NATIONAAL MARIA-CONCRES
MAANDAG 8 AUGUSTUS 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Grootsche Plechtigheden te Nijmegen
EEN INDRUKWEKKENDE OPTOCHT
Moge de Troosteres der Bedrukten onze voorspreekster zijn
Onze redacteur, die het Maria-congres
te Nijmegen bijwoont, zendt ons het vol
gende verslag van de eerste twee dagen.
Het was in de rumoerige dagen van ket
terij en beeldenstorm, dat het stadsbestuur
van Nijmegen beval, alle beelden en schil
derijen uit de kerken weg te rooven en ter
brandstapel te brengen, op de Groote
Markt.
Een groote berg heiligen-beelden lag
door elkaar, met pek „bestreken, te wach
ten op het schennend vuur, maar even
vóór de vlam werd aangestoken, kwam
van de top der beeldenberg een kleine
Maria-figuur omlaaggestort.
De koster van de aloude Stevenskerk,
die met tranen in 't oog de verwoesting
had aanschouwd, borg het beeld schielijk
onder zijn mantel en bracht het onopge
merkt naar huis.
Eeuwenlang werd het in zijn familie ver
eerd, uit dankbaarheid waarvoor de H.
Maagd de vereerders loonde met tal van
gunsten en onderscheidingen. In 1863
werd de vereering openbaar en heden zal
tot de kroning worden overgegaan, om,
zooals het schrijven van het Kapittel van
Sint Pieter te Rome luidt, „de eer en de
onderscheiding der Zalige Maagd Maria
meer en meer te vergrooten."
Ter gelegenheid van deze kroning en
van de ommegang met het beeld door de
straten der stad, is dezer dagen, Zaterdag,
gisteren en heden een Nationaal Congres
in de Keizer Karelstad bijeengeroepen.
Duizenden en duizenden Mariavereerders
en vereersters uit alle deelen van ons
land hebben aan dien oproep gehoor gege
ven, om één van hart rond dit wonderda
dig beeld Gods Moeder te loven en te prij
zen, te bejubelen en toe te juichen.
Heel Nijmegen is in feeststemming. Al
hangen in de lucht de wolken laag, in de
harten der Congressisten is het zonne
schijn.
Huis aan Huis hangt de driekleur uit.
Langs de straten en singels, langs welke
de ommegang zal plaats hebben, zijn wim
pels en banieren aangebracht in de Maria-
kleuren: zuiver wit en hemelsblauw. Tref
fend is de versiering in de straten van de
oude stad: doek aan doek is over den weg
gespannen, waarop telkens een aanroeping
uit de litanie van Loreto is geschilderd
Op straat wandelend bidt men rondkijkend
de litanie.
Met klokgelui van alle kerken der stad
nam het Congres Zaterdagmiddag een
aanvang.
OPENINGS-BIJEENKOMST.
In de groote zaal van „De Vereeniging"
op het Keizer Karei-plein werd de groote
openings-bijeenkomst gehouden. De zaal
was met palmen en tapijten in een schitte
rend feestgewaad gestoken. De belang
stelling was zoo groot, dat een groot deel
der Congressisten de toespraken in den
tuin moest aanhooren, waar luidsprekers
waren opgesteld.
Terwijl het koor van de St. Dominicus-
kerk het „Ecce Sacerdos" inzette, kwamen
Mgr. Diepen, Bisschop van Den Bosch en
Mgr. Hopmans, Bisschop van Breda, de
zaal binnenschrijden, vergezeld van den
Minister-president, Jhr. Buys de Beeren-
brouck, die met vele ander hooge gasten
op het met de bisschoppelijke wapens ver-
sierde podium plaats namen.
Begroetingsrede.
De begroetingsrede werd uitgesproken
door den voorzitter van het Congresbe-
stuur, Prof. dr. R. L. Jansen O.P., Rector
Magnificus der Keizer Karei-universiteit,
die de opzet en het doel van dit Maria-
congres twintig jaar na het gelijksoortig
congres te Maastricht duidelijk uiteen
zette. „In onzen tijd, waarin de geeste
lijke, zoowel als de tijdelijke nood hoog ge
klommen is, is het meer dan tijd Maria
aan te roepen als onze hulp. Dat is het
practisch doel van dit Maria-congTes".
Na deze inleiding deed prof. Jansen me-
dedeeling van het verzenden der volgende
telegrammen:
Telegrammen.
Aan Z.H. Paus Pius XI,
„De Katholieken van Nederland, met
hun Aartsbisschop en Bisschoppen, te Nij
megen vereenigd op het Nationaal Con
gres ter eere van de Allerheiligste Maagd
Maria, ons aller Hemelsche Moeder, be
tuigen aan Uwe Heiligheid hun kinder
lijke gehoorzaamheid, bidden in deze
moeilijke tijden door de voorspraak der
Middelares aller genaden, de hulp des He
mels af voor Uw Heiligheid, voor de Kerk
en voor heel de wereld, en vragen nederig
den Apostolischen Zegen".
Aan H. M. de Koningin,
„De Katholieken yan Nederland, met
Aartsbisschop en Bisschoppen te Nijme
gen vereenigd ter gelegenheid van het Na
tionaal Maria-congres, betuigen Uwe Ma
jesteit eerbiedige hulde en bidden Gods
besten zegen af over uwe Majesteit, haar
Koninklijk Huis en ons dierbaar Vader
land".
Ook werden hulde telegrammen gezon
den aan den Internuntius en aan Kardi
naal van Rossum.
Rede pastoor Th. J. v. Noord.
Hierna hield de zeereerw. heer Th. J. v.
Noord, Pastoor te Langendijk (N.-H.) een
gloedvolle rede, getiteld „Maria in ons
persoonlijk leven".
In forsche trekken keurig van inhoud
tegelijk, plaatste de gewijde redenaar zijn
talrijk gehoor aanstonds in de sfeer van
het Congres: Terwijl de geest uit de diep
te honderduizenden tot twijfel en ongeloof
verleidt, terwijl deze schoone dag het te
genbeeld is van de houdingen en verhou
dingen der volken gaan, wij met diepe ver
eering en hooge vreugde Maria eerbiedig
dankbaar kronen als Moeder Gods en
Moeder der menschen. In hulde spreekt de
ervaring der dankbare liefde, in Congres
de verwachting, dat het zuivere licht van
geloof en wetenschap in breede bundels
zal schijnen op de katholieke Maria-ver-
eering.
Maria onze Moeder
Daarmee is eigenlijk alles gezegd, doch
wie zal het goede, waarvan de moedernaam
spreekt, beseffen en genieten? Die moeder
liefde is wonderbaar, omdat wij in geen
schepsel Gods God zoo ontmoeten ais in
de moeder, zooals spr. in ontroerende voor
beelden nader omlijnde.
Het Goddelijk moederschap spreekt van
de menschwording Gods, en God is
mensch geworden om de menschen, om de
kinderen der menschen te maken tot kin
deren Gods.
Moeder Gods
Een titel, die een dwaasheid, een erger
nis is voor allen, die buiten de Kerk nog
den Christus belijden. Maar waarom toch
God nam het vieesch aan uit een
Vrouw, die Maagd blijvende, door de bo
vennatuurlijke inwerking van den H.
Geest moeder werd. Deze vrouw is dus
waarlijk Moeder Gods, niet van de God
heid, maar wel van een Goddelijk per
soon, die naar de menschelijke natuur in
den tijd uit haar geboren werd.
De rechtvaardige titel Moeder Gods
vraagt eerbied en vereering van ons hart
en geeft aan ons geloof in Christus veilig
heid en liefelijkheid.
Daaruit blijkt reeds wat Maria voor ons
eigen geestelijk leven in het bijzonder is:
oorsprong van ons geestelijk levenzij is
aan eiken mensch tot hulpe gegeven in
den moeilijken strijd tot den hemel.
Maria's geestelijk moederschap open
baart zich triumfantelijk al de eeuwen
door. Tegenover de schemerende gestalte
der beloofde Vrouwe op de eerste blad
zijde der H. Schrift, staat de geweldige
verschijning op de laatste bladzijde.
Maria in ons leven beteekent kracht in
ons leven. Zij is de sterke Vrouw, want
reinheid maakt sterk, sterkt ook het ge
loof, dat bergen verzet.
De gewijde redenaar schetst dan de leeg
te van een huis zonder moeder; wat de
moeder is voor ons natuurlijk leven, dat is
Maria, de volmaakte Moeder, voor ons bo
vennatuurlijk leven. In haar handen heeft
God geen gerechtigheid en oordeel gelegd,
maar enkel barmhartigheid.
Wanneer Maria ons hart vervult, wan
neer wij ons laten leiden door haar goeden
raad, dan wordt alles licht in ons. Wij
zien licht in den Heer, genezend licht,
uitstralend licht, en als kinderen des lichts
doen wij de werken des lichts.
Na het geweldige applaus, dat op deze
geesterende rede volgde, huldigde de Bis
schop van 's-Hertogenbosch in een korte
toespraak de H Maagd, waarna Mgr. a«-
len de zegen gaf.
Met het zingen van het Congreslied
werd deze uitstekend geslaagde vergade
ring gesloten.
EEN TENTOONSTELLING.
Onmiddellijk na deze plechtigheid had
in de schoon-gelegen huize „Belvoir" de
opening plaats van de tentoonstelling
van kerkelijke kunst. Een rijke verzame
ling specimina van middeleeuwsche en
moderne kunst was hier bijeengebracht.
De middeleeuwsche afdeeling is helaas
door verschillende omstandigheden, niet
zoo uitgebreid geworden, als in de be
doeling had gelegen. Eenige fijne, hout-
gesneden Mariabeelden, geven evenwel
een goede kijk op de Middeleeuwsche
styleering, bij welker primitieve vormen
de hedendaagsohe kunst zich aansluit.
Wat moderne kunst betreft is alle een
zijdigheid, zoowet wal bepaalde „richtin
gen" als de verschillende vormen van
kunst-uiting aangaat vermeden. Naast de
schilderkunst is ook drijf- en smeedwerk,
ceramiek, borduursel, geschilderd glas,
beelden, platen en prentjes bijeenge
bracht. Er is veel schoons en oorspron
kelijks, maar ook veel, wat eenigszins
zonderling aandoet.
In den namiddag werden enkele sec
tievergaderingen gehouden; in de avond
uren werd in alle kerken van Nijmegen
een plechtig Lof gecelebrerd.
OPENLUCHT-MEETING.
Op het wedren-terrein aan de Bijle-
veldsingel had te 8 uur een openlucht-
meeting plaats. Vele duizenden verza
melden zich hier om te luisteren naar
het welsprekend woord van mr. Krop
man, wethouder van Amsterdam, die na
door prof. dr. Titus Brandsma ingeleid
te zijn een rede hield over „Maria
hulp in den nood dezer dagen".
Rede mr. Kropman.
In groote en breede trekken geert mr.
Kropman een beeld van den „grooten
nood dezer dagen", waarin de welvaart
verdwijnt, het volksgeluk in volksellende
verandert. Hij schetst den toestand der
verlaten havens, der angstwekkend-stille
scheepswerven, der vertwijfelende boe
ren, der inkrimpende industrie, der toe
nemende werkloosheid.
Maar erger dan de sombere stilte in
onze havens en op onze scheepswerven,
erger dan de gesloten fabriekspoorten
en de leegte op kantoren en ateliers is
de leegte in de zielen. En ook deze
leegte wordt door den redenaar in bree
de contouren geschilderd.
Zoo staan wij voor de ruine van de
volkswelvaart, maar tevens voor die van
het geestelijk leven in tal van arbei
dersgezinnen, doordat ons economisch
systeem tot een meedoogenloos wreed
en hard stelsel is verstard.
Dat is de nood onzer dagen: stoffelijke
nood geestelijke nood, een nood,
waarin het godsdienstig leven maar
moeilijk nog bloeien kan.
Tegen het groote leed der werkloos
heid, en der armoede, staan onze lei
ders bijna machteloos, zij kunnen iets
van het leed lenigen, opheffen kunnen
zij het niet.
En terwijl hij dag in, dag uk met dit
ontzagwekkende probleem bezig, den
stroom der werkloosheid rond zich nog
zag toenemen kwam tot den redenaar
plotseling die opdracht uit Nijmegen:
„Maria, hulp in den nood onzer dagen",
een opdracht, die hem ontroerde en
pakte.
Hoevelen van ons hebben de Heilige
Jonkvrouwe, die in onze jeugd hot sym
bool van zuiver en jong idealisme was,
vergeten? En toch, onze tijd snakt naar
nederigheid en Godsvertrouwen, naar
zuiverheid en deugd, naar innerlijke rust
en vrede en wij, katholieken, wij weten,
dat de Troosteres der Bedrukten ons
dat geluk kan brengen. Dan gaat de re
denaar in forsche lijnen na, hoe in vroe
ger tijden de godsvrucht tot Maria een
der edelste vruchten onzer beschaving
was. De Hervorming heeft deze ontroe
rende schoonheid gerukt uit het hart
van het volk. Maar thans, nu wij na
drie, vier eeuwen ons zelf weer bewust
geworden zijn, rust op ons en onze lei
ders de grootsche taak: Maria terug te
voeren uit het katholieke verleden naar
dezen modernen tijd.
En de redenaar doet hier een indruk
wekkend beroep op de jeugd, die, niet
schuldig aan het leed, dat over ons volk
gekomen is, Maria moet terugbrengen in
onze gezinnen, in ons openbare leven en
met jong idealisme de Troosteres der
bedrukten moet bestormen, terwijl de
ouderen met alle krachten bezig zijn den
economischen vloedgolf van rampen te
keeren.
De nood dezer dagen is er eene, wel
ke door menschen over menschen is
voltrokken: menschenwerk was de oor
log, mensohenwerk deze crisis-. En hier
roept de redenaar de Troosteres der be
drukten aan om ons nederigheid te lee-
ren, den Spiegel der Rechtvaardigheid
om ons in eerlijkheid en liefde een on
rechtvaardige economischeh dictatuur te
doen overwinnen, den Zetel der Wijs
heid om ons te leeren bidden.
En als na korten of langen tijd deze
crisis geleden zal zijn en wij weer zul
len werken aan de volkswelvaart en
het volksgeluk, zullen wij het anders en
beter doen dan voorheen, wij zullen de
Mariavereering herstellen in ons huise
lijk, in one maatschappelijk leven, om
dat zij het zijn zal, die, zooala zij in het
Magnificat van God zegt, „groote din
gen aan ons 'heeft gedaan".
Langzaam is het donker geworden en
de booglampen verspreiden over de dui
zenden een fantastisch licht.
En als zij uiteengaan en zich in den
avond verspreiden, nemen zij een on-
vergetelijken indruk mee van deze bui
tengewoon geslaagde openluchtmeeting.
„DE EERSTE BLISCAP VAN MARIA"
Tegelijkertijd, dat deze openluchtmee-
tïng plaats vond, werd in „De Vereeni
ging" opgevoerd „Die eerste bliscap
van Maria". De zaal was geheel gevuld
met een zeer talrijke menigte, on
der wie het Doorluchtig Eniseonaat,
verschillende gemeentelijke autoriteiten
enkele Vrouwen van Nazareth. 'Op
Graal was met een flinke groep meisjes
op 't congres- vertegenwoordigd en had
veel bekijks).
„De eerste bliscap" is een van de ze
ven Mariaspelen, welke jarenlang in de
middeleeuwen op de Groote Markt te
Brussel werden opgevoerd. Het veroor
zaakte in zijn tijd een geweldige volks
toeloop, iets wat wij ons heden ten
dage niet meer kunnen denken. Het valt
natuurlijk zeer te loven, en de gelegen
heid was er ook zeer gunstig voor, om
bij dit Maria-congres dit oude Maria-
spel te doen herleven, maar voor onze
hedendaagsche door sensaties verwende
smaak, is het wat langdradig. (En de
oorspronkelijke tekst was reeds aanzien
lijk ingekort!)
Groote lof verdient de regie, die met
warme kleureffecten werkend, voor een
ware oogenstreeling in lijn en tinten
zorgde. De décors waren zeer kunstzin
nig opgevat: de paradijsboom en de He-
melberg vormden een ideale achtergrond
voor het langzame beweeg, der lang
zaam de middeleeuwsche verzen decla-
meerende personages. Er waren prach
tige tafereeltjes, kleurige schilderijen,
zooals de gestorven Adam en de smeek
beden dor Hemelingen voor Gods troon.
Door het op den voorgrond plaatsen
der smeekende „Deugden" in donker ge
tinte gewaden van rood, bruin, blauw
en groen, kreeg, door de tegenstelling,
de geheele hemelberg met zijn bewo
ners, in teere kleederen, iets ijls en ver
geestelijks.
Deze „Eerste Bliscap" voert ten too-
j neele de „Boodschap van Maria". Het
spel begint met den val van Adam en
Eva, de belofte van den Verlosser, de
geboorte van Maria, haar opdracht in de
Tempel, haar verloving met Joseph en
tenslotte de blijde boodschap door den
Engel Gabriël in het nederig hutje te
Bethlehem. Dit laatste was een der best
j geslaagde tafereelen. Het daaraan voor-
afgaande deed met die „Manner zum
j heiraten" wel wat komisch aan. Een
I bijzonder aardige" scène was de op-
I dracht van de kleine Maria in den Tem-
I Pel-
I Het stuk was door de spelers met
ijver ingestudeerd. Toch bleef het hin-
I derlijk, dat vele stemmen ongesohoold
I waren en van de dictie der, in ons mo
dern oor, gedragen middeleeuwsche ver
zen weinig terecht brachten.
De opvoering van deze eerste bliscap
I is voor dilettanten een groote en o.i.
I wat te zware prestatie. Er is ontegen-
zeggelijk van veel schoons- genoten, maar
het mag een groote vraag heeten of ons
modern geslacht in zijn groote massa
middeleeuwsche mysterie-spelen nog weet
te waardeeren tenzij men het opvat
als een merkwaardigheid om eens te
zien, hoe het middeleeuwsche tooneel
was opgezet.
Maar dit was geenszins de bedoeling
van deze opvoering. De décors zooals
gezegd zeer mooi waren modern.
Daartegenover de taal en de regie mid-
deleeu-wsch, hetgeen wel met elkaar in
strijd was, wanneer men had willen „ar-
chaiseeren".
Aan het slot van de opvoering werd
door alle aanwezigen gezamenlijk het
„Magnificat" gezongen. De opvoering,
welke om 8 uur begon, was om kwart
voor 12 ten einde!
KERKELIJKE PLECHTIGHEDEN.
Zondag werden op een tweetal plaat
sen Pontificale H. Missen opgedragen.
In de St. Canisiuskerk droeg de Aarts
bisschop de H. Mis op, met de volgen
de assistentie
Presbyter-assistens mrgr. prof. dr. J.
Hoogveld, Troondiakens prof. dr. R. L. Jan
sen O.P. (voorz. van het Nat. Maria-Con-
gres) en prof. dr. Titus Brandsma O. Carm.,
vicè-voorz. van het Nat. Maria-Congres,
Diaken ad Missam Pastoor N. Four Ö.J.,
Subdiaken ad. Missam Rector H. Jansseu
S.J. Cereinoniarii Secretaris J. v. d. Burg
en Pater C. Swagemakere S.J. De lagere
functies werden vervuld door de KapelaanB
der parochie en door priesterzonen uit de
parochie.
In de kerk van O. L. Vr. GebcJt>rte ponti
ficeerde de Bisschop van den Bosch, met
de volgende assistentie:
Presbyter-assistens hoogeerw. Pater Ja
cobus Nielen, Vicarius der Dominioanen-
orde; Troon-diakens Pater Magister dr.
j Bonifacius Luyckx O.P. en Pater prof. dr.
j Desiderius Franses O.F.M., Diaken ad
Missam Pater dr. Antonius YV'eve O.P.,
Subdiaken ad Missam Pater Perquin O.P.,
Ceremoniarii Secretaris M. v. d. Ven en
Pater lgn. de Boer. De lagere functies wer
den vervuld door theologanten-
Het Gregoriaansch werd verzorgd door
't koor der Paters Franciscanen uit Ven-
ray, onder leiding van Pater dr. E. Bru-
ning O.F.M.
Om half 11 werd een gezongen H. Mis
opgedragen door mgr. F. Hendrikx, vicaris-
generaal van het Bisdom den Bosch, in de
open lucht op het terrein aan de Bijleveld-
singel, waar een altaar, overhuifd door
een mooi ciborium,{ was opgericht. Deze in
drukwekkende plechtigheid werd door dui
zenden bijgewoond.
TOEWIJDING DER NEDERLANDSCHE
MISSIONARISSEN.
Onmiddellijk hierna had de toewijding
der Nederlandsche Missionarissen en hun
werk aan Maria plaats. Deze plechtigheid
werd bijgewoond door den Aartsbisschop
als voorzitter van den Pries ter-Missiebond
en door mgr. Alexander Chulaparanbil,
bisschop van Kotayan in Travancore
(Britsch-Indië).
Pater Borromaeus de Greeve hield een
prachtige rede.
Het is nu het oogenblik, aldus spr., waar
op heel het Katholiek Missiewerk aan Ma
ria zal worden toegewijd, bij monde van
onzen jongsten Ned.-Missiebisschop mgr.
Joosten en den on vermoeiden binnenland-
schen Missionaris maar teven® groot pro
pagandist van het wereldapostolaat der
Hereeniging, Pater v.Keulen Cas.R.
Spr. verklaarde hierna „het waarom" van
deze plechtige opdracht.
Wij gaan, aldus spr., aan Maria toewij
den het Missiewerk, d.i.het geweldige
werk tot bekeering van nog duizend mil-
lioen zielen van heidenen.
Waarom gaan wij het wereldapostolaat
opdragen aan Maria? Ie, omdat wij met
al onzen goeden wiL ons onmachtig voelen
in zulk een machtig, gewichtig en geweldig
j plan, iet® te kunnen zonder de genade
i Gods. Wat kunnen wij dan beter en meer
doen dan ons de hulp verzekeren van haar,
die de uitdeelster is der genadeschatten,
omdat wij voor dat heilzame werk de
belangstelling mogen verhopen van de Ko-
ninginne van hemel en aarde. Zou zij, de
Moeder van Jezus, onverschillig zijn voor
de moeite en arbeid der wereldapostelen,
die het geloof prediken in Christus, den
Gekruiste? Zou zij haar Moederhart slui
ten voor de millioenen, die nog neerzitten
in de schaduwen des doods? Neen, zij kan,
zij wil, zij zal- ons •'helpen. Daarom zien wij
hier op dit plechtig oogenblik een keur van
missionarissen neerknielen; mannen van
allerlei livrei, maar allen één in verlangen
om den naam van Jezus Christus voort te
dragen over de aarde, mannen, helden,
kampioenen, die verder reizen dan L09
Angeles en andere lauweren oogsten dan
sport-records. Zij zullen de opdrachten
richten tot Maria, la grande dame de la
Victoire, zij zullen alle wapenen en vaan
dels, al hun zweet en zorgen, al hun offer»
en bekommernissen neerleggen op haar
altaar. En als wij hier om heen staan, dan
zullen wij ons herinneren, dat wij aan het
wereldapostolaat hebben te geven de of
fers van gebed en goud; gebed, de kunst
om hemelzegen te koopen, geld om het ter
rein te bebouwen. Dan zal deze actie be-
teekenis krijgen cn het wordt een stralende
Maria-hulde omdat ook haar Rijk wordt
uitgebreid; het wordt een wereld—winst,
omdat millioenen meer gaan deelen den
rijkdom, de weelde, het geluk van onze
lieve Moeder Maria.
Mgr. L. Joosten verrichtte daarna de
toewijding. Pater Van Keulen C.ss.R. wijd
de vervolgens het Apostolaat dor Hereeni
ging aan Maria toe. De bijeenkomst werd
gesloten met het Missielied. Een 30 k 40
missionarissen van verschillende Congre
gaties waren er bij tegenwoordig.
DE MARIA-OMDRACHT.
Des middags werden verschillende sec
tie-vergaderingen gehouden o.a, van de
Maria-congregaties buiten Nijmegen in de
kerk aan de Augustijnerstraat. De weleerw.
heer P. L. Bangert, uit Haarlem, hield
daar een inleiding over „Waartoe moet
onze Maria-devotie ons brengen?"
In den namiddag het liep tegen vij
ven begon de Maria-omdracht, een op
tocht welke anderhalf uur lang aan ons
oog voorbijtrok. Het was een schitterende
stoet, welke Moeder ivturia als eere-ge-
leide diende, een stoet van felle kleuren en
rijke afwisseling.
De processie opende met groepen meis
jes, die Oostersche Maria-schilderingen
meedroegen, welke herinnerden aan de
scheuring der Grieken, maar tevens wezen
op de hoop op hereeniging.
Daarop volgde een onafzienbare stoet
vereenigingen met wapperende banieren
o.a. een rijtuig met oud-zouaven. Dan -Ma
ria-congregaties uit alle deelen des lands;
ook Leiden en verschillende dorpen in de
omgeving zagen wij vertegenwoordigd.
Een statigen indruk maakte de lange
zwarte rij van professoren in baret en
toga en van priesters en kloosterzusters
van bijna alle orden en congregaties,
In verschillende groepen meisjes werden
daarna de eeretitels van Maria: „Koningin
der Engelen", „Koningin zonder vlek ont
vangen", „Konigin van de Allerheiligste
Rozenkrans", „Sterre der Zee" en „Konin
gin des Vrede3" in de stoet uitgebeeld.
De jongens deden ook hun best en ver
toonden op meer humoristische dan artis
tieke wijze dat Maria geëerd moet
worden in alle werelddeelen. (Vooral
„Blanke Ras" met bruine Batavieren was
potsierlijk).
Kleine witte pages torsten daarna op een
blauwe kussen de kroontjes en scepter,
waarmede het beeld van Moeder en Kind
straks zou worden gekroond. Een zee van
bruidjes ging het hoogtepunt van de stoet
vooraf, het kleine, oude bruine Mardonna-
beeldje, dat onder een blauw baldakijn
werd meegedragen.
Daarachter volgde een schitterende
stoet van prelaten en wereldlijke hoog-
waardigheidsbekleeders: de Aartsbisschop
en de Bisschoppen van Nederland, mgr.
Eras, mgr. Jan Olav Smit, mgr. Ohurapa-
rambil, 't Hoogwaardig Heer der Kruis-
heeren, 't Hoogwaardig Heer der Norber
tijnen, Mgr. Joosten en vele anderen.
Van de wereldlijke dignitarissen noemen
we de Malthezer-ridders in hun vurige cos-
tuum, Burgemeester en Wethouders van
Nijmegen, leden der Eerste en Tweede
Kamer.
Op hen volgden de K. J. V. en de Graal,
met hun fleurige vlaggen en fleurige
costuums (de Graal heeft zelfr nog ge-
spreekkoord).
cTal van muziekkorpsen en herauten wis
selden de stoet af en speelden passende
muziek.
Een onafzienbare menigte verdrong zich
langs den weg en stuwde achter de pro
cessie aan naar het terrein aan de Bijle-
veldsingel, waar de kroning zou plaats heb
ben.
DE KRONING.
Eerst werd een plechtig Lof gecele
breerd door Mgr. Diepen, waarbij troon
diakens waren prof. dr. F. van Welie en
Pastoor G. v. d. Heyden uit Nijmegen, dia
conus ad Laudes prof. dr. R. Jansen
O.P., subdiaconus Pater J. Kronenburg
C.s.s.R.
De menigte zong gezamenlijk de liturgi
sche gezangenhet ging bijzonder goed en
het maakte diepen indruk.
Na het Lof had door Mgr. Diepen de
kroning van het beeldje plaats onder de
aandaohtige stilte der menigte en onder