 141— 44 stemmen. De Ned. Chr. Bouwarbeidersbond aanvaardt loonsverlaging. De Bondsraad van den Nederlandschen Christelijken Bouwarbeidersbond, be staande uit 36 afgevaardigden van 13.800 leden heeft gisteren de voorstellen tot tus- schentijdsche herziening der collectieve ar beidsovereenkomst met 29 stemmen voor en 7 tegen aangenomen. De toestand is thans zóó, dat de R.K. Bouwarbeidersbond en de Nederlandsch Christelijke Bouwarbeidersbond de loons verlaging hebben aanvaard, terwijl de Al gemeene Nederlandsche Bouwarbeiders bond de beslissing per referendum aan zijn leden voorlegt. In het bericht gisteren in dit blad betref fende het aanvaarden van een loonsverla ging stond abusievelijk gemeld: De R.-K. Bouwvakarbeidersbond „St. Jozef" heeft in zijn te Utrecht gehouden landelijke vakgroepvergadering voor het bouwbedrijf de voorstellen tot loonsverla ging aangenomen met 617579 stemmen. Dit moest zijn: met 716579 stemmen, enz. EINDE VAN DEN ZOMERTIJD. In den nacht van 1 op 2 October. Wij herinneren er nu reeds aan, dat de zomertijd zal eindigen den 2en October to drie uur in den voormiddag, zoodat in den nacht van Zaterdag 1 October op Zondag 2 October de klokken één uur moeten worden achteruitgezet. LEIDEN. Woensdag. R. K. Bond van Handels-, Kan toor- en Winkelbedienden, leden vergadering, Hotel Den Burcht, 8.15 uur. Donderdag, R. K. Metaalbewerkersbond, afd. Leiden, Bondsgebouw, 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 12 tot en met Zondag 18 Sept. a.s. waargeno men door apotheek: C. B. Duyster, Nieu we Rijn 18, telef. 523. LIJKSCHENNIS DOOR EEN DORPS- PASTOOR? Laster van de roode pers. In de socialistische pers verscheen dezer dagen een uitvoerig bericht over een ge val van lijkschennis die gepleegd zou zijn door een pasboor te Groessen, een dorpje bij Duiven, onder de gemeente Zevenaar. In Groessen heeft de zeereerw. heer Pastoor H. Kruis op 6 April, j.l. vergunning bij B. en W. aangevraagd voor verbouwing van de kerk. Deze aanvrage is door den technisch ambtenaar der gemeente Duiven goedgekeurd en ten slotte hebben B. ea W. de bouwvergunning verstrekt. „Het Volk" schreef allereerst dat de bur gemeester, de heer Z. T. J. F. baron van Dorth tot Medler, door den Z. Eerw. heer Kruis geprest was, deze vergunning toe te staan. Wij hebben ons ten gemeentehuize op de hoogte gesteld en inzage gekregen in de betreffende stukken en teekeningen en bevonden, dat evenals bij het verleenen van andere bouwvergunningen, deze vergunning verleend is door B. en W. Van pressie, uitgeoefend op den burge meester, is natuurlijk geen sprake. Wij hebben de beschuldiging tegen den pastoor van Groessen geuit omtrent go- pleegde lijkschennis, verder onderzocht. Hierbij kwam vast te staan, dat een gedeel te van het kerkhof door de uitbreiding van het kerkgebouw, moest verdwijnen. Een. aantal geraamten zijn daarom naar een nieuwe begraafplaats overgebracht. Het overbrengen geschiedde niet dan nadat de familieleden van de overledenen een ver klaring, houdende oerlof hiertoe, hadden onderteekend. Eerst daarop is het stoffe lijk overschot overgebracht. Dit overbren gen geschiedde door een viertal werklieden, die onder bijna voortdurende controle van den pastoor, op zeer pieuse wijze voor overbrenging hebben zorg gedragen. Wij hebben, om van dit overbrengen een goe den indruk te krijgen, behalve den pastoor ook de omwonenden gehoord. Zij getuigen, dat deze overbrenging op zeer eerbiedige wijze was geschied. Zeifs waren er familieleden van overledenen, die den pastoor achteraf bedankten, omdat men met zooveel zorg deze zaak had be hartigd. Hoe men in „Het Volk" schrijven kan, dat „de lijken werden rondgeslingerd" en dat „de lijkkisten werden stukgeslagen", en dat „met de doodshoofden werd gegooid alsof het steenen waren", ie ons, en was ook dengenen die van het overbrengen van de geraamten getuigen waren geweest, een raadsel. Voor het leggen van een deel der fun deering moest men een pad vergraven. De doodgraver, die volkomen van de situatie op de hoogte was, verklaarde aan den op zichter, dat aan dit pad geen lijken lagen. Toen is men gaan graven, en stootte daarbij toch op een lijkkist. Afgaande op gegevens en mededeelingen van den dood graver, had mert hierop niet gerekend. Het was dus niet te verwonderen, dat men toen men op een kist kwam, hiervan een stuk hout afstootte. Terstond werd echter de opzichter van het werk erbij gehaald, en de kist werd zoo danig in de groeve geplaatst, dat men kon verder graven. Een rijksambtenaar heeft hierop aan merking gemaakt, meende dat dit een ge val van lijkschennis was, en diende een klacht in tegen den pastoor. Positief heeft deze ambtenaar tegenover den opzichter echter niet kunnen verklaren, dat de verschoven lijkkist, die was, waar in het stoffelijk overschot van zijn vrouw rustte, zooals hij dit aanvankelijk veron der stelde. Deze zaak is ontzettend door sommige opgeblazen en in dien vorm in de socialis tische per verschenen. „Msbd." R. K. ARBEIDERSPARTIJ. Zondag hield de R. K. Arbeidspartij in Nederland haar eerste Congres te 's-Gra- venhage in „Sans-Souci", onder leiding van den heer P. M. Verbruggen. Vertegenwoor digd waren de afdeeling Den Haag, Am sterdam, Arnhem, Schiedam, Vlaardingen, Zaandam en Wateringen. De congres-voorzitter hield een rede, waarin hij uiteenzette, wélke redenen hebben geleid tot de oprichting van een R. K. Arbeiderspartij in Nederland. De R. K. Arbeiderspartij, aldus spr., wil op politiek terrein werkzaam zijn en blij ven in den geest van de encycliek Rerum Novarum van Leo XIII, van het Motu Pro prio van Pius X en van de encycliek Quadragesimo Anno van Pius XI. Na deze rede werden verschillende huis houdelijke aangelegenheden behandeld. Hooge Raad van Arbeid. Bij Kon. besluit van 18 September is aan den heer mr. A. Josephus Jitta, te 's Gra- venhage, op zijn verzoek eervol .ontslag verleend als secretaris van den Hoogen Raad van Arbeid, met ingang van den da tum, waarop hij het ambt van buitenge woon hoogleeraar aan de Technische Hoo geschool te Delft, waartoe hij bij Kon. be sluit van 30 Juli werd benoemd, zal aan vaarden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 2