HET ZILVEREN FEEST VAN DEN R.K. MIDDENSTAND Andere bladen schrijven DONDERDAG 8 SEPTEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 De feestvergadering in het Concertgebouw te Haarlem EEN WAARDEEREND WOORD VAN DEN BISSCHOP Pauselijke onderscheidingen HY IS bE MAN NE WORbJ ONTHOOFD I HY HEEFT NOOIT AAN'TSUECES VAN AGVERTEEREN GEUOOFG Het groote feest van den R. K. Midden standsbond in het bisdom Haarlem werd gistermiddag om drie uur voortgezet met een feestvergadering in het Gemeentelijk Concertgebouw te Haarlem. De groote concertzaal was geheel ge vuld met leden en bestuurderen van alle afdeelingen. Het groote podium was ver sierd met palmen en bloemen, en midden op het podium onder het bondsvaandel stond het portret van den onvergetelijkcn Ohris Jansen. Een strijkje kortte den tijd voor de ver gadering, die even over drie uur een aan vang nam. Aanwezig waren o.a. de vicaris-generaal van het bisdom Haarlem Mgr. M. P. J. Möllmann, Z. Exc. oud-minister Prof. Mr. P. J. M. Aalberse, rechtskundig adviseur, Burgemeester C. Maarschalk en wethou der van Liempt, Mr. J. N. J. C. Heerkens Thijssen, Lid van de Eerste Kamer, C. L. v. d. Bilt, Mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar, en E. Lockef eer, leden van de 2e Kamer, Jos. Me ij ring, vioe-voorzitter van den Ned. R. K. Middenstandsbond, J. H. v. d. Akker, voorz. Ned. R. K. Volks bond in het bisdom Haarlem, G. W. Kampschoër, voorz. van den R. K. Land en Tuinbouwbond, en het volledig hoofd bestuur. Het openingswoord werd gesproken door den voorzitter der feestcommissie, den heer P. J. M. van Tetering, die opende met den Chr. groet. Vijf-en-twintig jaar is die Ohr. groet gesproken, vijf-en-twintig jaar de principieele lijn gevolgd. Spr. brengt dan hulde aan Ohris Jan sen, aan Mgr. Gallier z.g. en dankt God, dat hij ons schonk een socialen Bisschop als Mgr. Aengenent. Spr. brengt voorts hulde aan Mgr. Möll- mann voor zijn meeleven met de organisa tie en verw'komt allen, vooral den Bur gemeester van Haarlem, die ondanks zijn drukke werkzaamheden, toch even hier in ons midden wil vertoeven. Wij zullen nu onzen staat van dienst gaan opmaken, wij zullen in de toekomst gaan schouwen en straks aanheffen de kreet: God wil het, ten strijde! Hierna deelde Mr. T. J. H. Bach mede dat de volgende telegrammen waren ver zonden. Aan Z. H. den Paus een telegram van den volgenden inhoud: De R. K. Middenstandsbond van het Bis dom te Haarlem, te Haarlem vereenigd voor de viering van zijn 25-jarig bestaans- feest, biedt aan Uwe Heiligheid aan de betuiging van rotsvast geloof en kinder lijke liefde en smeekt om Uwen zegen voor den Bond. zijne leden en hunne gezinnen. C. J. G. STRUYCKEN, Voorzitter. Aan H. M. de Koningin: De R. K. Middenstandsbond van het Bis dom Haarlem, te Haarlem bijeen voor de plechtige viering van zijn 25-jarig be staan, betuigt Uwe Majesteit en Haar Huis zijn gevoelens van onwankelbare trouw en warme aanhankelijkheid. C. J. G. STRUYCKEN, Voorzitter. Telegrafische gelukwenschen waren bin nengekomen van Z.Exc. Minister Verschuur die seinde: Kan tot mijn spijt uw feest niet bijwonen, doch beveel mij reeds aan voor uw gouden feest, inmiddels groei en bloei toegewenscht. Voorts van het Tweede Kamerlid Annie Meijer, van de presidente van den Dioc. R- K. Vrouwenbond, van het hoofdbestuur van de Hanze in het Aartsbisdom, van de Ned. R. K. Bonden van Horlogemakers, van Restaurant-, Café en Vergunninghou ders, van den Ned. R. K. Meuibelmakers- bond, van het bestuur der Hanze glasver- zekering en vele anderen. Hierop werd het „Aan U o Koning der Eeuwen" door allen gezongen. Juist was hierna de bondsvoorzitter zijn rede aangevangen, toen Z. H. Exc. Mgr. Aengenent ter vergadering kwam. De Bisschop, die met luid gejuich werd verwelkomd, nam op het podium plaats en 'werd door den heer P. J. van Tetering ver welkomd, met eenige hartelijke woorden. Spr. zeide den Bisschop dankbaar te zijn, dat hij het middelpunt wil zijn van dit feest, dankbaar voor het H. Misoffer dat [bij opdroeg aan het Hanze-altaar en voor zijn bijdrage in de feestgids. Uit uw bekende standaardwerk, aldus spr., spreekt een liefde voor den Midden stand. Als Bisschop mogen we nog meer uwe bescherming genieten, want steeds steunt Gij den Middenstand met woord en geschrift. Daaarvoor brengen wij U onze eerbiedige hulde en dank. Bij het vorige lustrum was U Monseig neur, feestredenaar op ons feest, thans zijt Gij weer in ons midden nu als Bisschop. Spr. doet de belofte namens het bestuur zich tot taak te stellen naar het hoogere te streven en zich steeds te beijveren recht vaardigheid en vrede „Pax et justitia" in practijk te brengen. De herdenkingsrede van den voorzitter. Hierna nam de bondsvoorzitter, de heer C. J. G. Struycken het woord, tot het uit spreken eener herdenkingsrede. Spr. begon met te zeggen, dat deze feest dag in Haarlem werd gevierd, omdat Haar lem de woonplaats was van den eigenlijken stiohter van den Bond, Mgr. Callier, die op den Delftschen Katholiekendag in 1906 een opwekking tot principieele organisatie richtte tot de middenstanders van zijn Diocees. Op dezen dag brengen wij dan ook aller eerst dank aan het hoogste Kerkelijk Ge zag in ons Bisdom. Dank aan wijlen Mgr. Callier, die steeds zoo nauwlettend waakte voor het princi pieel karakter van onze organisatie. Dank aan Mgr. Aengenent, die geen mid del onbeproefd laat om het organisatiele ven onder de middenstanders van zijn dio cees te versterken. Dank brengen wij voor die gansche reeks van hoogstaande en opofferende priesters, die wij in den loop van deze 25 jaar als geestelijk raadsman aan onze Bond zagen toegewezen. Was de stichting van onzen Bond in 1907 allereerst een gevolg van het woord van Mgr. Callier, ook de K. S. A., waaraan Katholiek Nederland zooveel te danken heeft, heeft tot de oprichting van onzen diocesane organisatie het hare bijgedragen. In dezen tijd, nu er in onze kringen nieuwe belangstelling is gekomen voor sociale stude en sociale actie en nu de Paus ons opnieuw met zooveel kracht tot socialen hervormingsarbeid heeft opgeroe pen, nu voelen wij eigenlijk het gemis van een dergeliike instelling als de K. S. A. destijds was. Maar des te sterker beseffen wij de be- teekenis, die de K. S. A. in die jaren had. Onze dank gaat dan ook uit naar den man, die den bloeitijd van z'n leven zich in dienst van de Katholieke Sociale Actie heeft gesteld en die daarna zijn stempel drukte op een groot deel van onze sociale wetgeving; den man, die zooveel deed voor onzen middenstand en die gedurende 25 jaar de rechtskundige adviseur wilde zijn van onzen Bond; onze dank gaat uit naar Professor Aalberse. Als ik»U in korte trekken wil schetsen, wat onze Bond in die 25 jaren tot stand heeft gebracht, dan kan ik geen onder scheid maken tusschen het werk van onze diocesane en van onze landelijke organi satie. Onder de prestaties van onze katholieke middenstandsbeweging wijzen wij aller eerst met trots op de instellingen, die zij in het leven heeft geroepen. Onze Bond had zijn aandeel in die breede rij van stoffelijke instellingen, die wij hebben gesticht tot versterking Van on zen stand en van onze organisatie. Ons Fonds U. B. O., dat momenteel, in zoo bloeienden toestand verkeert, zou bij na met onzen Bond mee kunnen jubileeren. En evenals U. B. O. werpt ook ons Eigen Informatie- en Incasso Bureau ver buiten ons Bisdom zijn vruchten af. Geen oogenblik aarzel ik ook om onze Haarlem8che Hanzebank op dit oogenblik te noemen. Van den aanvang af van het bestaan van onzen Bond hebben wij naar de stich ting van een eigen bank gestreefd. Ik weet, dat de val onzer bank ernstige en betreurenswaardige gevolgen heeft ge had voor velen en ook voor onze organisa tie, en verschillenden zullen denken, dat ik beter deed op dit oogenblik onze bank onvermeld te laten. Maar ik weet ook, dat onze eigen bank de vrucht is geweest van een sterke en zuivere katholieke standssolidariteit en dat het geslacht van thans eerbied mag hebben voor den enormen organisatori- schen arbeid, die aan onze Hanzebank is ten koste gelegd. Geen enkele vlek kleeft er op het bla- zoen van onze leiders en bestuurders en alleen de rijksoverheid, die in dien tijd met twee maten heeft gemeten en zij die nalieten ons op het ernstige oogenblik de helpende hand te reiken, alleen zij hebben zich verwijten te maken, als er sprake is van onze bank. Hulde wil spr. op dit oogenblik brengen aan de nagedachtenis van onzen vriend Perquin, die het Zilveren Feest van onze beweging niet heeft mogen meemaken. De bevordering van de principieele pa troons-vakorganisatie is een tweede groote debet-post, die wij op de rekening van onze beweging mogen plaatsen. Onze Bisschoppen hebben steeds het lidmaatschap van de standsorganisatie ver plichtend gesteld voor de leden der ka tholieke vakbonden. Nog steeds zijn er, die weigeren zich aan dit voorschrift te houden, maar wat heeft de practijk in al die jaren de onmisbaarheid van deze verplichting aan getoond Hoe ontzaglijk veel heeft de vakorgani satie, zoowel in inwendige als in uitwen dige kracht aan onze stands organisatie te danken! Een mooi hoofdstuk in de geschiedenis van onze sociale beweging blijft voor ons de stichting in 1919 van den R. K. Central len Raad van Bedrijven. Onze middenstandsbedrijfsraden zijn blijven bestaan en de ALgemeene R. K. Middenstands Bedrijfsraad heeft onder leiding van Dr. van Beurden mooi werk gedaan tot bevordering van den socialen vrede. Wij hebben de lampen brandende ge houden; wij hebben de bedrijfsorganisatie in practijk gebracht, die Minister Ver schuur nu in zijn wetsontwerp heeft neer gelegd en die de Paus ons in Qaudragesi- mo Anno, maar met nog veel verder sterk- king en met nog veel grooter taak ter ver wezenlijking heeft voorgehouden. Het zou mij vandaag te ver voeren als ik alles wilde opsommen, wat onze bewe ging gedaan en bereikt heeft bij het be vorderen van meer gezonde en meer orde lijke toestanden in het middenstandsbe- drijf, wat zij gedaan heeft voor de ontwik keling van den middenstand; wat zij deed voor het lichamelijk heil van onze leden en hun huisgenooten door ons prachtig Santos-Fonds; wat zij deed voor de eco nomische versterking van zooveel verschil lende groepen van middenstanders, econo mische versterking, waarbij veel leergeld is moeten worden betaald, dat gelukkig voor den middenstand van tegenwoordig en van de toekomst niet zonder vrucht is gebleven. De Middenstandsraad en de andere over heidsinstellingen ten nutte van den mid denstand, waarop wij kunnen wijzen, o.a. het Economisch Instituut voor den Mid denstand, geven het duidelijkst aan den grooten vooruitgang, dien de middenstand in zijn positie heeft gebracht door zijn or- ganisatorisohen arbeid in de afgeloopen tientallen jaren. Hierna brengt spr. hulde aan hen, die hun krachten zooveel jaren aan den Bond hebben gegeven. Aan den vorigen bondsvoorzitter, den heer Verbeek, aan den heer Endel, den vroegeren redacteur van het bondsblad, aan de veteranen de heeren Dekker en Peters, aan den bondssecretaris, den heer Booy en vooral tenslotte aan den onver- moeiden werker Chris Jansen. Wij bidden en vertrouwen, aldus spr., dat Chris Jansen van uit den hemel ons Bondsfeest medemaakt en dat hij onzen Bond ook daar niet vergeet. De geschiedenis van onzen Bond is er een van op- en neer-'„en opgang. In de oorlogsjaren begon een krachtige groei van het ledental, die ons in den eer sten na-oorlogstijd naar den top voerde. Te gauw kwam de teruggang onder den invloed van de economische malaise en van het falen van verschillende instelllin- gen der organisatie. Pas in 1925 kwam het ledenverlies tot staan en sindsdien bevinden wij ons weer in een tijdperk van groei en van herstel van den ouden goeden geest. Wij vieren nu ons Zilveren Feest met een ledental van 8500, waarop de crisis gelukkig vooralsnog geen vat blijkt te hebben. Ook inwendig is ons organisatieleven in de laatste jaren door allerlei maatregelen versterkt. Mogen onze katholieke standgenooten in steeds breeder kring begrijpen, en be leven de waarachtige beteekeni= va» onze kath. sociale organisatie. Dit beteeKent, dat zij begrijpen de plaats en de overgroo- te taak van onze diocesane en landelijke organisatie in stands- en vakverband, naast j het werk en het nut der plaatselijke ver- eenigingen. Dat beteekent, dat zij inzicht hebben in de beslissende taak van onze katholieke sociale organisaties in dezen tijd, ook en speciaal voor den middenstand. Aan dit inzicht ontbreekt nog veel. Moge het door dit Feest worden bevor derd en worden uitgebreid. Dan, Mijne Heeren, kunnen wij met ver trouwen uitzien naar het gouden Feest van onzen Bond. Na deze rede bracht de heer van Tete ring den heer Struycken in hartelijke be woordingen dank, waarbij hij in een aller aardigste vorm herinnerde aan het veie werk door Struycken verricht en aan het feit, dat Struycken eens meende te moeten heengaan. - En hij besloot met de woorden: Heer Struycken blijf bij ons, want het wordt avond en de dag is reeds gedaald. Onze taak nog niet voleind. Dan was het woord aan den Weleerw. heer W. Bosch, Kapelaan te Amsterdam, met het onderwerp: Onze taak nog niet i voleind. Dit vijfde lustrum, aldus spr., straalt Roomsche glorie uit, omdat wij hier ver eenigd zijn om onzen Bisschop, die „recht en vrede' wilde. Het feit ook van dit con gres straalt Roomsche glorie uit, omdat 9000 leden en vele instellingen van den R. K. Middenstandsbond getuigen van ver knochtheid aan den Bisschop en van ge hoorzaamheid aan den Paus. De plaats waar wij samenkomen straalt Roomscne glorie uit, omdat Haarlem de stad is, waar Monseigneur Callier eens zetelde, die de stoot gaf tot de oprichting van de Hanze. Het doel zelf der feestviering straalt Roomsche glorie uit. Spr. herinnert aan de spreuk van Paus Pius X: Alles herstel len in Christus en ziet, dan is onze taak nog niet voleind. Want db maatschappij is ziek en er zijn vele dokters, maar geen, die verbetering kan brengen. De ellende van dezen tijd komt, omdat men Christus uit onze maatschappij heeft gebannen, daardoor zijn recht en liefde is verdwenen. Wat hebben wij nu te doen om Christus weer terug te brengen in onze maatschap pij? In Christus treft ons het meest Zijn strenge rechtvaardigheidszin en Zijn alles- opofferende liefde. Vanuit het Kruisbeeld gaat de wereld- verlossende en de wereldhervormende kracht. Welnu, door gebed, door het propagee- ren der Chr. beginselen, door te arbeiden aan de triomf van Christus rechtvaardig heid en liefde moeten wij de hervormende kracht van Christus doorwerken. Dat is onze adeldom, die verplicht. Dat moeten wij doen, vereenigd in onze R. K. organisatie, want dat lidmaatschap moet voortkomen uit de gloeiende overtui ging, dat mede van ons de wereldhervor mende kracht moet uitgaan. Daarom is onze taak nog niet voleind. Bij deze onze taak hebben wij tot gids de Rerum Novarum en de Quadragesimo Anno, die vruchten hebben gedragen van kath. solidarisme. Spr. brengt dan hulde aan die ons zijn voorgegaan, aan Dr. Sckaepman, aan Mgr. Aengenent, onze sociale Bisschop. Aan uw voeten, Monseigneur, aldus spr. leggen de middenstanders nu hun bewon dering voor uw sociaal werk, dat gij als kapelaan, als professor, als Bisschop hebt verricht. Zij leggen aan uw voeten neer de verzekering u trouw te zullen blijven, Ook Prof. Aalberse huldigde spr. als een vriend van den Middenstand. Spr. wees er tenslotte op, allen vereeni- gingsmannen te zijn van professie om met een gloedvolle peroratie zijn rede te be sluiten. De feestgave. Nadat door alle aanwezigen het Bonds lied voor den R. K. Middenstand was ge zongen, overhandigde de heer A. Vlaar, penningmeester der jubileum-commissie de feestgave, n.l. een bedrag van 2150 voor een fonds tot oprichting van hulp- en voor schotbanken in ons bisdom ten steun vooral aan kleine middenstanders. Deze sprak de hoop uit, dat met dit bedrag de eerste steen hiervoor zou zijn gelegd. Hierna spraken nog woorden van geluk- wensch de voorzitters van den Bosschen en Limburgschen Middenstandsbond, wel ke laatste in ronde Limburgsche taal een bedrag aanbood voor bovengenoemd fonds. Deze gave werd met luid applaus be groet. De Bisschop spreekt. Hierna nam Z. Hoogw. Excellentie Mgr. Aengenent het woord, de aanwezigen als volgt toesprekend: Dierbare Hanzeleden. Ik kan niet zeggen hoe het mij verheugt, dat gij in zulk een grooten getale naar Haarlem gekomen zijt om het Bondsfeest te vieren. Indrukwekkend was het schouw spel zooveel honderden hedenmorgen te zien iu de Kathedraal voor het Hanze- altaar. Ook nu is die groote opkomst een tref fend schouwspel. Het is een bewijs, dat ge hart hebt voor uw bond, dat ge meeleeft met uw bond. Toen ik die aanhankelijkheid zag aan het kerkelijk gezag, heb ik tot mijzelf ge zegd, wij bezitten een heerlijken R. K. Middenstand en dus valt er in de toekomst voor Kerk en Maatschappij niets te vree zen. Wanneer ik vandaag getuige ben van den bloei van uw organisatie, dan ga ik 25 jaar terug en dan denk ik aan mijn doorluchtigen voorganger Mgr. Callier, die den eersten stoot gaf aan deze organisatie en ik ben overtuigd uit aller naam te spre ken, als ik aan zijn nagedachtenis eerbie dige hulde breng. Ik breng ook hulde aan het bestuur, als ik vandaag de bloei zie van „De Hanze", want zonder een krach tig bestuur ware zulk een bloei niet mo gelijk. Mgr. wil dan vooral hulde en dank bren gen aan twee personen, die onschatbare verdiensten hebben voor de Hanze, n.l. de heer E. J. M. Stumpel uit Hoorn en de heer Peters uit Amsterdam. En het verheugt mij dan ook, aldus de Bisschop, mede te kunnen deelen, dat zij het eerekruis Pro Ecclesia et Pontifice van Z. H. hebben ontvangen. Onder luid ap plaus spelde Monseigneur hen beiden de onderscheiding op de borst, waarna hij tot beiden woorden van gelukwensch richtte. Als ge vraagt, aldus vervolgde de Bis schop, waarom ik bezield ben met zulk oen groote sympathie voor uwen bond, dan antwoord ik dat ik daarvoor twee re denen, heb. Ten eerste omdat uw bond er machtig veel toe heeft bijgedragen om bij de mid denstanders den godsdienstzin te verdie pen, getuige het feit van de oprichting van het Hanze-altaar bij "het derde lustrum. Daarom was hot mij ook een vreugde aan uw altaar de H. Mis op te dragen en daar den zegen van God over u af te smeeken. Ik heb toen gedacht, aldus de Bisschop, wat zal God met welgevallen op u neer zien, die dit altaar voor Hem hebt opge richt. In u is gegroeid het besef, dat wij Roomsch moeten zijn niet alleen in ons huis en. F1 kerk, maar dat wij ook onze over tuiging moeten uitdragen in het openbare leven. Gij zijt overtuigd, dat gij ook in uw za kenleven Roomsch moet zijn in overeen stemming met de Quadrages-imo Anno, waarin als hoofdoorzaak van de wereld- ontreddering wordt genoemd, dat de Christel, geest niet werd erkend in het zakenleven en in de economische verhou dingen. Daarom mocht gij trotsch zijn, dat gij reeds jarenlang hebt gearbeid volgens de ideeën van den Paus. Ten tweede omdat door uwen bond krach tig is aangekweekt de geest van saamhoo- righeid, van Christelijke solidariteit. Gij zijt diep overtuigd van de waarheid van het woord van Pius XI, dat ook het egoisme de oorzaak is van veel ellende. Er moet zijn een harmonische samenwer king tusschen de verschillende klassen der maatschappij en dus eerst tusschen de le den dier klassen. Deze gedachte is steeds door u gepropageerd en daarom is de Hanze mij dierbaar. In den Middenstand leeft ook zoo krach tig het idee van de wensohelijkheid van be- drijfsraden. Ik zou wenschen, aldus de Bis schop, dat alle vakbonden in den Midden stand kwamen tot het inzicht van de nood zakelijkheid van bedrijfsraden. Ontbreekt dit inzicht, dan beantwoorden zij niet aan hun doel. Ook om zijn vele instellingen is mijn sympathie voor uw bond zoo groot. Ik spreek den wensch uit, dat het getal van 9000 leden steeds moge groeien en dat bij Let volgend lustrum weer duizende le den voor den bond zullen zijn aangewon nen. Ik wil den zegen van God afroepen, op dat Hij u instorte een onoverwinnelijk Godsvertrouwen, want in deze moeilijke tijden is het gevaar niet denkbeeldig, dat sommigen het vertrouwen op God zouden verliezen. Moge God u daarom steeds een grooter besef geven van de woorden aan den Apostel, dat voor den mensch die God werkelijk lief heeft, alles ten goede wendt en dat wij de kracht mogen hebben te zeg gen zooals Job, evenals de voorspoed ook de tegenspoed uit Gods hand te aanvaar den. Die zegen zal ik afsmeeken over uw Bond, uw huis en uw kinderen en ik hoop, dat de Hanze nog veel nut zal stichten in de toekomst voor de Kerk en de Maat schappij. Nadat de heer van Tetering den Bisschop had bedankt, verleende Monseigneur aan allen zijn zegen, waarna het „Aan U, o Koning der eeuwen gezongen werd. Aan 't einde bracht de heer van Tete ring dank aan God voor dezen feestelijken dag, vervolgens aan den feestredenaar, Kapelaan W. Bosch, aan alle geestel. en wereldlijke autoriteiten, om tenslotte met den chr. groet te besluiten. Na de vergadering werd door het hoofd bestuur in restaurant Brinkman gereci pieerd, waarna de feestda-g besloten werd met een gemeensohappelijken maaltijd. „DE GROOTSTE VLOEK". Door de S. D. A. P. worden alom vredes demonstraties belegd. D? vredesdemonstranten zeiden bij mon de van den heer S. de la Bella: „De strijd tegen het militairisme en die tegen het rapport-Weiter vloeien in ons land ineen". Deze absurditeit aldus schrijft de „Maasbode" vormde echter niet het toppunt. Dit laatste werd bereikt tijdens de wandeling, welke het „Volk" aldus schil dert: Spreekkoren klonken uit den stoet op. De politie had het wel verboden, maar wie doet me wat, als je met twintig duizend man demonstreert! „Wij willen geen her haling van 1914!" riepen onze demonstran ten den wachtenden toe en zij vonden, al optrekkende, een karakteristiek onzer landspolitiek in den kreet: „Wie is de grootste vloek? Ruys de Beerenbrouck!" Hier constateeren wij eerst, hoe de lei ders, 1 ij d e r s der massa worden, die zich 6poedig te buiten gaat. Vervolgens vragen wij ons af, of een Al- barda* zich niet schaamt, dat een man al 3 Ruys de Beerenbrouck, die de humaniteit zelf is en die als politicus en particulier een staat van dienst voor de opheffing van de massa heeft als weinigen, dat zulk een man hij zij dan een principieel tegen stander zoo infaam en persoonlijk be streden wordt? Men behoeft het volstrekt niet in alles met Buys eens te zijn, maar canaille-kre ten tegen een man, die jarenlang Neder lands premier was en lid van het parle ment, beteekenen een verruwing van deu politieken strijd, waarover de S. D. A. P. eens bitter zal rouwen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6