HET ZILVEREN FEEST VAN DEN
R.K. MIDDENSTAND
Andere bladen schrijven
DONDERDAG 8 SEPTEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
De feestvergadering in het Concertgebouw
te Haarlem
EEN WAARDEEREND WOORD VAN DEN BISSCHOP
Pauselijke onderscheidingen
HY IS bE MAN NE WORbJ
ONTHOOFD I
HY HEEFT NOOIT AAN'TSUECES
VAN AGVERTEEREN GEUOOFG
Het groote feest van den R. K. Midden
standsbond in het bisdom Haarlem werd
gistermiddag om drie uur voortgezet met
een feestvergadering in het Gemeentelijk
Concertgebouw te Haarlem.
De groote concertzaal was geheel ge
vuld met leden en bestuurderen van alle
afdeelingen. Het groote podium was ver
sierd met palmen en bloemen, en midden
op het podium onder het bondsvaandel
stond het portret van den onvergetelijkcn
Ohris Jansen.
Een strijkje kortte den tijd voor de ver
gadering, die even over drie uur een aan
vang nam.
Aanwezig waren o.a. de vicaris-generaal
van het bisdom Haarlem Mgr. M. P. J.
Möllmann, Z. Exc. oud-minister Prof. Mr.
P. J. M. Aalberse, rechtskundig adviseur,
Burgemeester C. Maarschalk en wethou
der van Liempt, Mr. J. N. J. C. Heerkens
Thijssen, Lid van de Eerste Kamer, C. L.
v. d. Bilt, Mr. J. A. G. M. van Hellenberg
Hubar, en E. Lockef eer, leden van de
2e Kamer, Jos. Me ij ring, vioe-voorzitter
van den Ned. R. K. Middenstandsbond, J.
H. v. d. Akker, voorz. Ned. R. K. Volks
bond in het bisdom Haarlem, G. W.
Kampschoër, voorz. van den R. K. Land
en Tuinbouwbond, en het volledig hoofd
bestuur.
Het openingswoord werd gesproken door
den voorzitter der feestcommissie, den
heer P. J. M. van Tetering, die opende
met den Chr. groet. Vijf-en-twintig jaar is
die Ohr. groet gesproken, vijf-en-twintig
jaar de principieele lijn gevolgd.
Spr. brengt dan hulde aan Ohris Jan
sen, aan Mgr. Gallier z.g. en dankt God,
dat hij ons schonk een socialen Bisschop
als Mgr. Aengenent.
Spr. brengt voorts hulde aan Mgr. Möll-
mann voor zijn meeleven met de organisa
tie en verw'komt allen, vooral den Bur
gemeester van Haarlem, die ondanks zijn
drukke werkzaamheden, toch even hier in
ons midden wil vertoeven.
Wij zullen nu onzen staat van dienst
gaan opmaken, wij zullen in de toekomst
gaan schouwen en straks aanheffen de
kreet: God wil het, ten strijde!
Hierna deelde Mr. T. J. H. Bach mede
dat de volgende telegrammen waren ver
zonden.
Aan Z. H. den Paus een telegram van
den volgenden inhoud:
De R. K. Middenstandsbond van het Bis
dom te Haarlem, te Haarlem vereenigd
voor de viering van zijn 25-jarig bestaans-
feest, biedt aan Uwe Heiligheid aan de
betuiging van rotsvast geloof en kinder
lijke liefde en smeekt om Uwen zegen voor
den Bond. zijne leden en hunne gezinnen.
C. J. G. STRUYCKEN,
Voorzitter.
Aan H. M. de Koningin:
De R. K. Middenstandsbond van het Bis
dom Haarlem, te Haarlem bijeen voor
de plechtige viering van zijn 25-jarig be
staan, betuigt Uwe Majesteit en Haar Huis
zijn gevoelens van onwankelbare trouw en
warme aanhankelijkheid.
C. J. G. STRUYCKEN,
Voorzitter.
Telegrafische gelukwenschen waren bin
nengekomen van Z.Exc. Minister Verschuur
die seinde: Kan tot mijn spijt uw feest niet
bijwonen, doch beveel mij reeds aan voor
uw gouden feest, inmiddels groei en bloei
toegewenscht.
Voorts van het Tweede Kamerlid Annie
Meijer, van de presidente van den Dioc. R-
K. Vrouwenbond, van het hoofdbestuur
van de Hanze in het Aartsbisdom, van de
Ned. R. K. Bonden van Horlogemakers,
van Restaurant-, Café en Vergunninghou
ders, van den Ned. R. K. Meuibelmakers-
bond, van het bestuur der Hanze glasver-
zekering en vele anderen.
Hierop werd het „Aan U o Koning der
Eeuwen" door allen gezongen.
Juist was hierna de bondsvoorzitter zijn
rede aangevangen, toen Z. H. Exc. Mgr.
Aengenent ter vergadering kwam.
De Bisschop, die met luid gejuich werd
verwelkomd, nam op het podium plaats en
'werd door den heer P. J. van Tetering ver
welkomd, met eenige hartelijke woorden.
Spr. zeide den Bisschop dankbaar te zijn,
dat hij het middelpunt wil zijn van dit
feest, dankbaar voor het H. Misoffer dat
[bij opdroeg aan het Hanze-altaar en voor
zijn bijdrage in de feestgids.
Uit uw bekende standaardwerk, aldus
spr., spreekt een liefde voor den Midden
stand. Als Bisschop mogen we nog meer
uwe bescherming genieten, want steeds
steunt Gij den Middenstand met woord en
geschrift. Daaarvoor brengen wij U onze
eerbiedige hulde en dank.
Bij het vorige lustrum was U Monseig
neur, feestredenaar op ons feest, thans zijt
Gij weer in ons midden nu als Bisschop.
Spr. doet de belofte namens het bestuur
zich tot taak te stellen naar het hoogere
te streven en zich steeds te beijveren recht
vaardigheid en vrede „Pax et justitia" in
practijk te brengen.
De herdenkingsrede van
den voorzitter.
Hierna nam de bondsvoorzitter, de heer
C. J. G. Struycken het woord, tot het uit
spreken eener herdenkingsrede.
Spr. begon met te zeggen, dat deze feest
dag in Haarlem werd gevierd, omdat Haar
lem de woonplaats was van den eigenlijken
stiohter van den Bond, Mgr. Callier, die
op den Delftschen Katholiekendag in 1906
een opwekking tot principieele organisatie
richtte tot de middenstanders van zijn
Diocees.
Op dezen dag brengen wij dan ook aller
eerst dank aan het hoogste Kerkelijk Ge
zag in ons Bisdom.
Dank aan wijlen Mgr. Callier, die steeds
zoo nauwlettend waakte voor het princi
pieel karakter van onze organisatie.
Dank aan Mgr. Aengenent, die geen mid
del onbeproefd laat om het organisatiele
ven onder de middenstanders van zijn dio
cees te versterken.
Dank brengen wij voor die gansche
reeks van hoogstaande en opofferende
priesters, die wij in den loop van deze
25 jaar als geestelijk raadsman aan onze
Bond zagen toegewezen.
Was de stichting van onzen Bond in
1907 allereerst een gevolg van het woord
van Mgr. Callier, ook de K. S. A., waaraan
Katholiek Nederland zooveel te danken
heeft, heeft tot de oprichting van onzen
diocesane organisatie het hare bijgedragen.
In dezen tijd, nu er in onze kringen
nieuwe belangstelling is gekomen voor
sociale stude en sociale actie en nu de
Paus ons opnieuw met zooveel kracht tot
socialen hervormingsarbeid heeft opgeroe
pen, nu voelen wij eigenlijk het gemis van
een dergeliike instelling als de K. S. A.
destijds was.
Maar des te sterker beseffen wij de be-
teekenis, die de K. S. A. in die jaren had.
Onze dank gaat dan ook uit naar den
man, die den bloeitijd van z'n leven zich in
dienst van de Katholieke Sociale Actie
heeft gesteld en die daarna zijn stempel
drukte op een groot deel van onze sociale
wetgeving; den man, die zooveel deed
voor onzen middenstand en die gedurende
25 jaar de rechtskundige adviseur wilde
zijn van onzen Bond; onze dank gaat uit
naar Professor Aalberse.
Als ik»U in korte trekken wil schetsen,
wat onze Bond in die 25 jaren tot stand
heeft gebracht, dan kan ik geen onder
scheid maken tusschen het werk van onze
diocesane en van onze landelijke organi
satie.
Onder de prestaties van onze katholieke
middenstandsbeweging wijzen wij aller
eerst met trots op de instellingen, die zij
in het leven heeft geroepen.
Onze Bond had zijn aandeel in die
breede rij van stoffelijke instellingen, die
wij hebben gesticht tot versterking Van on
zen stand en van onze organisatie.
Ons Fonds U. B. O., dat momenteel, in
zoo bloeienden toestand verkeert, zou bij
na met onzen Bond mee kunnen jubileeren.
En evenals U. B. O. werpt ook ons
Eigen Informatie- en Incasso Bureau ver
buiten ons Bisdom zijn vruchten af.
Geen oogenblik aarzel ik ook om onze
Haarlem8che Hanzebank op dit oogenblik
te noemen.
Van den aanvang af van het bestaan van
onzen Bond hebben wij naar de stich
ting van een eigen bank gestreefd.
Ik weet, dat de val onzer bank ernstige
en betreurenswaardige gevolgen heeft ge
had voor velen en ook voor onze organisa
tie, en verschillenden zullen denken, dat
ik beter deed op dit oogenblik onze bank
onvermeld te laten.
Maar ik weet ook, dat onze eigen bank
de vrucht is geweest van een sterke en
zuivere katholieke standssolidariteit en
dat het geslacht van thans eerbied mag
hebben voor den enormen organisatori-
schen arbeid, die aan onze Hanzebank is
ten koste gelegd.
Geen enkele vlek kleeft er op het bla-
zoen van onze leiders en bestuurders en
alleen de rijksoverheid, die in dien tijd
met twee maten heeft gemeten en zij die
nalieten ons op het ernstige oogenblik de
helpende hand te reiken, alleen zij hebben
zich verwijten te maken, als er sprake is
van onze bank.
Hulde wil spr. op dit oogenblik brengen
aan de nagedachtenis van onzen vriend
Perquin, die het Zilveren Feest van onze
beweging niet heeft mogen meemaken.
De bevordering van de principieele pa
troons-vakorganisatie is een tweede groote
debet-post, die wij op de rekening van onze
beweging mogen plaatsen.
Onze Bisschoppen hebben steeds het
lidmaatschap van de standsorganisatie ver
plichtend gesteld voor de leden der ka
tholieke vakbonden.
Nog steeds zijn er, die weigeren zich
aan dit voorschrift te houden, maar wat
heeft de practijk in al die jaren de
onmisbaarheid van deze verplichting aan
getoond
Hoe ontzaglijk veel heeft de vakorgani
satie, zoowel in inwendige als in uitwen
dige kracht aan onze stands organisatie te
danken!
Een mooi hoofdstuk in de geschiedenis
van onze sociale beweging blijft voor ons
de stichting in 1919 van den R. K. Central
len Raad van Bedrijven.
Onze middenstandsbedrijfsraden zijn
blijven bestaan en de ALgemeene R. K.
Middenstands Bedrijfsraad heeft onder
leiding van Dr. van Beurden mooi werk
gedaan tot bevordering van den socialen
vrede.
Wij hebben de lampen brandende ge
houden; wij hebben de bedrijfsorganisatie
in practijk gebracht, die Minister Ver
schuur nu in zijn wetsontwerp heeft neer
gelegd en die de Paus ons in Qaudragesi-
mo Anno, maar met nog veel verder sterk-
king en met nog veel grooter taak ter ver
wezenlijking heeft voorgehouden.
Het zou mij vandaag te ver voeren als
ik alles wilde opsommen, wat onze bewe
ging gedaan en bereikt heeft bij het be
vorderen van meer gezonde en meer orde
lijke toestanden in het middenstandsbe-
drijf, wat zij gedaan heeft voor de ontwik
keling van den middenstand; wat zij deed
voor het lichamelijk heil van onze leden
en hun huisgenooten door ons prachtig
Santos-Fonds; wat zij deed voor de eco
nomische versterking van zooveel verschil
lende groepen van middenstanders, econo
mische versterking, waarbij veel leergeld
is moeten worden betaald, dat gelukkig
voor den middenstand van tegenwoordig
en van de toekomst niet zonder vrucht is
gebleven.
De Middenstandsraad en de andere over
heidsinstellingen ten nutte van den mid
denstand, waarop wij kunnen wijzen, o.a.
het Economisch Instituut voor den Mid
denstand, geven het duidelijkst aan den
grooten vooruitgang, dien de middenstand
in zijn positie heeft gebracht door zijn or-
ganisatorisohen arbeid in de afgeloopen
tientallen jaren.
Hierna brengt spr. hulde aan hen, die
hun krachten zooveel jaren aan den Bond
hebben gegeven.
Aan den vorigen bondsvoorzitter, den
heer Verbeek, aan den heer Endel, den
vroegeren redacteur van het bondsblad,
aan de veteranen de heeren Dekker en
Peters, aan den bondssecretaris, den heer
Booy en vooral tenslotte aan den onver-
moeiden werker Chris Jansen.
Wij bidden en vertrouwen, aldus spr.,
dat Chris Jansen van uit den hemel ons
Bondsfeest medemaakt en dat hij onzen
Bond ook daar niet vergeet.
De geschiedenis van onzen Bond is er
een van op- en neer-'„en opgang.
In de oorlogsjaren begon een krachtige
groei van het ledental, die ons in den eer
sten na-oorlogstijd naar den top voerde.
Te gauw kwam de teruggang onder den
invloed van de economische malaise en
van het falen van verschillende instelllin-
gen der organisatie.
Pas in 1925 kwam het ledenverlies tot
staan en sindsdien bevinden wij ons weer
in een tijdperk van groei en van herstel
van den ouden goeden geest.
Wij vieren nu ons Zilveren Feest met
een ledental van 8500, waarop de crisis
gelukkig vooralsnog geen vat blijkt te
hebben.
Ook inwendig is ons organisatieleven in
de laatste jaren door allerlei maatregelen
versterkt.
Mogen onze katholieke standgenooten
in steeds breeder kring begrijpen, en be
leven de waarachtige beteekeni= va» onze
kath. sociale organisatie. Dit beteeKent,
dat zij begrijpen de plaats en de overgroo-
te taak van onze diocesane en landelijke
organisatie in stands- en vakverband, naast
j het werk en het nut der plaatselijke ver-
eenigingen.
Dat beteekent, dat zij inzicht hebben in
de beslissende taak van onze katholieke
sociale organisaties in dezen tijd, ook en
speciaal voor den middenstand.
Aan dit inzicht ontbreekt nog veel.
Moge het door dit Feest worden bevor
derd en worden uitgebreid.
Dan, Mijne Heeren, kunnen wij met ver
trouwen uitzien naar het gouden Feest van
onzen Bond.
Na deze rede bracht de heer van Tete
ring den heer Struycken in hartelijke be
woordingen dank, waarbij hij in een aller
aardigste vorm herinnerde aan het veie
werk door Struycken verricht en aan het
feit, dat Struycken eens meende te moeten
heengaan. -
En hij besloot met de woorden: Heer
Struycken blijf bij ons, want het wordt
avond en de dag is reeds gedaald.
Onze taak nog niet voleind.
Dan was het woord aan den Weleerw.
heer W. Bosch, Kapelaan te Amsterdam,
met het onderwerp: Onze taak nog niet
i voleind.
Dit vijfde lustrum, aldus spr., straalt
Roomsche glorie uit, omdat wij hier ver
eenigd zijn om onzen Bisschop, die „recht
en vrede' wilde. Het feit ook van dit con
gres straalt Roomsche glorie uit, omdat
9000 leden en vele instellingen van den R.
K. Middenstandsbond getuigen van ver
knochtheid aan den Bisschop en van ge
hoorzaamheid aan den Paus. De plaats
waar wij samenkomen straalt Roomscne
glorie uit, omdat Haarlem de stad is, waar
Monseigneur Callier eens zetelde, die de
stoot gaf tot de oprichting van de Hanze.
Het doel zelf der feestviering straalt
Roomsche glorie uit. Spr. herinnert aan
de spreuk van Paus Pius X: Alles herstel
len in Christus en ziet, dan is onze taak
nog niet voleind.
Want db maatschappij is ziek en er zijn
vele dokters, maar geen, die verbetering
kan brengen.
De ellende van dezen tijd komt, omdat
men Christus uit onze maatschappij heeft
gebannen, daardoor zijn recht en liefde is
verdwenen.
Wat hebben wij nu te doen om Christus
weer terug te brengen in onze maatschap
pij?
In Christus treft ons het meest Zijn
strenge rechtvaardigheidszin en Zijn alles-
opofferende liefde.
Vanuit het Kruisbeeld gaat de wereld-
verlossende en de wereldhervormende
kracht.
Welnu, door gebed, door het propagee-
ren der Chr. beginselen, door te arbeiden
aan de triomf van Christus rechtvaardig
heid en liefde moeten wij de hervormende
kracht van Christus doorwerken. Dat is
onze adeldom, die verplicht.
Dat moeten wij doen, vereenigd in onze
R. K. organisatie, want dat lidmaatschap
moet voortkomen uit de gloeiende overtui
ging, dat mede van ons de wereldhervor
mende kracht moet uitgaan. Daarom is
onze taak nog niet voleind.
Bij deze onze taak hebben wij tot gids
de Rerum Novarum en de Quadragesimo
Anno, die vruchten hebben gedragen van
kath. solidarisme.
Spr. brengt dan hulde aan die ons zijn
voorgegaan, aan Dr. Sckaepman, aan Mgr.
Aengenent, onze sociale Bisschop.
Aan uw voeten, Monseigneur, aldus spr.
leggen de middenstanders nu hun bewon
dering voor uw sociaal werk, dat gij als
kapelaan, als professor, als Bisschop hebt
verricht. Zij leggen aan uw voeten neer
de verzekering u trouw te zullen blijven,
Ook Prof. Aalberse huldigde spr. als een
vriend van den Middenstand.
Spr. wees er tenslotte op, allen vereeni-
gingsmannen te zijn van professie om met
een gloedvolle peroratie zijn rede te be
sluiten.
De feestgave.
Nadat door alle aanwezigen het Bonds
lied voor den R. K. Middenstand was ge
zongen, overhandigde de heer A. Vlaar,
penningmeester der jubileum-commissie de
feestgave, n.l. een bedrag van 2150 voor
een fonds tot oprichting van hulp- en voor
schotbanken in ons bisdom ten steun vooral
aan kleine middenstanders. Deze sprak de
hoop uit, dat met dit bedrag de eerste
steen hiervoor zou zijn gelegd.
Hierna spraken nog woorden van geluk-
wensch de voorzitters van den Bosschen
en Limburgschen Middenstandsbond, wel
ke laatste in ronde Limburgsche taal een
bedrag aanbood voor bovengenoemd fonds.
Deze gave werd met luid applaus be
groet.
De Bisschop spreekt.
Hierna nam Z. Hoogw. Excellentie Mgr.
Aengenent het woord, de aanwezigen als
volgt toesprekend:
Dierbare Hanzeleden.
Ik kan niet zeggen hoe het mij verheugt,
dat gij in zulk een grooten getale naar
Haarlem gekomen zijt om het Bondsfeest
te vieren. Indrukwekkend was het schouw
spel zooveel honderden hedenmorgen te
zien iu de Kathedraal voor het Hanze-
altaar.
Ook nu is die groote opkomst een tref
fend schouwspel.
Het is een bewijs, dat ge hart hebt voor
uw bond, dat ge meeleeft met uw bond.
Toen ik die aanhankelijkheid zag aan
het kerkelijk gezag, heb ik tot mijzelf ge
zegd, wij bezitten een heerlijken R. K.
Middenstand en dus valt er in de toekomst
voor Kerk en Maatschappij niets te vree
zen.
Wanneer ik vandaag getuige ben van
den bloei van uw organisatie, dan ga ik
25 jaar terug en dan denk ik aan mijn
doorluchtigen voorganger Mgr. Callier, die
den eersten stoot gaf aan deze organisatie
en ik ben overtuigd uit aller naam te spre
ken, als ik aan zijn nagedachtenis eerbie
dige hulde breng. Ik breng ook hulde aan
het bestuur, als ik vandaag de bloei zie
van „De Hanze", want zonder een krach
tig bestuur ware zulk een bloei niet mo
gelijk.
Mgr. wil dan vooral hulde en dank bren
gen aan twee personen, die onschatbare
verdiensten hebben voor de Hanze, n.l. de
heer E. J. M. Stumpel uit Hoorn en de
heer Peters uit Amsterdam.
En het verheugt mij dan ook, aldus de
Bisschop, mede te kunnen deelen, dat zij
het eerekruis Pro Ecclesia et Pontifice van
Z. H. hebben ontvangen. Onder luid ap
plaus spelde Monseigneur hen beiden de
onderscheiding op de borst, waarna hij tot
beiden woorden van gelukwensch richtte.
Als ge vraagt, aldus vervolgde de Bis
schop, waarom ik bezield ben met zulk
oen groote sympathie voor uwen bond,
dan antwoord ik dat ik daarvoor twee re
denen, heb.
Ten eerste omdat uw bond er machtig
veel toe heeft bijgedragen om bij de mid
denstanders den godsdienstzin te verdie
pen, getuige het feit van de oprichting van
het Hanze-altaar bij "het derde lustrum.
Daarom was hot mij ook een vreugde
aan uw altaar de H. Mis op te dragen en
daar den zegen van God over u af te
smeeken.
Ik heb toen gedacht, aldus de Bisschop,
wat zal God met welgevallen op u neer
zien, die dit altaar voor Hem hebt opge
richt.
In u is gegroeid het besef, dat wij
Roomsch moeten zijn niet alleen in ons huis
en. F1 kerk, maar dat wij ook onze over
tuiging moeten uitdragen in het openbare
leven.
Gij zijt overtuigd, dat gij ook in uw za
kenleven Roomsch moet zijn in overeen
stemming met de Quadrages-imo Anno,
waarin als hoofdoorzaak van de wereld-
ontreddering wordt genoemd, dat de
Christel, geest niet werd erkend in het
zakenleven en in de economische verhou
dingen. Daarom mocht gij trotsch zijn, dat
gij reeds jarenlang hebt gearbeid volgens
de ideeën van den Paus.
Ten tweede omdat door uwen bond krach
tig is aangekweekt de geest van saamhoo-
righeid, van Christelijke solidariteit.
Gij zijt diep overtuigd van de waarheid
van het woord van Pius XI, dat ook het
egoisme de oorzaak is van veel ellende.
Er moet zijn een harmonische samenwer
king tusschen de verschillende klassen der
maatschappij en dus eerst tusschen de le
den dier klassen. Deze gedachte is steeds
door u gepropageerd en daarom is de
Hanze mij dierbaar.
In den Middenstand leeft ook zoo krach
tig het idee van de wensohelijkheid van be-
drijfsraden. Ik zou wenschen, aldus de Bis
schop, dat alle vakbonden in den Midden
stand kwamen tot het inzicht van de nood
zakelijkheid van bedrijfsraden. Ontbreekt
dit inzicht, dan beantwoorden zij niet aan
hun doel.
Ook om zijn vele instellingen is mijn
sympathie voor uw bond zoo groot.
Ik spreek den wensch uit, dat het getal
van 9000 leden steeds moge groeien en dat
bij Let volgend lustrum weer duizende le
den voor den bond zullen zijn aangewon
nen.
Ik wil den zegen van God afroepen, op
dat Hij u instorte een onoverwinnelijk
Godsvertrouwen, want in deze moeilijke
tijden is het gevaar niet denkbeeldig, dat
sommigen het vertrouwen op God zouden
verliezen. Moge God u daarom steeds een
grooter besef geven van de woorden aan
den Apostel, dat voor den mensch die God
werkelijk lief heeft, alles ten goede wendt
en dat wij de kracht mogen hebben te zeg
gen zooals Job, evenals de voorspoed ook
de tegenspoed uit Gods hand te aanvaar
den.
Die zegen zal ik afsmeeken over uw
Bond, uw huis en uw kinderen en ik hoop,
dat de Hanze nog veel nut zal stichten in
de toekomst voor de Kerk en de Maat
schappij.
Nadat de heer van Tetering den Bisschop
had bedankt, verleende Monseigneur aan
allen zijn zegen, waarna het „Aan U, o
Koning der eeuwen gezongen werd.
Aan 't einde bracht de heer van Tete
ring dank aan God voor dezen feestelijken
dag, vervolgens aan den feestredenaar,
Kapelaan W. Bosch, aan alle geestel. en
wereldlijke autoriteiten, om tenslotte met
den chr. groet te besluiten.
Na de vergadering werd door het hoofd
bestuur in restaurant Brinkman gereci
pieerd, waarna de feestda-g besloten werd
met een gemeensohappelijken maaltijd.
„DE GROOTSTE VLOEK".
Door de S. D. A. P. worden alom vredes
demonstraties belegd.
D? vredesdemonstranten zeiden bij mon
de van den heer S. de la Bella: „De strijd
tegen het militairisme en die tegen het
rapport-Weiter vloeien in ons land ineen".
Deze absurditeit aldus schrijft de
„Maasbode" vormde echter niet het
toppunt. Dit laatste werd bereikt tijdens
de wandeling, welke het „Volk" aldus schil
dert:
Spreekkoren klonken uit den stoet op.
De politie had het wel verboden, maar wie
doet me wat, als je met twintig duizend
man demonstreert! „Wij willen geen her
haling van 1914!" riepen onze demonstran
ten den wachtenden toe en zij vonden, al
optrekkende, een karakteristiek onzer
landspolitiek in den kreet: „Wie is de
grootste vloek? Ruys de Beerenbrouck!"
Hier constateeren wij eerst, hoe de lei
ders, 1 ij d e r s der massa worden, die zich
6poedig te buiten gaat.
Vervolgens vragen wij ons af, of een Al-
barda* zich niet schaamt, dat een man al 3
Ruys de Beerenbrouck, die de humaniteit
zelf is en die als politicus en particulier
een staat van dienst voor de opheffing van
de massa heeft als weinigen, dat zulk een
man hij zij dan een principieel tegen
stander zoo infaam en persoonlijk be
streden wordt?
Men behoeft het volstrekt niet in alles
met Buys eens te zijn, maar canaille-kre
ten tegen een man, die jarenlang Neder
lands premier was en lid van het parle
ment, beteekenen een verruwing van deu
politieken strijd, waarover de S. D. A. P.
eens bitter zal rouwen!