GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 16 AUGUSTUS 1932 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. I"1 Ho. warm het was en hoe dik de agenda. De debatten schieten nogal op. Door de warmte stijgt de appreciatie voor vruchten in straatnamen De Ziekteverzekering voor het personeel van Endegeest in eigen risico genomen. De druk der personeele belasting verzwaard door andere klassifi- ceering Verbouwing der Meisjes H.B.S. Een interpellatie die afviel De heer Vallentgoed beveelt aan in bet vervolg de beroemde namen Druckcr en Lorentz voor te stellen. Tegen de vruch tennamen heeft spr. geen bezwaar, de na men in het adres-Jansen genoemd zijn moeilijk uit te spreken. Ook de naam v. d. Brandelerlaan heeft dat bezwaar, spr. steit voor v. d. Brandelerstraat. De heer de Be ede stelt voor deze straat v. d. Brandelerkade te noemen. De heer Wilrner vindt het niet ge- wenscht, straten met vruchtennamen te noemen. Wij hebben toch historische na men genoeg. Pruimen-, appelen- en peren straten zeggen absoluut niets. Spr. staat dus niet afwijzend tegenover het adres- Jansen. De daarin voorgestelde namen val len niet zóó direct in de spraak, maar dat went wel. Wij hebben wel meer van derge lijke straatnamen. Vruchtennamen noemt spr. armzalig. De heer Wilbrink heeft bezwaar te gen de voorletters van P. J. Blokstraat. Het is natuurlijk de bedoeling om den his toricus aan te duiden, maar daarom behoe ven de voorletters er nog niet bij. Tegen over de vruchtennamen staat spr. niet af wijzend; meloenen b.v. hebben nog wel een oudere historie dan Albrecht v. Beyeren. En bij deze temperatuur is een vrucht niet te versmaden. (Gelach). De vruchtennamen wijzen bovendien de buurt aan, n.l. de omgeving van de groen ten veiling. Wethouder Splinter merkt op, dat het geven van namen altijd een precaire bezigheid is. B. en W. hebben .het advies ingewonnen van den archivaris. Deze is niet zoover in de historie teruggegaan als de heer Jansen. Wij zijn wel meer van de historie afgeweken. Thans ook meenden B. en W. dat het -beter was, nu eens wat an ders te kiezen dan historische namen. Spr. vreest, dat het weglaten van de voorletters voor den naam Blok zal leiden tot verwar ring. Spr. zegt toe rekening te zullen hou den met de wensoh van den heer Vallent goed. De heer Coster verklaart zich tegen de vruchtennamen en dient een voorstel in om twee straten te noemen Bartholemeus Raaphorststraat en Albert van Beyeren- straat in plaats van Tomatenstraat en Me loenstraat. De heer S c h 11 e r beveelt nog aan den naam v. d. Brandelerweg. De heer Vallentgoed dient een voor stel in om den naam v. d. Brandeler kade te kiezen. De naam P. J. Blokstraat wordt z. h. st. aangenomen. Het voorstel-C o s t e r om de namen B. Raaphorststraat en Albert v. Beyerenstraat te kiezen wordt verworpen met 18 tegen 10 stemmen. Tegen: de S.D.A.P. en de heeren Vos, Wilbrink, v. Es, Goslinga, Tepe, Beeken kamp, Romijn, Bosman en Splinter. Het voorstel van B. en W. wordt daarna z. h. st. aangenomen. De namen Tomaten- straat en Meloenenstraat zijn daarmee ge kozen. Het voorstel-Vallentgoed (Van der Brandelerkade) wordt eveneens z. h. st. aangenomen. Ziekteverzekering personeel Endegeest. 27o. Verordening, houdende regeling, als bedoeld in art. 21, 3e lid, der Ziekte wet, voor het inwonend personeel der ge stichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", voor zoover op grond van het Koninklijk Besluit van 11 October 1929 (Staatsblad No. 456), van de verplichte ver zekering, geregeld in de Ziektewet, niet uitgezonderd. Den heer Bosman lijkt het dragon van de verzekering van dit personeel in eigen risico zeer aannemelijk. Hij had echter ver wacht, dat de bepalingen van de gemeen te zich hadden aangepast bij die van de Ziektewet. Karenzdagen zet men over boord, met keert 100 pet. uit in plaats van 80 pet. Spr. vindt dat nogal aan den royalen kant, temeer daar op deze zelfde agenda een voorstel tot verhooging der belasting voorkomt. Het overige gemeentepersoneel heeft dergelijke gunstige bepalingen ook niet. Vervolgens vindt spr. art. 6 geheel overbodig. De heer Eikerbout merkt op, dat de wet slechts minimum bepalingen geeft en dat er heel wat werkgevers zijn, die daar bovenuit gaan. Daarom acht spr. 't niet zóó royaal als de gemeente iets meer geeft. Karenzdagen worden ook wel uitgekeerd. Spr. meent, dat de gemeente niet te royaal is, omdat het hier betreft een bestendiging van een besbaanden toestand. Wethouder Romijn zegt eveneens, dat het hier een bestaande toestand betreft. De gemeente staat nu eenmaal op het stand- punt, dat zij iets meer moet doen en' zij J baseert dat standpunt op een raadsbesluit j van 1930. Het college vindt geen aanleiding I om thans van dit standpunt af te wijken. Eigen risico dragen komt hier voor de ge meente voordeeliger uit; hier komt het op aan. Spr. ziet geen reden om art. 6 te schrappen. Wie zich vrijwillig verzekerd heeft, krijgt minder krachtens de Ziekte wet; dat is een algemeen beginsel bij elke schade-verzekering. De heer K oois tra keert zich tegen den heer Bosman, die zich laat zien als werkgever. Wanneer de heer Bosman als hoofd van deze inrichting zou staan, zou hij dadelijk allerlei bezuinigingsmaatregelen invoeren ten koste van het personeel. Het gemeentepersoneel zit heusch niet „op een eilandje", de salarissen zijn nog lang niet op de 'hoogte van een behoorlijk salaris. De heer Bosman: De heer Kooistra begrijpt er blijkbaar weer niets van. Ik heb de voorgestelde bepalingen slechts verge leken met de Ziektewet en ik heb slechts bedenkingen gehad tegen de toelichting. Het vuurwerk van den heer Kooistra is ge heel overbodig. De heer Kooistra: De heer Bosman heeft het toch maar gehad over de „mooiïg- heden en fraaiigheden' welke onnoodig zijn". Wat beteekent d./ adners, dan dat hij eraan tornen wil. i De heer Bosman interrumpeert en j roept van „neen". Het voorstel wordt daarna z. h. s. aan genomen. Gistermiddag te 2 uur kwam de naad de zer gemeente bijeen een hoogst afkeu renswaardige bezigheid bij zoo'n tempera tuur! onder voorzitterschap van webhou der Splinter. Afwezig met kennisgeving de heeren v. Eek, Groene veld en v. Rosmalen. Onder de ingekomen stukken bevindt zich oa. een adres inzake het geven van namen aan nieuwe straten, welk adres be handeld zal worden bij punt 17. Ingekomen is een voorstel van de hee ren v. Stralen en Wilbrink inzake reorga nisatie van den Gem. Dienst voor Soc. Za ken, hetwelk naar B. en W. wordt gezon den om praeadvies. Genoemde heeren stellen voor: de ver ordening betreffende den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken zoodanig te wij zigen, dat daarin wordt bepaald, dat inge val beroep wordt ingesteld bij B. en W. tegen een beslissing van den Directeur om trent de t-oepassing van de steunverlee- ning op individueele personen, B. en W. daarop beslissen, de Sub-commissie voor de 'Steunverleening gehoord. Een bezwaarschrift van de N.V. de Faam e.a. inzake de bestemming van eenige per- ceelen rondom het Stadhuis terrein wordt eveneens om praeadvies gezonden. Daarna wordt overgegaan tot behande ling van de Agenda. lo. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de oude talen aan het Gymnasium, voor den cursus 19321933. Benoemd wordt de heer W. Wïersma. 2o. Benoeming van een tijdelijke leera- res in het Fransch aan het Gymnasium, voor den cursus 19321933. Benoemd wordt mej. A. M. M. Smit. 3. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Geschiedenis aan het Gymnasium, voor den cursus 1932—1933. Benoemd wordt dr. R. E. Dinger Hat- tdnk. 4o. Benoeming van een tijdelijke leera- res in het Hebreeuwsch aan het Gymna sium, voor den cursus 19321933. Benoemd wordt mej. C. E. te Lintum. 5o Benoeming van een leeraar in de Wiskunde aan het Gymnasium. Benoemd wordt ir. A. A. Lagaay. 6o. Benoeming van een leeraar in de Lichamelijke Oefening aan het Gymna sium. Benoemd wordt mej. G. H. Los. 7o. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de oude talen aan het Gymnasium, voor den cursus 19321933. Benoemd, wordt de heer J. A. G. v. d. Veer. 8o. Benoeming van een tijdelijke leera- res in het Engelsch aan de Hoogere Bur gerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 19321933. Benoemd wordt mevr. W. H. v. Dam-Ne- derhoed. 9o. Benoeming van een tijdelijke leera- res in het Duitsch aan de Hoogere Burger school met 5-jarigen cursus, voor den cur sus 1932—1933. Benoemd wordt mej. L. C. J. Wery. lOo. Benoeming van een tijdelijk lee raar in Aardrijkskunde en Gesohiedenis aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 19321933. Benoemd wordt de heer D. G. Magé. llo. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Lichamelijke Oefening aan de Kweek school voor onderwijzer^ en onderwijzeres- Benoemd wordt de heer H. Kühler. 12o. Benoeming van een onderwijzer in de Lichamelijke Oefening bij het openbaar lager onderwijs. Benoemd wordt de heer H. Kühler. 13o. Benoeming van een 2den geneesheer aan de gestichten „Endegeest", „Voor geest" en „Rhijngeest". Benoemd wordt de heer N. Verweij. 14o. Begrooting van den Keuringsdienst van Waren voor het district Leiden, voor den dienst 1933. Aangenomen. 15o. Voorstel tot verhuring van de per- ceelen weiland, Sectie L, nis 935, 936, 629, 630, 623 en 1454 ged., gelegen achter de Mariënpoelstraat en de Oegstgeesterlaan, aan L. Menken. 'Aangenomen. 16o. Voorstel tot overneming in eigen dom en onderhoud bij de gemeente. a. van de N.V. Leidsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen, een strook grond aan de Tesselschadestr. en aan de Spieghelstraat, Sectie P Nis. 1762 en 1755, beiden ged. b. van Jac. Kukler Hzn., een strookje grond aan den Stillen Rijn, hoek Vrou- wensteeg, Sectie H. No. 3511 ged.; c. van Th. G. Barthen Sr., een strook je grond en sloot aan de Rijn- en Schie- kade, Sectie M. No. 4836 ged. Aangenomen. Straatnamen. I7o. Voorstel tot het geven van namen aan een 4-tal straten. De 'heer Coster vermoedt dat de vruch tennamen zijn voorgesteld omdat de veiling daar in de buurt is. Hij behoudt zich zijn stem voor omdat hij voorloopig de voorkeur geeft aan de namen, in het adres-Jansen ge- hl amerpunten. 18o. Verordening, regelende de heffing van een gemeentelijk vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein, bedoeld in art. 23, le lid der Drank wet (Staatsblad 1931, No. 476), in de ge meente Leiden. Goedgekeurd. 19o. Verordening, regelende de invor dering van het gemeentelijk vergunnings recht voor den verkoop van sterken drank in het klein, bedoeld in art. 23, le lid, der Drankwet, (Staatsblad 1931, No. 476), in de gemeente Leiden. Goedgekeurd. 20o. Verordening, regelende de heffing van een verlofsrecht voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein, in de gemeente Leiden (verlof A). Goedgekeurd. 22o. Verordening tot intrekking van de verordening van 16 October 1922 (Gemeen teblad No. 60), regelende de samenstel ling en den werkkring der Commissie, be last met het onderzoek van de bij den Gemeenteraad ingekomen bezwaarschrif ten tegen aanslagen in het gemeentelijk vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein. Goedgekeurd. 23o. Voorstel in zake de verkrijging, door middel van onteigening, ran eenige gedeelten voortuin aan den Haarlemmer weg en den Maresingel. Goedgekeurd. 24o. Praeadvies op het verzoek van den Ned. Bond van Personeel in Over heidsdienst, inzake opschorting van het aan den werkman bij den Reinigingsdienst F. J. Brocaar verleend eervol ontslag, tot dat de Pensioenraad over zijn bezwaar schrift zal hebben beslist. Goedgekeurd. 25o. Praeadvies op het verzoek van de eigenaren van de perceelen aan den Rijnsburgerweg Nis 83 tot en met 91, in zake ophooging van- en overgang over een strook grond achter hunne perceelen gelegen. Goedgekeurd. 26o. Verordening, tot wijziging van de veordening van 30 October 1913 (Gemeen teblad No. 34), houdende voorwaarden van opneming van lijders in het Sanatorium voor zenuwlijders „Rhijngeest" te Oegst- geest. De heer Vos vindt de bepaling, dat pa tiënten, le en 2e klas A., met wie in de zelfde kamer geen andere lijder kan wor den verpleegd, verplicht zijn het bedrag voor een afzonderlijke kamer te betalen, niet billijk. Wethouder Romijn zegt, dat deze bepaling niet nieuw is. De patiënten ken nen dat risico vooruit en moeten het dan ook maar lijden. Deze bepaling is in het belang van het gesticht. Daarna z. h. st- goedgekeurd. Personeele Belasting. 28o. Verordening, regelende de classifi catie der gemeente Leiden voor de hef fing der personeele belasting naar de eer ste twee grondslagen. De heer Verwey is het eens met de verklaring van B. en W. dat de financieele vooruitzichten allesbehalve rooskleurig zijn, maar toch heeft hij ernstige bezwaren te gen deze bela-stingverhooging. Geen ver schil van meening bestaat over de nood zakelijkheid om een sluitende begrooting te maken. Het gaat slechts om de wijze, waarop. Deze wijze /vindt spr. niet "juist. De personeele belasting is een van de voor naamste belastingen en om de opbrengst daarvan op te drijven stellen B. en W. voor om de gemeente in een hoogere klasse te brengen. De gevolgen daarvan zijn zeer in grijpend vooral voor de legere inkomens. De voorgestelde wijziging heeft tengevolge, dat ongeveer 1600 woningen meer betrok ken zullen worden in de personeele belas ting en wel juist van de minst-kapitaal krachtige ingezetenen. Een tweede bezwaar is, dat deze belas- tingverhooging voor allen even zwaar is. Een derde, dat de kinderaftrek veel on gunstiger zal worden. B. en W. hebben dus geen rekening gehouden met de draag kracht der belastingbetalers. Spr. had het wenschelijker gevonden, als spr.'s voorstel in behandeling was genomen inzake een progressieve opcenten-regeling. Ts progres sie hier mogelijk? Spr. is Overtuigd van wel. Vroeger heeft deze progressie hier ook be staan. In andere plaatsen, welke ongeveer gelijk zijn aan Leiden, bestaat een derge lijke progressie eveneens. De wenschelijk- heid van een dergelijk progressie acht spr. niet voor tegenspraak vatbaar. Juist het feit, dat alle lagen der bevolking gebukt gaan onder de economische crisis, is voor spr. een reden om vóór progressie te plei ten. De invoering der straatbelasting was reeds een verhopging van de personeele belasting. Spr. meent, dat er tientallen methoden mogelijk zijn om een progressieve heffing te verwerkelijken. Op deze gronden kan spr. zijn steun niet geven aan het voor stel van B. en W. De heer de R e e d e ziet eveneens ver scheidene bezwaren tegen de voorgestelde regeling. In gewone tijden zou men ook niet denken aan een dergelijk voorstel. Maar de begrooting moet nu eenmaal slui tend gemaakt worden en men moet naar middelen zoeken. In vele gemeenten be staat een progressieve heffing, maar de heer Verwey moet niet voorbij zien, dat de klasseering van die gemeenten anders ie. Leiden is op het oogenblik nog zeer gun stig geklasseerd en was inderdaad te gun stig geklasseerd in vergelijking met andere gemeenten. Progressie acht ook spr. niet ongewenscht, maar wie dat voorstelt, moet aantoonen, dat wij hiermede tot een oplos sing geraken. Spr. wijst er vervolgens op, dat deze stap nog maar een eerste stap is. De heer Verwey meet de bezwaren wel wat te breed uit. Spr. wijst erop, dat het te Leiden veeleer de stijging der uitgaven is dan de vermindering der inkomsten, welke de zaken in de war stuurt. Spr. zet vervol gens de technische kwaliteiten van de per soneele belasting uiteen, waaruit blijkt, dat deze in vele opzichten nog al meevalt. Spr. vindt een breedere basis van buitengewoon veel belang, omdat hij vreest, dat het per centage der opoenten belangrijk zal moe ten worden verhoogd. Geen onverwacht voorstel. De heer Donders merkt op, dat dit voorstel niet onverwacht komt. Spr. heeft vroeger reeds weinig optimistische ver wachtingen gekoesterd van de werking van det wet-de Geer. Het is thans gebleken, dat de financieele toestand voor de gemeente nog slechter is geworden dan voorheen. Het was 2 jaar geleden reeds te verwach ten, dat de Massificatie van de personeele belasting zou moeten worden verhoogd. Spr. heeft die hoogere Massificatie reeds twee jaar geleden bepleit en de heer de Reede heeft thans toegegeven, dat de rang schikking van Leiden in de 3e Masse een „vergissing" is geweest. Thans dwingen de omstandigheden tot herstel van deze „ver gissing". Inderdaad ontstaat daardoor een verhooging van druk. Maar hoe hoog is die druk verhooging? Voor hen, die reeds val len in de personeele belasting, maximaal 5.per jaar. Het is waar, dat de kinder- aftrek-regeling iets ongunstiger i3 in de 4e klasse, dooh bij nader inzien valt dat nogal mee, hetgeen spr. aan de hand van voorbeelden nader uiteenzet. Slechts met uitzondering van de groepen van huren van 350400 en van 526600 is de Mnderaftrek in beide klassen dezelfde tot een huurwaar de van 700 toe. Aangenaam is deze belas- tingvenhooging niet, maar het gat in do begrooting is te groot, dan om de verant woordelijkheid voor het verwerpen van dit voorstel op zich te nemen. De heer Knuttel constateert, dat de minst draaglcrachtigen weer moeten bijdra gen in het bankroet van het kapitalisme, juist degenen, dde niets behoorden bij te dragen. De bestaande druk kan al niet aan vaard worden, laat staan de verzwaring van dien druk. Het is niet de taak van de arbeidersklasse om het gat in de begroo ting te stoppen. De heer S c h 11 e r vraagt of B. en W. het jaar 1933 in zullen gaan zonder een goedgekeurd begrooting, daar zij verMaren de begrooting niet klaar te kunnen krijgen. Schijn-democratie. Wethouder Goslinga antwoordt, dat daarvan geen sprake is. Slechts is het niet mogelijk, de begrooting reeds in Augustus aan te bieden. Spr. verdedigt zijn voorstel met een be roep op de noodzakelijkheid. De begrooting moet sluitend gemaakt worden en de vraag is: hoe? Met bezuiniging alleen komen wij er niet. De heer Verwey heeft gemeend, dat B. en W. een keus hebben gemaakt; dat ie niet geheel juist, het is mogelijk en zelfs waarschijnlijk, dat B. en W. ook nog een verhooging van het aantal opcenten zullen voorstellen. Daarover kan later nog ge sproken worden, omtrent de klasseering echter moet vóór 1 Sept. besloten worden. Gaan wij in op het denkbeeld Verwey, dan laten wij de mogelijkheid van verbreeding der basis vallen. Over het denkbeeld-Ver- wey kan later nog gesproken worden. De heer Verwey wil de druk verleggen naar de meest draagkrachtigen. Slechts 15 pet. der inwoners hebben een huis, dat' een huur waarde boven de 500 heeft. Gaat men die 15 pet. nog meer belasten, dan wordt dat percentage nog Meiner, niet als gevolg alweer verzwaring van den druk voor de achtergeblevenen. Progressie lijkt wel de mocratisch, maar dat is slechts schijn. Men moet een stad bewoonbaar houden. Als wij zoo doorgaan zullen wij onafwendbaar ver vallen tot de 5e of 6e klasse. Hoogere klas- sificatie beteekent inderdaad een iets zwaardere druk, maar dat is alleen om hen te behoeden voor nog zwaardere lasten. De S.D.A.P. kent ook heel goed de macht van de vele kleine bijdragen. De heer Knuttel wil de arbeiders niet laten betalen aan de sluitend-making van de begrooting, doch de arbeiders hebben er toch wel belang bij! Dat kan de heer Knuttel niet ontkennen. De heer Knuttel: Jawél. Wethouder Goslinga: Daar kan ik niet bij. De heer Knuttel: Zal ik straks wol uitleggen. Wethouder Goslinga: 't Zal wel ko men, omdat ik niet zóó proletarisch den ken kan. Men zegt, dat deze belasting geen rekening houdt met de draagkracht, doch de huurwaarde der woningen regelt zich toch naar de draagkracht. Wel geeft spr. toe, dat de nieuwe klasseering geen reke ning houdt met de draagkracht, maar wij moeten nu eenmaal geld hebben. De nood der tijden dwingt ons. De heer Verwey moet niet vergeten, dat er juist onder de rijke lui de meeste verliezen geleden zijn. En is die verhooging van 5.per jaar nu zoo hoog? Eén sigaar per week! Niet bang voor de uittocht De heer Verwey zal niet ontkennon, dat vele gegoeden zeer veel verloren heb ben, maar van dit argument wordt dikwijls misbruik gemaakt. Minister Ruys schatte in zijn radio-rede het vermogensverlies op 30 40 pet., maar de statistiek wijst een veel lager percen tage aan. Men heeft beweerd, dat Leiden te gunstig ia geMassificeerd, maar er zijn verschillende gemeenten, welke niet veel verschillen met Leiden, die eveneens go- klassificeerd zijn in de 3e of zelfs in de 2e klas, en tevens een progressieve heffing hebben. Spr. geeft toe, dat het kleine per centage bewoners van duurdere woningen een handicap is, maar mogelijk blijft die progressie. De heer Knuttel meent, dat de wet houder wel wat al te bezorgd is voor de uittocht van de rijken. De rijken loopeu maar niet zoo gauw weg, omdat zij wol de gelijk aan Leiden gebonden zijn. Het argu ment wordt overal gebruikt, maar deugt niet. In dezen tijd vooral, doet men zoo gauw geen huis van de hand. Spr. ontkent verder, dat do arbeiders belang hebben bij een sluitende begrooting. Dat belang heb ben zij pas, als zij de macht hebben. Wethouder Goslinga: Vóór dien tijd zouden zij allang verhongerd zijn, als de boel misloopt. De heer v. Stralen herinnert eraan, dat de druk van de person, belasting 6teeds zwaarder is geworden. Het spijt spr. dat, als de wethouder komt mot een voorstel tot vermeerdering der inkomsten, dit op de eerste plaats een belasting is, welke bijna uitsluitend drukt op de minder draag krachtigen. Wethouder Goslinga: Och kom. De heer v. Stralen: Als men een be roep doet op de noodzakelijkheid, kan men elke belasting verdedigen. Maar 't is niet noodzakelijk, want het kan anders. Deze belasting zal ook door werMoozen moeten worden opgebracht, want vrijstelling voor deze belasting komt slechts bij hooge uit zondering voor. Een uittocht der rijken vreest spr. niet. Men hoort allerwegen den eisch: de loonen omlaag, omdat de levens- kosten zijn gedaald. Maar aan den anderon kant drijft men de lovenskosten omhoog. Wethouder Goslinga: 't Is ook oen noodtoestand. Toch nog beter dan vroeger. Wethouder Goslinga herinnert den heer Donders eraan, dat B. en W. in 1930 tegen een hoogere Massificatie waren, om dat toen pas do straatbelasting was inge voerd. Van argumenten wordt altijd wol eens misbruik gemaakt, maar men moet eens nagaan, of het wel aangaat alle druk te leggen op een zoo'n klein percentage ge goeden als hier te Leiden is. 't I» schijn- democratie, waaraan de S.D.A.P. zich ver gaapt. Progressie is misschien mogelijk, maar 't is geen surrogaat voor dit voorstel. Vroeger was er ook progressie, zegt de heer -Verwey, maar toen eindigden wij bij 100 opcenten. Als wij dat nu ook deden, dan zou de opbrengst 70.000 minder zijn. Men moet niet vorgeton, dat zelfs mot deze verhooging van druk, de toestand voor wat betreft de personeele belasting, nog altijd boter is dan in 1927. De arbeiders, dio oen ruim inkomen verdienen, wonen dikwijls in huizen beneden do 4.per week, dat moet de heer v. Stnalen ook niet vergeten. Spr. waarschuwt nog eens tegen do uit tocht der rijken en tegen het tegenhouden van vestiging in deze stad. Juist de groote posten voor de steunverleening maken hot gat in de begrooting. Spr. wijst de S.D.A.P. op de houding der socialistische wethou ders in Amsterdam en Rotterdam. De ar beiders moeten ontzien worden, maar als de nood dwingt, moeten zij in de belasting heffing betrokken worden. Dank zij ons voorzichtig beheer is de fi nancieele toestand van Leiden betrekkelijk nog gunstig, maar als wij niet oppassen, gaan wij failliet. De heeren zijn altijd voor iets wat niet wordt voorgesteld, maar ais er iets wordt voorgesteld, dan zijn zij er tegen, en speculeeren erop, dat andören het voorstel wel zullen aannemen. Spr. noemt eenige cijfers, van hetgeen betaald moet worden bij de voorgestelde drukverzwaring. De heer Verwey protesteert er tegen, alsof de S.D.A.P. zich zou verschuilen ach ter de voor-stemmers. Spr. heeft zelf een voorstel ingediend om door progressie de belastingdruk te verzwaren. Wethouder Goslinga: Over dat voor stel zal nog royale gelegenheid tot debat zijn. Progressie is echter geen aequivalent van het voorstel van B. en W. Het voorstel van B. en W. wordt daarna aangenomen met 20 tegen 11 6temmen. Tegen: de S.D.A.P. en de heeren Vos en Knuttel. Een noodzakelijke maatregel, die toch niet deugt. 29o, Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de verbouwing van het gebouw der Hoogere Burgerschool voor Meisjes. De heer S c h 11 e r meent, dat dit voor stel bij aandachtige beschouwing, het open baar onderwijs niet dient, maar in tegen deel onderdrukt en tegenwerkt. Het ge vraagde bedrag van 78.000 is weggegooid geld. Want een dergelijke verbouwing is niet eerder uitvoerbaar dan in do groote vacantio van het volgend jaar. Door aan neming van dit voorstel gaat het z.g. groo te plan van de baan. Wat voorgesteld wordt is slechts een geringe verbetering, welke bij goede beschouwing niet eens een ver betering is. De afdeeling Onderwijs is schromelijk ten achter bij de behartiging van de belangen van het openbaar onder wijs. De heer v. E s was aanvankelijk ook te ruggeschrokken voor deze verbouwing, doch bij nader inzien staan wij voor d* noodzakelijkheid om te voorzien in het ruimte-tekort. Er ie in deze tijdeoonet**-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 13