Pontificale Inzegening Sportterrein „Haagweg
De plicht der Ouders
DINSDAG 16 AUGUSTUS 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
11
De Bisschop bespreekt de sportbeweging.
Zondag is voor de Katholieke Sport in
Leiden een belangrijke dag geweest. Het
nieuwe terrein of eigenlijk het nieuwe R.
K. Sportpark aan den Haagweg is met
groote en voorname plechtigheden, waar
van het hoogtepunt, was de inzegening der
terreinen door Z. Hoogw. Exc. Mgr. J. D.
J. Aengenent, door de R. K. Sportcentrale
in gebruik genomen.
De groote dag begon natuurlijk met een
H. Mis in de Lodewijkskerk, opgedragen
door den sport-adviseur Kap. H. Bangert
•en bijgewoond door alle leden der R. K.
Sportvereenigingen, die onder de H. Mis
ter H. Tafel naderden.
Na het Evangelie sprak kapelaan Ban
gert hen allen toe, het vermanend tot of
fervaardigheid naar lichaam en geest naar
het voorbeeld van den H. Aloysius.
Na de H. Mis had in de groote zaal van
„Conoordia" een feestelijk ontbijt plaats,
waarbij het bestuur der R. K. Sportcen
trale mede aanzat.
Hier werd een welkomstwoord gespro
ken door den voorzitter der Sportcentrale,
den heer H. Hermans, die wees op het
groote belang van dezen dag, ook werd
het woord gevoerd door kap. Bangert, die
zeide, dat deze dag een bewijs was, dat
met goeden wil en samenwerking, met
doorzetten, het onmogelijke
kan worden.
De voorzitters van „Leiden", „Bood-
Wit" en „De Bataven" boden vervolgens
met hartelijke woorden resp. een Maria
beeld, Kruisbeelden en een H. Hartbeeld
voor het clubhuis op het terrein aan.
Het behoeft geen betoog dat de maaltijd
in de prettigste stemming verliep.
De Junioren-wedstrijd.
Te circa 1 uur vond de ontmoeting
plaats tussohen de beide Junioren-elftal
len van „Leiden" en Rood-Wit. Na het be-
ginsein, gegeven door scheidsrechter Heu-
zen, werd met veel animo aangepakt en
het was direct te zien, dat de een voor den
ander niet wilde onder doen. Het duurde
dan ook plm. 10 min. aleer Rood-Wit er
in slaagde met een prachtdoelpunt er 10
van te maken. Leiden liet zidh niet onbe
tuigd en voor de rust werd aangekondigd
was de stand 11. Als weer wordt begon
nen zien wij weer een vinnige strijd, waar
bij de partijen om beurten in den aanval
zijn, doch de achterhoeden zijn voor hun
taak berekend. Het publiek, dat allengs
tot een groote menigte aangroeide, leefde
onmiddellijk met den strijd mede om zijn
favoriete aan te moedigen, die daardoor
alles op alles zette. 1 minuut voor het ein
de was Rood-Wit de gelukkige door den
winnenden goal te maken en den stand op
21 in haar voordeel te brengen. Daarin
kwam geen verandering meer en Rood-Wit
wist door deze magere overwinning be
slag te leggen op de herinneringsmedaille
door de Katholieke Sportcentiale beschik
baar gesteld.
De komst van den Bisschop.
Terwijl de junioren-wedstrijd neg in; vol
bedrijf was en de bal als een gevaarlijk
projectiel over en naast het veld vloog,
kwamen de talrijke genoodigden het veld
op, om getuige te zijn van de plechtige in
zegening door Mgr. den Bisschop. Onder
hen, die op de feestelijk versierde en be-
ylagde tribunes plaats namen. merkten
wij op bijna de geheele geestelijkheid der
stad en de „fine fleur' van Leiden's ka
tholieke burgerij.
Van buiten Leiden waren aanwezig de
weleerw. heeren S. Braakman uit Den
Haa.g, kapelaan Olsthoom, adviseur van
„Lenig en Snel", kapelaan Hoek uit Voor
schoten en Pater Groot, een broer van den
Rector van „Duinzicht".
De sporters stelden zich in een haag op
aan weerszijden van het pad, waarlangs
Mgr. naar de tribune zou komen. In hun
luchtige witte costuums vormden deze rijen
een aardig effect.
Even over twee arriveerde de Bisschop,
vergezeld van zijn secretaris, den zeereerw.
heer Agterhof.
Achter Z. H. Exc. sloot de haag van
sportlui zich weer aaneen, om nn voor
afgegaan door de daverende marschmuziek
van „Perosi" langs de tribune te defi-
leeren.
De Bataven en Rood-Witters beoefen
den vervolgens een soort sport, die ons
op heete zomerdagen als Zondag wel de
meest geschikte lijkt; zij vleiden zich lang
uit in het gras, alzoo witte letters op
groen fond het woord „welkom" schrij
vend.
Twee kleine meisjes, Anneke Hermans
en Philo Wijtenburg, boden den hoogen
gast bloemen aan in de kleuren der sport
vereenigingen: Rood-Wit, met een rood
zwart lint.
De Bisschop toonde zich met deze atten
tie zeer ingenomen.
Vanaf een geïmproviseerd spreekge
stoelte tegenover de tribune sprak daar
op kapelaan H. Bangert het welkomst
woord een welkomstwoord dat „op
pooten" stond.
Welkomstwoord van kapelaan
H. Bangert.
Monseigneur,
Het is met gevoelens van de grootste
dankbaarheid en waardeering, dat de B.
K. Centrale voor Lichamelijke Opvoeding
en Sporbbelangen te Leiden uwe Hoog
waardige Excellentie ontvangt.
Want, als wij vandaag een werkelijk-
glorievolle dag beleven, dan moge U. Mon
seigneur, bedenken en een ieder moge het
weten, dat de stuwing naar deze dag van
U is uitgegaan.
Als ik vanmiddag, Monseigneur, het
woord tot U mag richten, dan is dat als
G. Adv. van en namens de nieuwe R. K.
Centrale op uwe instigatie opgericht en
door Uwe besluiten over de R. K. vrouwe
lijke sportbeoefening noodzakelijk gewor
den.
Mocht ik erin slagen deze nieuwe Cen
trale samen te stellen, dan was het alweer
te danken vooral aan uw krachtig beroep
op de vooraanstaande R. K. mannen van
Leiden en Uwe gaarne toegezegde en ver
leende Bisschoppelijke Zegeningen over
hirnne personen, hunne huisgezinnen,
hunne zaken en hun werk.
Zij hebben nu een stuk werk geleverd
in het belang van de R. K. Sport hier ter
plaatse, een stuk werk, waarop zij met
volle reden trots mogen zijn.
Maar het waren alweer de royale toe
zeggingen van Uwe Hoogwaardige Excel
lentie, die de heeren der R. K. Sportcen
trale deden besluiten zich in financieele
zorgen te steken en Uw onmisbaar mede
werken en meevoelen deed hen vertrou
DE PONTIFICALE INZEGENING VAN HET R.K. SPORTPARK
„HAAGWEG" te Leiden Z. H. Exc. Mgr. Aengenent verricht de
inzegening
wen scheppen in de toekomst, die van
zeer vele katholieke Leidsohe ingezetenen
nog veel meer sympathie, medewerken
en meevoelen moet brengen en brengen
zal op Uw zeer zeker weldadig werkend
voorbeeld.
Zoo zien wij U dan in ons midden, Mon
seigneur, allereerst om eenieder te bewij
zen, dat wij met onze nieuwe be
weging geheel en al staan
(en w ij o ok a 11 e e n) aan Uwe zijde en
Gij aan de onze.
Het stempel van Bisschoppelijke goed
keuring, door alle weldenkende sporters
en ouders van sporters zoo allereerst ge-
wenscht en geëischt, hadt Ge wel niet
duidelijker op onze beweging kunnen druk
ken dan door Uwe niet genoeg te waar-
deeren komst naar Leiden.
Moge het de nieuwe R. K. Centrale ge
geven zijn (en het lijkt me nu nog zwaar
der plicht clan ooit voor de Centrale en
voor de aangesloten vereenigingen daar
voor te zorgen!) dit nu door Uwe komst
naar hier zoo .zwaar ingedrukte en door
ons zoo gaarne ontvangen stempel te be
waren in een lange toekomst!
Wij zullen werken, nietwaar Hee
ren? Wij zullen werken, nietwaar
heeren bestuurders Jullie zult medewer
ken, nietwaar sporters
Ten tweede Wij zien U hier in ons
midden, Monseigneur, en de omgeving^
hier en de organisatie van dezen dag be
wijzen U, mogen wij vertrouwen, dat Uwe
komst hier óók daarom zoo zeer op prijs
wordt gesteld, omdat Ge de eeretitel, die
Ge reeds vanaf het begin van Uw Pontifi-
oaat mocht ontvangen, van „Bisschop van
de jeugd" niet alleen wilt dragen om Uw
werken en zorgen voor de vrouwelijke
maar ook voor de mannelijke schoolvrije
jeugd.
Uwe komst naar bier is speciaal voor
onze erkende mannelijke sportvereenigin
gen, en als misschien in het verleden nog
niet genoeg is doorgedrongen bij zeer ve
U'oto rilegtenhorsfc.)
Z. H. EXC. MGR. AENGENENT REIKT DEN WISSELBEKER OVER
AAN DEN „LEIDEN"-AANVOERDER,, na den wedstrijd, gespèeld
ter gelegenheid van de officieele opening van het R.K. Sportpark
„Haagweg" te Leiden
len, (die toch op de hoogte dienden te zijn
of op de hoogte geacht wensohen te wor
den), welke groote belangen er bij de licha
melijke opvoeding van de mannelijke jeugd
in de sport een rol spelen, met één stoot
hebt Gij door Uwe aanwezigheid hier naar
voren geschoven de geweldige voornaam
heid van de lichamelijke opvoeding of van
de sport in R. K. verband van onze jon
gens en jonge mannen.
Ten derde: Monseigneur, het mocht
wel eens de schijn hebben, dat Uwe
Hoogwaardige Excellentie met Uwe bepa^
lingen over de sport, de sport geen voor
deed deden en verschillende bekeken U als
een vernieler en stukmaker van wat zoo
veel jaren zoo moeizaam was opgebouwd.
Dat dat nooit Uw bedoeling kan zijn ge
weest spreekt weer duidelijk uit Uwe aan
wezigheid hier.
Het zijn alleen de niet-begrijpers van do
R. K. Sportbeweging, het zijn degenen,
die zich tevreden stelden mot het nega^-
tieve goede te bereiken in de sportver
eenigingen. We zijn op het oogenblik
verder en we werken ervoor het positieve
goede door te voeren en na te streven in
de sportbeweging; we willen aan onze
jongens en jongemannen iets meegeven,
waar ze iets aan hebben voor hun leven
en voor hun eeuwigheid. Moge die idee
verder doorwerken, dan begrijpt men de
sportzaak eerst goed en dan begrijpt men
Uw komst naar hier beter, dan zullen we,
wat we zoo hard noodig hebben, veel mee
leven en meewerken van nu onverschilli
ge buitenstaanders ondervinden.
Hierna heette d Geest. Adv. de ver
schillende genoodigden in het algemeen
welkom om dan Monseigneur verlof te vra
gen nog een oogenblik de sportleden te
mogen aanspreken, wat spreker hoopte
dat Monseigneur ook nog een oogenblik
zou willen doen.
Jongens! We spreken wel eens over
onmogelijkheden, geven een nog grootere
onmogelijkheid aan, die toch mogelijk
bleek en we staan weer idealistisch tegen
over de toekomst.
Vorig jaar was het een onmogelijkheid,
en in de loop van het jaar sprak dikwijls
de onmogelijkheid nog sterker: eigen sport
terreinen in de buurt van de stad,. Nu
is het toch mogelijk gebleken.
Zegt nu eens eerlijk, zijn jullie erop ach
teruitgegaan? Hebben jullie iets min
der nu je je zoo eendrachtig geschaard
hebt achter je bestuurderen, die zich wel
overwogen aansloten bij de nieuwe R. K.
Sportcentrale, door Zijne Hoogwaardige
Exoellentie alleen erkend? Ik geloof
vrijmoedig te kunnen zeggen: neen, jullie
hebt nu meer! Zóó zal het altijd gaan,
wanneer je het principe vooropstelt.
Jongens! Als onmogelijkheid wordt
nog door zeer velen aangegeven het door
dringen van onze sportvereenigingen van
een doorgevoerde katholieke geest, zóó dat
ieder lid ervan doordrongen is en mee
helpt die goede geest te bevorderen. Ik
durf gerust te zeggen, dat mij dit bij jullie
geen onmogelijkheid meer lijkt en dat jul
lie het vraagteeken achter deze mogelijk
heid omgevormd en moeizaam en offer
vaardig omgesmeed hebt tot een uitroep-
teeken.
Moge de toekomst deze mogelijkheid
verder nog demonstreeren in al onze ver
eenigingen en in al onze leden. Werkt
ervoor sporters, besloot spr., uit groote
dankbaarheid vooral nu tegenover Mon
seigneur!
Na deze toespraak, die herhaaldelijk
door applaus werd onderbroken, verricht
te Mgr. Aengenent de plechtige inzege
ning. De Bisschop werd hierbij geassisteerd
door den hoogeerw. heer Homulle, deken
der stad, en door den zeereerw. rector J.
J. 0. Groot, oud-sportad viseur.
In vol ornaat, de gouden mijter op 't
hoofd en de kromstaf in de hand, hield de
Bisschop, staande op de tribune de vol
gende toe spraak
REDE VAN DEN BISSCHOP.
Beste jongens! Leden der R. K. Sport
centrale van Leiden en geachte aanwezi
gen!
Ik ben gaarne dezen middag naar Lei
den gekomen om dit nieuwe sportterrein,
ten gerieve van u, in te wijden.
Wat heeft nu eigenlijk een
bisschop met sport te maken?
Nu geloof ik wel dat velen althans
zij dit. buiten de Kath. Kerk zijn en ook
wel die leden der Kerk zijn zich afvra
gen: wat heeft nu eigenlijk een bisschop
met sportbeweging te maken. Heeft do
bisschop niet tot taak de g e e s t o 1 ij k e
belangen van zijn diocees te behartigen?
Ik antwoordongetwijfeld 1
Daaruit volgt evenwel niet, dat alle
belangen, welke van stoffelijken en licha-
melijken aard zijn, vallen buiten de sfeer
van den bisschop, want er zijn vele zaken
van stoffelijken aard, waarmede do hoo-
gere, geestelijke belangen ten nauwste sa
menhangen. En daarom moet de bisschop
zijn aandacht houden op en zorgen voor
veel wat uiterlijk slechts lichamelijke be
langen zijn.
Zoo is het ook met do sport. Do sport
heeft ten doel de ontwikkeling van het
lichaam, maar hierbij moeten de hoogcro
belangen van do ziel niet alleen in het
oog worden gehouden, maar ook positief
behartigd en beoefend worden.
De eenheid van lichaam en
ziel.
De samenhang tussohen lichaam en ziel
is zóó innig God heeft den mcnjch tot
zulk een eenheid geschapen, dat wanneer
men voor het lichaam zorgt, men tegelij
kertijd ook de geestelijke belangen daar
bij betrekt.
Dat is niet een uitspraak van mij alleen.
Ook de Paus heeft het in zijn encycliek
over de opvoeding der jeugd zoo uitdruk
kelijk mogelijk gezegd, dat de Kerk naar
zorgen moet uitstrekken over do gohen,°
opvoeding der jeugd en dat dus ook de
lichamelijke opvoeding niet onttrokken
zou kunnen worden aan de voorsohriftcn
der kerkelijke overheid.
En dit is de meening van alle bisschop
pen.
Ziedaar, akhis Mgr., volkomen gemoti
veerd, waarom de bisschop zich bezig
mag en moot houden met de sportbewe
ging- T
En vandaar, dat ik gaarne naar Leiden
ben gekomen om mijn sympathie voor do
katholieke sport te doen blijken.
Bizondere redenen van
's Bisschops komst.
Er wa« ook nog een bijzondere reden,
waarom ik gaarne naar Leiden ben geko
men.
Op de eerste plaats voelde ik mij ver
plicht hulde en dank te brengen aan de
heeren, die spontaan bereid waren lid te
worden van de Centrale, die enkele maan
den geleden is opgericht. Daarmede heb
ben deze heeren getoond volop te begrij
pen welke plaats de sport, volgens de ka
tholieke beginselen, moet innemen in het
leven van de jeugd. De sport is er niet om
de sport zelve; men moet daarbij rekening
houden met de hoogere belangen. Zij heb
ben getoond, to begrijpen, dat do sport