HET GOUDEN PRIESTERFEEST
van Pastoor Thus te Sassenheim
DINSDAG 16 AUGUSTUS 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 12
EEN MOOI EN TREFFEND FEEST
Dit was de dag, die ieder onzer den
grijzen Herder zoo van harte heeft ge
gund. Het gouden jubelfeest het
gouden herdenken van den morgen,
waarop de zeereerw. heer J. Thus de
H. Priesterwijding ontving. Een morgen,
gedenkwaardig voor hemzelven, maar
ook een morgen, die gedenkwaardig
zou worden voor de parochianen van
Sassenheim, door de twintig-jarenlange
arbeid en zielzorg van Pastoor Thus in
ons midden.
De Pastoor hst zij alleen voor
buitenstaanders gezegd is zwaar
ziek. Langen tijd werd gevreesd, dat
zijne eerw. het gouden Priesterfeest
niet meer zou mogen beleven. Men kan
dus de oprechte en ongeveinsde vreugde
begrijpen van heel de paroohie, van heel
Sassenheim over het feest van gisteren.
Deze vreugde uitte zich uitbundig in
het uitsteken der vlaggen, ook van do
openbare gebouwen als het Raadhuis
en het Postkantoor; uitte zich in de
galmende jubel van de klokken in de
weer stevig-gefundeerde kerk; uitte zich
in een massale samenstrooming naar het
H. Misoffer, dat gisterenmorgen „uit
dankbaarheid" zou worden opgedragen.
Pastoor kon deze H. Mis- zelf niet
meer opdragen. In zijn plaats besteeg
de Deken van Noord wijk, de hoogeerw.
heer J. H. W. Borsboom, de trappen
van het altar, bij het H. Misoffer ge
assisteerd door de beide kapelaans der
paroohif de weleerw. hee ren J. Velthuys
en K. Westerkamp.
Het altaar was met groote toewij
ding versierd en ging bijna schuil onder
bloemen en palmen. Guirlandes groen
en geel-witte linten slingerden zich van
pilaar tot pilaar.
Temidden van deze bloemenweelde
zat in een groote lenstoel onze Pas
toor. Allen waren blij, dat Pastoor
weer eens in de kerk was en de Pas
toor verheugde zich mét zijn parochianen
Een groot aantal priester had in het
koor plaats genomen: de zeereerw. hee-
ren Deken van der Cammen uit Dor
drecht. Pastoor Krook uit Hillegom, Pas
toor Ruhé uit Den Haag, Pastoor Oude-
jans uit Warmond, Rector Huf van het
St. Bernardusgesticht, de weleerw. hee-
ren Kapelaan de Wit, uit den Haag, Ka
pelaan Boekei uit Amsterdam, Kapelaan
Lips uit Rotterdam, Kapelaan Van Gas
tele uit Amsterdam, Kapelaan Van Haas-
tert uit Hillegersberg, Kapelaan Wester
hoven uit Beverwijk.
De feestpreek.
De eerste Kapelaan der parochie onder
Pastoor Thus, de zeereerw. heer Goos-
sens, Pastoor te Haarlem, hield de feest-
predicatie.
De predikant had tot tekst gekozen:
God, vanaf mijne jeugd hebt Gij mij ge
leerd, en tot nu toe vermeld ik Uwe won
deren, en tot in ouderdom en grijsheid;
o God, verlaat mij niet (Ps. 70:171?).
Over de parochie van Sint Pancratius
te Sassenheim. ald-us spr., moeten van
daag feestklokken klinken, nu de span
nende verwachting van vele maanden
blijde in vervulling is gegaan. Heel de
parochie is in jubelstemming, omdat haar
Herder draagt den gouden priesterkroon.
En niet zonder reden! Ruim 21 jaren
van zijn 50-jarig priesterschap leeft en
werkt Pastoor Thus hier voor het geeste
lijk en tijdelijk welzijn van zijn parochia
nen. Daarom daveren vandaag de jubel
zangen over Sassenheim: „Vivat Joannes,
Sacerdos, Domini. Dat hij, foannes, de
priester des Heeren, leve".
Met één pennestreek, met één sprekende
slagzin, zou spr. dit lange priesterleven
willen uitbeelden. Tk weet niet betere dan
dit te doen met. 'n spreuk welke heel dat
tijdperk van zijn priesterlijken arbeid
weergeet: „Semper infans senescit, altijd
opnieuw beginnend werd hij oud".
Zoo is het ook gegaan in het priester
lijk leven van uw jubileerende Pastoor.
In verschillende parochies van ons Bis
dom gaf hij als Kapelaan zijn beste
krachten aan de taak hem door zijn
overheid op de schouders gelegd.
Na een kort verblijf in het eenvoudige
en landelijke Nieuw Vennep werd de
jonge priester geroepen naar de groote
steden van ons Bisdom. Hij werd kape
laan in de hoofdkerken van de aloude
Prinsenstadt Delft, van de woelige koop-
manstad Rotterdam, van de hoofdstad
van ons vaderland, Amsterdam, en tel
kens weer begon kapelaan Thus zijn
priesterlijken arbeid met vernieuwden
ijver, ja, wist hij naast zijn levenstaak in
de parochiale zielzorg nog tijd en lust te
vinden om bovendien op het terrein der
geschiedkundige, wetensohap en de oplei
ding van candidaten voor onze Semi
naries verdienstelijk werk te verrichten,
waaruibh de schoonste vruchten voor ons
Bisdom zijn gerijpt.
Semper infans senescit, altijd opnieuw
beginnende, werd hij ouder, vanaf den
dag zijner eerste benoeming, totdat hij
Btond voor het pastoraat.
Eén der eersten van zijn klasgenooten
werd onze jubilaris op het einde van zijn
kapelaansministerie geroepen tot het
herdersambt, waarin hij tot heden onge
veer 32 jaren van zijn priesterschap met
steeds jeugdigen ijver heeft gearbeid.
Eerst in Middelharnis, waar aan den
jongen kraohtigen pastoor de opdracht
werd gegeven tot den bouw van een nieu
we bijkerk in Melisant. Daarna in de
groote en omvangrijke paroohie Kralin
gen. Al was dit een eervolle benoeming,
een zware taak werd hier voor hem weg
gelegd. Maar de Kralingsohe pastoor vol
bracht zijn werk met steeds opnieuw be-
ginnenden ijver.
In een tijd, waarin de gelijkstelling van
het openbaar en bijzonder onderwijs nog
verre te zoeken was, bouwde hij paro
chiale scholen, stichtte hij een St. Lam-
bertushuis, bouwde 'hij zóóveel, dat de
volksmond van hem zeide, dat hij geen
steen met rust kon laten; arbeidde hij
met zulk een ijver, dat zijn sterk en
stoer gestel zich een oogen'blik begaf.
Toen riep de stem van den Bisschop in
het jaar 1911 den Pastoor naar Sassen
heim. Ook hier begon hij met nieuwen
moed. Hij bouwde deze heerlijke en groot-
sche tempel; hij vergrootte de scholen
voor het lager en uitgebreid onderwijs;
hij werd de bouwheer van het St. Ber
nardusgesticht, van het K.S.A.-gebouw,
waarin de parochiale, sociale en jeugd
verenigingen een onderdak kunnen vin
den. Met steeds hernieuwden ijver en on
verflauwd enthousiasme werd hij oud.
De moeilijkheden en tegenslagen zijn
ook het levensdeel geworden van onzen
jubilaris. Maar kalm en met een kinderlijk
Godsvertrouwen en het: Dominus provi-
debifc: De Heer zal voorzien, leeft werkt
hij voort, zoodat hij heden op zijn gou
den jubelfeest kan bidden met den ko
ninklijken psalmist: „God, vanaf mijne
jeugd hebt Gij mij geleerd, en tot nu toe
vermeld ik Uwe wonderen, en tot in
ouderdom en grijsheid; o God verlaat mij
niet".
Zoo staat uw jubileerende Herder he
den voor uwe oogen. Priester zielzorger.
Als een geboren financier, de koers ken
nend van het geld, taxeert hij boven
alles op juiste waarde de prijs van elke
mensohenziel.
Priester voorbeeld. Onbaatzuchtig voor
ziehzelven, geen levenseisohen stellend,
sober en eenvoudig leeft hij in uw mid
den en doet zelf het eerst, wat zijn
woord u leert.
Zoo kennen hem zijn parochianen.
De kinderen als de goede gemoedelijke
pastoor, tot wien ze even vertrouwelijk
naderen als de lammeren tot hun herder.
De rijpere jeugd als hun leidsman. De
ouderen van alle standen als den man
met het ruim en waar begrip van de
sociale vragen van onzen tijd.
Priester pastoor, die zijn paroohie be
stuurt met angstvallige bezorgdheid, ge
bukt onder zware geldelijke zorgen, maar
tooh optimist, idealist, de man, die met
een gulle lach zich door de moeilijkheden
van het leven weet heen te slaan.
En gij, dankbare parochianen van Sas
senheim, viert heden met uw pastoor
diens gouden priesterjubilé, heel de pa
rochie, niemand uitgezonderd.
Blijft dan trouw uw plicht tegenover
uw pastoor, en in de toekomst tegenover
al zijne opvolgers vervullen. Steunt de
priester door de hulp van uw gebed, door
zelf zooveel mogelijk priesterlijken apos-
tolischen arbeid te verrichten.
Hoogvereerde jubliaris. in naam van
uwe dierbare parochianen, van uwe vrien
den en allen die u kennen en waardee-
ren, bied ik u op uw luistervol jubilé de
hulde aan, welke gij verdient als drager
van den gouden priesterkroon. O, ik weet
het zeker, u.w hart stort zich uit in een
onuitsprekelijke dankbaarheid, als ge
terugdenkt aan het oogenbik, waarop ge
voor vijftig jaar de wijding van het H.
Priesterschap ontvangen hebt. Wij zullen
wanneer zoo aanstonds in de Consecra
tie van uw feestmis het H. Lichaam en
Bloed van Jesus Christus als een offer
van dank den hemel wordt aangeboden,
dan zal onze bede zijn dat heerlijke vers
van onzen vaderlandschen Vondel, den
dichter der Altaargeheimenissen:
Daelt omlaegh, gij offerengelen,
Helpt me loof en bloemen strengelen
Tot feesttonen. Valt aan 't werk
Het gewelf en koorpilaren
Overkranst de hooge altaren
Siert Gods priester in Gods' Kerk.
Amen.
Na deze predicatie werd het H. Mis
offer voortgezet.
Tijdens de H. Mis werden de liturgi
sche- gezangen op voortreffelijke wijze
uitgevoerd door het inanneD- en jongens
koor onder leiding van den heer
Matze. Het zangkoor was zwaar gehan
dicapt door het ontbreken van het groote
orgel, maar het heeft de gewijde gezan
gen op zeer sohoone wijze uitgevoerd,
z De ceestelijkheid en het eere-comité
vereenigden zich na deze pk"' e
een ontbijt in het K.S.A.-gebouw.
De Pastoor werd te half twee van de
pastorie afgehaald in een met wit-be-
pluimde paarden bespannen rijtuig, waar
in tevens gezeten waren de eerw. heeren
Goossens, Velthuys en Westerkamp.
Voor het rijtuig uit bewoog zioh een
lange stoet van meisjes met bloemen en
palmtakken, en schooljongens, met aan de
spits de harmonie „St. Ambrosius".
De huldiging in het K.S.A.-
gebouw.
Toen de gouden jubilaris in het KlS.A.-
gebouw rustig op zijn troon was gezeten,
zong de schooljeugd hem een welkomst
lied toe.
De burgemeester sprak daarna Pastoor
in korte woorden toe:
Toespraak burgemeester.
Wanneer ik u vandaag als burgemees
ter toespreek, dan weet ik mij de tolk
van wel alle gemeentenaren, als ik u na
mens de heele burgerij,, van harte geluk-
wensch met het voorrecht u geschonken,
dat u den vijftigsten verjaardag moogt
beleven van uw priesterwijding. Een zeer
werkzaam leven, verrijkt met vele ver
diensten voor de gemeenschap, hebt u
geleefd, niet alleen voor de Katholieken,
welke aan uw geestelijke zorgen waren
toevertrouwd, maar daarnaast hebt u on
getwijfeld vele verdiensten omdat u allen,
dus ook niet-Katholieken als uw even-
mensoh beschouwde in den waren zin des
woords. Gij waart steeds een ijverig
priester voor uw *Kèrk, maar gij waart
ook een voorbeeld van verdraagzaam her
der uwer kudde, dié ook aan andere
groepen der samenleving het beste wat
de mensch kan wenschen vrede, gunde,
en daarin in uwe bediening en samen
treffen met anderen de meest doel
treffende middelen betrachtte. Uw groote
verdienste voor de gemeenschap van Sas
senheim is, dat uw geest zal blijven
voortleven, en ik hoop dat van harte. Tot
het nageslacht zal uw geest spreken en
dit blijft een dankbare herinnering aan
u, waar in lengte van jaren op het huis
der burgerlijke gemeenschap als een hei!
zame waarschuwing en herderlijken raad
zal blijven geschreven: boven den hoofd
ingang: Pro Rege Lege et Grege en bo
ven den ingang van de raadszaal: Nos
Jungat Concordia, opschriften welke u
mij indertijd hebt ingegeven.
Waarde heer Pastoor, ik maak het
kort. Zoo zij het.
Toespraak van den heer Matze.
Vervolgens sprak de voorzitter van het
feestcomité, de heer J. O. Matze, die na
mens de parochianen zich als volgt uitte:
't Is 5o ja-ar! En al moeten wij steeds
vooruit gaan en vooruit zien, na 50 jaren
is 't tooh goed eens- stil te staan en revue
te houden.
Waarmee zou ik moeten beginnen als
ik een gekozen beeld wilde geven van
al hetgeen door u in dien tijd gedaan is.
Laat ik slechts enkele grepen doen.
„Wie het kind heeft, heeft de toekomst"
En de kinderen hebt u steeds tot u ge
trokken, ook al bezorgden zij u vaak on
aangename oogenblikken. U stiohttet
scholen, werktet aan de godsdienstige
vorming der onderwijzers, hetzij als
leeraar in den godsdienst, hetzij door uw
conferenties voor 't onderwijzend perso
neel.
Mij is opgedragen, om u toe te spreken
uit naam van uw parochianen en oud-
paroohianen, u namens hen allen geluk
te wenschen met het zeldzame voorrecht,
dat in het geheele Bisdom alleen u is
beschoren, dat u uw gouden priesterfeest
te midden uwer parochianen moogt vie
ren, en «u openlijk dank en hulde te bren
gen voor alles wat door u hier is ver
richt.
Daarvoor zijn mij slechts enkele minu
ten toegestaan.
't Is heden 50 jaar sinds de Bisschop u
de handen oplegde. Wat stroomen van
genade zijn in die halve eeuw door uw
dagelijks H. Misoffer voor de aan u toe
vertrouwde geloovigen verworven. Wie
zal ze schatten, die tallooze zielen, die
door uw priesterwoord met God zijn ver
zoend.
Wie zal ze tellen de velen die door
uw voorbeeld, door uw woord geworden
zijn trouwe zonen der Moederkerk, op
wie de stormen eener moderne wereld
niets vermogen.
„De luister van uw huis heb ik liefgehad"
Om niet te gewagen van de zorgen, die
(Foto Slegtenhorst./
u gehad hebt, om te Melissant een hulp
kerk te bouwen, wil ik slechts wijzen op
de kerk van den H. Pancratius, dat
schitterend bouwwerk waarvan onze Bis
schop bij de consecratie getuigde, dat
alles er opwekt tot het gebed, tot zelfs
de steenen.
Dank aan God, dat hij de gebeden
uwer parochianen verhoord en u de al-
geheele voltooiing liet beleven.
Tot verleden jaar zagen we u als 't
ware met den bedelstaf in de hand trek
ken van de eene parochiaan naar de an
dere om gelden in te zamelen, opdat onze
kerk toch een „Gode waardig bedehuis"
mocht zijn.
„Vereenigt u", zoo klonk het uit 's Pau
sen mond. En met de u eigen vastbera
denheid kwamen de congregaties, zoowel
voor mannen, vrouwen als jongens en
meisjes, het patronaat en vele andere
vereenigingen en maakte u het mogelijk,
dat voor al de R.K. vereenigingen verrees
hét KSA.-gebouw r
„En den armen en weduwen en weezen
en zieken was hij een vader", en de zie
ken wist hij te helpen en te troosten.
Ziet ze daar loopen, die kleine rente
niers, die in Huize St. Bernardus een
rustigen ouden dag hebben, rustiger wel
licht dan vele andere renteniers, omdat
zij geen zorg behoeven te hebben voor
him couponnetjes.
Ik heb mij wel eens afgevraagd, waar
u al de uren vandaan haaldet. Behalve
uw parochiaal werk, dat den vollen
mensch eischt, vondt u nog tijd, om jonge
lieden, die hun verlangen te kennen ge
geven hadden, om priester te worden, te
helpen bij hun studie in de oude talen
en dan wel mee zulk een succes, dat zij
later in de door u onderwezen vakken
steeds uitblonken. Wat heerlijke gedachte
moet het vandaag voor u zijn, onder uw
vele oud-leerlingen zooveel voortreffelijke
geestèlijken te vinden, ja zelfs den hoog-
sten in ons Bisdom, Zijn Hoogwaardige
Excellentie den Bisschop, Mgr. Aenge-
nent.
Zelf hoorde -ik u meermalen zeggen:
Die 't hardst werken hebben in den regel
den 'meesten tijd.
Niet alleen in de eerste jaren van uw
priesterschap waart u geregeld medewer
ker van verschillende periodieken, maar
nog voor korte jaren verschenen van u
tal van degelijke studies, zoowel op let
terkundig- als historisch gebied.
Gouden jubilaris, ik mag 't niet langer
maken. Laat ik eindigen met u namens
al uw parochianen hartelijk dank te zeg
gen voor alles wat u deedt.
Uw voorbeeld van rusteloozen arbeid,
van onversaagden moed, van kinderlijk
vertrouwen, van vurige liefde tot de H.
Eucharistie, van liefde voor de kinde en
van bezorgdheid voor armen en zieken
en weduwen en weezen. uw open oog voor
de nocden der tijden dat alles zal niet
nalaten vruchten voert te brengen voor
tijd en eeuwigheid.
Schenke God u nog een blijde levens
avond en zij eenmaal des hemelsvreugd
uw deel
Een gelukwensch uit Zuid-Afrika!
De oudste kapeiaan, de weleerw. heer
J. Velthuys, nam daarop het woord om
Pastoor geluk te wenschen namens de
kapelaans en oud-leerlingen. Spr. meende
de gevoelens, die dezen vandaag bezielen,
niet beter te kunnen vertolken dan door
het voorlezen van een schijven, dat Mgr.
Van Gijlswijk, Apostolisch Delegaat te
Bloemfontein (Z.-Afrika) aan den jubi
laris had gezonden. Dit schrijven luidde
als volgt:
Hooggeachte Pastoor
Mag ik ter gelegenheid van uiw gouden
priesterfeest eenige herinneringen opha
len? Herinneringen aan mijn jeugd?
Het is nu ruim een halve eeuw geleden,
dat ik tot uwe catechismus-leerlingen be
hoorde; dat ik met u een eindje mocht
opwandelen door het Oostplantsoen te
Delft; dat ik u het eerst mijn verlan
gen kenbaar maakte om priester te wil
len worden; dat ik van u enkele eenvou
dige lesjes kreeg omtrent de voorberei
ding tot het priesterschap.
Deze herinneringen zijn het die mij
aanspoorden om u op uw gouden feest
mijne hartelijkste gelukwenschen aan te
bieden. Spare de goede God u nog vele
jarenEn als ik eenige verdiensten in
mijn leven moge vergaderd hebben, dan
sta ik, gevoegd bij mijn bijzonder gebed
voor u op dezen feestdag, gaarne daarvan
een gedeelte af als een geschenk op uw
gouden jubilé.
Met mijn zegen en vriendschappelijke
groeten,
Van u zeer toegenegen in X o
B. J. GIJLSWIJK7"
Apos-. Del.
Namens de parochianen en oud-leer
lingen bood spr. daarna onder daverend
applaus het portret van Pastoor Thus,
geschilderd door Antoon van Welie, aan
den jubilaris aan.
Eenige kleine meisjes, als kabouters
gekleed, hielden nu een samenspraak en
boden den Pastoor namens de schoolkin
deren een enorme kist sigaren aan.
De verzamelde school-macht zong tot
slot een „Lang zal „ze" leven" en werd
daarna naar huis gestuurd.
Tot aller voldoening heeft de Pastoor
toen 't rumoer der kinderstemmen was
weggegaan een kort woord van dank
gesproken.
De grijze Mere!er spreekt een
dankwoord.
De Pastoor reide zeer aangegrepen te
zijn door dezen dag: door de toespraken
die de kapelaan, de burgemeester en het
'hoofd der school hebben gehouden. Voor
al had den jubilaris aangegrepen, dat do
Deken vanmorgen bad gedaan, wat hij
niet meer kon doen.
Groote indruk heeft het op den jubi
laris geimaakt, dat hij zoovele vrienden,
met wie hij geleefd en gewerkt heeft,
heeft mogen aanschouwen.
Het was Pastoor een groote vreugde,
dat God hem heeft willen gebruiken om
't een en ander tot stand te brengen in
dit bisdom en te hebben mogen meewer
ken aan de vorming van priesr.ers en de
opvoeding van vele geslachten.
Een hartelijk woordje sprak de jubi
laris ook tot de kinderen. Van zijn fami
lieleden en paroohianen, vroeg hij (zwak
jes glimlachend), dat zij wanneer zij zijn
bidprentje zouden zien, zij een weesge
groetje voor hem zouden bidden....
De receptie, die van 2 tot half 4 werd
gehouden was hoe kan 't ook anders
zèer druk bezocht. Wij zagen o.a. Mgr.
Jansen pastoor te Den Haag, de zeer
eerw. heer Tholenaar, pastoor te Wasse
naar en vele andere geestelijken, de beide
wethouders en de gemeentesecretaris, de
Raadsleden Speelman en Van Breda, de
heer Voören,, directeur van het Postkan
toor, de heer Baak, inspecteur bij 't L. O.,
de Broeders van de Nijverheidsschool te
Voorhout, Zusters van het St. Bernar-
dusgestioht, de plaatselijke geneesheeren
en dr. Walenkamp uit Warmond, afge
vaardigde van de St. Vincentiusvereen.,
de heeren Creyghton en Hueber uit Lei
den.
De kunstenaar Anton van Welie was
ook tijdens de huldiging aanwezig.
Nog moet vermeld, dat Mgr. Bucks
Apostolisch Vicaris in Finland, een harte
lijke gelukwensch zond.
De gelukwenschen van den
Bisschop.
Het hoogtepunt van de receptie was de
komst van den Bisschop.
M'gr. wensohte den gouden jubilaris
van harte geluk en dankte hem voor het
vele, wat hij in het belang der zielzorg
te Sassenheim had verricht. Het stond
Mgr. nog levendig voor den geest, hoe
hij in zijn jongensjaren in de Pastorie aan
de Voorstraat te Delft de toenmalige ka
pelaan Thus- heeft gekend en met dank
baarheid herdacht de Bisschop wat kape
laan Thus in die jaren voor hem is ge
weest.
Dank bracht Z. H. Exc. voor de groo
te priesterlijke arbeir, die de jubilaris
heeft verricht, eerst als kapelaan in de
groote steden, daarna als pastoor te
Middelharnis, Rotterdam en Sassenheim
vooral hier, waar u zoo'n schitterend?
kerk hebt gebouwd. En wij weten, aldus>
Mgr., hoe de bloei van het onderwijs u
ter harte' ging en gij vele scholen hebt
gebouwd.
Nogmaals dankte Mgr. voor het pries
terlijk voorbeeld, dat de jubilaris hem had
gegeven en van ganscher harte sprak hij
de hoop uit, dat de krachten van deii
Pastoor zouden opleven.
Tenslotte wenschte de Bisschop de pa
rochie Sassenheim en de familieleden ge
luk met dit feest.
Nadat Mgr. eenigen tijd met den Pas
toor had gesproken, het schilderij had be
wonderd en zich met den heer en me
vrouw Warnaar had onderhouden, vertrok
Mgr. die vergezeld was van zijn secre
taris, den zeereerw. heer Pichot onder
het gewuif der toeegstroomde inwoners,
het dorp.
Tot besluit van het feest werd gister
avond een Lof gecelebreerd, waarbij agens
was de weleerw. heer J. F. Lips, kap. te
Rotterdam, geassisteerd door de weleerw
heeren A. Boekei, kapelaan te Amster
dam en W. Westerhoven, kapelaan te
Beverwijk.