De kerk te Hoogmade opnieuw ingewijd.
DONDERDAG 4 AUGUSTUS 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Vóór de instorting.
Welk een algemeen© verslagenheid
heerschte er in Hoogmade toen de kerk*
instortte welk een vreugde heerscht er
vandaag, nu de nieuwe kerk is inge
wijd! Toen de oude tempel in puin was
gevallen, heeft men met bij de pakken
neergezeten; al spoedig kwamen plannen
en teekeningen om de kerk nieuw op te
bouwen. En heden was de groote dag daar,
dat heb mooie, sierlijke kerkje zou worden
ingewijd. De vreugde was algemeen. De
Katholieken hebben te lang in schuilkerken
moeten leven, om met houten noodkerken
genoegen te kunnen nemen.
De feeststoet.
Tegen half zeven gisterenavond werd
Mgr. Aengenent, Bisschop van Haarlem
aan de grens der parochie verwacht.
Mgr. werd daar opgewacht door een
groot eeregeleide. Voorop stond de Har
monie, die met frissche toonen de feest
vreugde rondbazuinde. Achter het vaandel
van den Volksbond schaarden zich de ver
schillende besturen. In auto's reed het
kerk- en armbestuur mede, terwijl een auto
was gereserveerd voor de geestelijkheid
uit omliggende plaatsen. Hierin hadden
plaats genomen de zeereerw. pater Ephrem
Sloots, Pastoor E. Derksen van Hoogmade,
Pastoor Th. Kwakman van Rijpwetering en
Pastoor W. Borsboom van Noorden. In an
dere auto's hadden plaats genomen de
architecten, de heeren Van der Laan uit
Leiden, de rentmeester van de Heerlijk
heid, mr. Sormani uit Leiden en Kapelaan
P. N. Borsboom uit Amsterdam. Een
groote stoet ruiters zou den Bisschop tot
eere-geleide dienen.
Kapelaan Nieveen Van Dijkum, die de
Pastoor bij de feestdrukte assisteerde, was
eveneens bij de ontvangst aanwezig.
Tegen half 7 uur arriveerde Mgr. per
auto, waarin tevens gezeten waren de De
ken van Leiden, de hoogeerw. heer Ho-
mulle en de secretaris van den Bisschop, de
zeereerw. heer Agterof. Aan de grens der
parochie steeg Z. H. Exc. over in een met
vier paarden bespannen rijtuig.
De Pastoor der parochie, de zeereerw.
heer Borsboom, heette den Bisschop wel
kom. Mgr. wordt hier met blijdschap en met
dankbaarheid ontvangen. Met dankbaar
heid wegens al het goede, wat wij van hem
hebben mogen ondervinden. Met blijdschap,
omdat Mgr. komt om de nieuwe tempel in
te wijden, welke hier gebouwd is om God
op passende wijze te eeren.
Z. H. Exc. dankte voor deze welkomst
groet, waarna de stoet zich in beweging
zette. Onder groote belangstelling der be
volking reed Mgr. naar de kerk.
Hier werd Mgr. opgewacht door bruid
jes en schoolkinderen. Een der kleinsten
van de school, Doortje v. d. Root, bood den
Bisschop bloemen aan.
Aan 't „spreekkoren".
Een groepje schoolkinderen had onder
leiding van den heer Theo Bosman een
„spreekkoortje" geleerd, dat veel succes
had. In het spreekkoor gaven de kinderen
uiting aan de algemeen© feestvreugde:
A. „Waarom wapp'ren de vlaggen en wit
gele wimpels
Van toren en huizen zoo blij in de
wind?
B. Dat is er omdat onze Hoogwaarde
Bisschop
Door klein en door groot wordt
geëerd en bemind.
A. Waarom jub'len de monden en stralen
de oogen
Van trouw tot den dood en liefde
zoo sterk?
B. Dat is er omdat wij als Roomsch-
Katholieken
Den Bisschop vereeren als Prins van
Gods Kerk.
A. Waarom buigen de knieën en bidden
de harten
Als zeeg'nend Zijn hand onze hoofden
omzweeft?
B. Dat is er omdat wij den Bisschop
beschouwen
Als Christus' Apostel, in wien
Christus leeft.
A. Waarom toch komt Monseigneur hier
in ons midden?
Wat is het, dat juist ons zoo innig
verblijdt?
B. Dat is er omdat onze kerk nu zoo
prachtig 1
Tot Tempel van God wordt gewijd".
De Pastoor van Hoogmade begroet den Bisschop
De kerk
van Maria Geboorte
Toespraak van den Burgemeester.
De Burgemeester, de heer Roddens Ho-
sang, nam daarop het woord:
Het is mij een bijzonder voorrecht U,
Monseigneur, bij Uw komst in deze ge
meente namens het Gemeentebestuur een
woord van welkom toe te mogen spreken.
Het is een vreugdevolle reden welke U uil
Uw ambtsbediening naar onze landelijke
gemeente noodde, het is een gewichtige en
plechtige ure welke de gemeentenaren met
U op den dag van morgen tegemoet gaan.
Hebben wij ons dus morgen meer te bepa
len bij d e r e d e n van Uw komst, vandaag
verheugen wij ons in het feit van Uw
komst als plechtig preludium van het Te
Deum van morgen.
En dan hoef ik geen oogenblik naar re
denen te zoeken om ons over Uw komst
te verheugen. Dat Gij, die in Uw omvang
rijk Diocees, waar zoo veel en velerlei ar
beid U roept, waar zoo velerlei vreugde
maar ook zooveel verdriet Uw hooge ambts-
vervulling zal doorstroomen, gelegenheid
hebt willen en kunnen vinden naar de sere
ne rust onzer eenvoudige en bescheiden
plaats te komen, stemt ons tot groote
dankbaarheid. En gelijk de zuivere klank
welke uit de onschuldige kinderstemmen
tot U klonk, gelijk het uiterlijk feestbetoon
der bevolking uiting mocht geven aan een
lang gekoesterde begeerte U van harte
welkom toe te roepen bij het betreden on
zer gemeentegronden, gelijk de muziek met
hare fanfares U op andere wijze heeft mo
gen binnenhalen, evenzeer heb ik behoefte,
samenvattende wat de gemeentenaren U
toezongen, juichten of bliezen, te verzeke
ren, dat wij Uw komst op zeer hoogen prijs
stellen. Al ligt de taak voor een gemeente
bestuur helaas wel eens op meer materieel
gebied als dat der kerken, al hebben over
heid en kerk en kerk en overheid een on
derscheiden arbeidsveld, er is evenzeer zoo
veel gebied waar zij beiden met dankbaar
heid terugdenkende aan elkanders bij
stand, nog zooveel gelegenheid vinden sa
men op en voort te bouwen. En wanneer
dan op een dag als vandaag de ideëele ge
voelens van een zeer belangrijk deel der
gemeentenaren samensmelt in een Te
Deum, dan is het mij een voorrecht daar
aan mede uiting te mogen geven, dan ver
heug ik er mij oprecht in mij mede te mo
gen verblijden met hen, met wien wij sa
men ook de uren van droefheid hebben mo
gen doormaken. Viert Uwe vierdagen, zegt
het Schriftwoord, er is alle reden ons blij
moedig in Uw komst te verheugen, er is
alle reden U een hartelijk welkom toe te
roepen, er is alle reden den Hoogen God
te bidden, dat Hij U, onzen alom beminden
Pastoor en de gansche parochie rijk geze
gende uren doe beleven en ervaren.
De Bisschop spreekt de
parochianen toe.
Mgr. nam daarna het woord en dankte
voor de buitengewoon schitterende ont
vangst. Ik had niet gedacht, zeide de Bis
schop, dat een kleine parochie als Hoog
made, zoo schitterend voor den dag kon
komen. Indien ik het niet reeds wist, dan
zou ik vanavond toch zeker tot de overtui
ging zijn gekomen, dat Hoogmade een mo
del-parochie is. De wijze, waarop gij mij
hebt ingehaald, is boven alle lof verhe
ven. Wat mij hierin bizonder aantrekt, is,
dat uit dit alles sprak een diepe gods
dienstzin en een groot geloof. Daaruit al
leen kan voortkomen de aanhankelijkheid
aan het kerkelijk gezag, welke gij heden
avond hebt getoond en waardoor ik ten
zeerste ben getroffen.
Maar ik ben er ook van overtuigd, dat
Hoogmade een model-parochie is, omdat
ik zie welk een prachtige tempel hier we
derom is opgericht, om de godsdienst
plechtigheden te vieren. O. L. Heer heeft
toegelaten, dat het de vorige keer instort
te, maar gij hebt onmiddellijk het besluit
genomen weer een waardige tempel te
stichten, waarvan ik reeds bij de eerste
entrée zie, welk een schoon gebouw het is.
Nog meer redenen zijn er, om mij te over
tuigen, dat Hoogmade een model-parochie
is. Ik ben namelijk zeer getroffen door de
woorden, die de burgemeester mij heeft
willen toespreken. Hij heeft 't zoo duide
lijk gezegd, en die meening deel ik volko
men, dat vooral in dezen tijd samenwerking
tusschen burgerlijk en kerkelijk gezag noo-
dig is. En uit de aanwezigheid van den
Burgemeester hier en uit zijn woorden, zie
ik dat deze samenwerking hier niet ont
breekt.
De nieuwe tempel.
Het is mij een groote vreugde hier to
worden ingehaald door zoo'n prachtige rui
terstoet, een lange rij van fietsers, de mu
ziek, en mooie vaandels. Dan de toespraken
en het spreekkoor der kinderen buiten
gewoon mooi gedaan. Ik heb ook gehoord
de woorden van uw grijzen herder, die aan
het begin der parochie mij heeft toegespro
ken, daarbij de gevoelens vertolkend van
zijn dierbare parochianen. Ik dank ook al
len, die door het uitsteken van de vlag
hulde betuigden en voor het oprichten van
de eerepoort.
Morgen zal de kerk, die gij ter eere Gods
hèbt opgericht, voor altijd aan Hem wor
den toegewijd. Dan zal ik Gods,liegen af-
smeeken over de parochie en herder van
De Pastoor dankte Mgr. voor de betui
ging zijner tevredenheid, waarna de Bis
schop de pastorie binnenging.
Het bleef nog lang druk in het dorp na
dezen welgeslaagden feestavond.
KERKWIJDING EN PONTIFICALE
MIS.
Hedenmorgen heef Z.H.Exc. Mgr. Aen
genent de kerk ingewijd. Een groote me
nigte geloovigen vulde het schoon© kerk
gebouw, onder wie Burgemeester en Wet
houders en de gemeente-secretaris, de ar
chitecten, de heeren L. en Ir. Jan van der
Laan en de rentmeester der Heerlijkheid
Hoogmade mr. Sormani.
Na de wijdingsplechtigheden droeg Mgr.
een Pontificale H. Mis op met de volgende
assistentie: Presbyter assistens: Deken
A .H. J. M. HomulleTroondiakens: De
ken J. M. Hellegers van Alphen en Deken
J. Borsboom van Noordwijk, Diaconus
Missae: Pastoor Onel van Roelofarends-
veen, Subdiaconus Missae: Pastoor W.
Borsboom van Noorden, Ad candelam:
Pastoor E. Derksen van Oud-Ade, Ad li-
brum: Pastoor Th. Kwakman van Rijpwe
tering, Ad mitram: Pastoor J. Heiling van
de Hartebrug te Leiden, Ad Baculum: de
theologant L. v. d. Boog van het Groot
Seminarie te Warmond, Ad gremiale et ad
ampullas: de zeereerw. heer D. Bont, van
het Seminarie Hageveld te Heemstede, Thu-
riferarius: de theologant Fr. Knitel.
Tijdens de plechtigheden werden Grego-
riaansche gezangen door het zangkoor
voortreffelijk uitgevoerd.
Na de H. Mis hield Mgr. een toespraak,
teneinde de parochianen geluk te wen-
schen met dezen schoonen feestdag, waar
op deze tempel is overgedragen aan God
zelf. Want dat is de be teekenis van de
kerkwijding: een tempel wordt aan God
toegewijd en God komt bezit nemen van
Zijn huis en woning.
Ik begrijp ten volle, aldus Mgr., dat er
blijdschap is en dankbaarheid. Dankbaar
heid omdat het gebed is verhoord om in
uw midden een nieuw kerkgebouw te heb
ben, waar God als een vader woont te
midden van zijn kinderen wil wonen en hen
goed wil doen.
God woont in onze kerkgebouwen.
Maar woont Hij niet overal. Woont Hij
niet in de geheele natuur, zooals de
Psalmist bezingt. En toch is de Katholieke
Kerk het Huis*van God en wel om dub
bele reden.
Allereerst wil hij hier als een vader op
bijzondere wijze zijn gunsten en genaden
uitdeelen. In de natuur is God de schep
pende almacht, de majestueuze Koning,
maar in de Kerk is Hij als bij zijn kinde
ren. In de natuur spreekt zijn grootheid,
in de kerk zijn goedheid in zijn liefde.
Alles in de kerk herinnert aan Zijn
Liefde: het doopvont, de biechtstoel, de
preekstoel, doch op bijzondere wijze het
altaar, waarop iederen morgen Gods Zoon
uit den Hemel neerdaalt, verborgen in
brood en wijn. Hier draagt Hij zich op tot
vergiffenis van onze zonden.
Al is 't waar, dat gij voor den bouw van
deze kerk de stoffelijke middelen hebt
geleverd, toch is deze kerk een geschenk
aan God. God heeft onze tempel niet noo-
dig, maar wij hulpbehoevende, nietige men-
schen hebben Zijn hulp noodig.
Op de tweede plaats is de kerk Gods
Huis, omdat Hij hier woont, niet alleen
met Zijn Godheid, maar ook met Zijn
Menschheid. Jezus Christus zelf God
en Mensch is hier tegenwoordig in het
H. Sacrament des Altaars. Hier woont
Christus in het kleine tabernakel om ons
met zegeningen te overladen. Hij roept
ons: „Komt allen tot Mij, die belast zijt en
beladen, en Ik zal u verkwikken". En meer
nog roept Hij ons toe, aan te zitten aan de
communiebank en te nuttigen Zijn vleesch
en Zijn bloed.
Gij zijt dus ongetwijfeld dankbaar, dat
God in uw midden wil wonen, dat Hij zijn
woning heeft gekozen temidden van uwe
woningen en dat Hij altijd bereid is te
troosten in de moeilijkheden van dit le
ven.
Mgr. wekte de geloovigen op, hun dank
baarheid te toonen door him levensgedrag,
en daardoor te zorgen, dat ook in hun
hart aan God een woning bereidt worde,
waar Hij gaarne wil wonen.
Ten slotte sprak Mgr. de hoop uit, dat
de H. Maagd onder wier bijzondere be
scherming deze kerk is gesteld allen een
maal moge binnenleiden in Gods eeuwige
woontenten.
PASTOOR C. J. A. BORSBOOM.