DE ZIN VAN DE EUROPEESCHE
TOENADERING
23ste Jaargang
DINSDAG 9 AUGUSTUS 1932
No. 7274
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per poEt 12.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 1
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regeL
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
bet dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Waarom Frankrijk en Engeland?
De Europeesche toenadering is versterkt
na, de conferentie van Lausanne en Genè-
ve. Deze toenadering is bewerkt onder
aegide van Londen en Parijs. Frankrijk en
Engelaaid hadden besloten om hun invloed
te vereenigen, om in Europa den oorlogs
geest te vernietigen en door onderlinge
hulp weer welvaart te doen gedijen. Er is
in deze Fransch-Britsche entente geen
voorrang, geen geest van nationalisme, geen
streven naar hegemonie. En daarom zijn
ook zoovele landen, ook Duitschlaad, tot
deze entente toegetreden.
De andere continenten, met name de
Vereenigde Staten, hebben niets te duch
ten van deze nieuwe Europeesche formatie.
Zij is niet tegen hen gericht. Zij is zelfs
onder hun auspiciën geboren na de bood
schappen van Hoover in 1931 en '32. Trou
wens de Amerikaansche openbare meening
heeft altijd verlangd naar die toenadering
der Europeesche volken. Hoe dikwijls heb
ben in mijn tegenwoordigheid, toen ik nog
ambassadeur was te Washington, eminen
te Amerikaansche staatslieden den wensch
uitgesproken, dat er een einde mocht ko
men aan de Europeesche oorlogen en dat
de naties van het oude continent in loyalen
vrede zich mochten verbinden.
Het Fransoh-Britsche accoord en het
„gentleman agreement" zijn te Lausanne
tot stand gekomen onmiddellijk na de re
geling der reparaties. Zij zijn in geenen
deele gericht tégen Amerika, het zijn geen
arrangements van debiteuren te kwader
trouw tegen hun gemeenschappelijken Ame-
rikaanschen geldschieter. MacDonald en
Herriot zijn eerbare en loyale staatslieden
en zouden zich nooit hebben geleend voor
een incorrecte machinatie tegenover de
Vereenigde Staten. Frankrijk en Engeland
hebben in de historie altijd hun ondertee-
keningen geëerbiedigd en er is geen enkele
reden, om hun houding te veranderen. Door
zich in Lausanne nauwer aan elkander te
sluiten, hebben zij niets anders gedaan dan
een opwekking van president Hoover te
volgen en in de werkelijkheid om te zetten,
wat hij in zijn boodschap van 23 Oct. 1931
aldus uitdrukte: „Een arrangement, dat de
crisis-periode beëindigt, is noodzakelijk. Dit
arrangement moet ontstaan uit het initia
tief der Europeesche mogendheden in het
kader van de overeenkomsten, die van
kracht waren voor 1 Juli 1931". De over-
van Lausanne zijn dus uit-
voorstellen, door Hoover aan
Europa gedaan.
Wat is de eigenlijke portée van het
Fransch-Britsche accoord, dat zich ontwik
keld heeft tot een quasi-algemeen acooord
De portée is en zal blijven, dat de waar
heid van het feit diplomatiek is bevestigd,
dat een praealabele entente tusschen
Frankrijk en Engeland noodzakelijk is, om
den vrede van Europa te waarborgen en
het Europeesche evenwicht te herstellen.
Men heeft eertijds geloofd, dat een
Fransch-Duitsch accoord op economisch en
politiek gebied aan iedere poging, om Euro
pa te herstellen, moest voorafgaan. Dit was
de meening aller kanselarijen sedert het
pact van Locarno tot de voorbereiding van
Lausanne toe. Na de onderhandelingen
tusschen Briand en Stresemann dacht
iedereen, dat de twee machtigste continen
tale naties, die zoolang op het slagveld en
in de vitale concurrentie vijandig tegen
over elkander hadden gestaan, samen een
nieuwe orde van zaken zouden moeten
stichten, een nieuwe orde voor arbeid en
veiligheid, waarop dan het overige Europa
zich zou kunnen opbouwen in een architec
tuur van vreedzamen vooruitgang. Ook En
geland, onder leiding van den toenmaligen
minister van Buitenlandsche Zaken, Austen
Chamberlain, sloot zich bij deze diploma
tieke zienswijze aan, naar dewelke Duitsoh-
land en Frankrijk eerst tot een acooord
moesten komen, teneinde de Europeesche
Unie onder de auspiciën van den Volken
bond mogelijk te maken. Maar verschillen
de diplomatieke voorvallen toonden aan,
dat deze zienswijze, hoe logisch op zich ook,
niet onmiddellijk was te verwerkelijken.
De overwinningen van Hitler in 1930, de
„Anschluss"-beweging in 1931, de betalings
weigering van Duitsohland, de aanvalcam-
pagne van het Pan-Germanisme tegen het
verdrag van Versailles toonden aan, dat
een beetje onvoorzichtige edelmoedigheid
wel wat voorbarig vooruitgeloopen was op
de mogelijkheid van een Fransch-Duitsche
ontwikkeling. De gebeurtenissen waar
schuwden, dat men niet den besten weg
had gekozen, om vrede aan Europa te bren
gen.
Een deel der Europeesohe staten streefde
naar revisie der verdragen van Versailles,
Trianon en St. Germain, het andere deel,
onder leiding van Frankrijk, wensohte strict
behoud der verdragen. Verre dan ook van
tot vrede te voeren, opende de Fransch-
Duitsche „conversatie" al heel spoedig De-
treurenswaardige perspectieven voor con
flicten en leidde tot een hergroepeering van
de mogendheden in een Europa, dat gevaar
lijker was verdeeld dan vóór den oorlog van
1914—1918.
Men moest in Juni 1932 wel gedwongen
daarmede rekening houden, indien men
niet in een nieuwe catastrophe wilde gera
ken, indien men de paarden niet achter
den wagen wilde spannen. Het Fransch-
Duitsche accoord moest volgen en niet
voorafgaan. Dit accoord was niet de voor
gaarde voor, maar moest veeleer de conse
quentie zijn van het herstel van Europa
langs andere wegen.
Welke zijn die wegen?
Frankrijk en Engeland, twee mogendhe
den tegelijk intercontinentaal en Euro-
peesch, beschikken over een autoriteit, die
hun veroorlooft, wanneer ze verbonden
zijn, het evenwicht der wereld te waarbor
gen. Van militair gezichtspunt uit vullen
hun strijdkrachten elkander aan. De Bnt-
sche marine en het Fransche leger hebben
in de historie reeds bewezen, dat zij, ver-
eenigd, onoverwinnelijk zijn. Hun capacitei
ten van spaarzaamheid en voortbrenging,
hun organisaties op het gebied van bank
en credietwezen, hun traditioneels eigen
schap om zonder ophouden een intellec-
tueele aristocratie te recruteeren en te her
nieuwen, die vaardig is alle verantwoorde
lijkheden te dragen dit alles is een en
semble van geestelijke en sociale krachten,
waaruit leiders ontstaan, de waarachtige
leiders der beschaving, telkens wanneer zij
zich opmaken, om een gemeenschappelijke
zending te vervullen.
Dit hebben de meeste Europeesche na
ties begrepen en zich binnen enkele dagen
reeds aangesloten bij het Fransoh-Britsche
accoord. Het gaat daarbij niet om het op
geven van zelfstandigheid, om het op zich
nemen van onderdanigheid, iedereen blijft
onafhankelijk en behoudt zijn idealen.
Iedereen hoopt zelfs, da\ zijn idealen bin
nen het kader van het pact den voorrang
zullen hebben of zelfs triomfeeren, maar
iedereen heeft vertrouwen in het Fransch-
Britsche acooord, dat in Europa de atmos
feer van vrede zal scheppen en behouden,
en waarin nieuwe schikkingen kunnen wor
den getroffen op grond van de oude ver
dragen. Het accoord is geen diplomatieke
formaliteit, bestemd om het museum van
papieren Geneefsche protocollen te verrij
ken, het is een levende werkelijkheid, gebo
ren uit de huidige weeën van Europa en al
leen geschikt om het te brengen tot een
vreedzame wedergeboorte.
Hoe zal de Europeesche wedergeboorte
geschieden onder het teeken van het ver
trouwenspact? Dit moet het werk worden
van inter-gouvernementale commissies.
Een dezer commissies houdt zich reeds be
zig met 't Europeesche Donau-bekken. Dit
probleem is het meest urgente, dat geheel
de economie van het oude continent ver
troebelt. Een andere commissie is belast
met de monetaire kwesties. Ook dit is ur
gent, want geen gezond Europa zonder
gezonde financiën. De geldcirculatie moet
weer normaal worden. Dit zal alleen mo
gelijk zijn door een algemeene verlaging der
tarieven en door discipline van de produc
tie, aangepast aan de Europeesche mogelijk
heden. De nationale particularismen moeten
offers brengen aan het algemeen Euro-
peesch belang. Europa kan ook niet geslo
ten blijven. Het heeft allerlei grondstoffen
van andere continenten noodig en moet dus
voor die continenten openstaan. Wederkee-
rig hebben ze elkander noodig. Alleen
breede intercontinentale oplossingen der
kwesties zullen aan de wanorde een einde
kunnen maken, waaronder continenten en
naties thans zoo diep lijden. Dat is de ver
heven zending van de komende Economi
sche Wereldconferentie, bijeengeroepen
door Amerika en Europa samen. Hoe heer
lijk zou het zijn, wanneer ook Amerika en
Europa zich verbonden onder een pact van
vertrouwen, dat zich dan zou kunnen uit
strekken over onze geheele planeet!
HENRY BER ENGER.
HET NATIONAAL MARIA-
CONGRES.
DE LAATSTE DAG
Wat was Nijmegen stil geworden op den
derden dag van het Maria-Congres
Den avond te voren had de groote uit
tocht der congressisten plaats gehad in
allerlei vervoermiddelen. Vooral bij de
gierpont over de Waal was de drukte
enorm.
Bij de woelige drukte van Zondag verge
leken, was het gisteren „saai" in de straten,
maar de verschillende sectievergaderingen
hadden toch over belangstelling niet te
Een bezielende rede hield prof. dr. Fr.
Féron uit Roermond voor de vergadering
der Vrouwenbonden over „De Maria-devo-
tie bij de geestelijke vorming der vrouw".
Op deze vergadering heeft de hoogeerw.
heer Th. Knuvelder, Deken van Utreoht,
het nieuwe vaandel der Federatie ingewijd.
De kinderhulde.
In den namiddag had op het terrein aan
den Bijleveldisingel een grootsche kinder
hulde plaats, waaraan ongeveer een 5000
kinderen deelnamen. Deze hulde was tevens
bedoeld als een toewijding der Katholieke
Nijmeegsche schooljeugd aan Maria, en de
Zeereerw. heer G. W. van der Heyden,
pastoor der St. Stephonus-parochie, wees
in een korte, maar geestdriftige toespraak
op de beteekenis van deze acte van toe
wijding der Nijmeegsche jeugd, welke de
traditie der ouderen in de Maria-vereering
heeft in eere te houden in het geestelijk en
maatschappelijk belang der Maria-stad
Nijmegen. Vervolgens werd de akte van
toewijding verricht door Pastoor v. d. Heij
den, door de duizenden kinderen herhaald.
De duizenden kinderen brachten dan een
grootsche bloemenhulde voor het Maria
beeld, dat midden op het terrein onder een
troonhemel stond opgesteld. De meisjes
droegen allen bloemen, terwijl de jongens
voorzien waren van wit-blauwe vlaggetjes.
Het geheel maakte een schitterenden in
druk. Een heerlijke Augustuszon overgoot
deze waardige Mariahulde van jong Nij
megen met haar gulden stralen. Tot slot
van deze kinderhulde werd een plechtig
Lof gecelebreerd door Z. H. Exc. Mgr. Arn.
Diepen. Na den zegen met het Allerheilig
ste werd het Congreslied gezongen.
Een machtige indruk maakte het, toen
de duizenden menschen, die deze sluitings
plechtigheden bijwoonden, het Te Deum
aanhieven.
Deze kinderhulde werd door duizenden
bijgewoond. Onder de aanwezigen merkten
we op Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Z.
Exc. mr. dr. L. N. Deckers, minister van
defensie, de Magister-Generaal der Kruis-
heeren Mgr. W. A. van Dinther, Mgr.
prof. dr. J. Hoogveld, Deken Th. Knu
velder van Utrecht, verschillende pro
fessoren der R. K. Universiteit en voor
mannen van Katholieke Sociale Vereeni-
gingen.
Een treffend moment was het, toen de
duizenden kinderen de bloemen neerleg
den aan de voeten van Maria, aan wie zij in
hun acte van toewijding hun kinderlijke
trouw hadden betuigd.
Terwijl de meisjes hun bloemen offer
den, zongen de duizenden jongens him Ma-
ria-hymnen, terwijl zij de blauw-witte vlag
getjes huldigend zwaaiden naar het beeld
van de Moeder Gods.
De slotvergadering.
Om 8 uur werd in de groote zaal van het
Concertgebouw „De Veroeniging" de slui
tingsbijeenkomst van het congres gehouden,
waar het algemeen begroetingswoord werd
uitgesproken, door den voorzitter van het
Congresbestuur, prof. dr. Reg. Jansen
O.P., die o.m. begroette Z.Exc. den Minis
ter van Defensie mr. dr. Deckers, die, even
als Mgr. Alexander Chulaparambil. bis
schop van Kottayan, te midden van de oon-
gresbestuurderen had plaats genomen.
De R. K. Oratoriumvereeniging, onder
directie van Simon Terpstra, zong het Ave
Verum van Mozart, waarna de feestrede
werd uitgesproken door Prof. Dr. Féron uit
Roermond, die sprak over „Maria in het
maatschappelijk leven".
Katholieken van Nijmegen en Nederland,
zoo vroeg spr., is 'het vermetel van me, als
ik thans hier, aan het einde van een Ma-
riacongres met waarlijk majestueuze pro
porties, u eens herinner aan uw plicht,
ja, uw plicht! om aan uw medelandge-
nooten het geloof en de vreugde in de ver
loren geloofsschatten terug te brengen
te geven? Is het vermetel van mij u een
zacht verwijt te maken, dat uw voorouders
en gij eigenlijk bij het droevige feit, dier
eeuwenoude dwaling, waardoor millioenen
ook van uw landgenootcn Maria niet meer
kennen en eeren, zijt gaan neerzitten?
Als dit congres waarlijk deze conclusie,
die niets meer zou beteekenen dan de ein-
delijke afbetaling eener eereschuld aau
onze Moeder, zou trekken, zal dan straks
want we mogen niet bij woorden en frasen
blijven een vereeniging als de Apologe
tische Vereen. „Petrus Canisius" niet door
duizenden meer zal moeten gesteund wor
den? Zal dan het aantal der lezers en wel
doeners van haar schitterend orgaan „Het
Schild" niet door duizenden meer moeten
stijgen? Zal dan de schare van hen, die
bidden en offeren voor dat heel bijzonder
apostolaat, straks niet stelselmatig met
duizenden moeten vermeerderd worden?
Zal dan zelfs de actie, de leering, tenmin
ste door blad en boek, niet meer speciaal
daarop gericht moeten worden?
Het geslacht dat Nederland in zijn ge
heel aan Maria's Rijk teruggeeft, zal geze
gend zijn in de geschiedenis van de Kerk,
van Nederland, zal gezegend zijn in de ge
schiedenis van het Rijk Gods op aarde, zal
gezegend zijn in de geschiedenis van Ma
ria's heerlijkheid op aarde.
Het maatschappelijk leven is tot in zijn
geraamte ontredderd. De gemeenschapszin,
in den echten zin des woords, zooals het
Evangelie van Christus dien preekt en ver
langt, ontbreekt.
Waarom zijn wij zoo vergekomen? Oók
omdat de Moeder der menschen, die in dat
Mystieke Lichaam de taak had gekregen
van het bemiddelend orgaan, waardoor het
leven van het Hoofd, dat Christus is, aan
alle lidmaten zou worden toegevoerd, mis
kend is en Haar Moederschap niet ten volle
ons heeft kunnen beleven.
Spr. wekte op onze speciale actie weer
volledig op te bouwen op de fundamenten
onzer geestelijke eenheid, en één van die
fundamenten, door Christus zelf gelegd, is
de moederlijke taak Zijner Moeder. Daarbij
deed spr. een beroep op de jeugd.
Over Maria kan men veel zeggen en spre
ken. Het zal alles niet veel baten, als er
de liefde niet bij komt.
Maria is een „Moeder", wie zal Haar ooit
kennen zonder liefde 1 Maria is een „Moe
der", wie zal Haar ooit vereeren zonder
kinderlijke liefde. Maria is een „Moeder",
wie zal Haar ooit, ook in het openbare le
ven, verkondigen en doen eeren, zonder
Haar grootheid als Moeder eerst eenigszins
begrepen te hebben. En dat kan men alleen
door Haar „kind" te worden.
Maria's „kind" worden! Dat zegt alles.
Geve God, zoo eindigde spr., dat dit Con
gres en mijn woord mede aanleiding mogen
zijn, dat duizenden tot dit geestelijk kind
schap geboren mogen worden, en anderen
darain gesterkt.
Het algemeen slot- en dankwoord werd
uitgesproken door den voorzitter van het
congresbestuur prof. dr. R. Jansen O.P.,
die een algemeene dankbetuiging richtte
aan allen die tot het welslagen van het
congres hadden bijgedragen.
Mgr. J. Olav Smit gaf daarna alle con
gressisten den bisschoppelijken zegen.
Bisschoppelijke belangstelling.
Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent heeft
Zondag nog een bezoek gebracht aan de
sectievergadering van het Centraal Ver
band van de St. Joseph-Gezellen Vereeni
ging in Nederland en daarbij zijn bijzon
dere erkentelijkheid uitgesproken over het
werk der katholieke gezellen-vereenigingen,
welke hij een der sympathiekste sociale or
ganisaties achtte en welke Mgr. niet gaar
ne zou missen in zijn bisdom. De goedkeu
ring van de oprichting eener afdeeling van
de K. G. V. in zijn bisdom heeft hij steeds
met groote vreugde verleend.
KERKNIEUWS
NAAR DE MISSIE.
160 missionarissen en broeders en zusters
naar de missie.
In het missiehuis te Steyl is Zondag
een plechtig afscheidsfeest gevierd van
de missionarissen en broeders, die bin
nenkort naar de verschillende missiege
bieden zullen vertrekken. Het zijn dit
jaar ongeveer 100 missionarissen en broe
ders en 60 zusters.
PATERS FRANCISCANEN.
De Paters Franciscanen hel ben een no
viciaat gevestigd te BleijerheideKerk-
rade. Dit houdt verband met de omstan
digheid, dat zich ongeveer vijftig novicen
hebben aangemeld voor de Nederlantlsche
Provincie der Franciscanen. Het noviciaat
te Hoogcruts (Noorbee'k) -blijft eveneens be
staan. In Bleijerheide worden einde Augus
tus twintig novicen verwacht.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Strenge maatregelen te verwachten tegen
0 daden van terreur in Duitschland. (Ie
blad).
Bolivia's wenschen inzake een uitweg
naar zee. (Ie blad).
BINNENLAND.
Het Maria-Congres te Nijmegen (fde
blad).
Een reeks verkeers-ongelukken (Gem. Be
richten 3e blad).
Nieuwe invoerrechten in Engeland, (lste
blad).
De boterprijs in Duitschland. (lste blad).
BINNENLAND
DISPENSATIE OP 1* AUG.
Waar „marktdagen" worden gehouden.
Bij deze verleenen wij dispensatie in de
verplichting zich to onthouden van slavo-
lijken arbeid (dus n i e t in de verplichting
van Mishooren) ten behoeve van allen, die
zich op 15 Aug. a.s. in dife plaatsen van
ons Bisdom bevinden, waar op dien dag
„marktdag" wordt gehouden.
De eerw. geestelijkheid verzoeken wij
de geloovïgen hiervan tijdig in kennis te
stellen.
t J. D. J. AENGENENT,
Bisschop van Haarlom.
Haarlem, 9 Aug. 1932.
WERKLOOZEN EN RIJWIEL
BELASTING.
Het R.K. Werkliedenver
bond vraagt aanvulling van
de Rijwielbelastingwet.
Op het verzoek van het R.K. Werklie
denverbond om voor werklooze arbeider»
gratis een rijwielbelastingmerk beschik
baar te doen stellen, heeft de Minister
van Financiën geantwoord, dat de Rij-
wiol'belastingwet zich tegen afgifte van
een kosteloos belastingmerk aan de werk-
loozen verzet.
In verband met dit antwoord heeft het
R.K. Werkliedenverbond zich thans op
nieuw tot den Minister gewend en als
meening kenbaar gemaakt het volkomen
in den geest der wet te achten, indien aan
werkloozen of bepaalde groepen werkloo-
zen een gratis plaatje verstrekt zou wor
den.
Voor normale tijden moge het crite
rium, dat voor de vrijstelling geldt, n.l.
dat men niet in de Rijks-inkomstenbelas
ting is aangeslagen, voldoende zijn, thans
kan het onbillijk worden geacht alleen
aan dit criterium vast te houden.
Er zijn immers duizenden werkloozen,
waarvan verschillenden nog zijn aange
slagen in de Rijksinkomstenbelasting,
maar wier positie inmiddels geheel arv
ders is geworden.
Het is toch vrijwel onmogelijk voert
het Verbond o.a. aan rijwiel-belasting te
'heffen van de werkloozen, waarvan zeer
velen sedert geruimen tijd met overheids
geld spaarzaam worden ondersteund, zóó,
dat het Nationaal Crisis-Comité op aan
drang van de Regeering bij moet springen
om de betrokkenen o.m. van kleeding te
voorzien.
Waar de wet zich thans formeel verzot
tegen een maatregel als door het Verbond,
bepleit, verzoekt het den Minister drin
gend.
Ie. te willen nagaan of op do een of an
dere wijzen de betrokenen nog voor dit
rijwielbelasting-jaar te helpen zouden
zijn;
2e. te willen bevorderen, dat in de Rij-
wielbelu~ting\ et een bemaling opgenomen
als in art. 6 lid der Wogenwet:
„Wij behouden ons voor in bijzonder
I gevallen geheel of gedeeltelijk vrijstelling
j van belastg te vc.'oenen".
Werd zulk een bepaling in de wet op
genomen, dan zou deze dienstbaar ge-
j maakt kunnen worden om werklooze ar
beiders onder bepaalde omstandigheden
J van rijwielbel; vrij te stellen.