MAANDAG 1 AUGUSTUS 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 12
WASSENAAR.
EERSTE PLECHTIGE H. MIS.
Vrijdagavond is de weleerw. heer Pater
Jac. Romeijn, die Zondag j.l. te Ouden
bosch tot priester werd gewijd, feestelijk
in de gemeente ontvangen.
Te half acht arriveerde de neomist, ver
gezeld van zijn ouders nabij de Drie Pa
pegaaien. Daar waren ter ontvangst aan
wezig de geestelijheid uit Wassenaar, de
leden van kerk- en armbestuur, de feest
commissie en vele belangstellenden.
Nadat de begroeting had plaats gehad,
nam pater Romeijn met zijn ouders en
pastoor Tholenaar plaats in een met twee
bepluimde paarden bespannen rijtuig,
waarna in optocht naar het ouderlijk huis
werd gereden.
Voorop gingen ruiters te paard met geel
witte sjerpen, daarop volgde het muziek
korps Excelsior vervolgens de gymnasten
van Blauw-Zwart en daarachter een aan
tal auto's waarin de geestelijkheid, kerk- en
armbestuur en leden van het feestcomité
waren gezeten. Terwijl de klokken van St.
Willibrordus feestelijk beierden werd ge
reden langs Schouwweg, Kerkstraat, Wind-
dustweg, Gravestraat, Langstraat, Achter
weg, Schoolstraat,, Oostdorpcrweg, Rozen-
steinstraat naar het ouderlijk huis in de
Hallekensstraat. Overal langs den weg was
groote belangstelling, niet het minst bij
het ouderlijk huis. Terwijl de gymnasten
den Romeinschen groet braohten, en bruid
jes zich hadden opgesteld, steeg de jonge
priester uit het rijtuig. Excelsior gaf eeni-
ge feestnummers. Daarna gevoelde Pater
Romeijn behoefte om een kort dankwoord
te spreken. Hij dankt op de eerste plaats
Roomsch Wassenaar voor de hulde aan
den eenvoudigen priester gebracht en ver
der ook de niet-Katholieken, die zoo on
dubbelzinnige blijken van belangstelling
hadden gegeven.
Daarna trok hij zich met zijn familie
en genoodigden in het ouderlijk huis terug.
Zondagmorgen heeft de weleerw. pater
Jac. Romeijn M.S.F. in de parochiekerk
van den H. Willibrordus alhier zijn eerst*
plechtige H. Mis opgedragen.
Even voor tienen arriveerde de "neomist
per auto, vergezeld van zijn ouders en fa
milieleden nabij de kerk. aar werd hij ont
vangen door pastoor Tholenaar, die hem
vervolgens de kerk binnenleidde, vooraf
gegaan door een stoet van in het wit ge-
kleede bruidjes. Vanf het kerkhek, waar
boven een schild prijkte met de woorden!
„Hulde aan den Priester-Missionaris" tot
aan de kerk was een fraaie versiering aan
gebracht van dennengroen met bloemen.
Boven den ingang der kerk was een schild
aangebracht met de spreuk: „Gij zijt Pries
ter in eeuwigheid".
Het priesterkoor was fraai met palm-
groen en een schat van witte bloemen ver
sierd.
Toen de plechtige Hoogmis een aan
vang nam, was de ruime kerk tot in de
hoeken gevuld. Bij de plechtigheid werd
de neomist geassisteerd door apter van der
Klaauw, M.S.F. uit het St. Willibrordus-
pension alhier, als presbyter-assistent;
door pater van den IJssel M.S.F. uit
Kaatsheuvel, als diaken, door den eerw.
Frater Reibroek uit Amsterdam als sub
diaken en door kapelaan Heemskerk al
hier als ceremoniarius. De overige functies
werden vervuld door studenten. In het
Priesterkoor hadden plaats genomen o.m.
pastoor Tholenaar, kapelaan Verhagen en
enkele andere heeren geestelijken.
Het zangkoor voerde zeer verdienstelijk
de vierstemmige „Missa Festiva" van Phi
lips Loos uit. De predikatie werd gehou
den door den weleerw. heer C. Roest, ka
pelaan te Oegstgeest, neeg van den neo
mist.
Deze had tot tekst gekozen Gal. 6 ven
14 „Mihi autem absit gloriari nisi in cruxe
Domini nostri Jesu Christi". „Wat mezelf
betreft, het zij verre van mij op iets anders
te roemen dan op het Kruis van onzen
Heer Jezus Christus".
Zijneerw. ving zijn predikatie aan met
te wijzen op de plechtige ontvangst, welke
de ingezetenen den nieuwen godsgezant
Vrijdagavond hadden bereid, welke ont-
vangst nog lang in de herinnering zou
blijven voortduren.
Toen de Pastoor de ouders gelukwensoh-
te, heeft hij er op gewezen, dat hun Pries
terzoon thans een alter Christus, een an
dere Christus was geworden. Deze woorden
hebben hem doen denken aan den glorie
rijken intocht van Christus in Jeruzalem.
Vervolgens liet de gewijde redenaar
uitkomen dat de priester metterdaad een
alter Christus is en toonde hij aan diens
groote waardigheid.
De priester staat steeds in betrekking
tot God. Hij deet in de Goddelijke Macht,
als hij het H. Misoffer opdraagt. Hij
vormt den band tusschen God en de men-
schen bij het toedienen van het D. Doop
sel, het Vormsel, de Biecht, de Commu
nie, het H. Oliesel en wanneer de mensch
uit het leven gaat. Hij handelt dan als
Christus zelve en staat geheel in dienst
van de onsterfelijke zielen.
Zichzelf moet hij daarbij vergeten,
steeds zal hij moeten strijden, om de we
reld te overwinnen. Om dit te kunnen doen
zal hij het Kruis als ideaal moeten kiezen
en de werkelijkheid moeten volgen.
Hij hoopt dat de jonge priester steeds
het kruis zal volgen.
De ouders wenschte hij daarna geluk.
Zij konden thans zeggen: „Het is vol
bracht". Al hun zorgen zijn beloond. Zij
hebben die gebracht met liefde omdat zij
wisten, dat hij ging in den dienst van God,
om wille van het kruis en om wille van de
heidenen. De geloovigen wekt hij op, om,
wanneer de priester straks heengaat, met
hun gebed te volgen, en om aan Jezus
overvloedigen zegen te vragen voor den
priester.
Hierna werd het H. Misoffer voortgezet.
Door kapelaan C. Roest en een leerling
uit Oegstgeest werd met orgelbegeleiding
van den heer J. C. Beuk nog gezongen het
tweestemming „Ego dilecto meo", van L.
Refice.
Na de Hoogmis zong het zangkoor de
vierstemmige Priestercantate van pater
Toen de plechtigheid afgeloopen
werd pater Romeijn door de bruidjes
stoet naar het Patronaatsgebouw geleid,
alwaar de dag door de familie werd door
gebracht.
Van de gelegenheid om den jongen pries
ter geluk te wenschen, maakten velen ge
bruik, hetzij in persoon, hetzij in den vorm
van brieven of kaartjes, ook waren vele
bloemstukken gezonden.
Om 7 uur werd door pater Romeijn een
pleohtig Lof gecelebreerd, waaronder hij
de geloovigen dank bracht voor de hem
op dezen dag gebracht hulde.
Middenstandsvereeniging. In Belle-
vue hield bovengenoemde Middenstands-
ereeniging een goedbezochte ledenverga
dering onder voorzitterschap van den heer
H. van der Helm. Na opening door dezen
functionaris, werden door den secretaris,
den heer D. v. d. Burg, de notulen voorge
lezen die tot geen opmerkingen aanleiding
gaven. Bij de ingekomen stukken was o.a.
een schrijven van de zustervereeniging De
Hanze waarbij medewerking werd ver-
zooht om gedaan te krijgen dat het
wisselen en overschrijven van
tingkaarten ook ter plaatse zal kunnen ge
schieden, hetzij op het politiebureau het
zij ter gemeentesecretarie, aangezien bij
voorkomende gevallen hiervoor zeer veel
tijverlies en onkosten mede gepaard gaan.
Besloten wordt aan dit verzoek medewer-
ng te verleenen.
Voorts werd besloten het bestuur met 2
leden uit te breiden o.a. in verband met
de komende winkelweek van het Ned. Fa
brikaat.
Na eenige stemmingen eerden gekozen
de heeren J. R. W. Janze en H. de Loos,
die hunne benoeming verklaarden aan te
nemen.
Hierop werd besproken de te houden
inkelweek Ned. Fabrikaat. Het bestuur
had gemeend deze het beste in October te
kunnen houden, hetwelk ook de volle sym
pathie heeft van de Vereeniging het Ned.
Fabrikaat. Deze zegde bereids toe bij vol
doende deelname een openluchtbioscoop
van het Ned. Fabrikaat en stelde naar
gelang van deelname diverse medailles,
diploma's enz. ter beschikking. De Ver.
Ned. Fabrikaat controleert zelf de etala-
wel uitsluitend met Ned. Fabri
kaat wordt geëtaleerd, terwijl de midden
stand zelf een keuringscommissie moet be
noemen. Besloten wordt den leden een cir
culaire te sturen om hen te doen inschrij
ven tot deelname aan deze winkelweek
terwijl staande de veragdering zich reeds
een tiental winkeliers vor deelname opga-
in.
Ook werd besloten hierna spoedig nog
een vergadering te beleggen, en een be
stuurslid van het Ned. Fabrikaat uit te
noodigen, hierover het een en ander uit
voeriger uiteen te zetten.
Aan de zustervereenigingen zal van een
en ander worden kennis gegeven en tot
deelname worden opgewekt.
Ten slotte werd het bestuur gemachtigd
deze winkelweek te organiseeren.
Na nog enkele minder belangrijke be
sprekingen werd de vergadering gesloten.
VOORHOUT.
Hinderwet. Ter gemeente-secretarie
alhier ligt ter inzage een verzoek met bij-
HAARLEMMERMEER
Geboren: Johannes z. van G. Bavelaar
en C. H. de Jong Johanna Cornelia d. van
A. J. Veraart en J. C. van Steen Domini-
cus Gerard us z. van D. J. Vastenhout en A.
Th. Scheurs Dirkje d. van U. den Ouden en
E. T. van Groningen Hendricus Pieter z.
van P. van Heijningen en A. Zegstroo
Geertje Froukje d. van G. Cnossen en J. van
der Zee Johanna d. van G. Bekker en A.
Bosman Peter Pleun z. van H. van Luiing
en G. Verhoeven Christina d. van K. de
Regt en M. Roos Gerrit Cornelis z. van J.
Blom en A. Bliek.
Ondertrouwd: J. Verku-1 24 j. en M.
M. van den Heuvel 24 j. J. Visbeen 22 j. en
C. van Veen 25 j. J. Commissaris 26 j. en
M. van Teeuwen 23 j. S. J. L. Kaandorp 23
j. en G. van Os 19 j.
Getrouwd: P. J. Lamers 27 j, en J.
Kwaak 22 j. A. van 't Zelfde 25 j. en G.
Visser 22 j. C. van Marsbergen 22 j. en
C. Kuiken 22 j.
Overleden: Johannes Polman 30 j. geh.
met K. Wernsing.
Vertrokken: A. F. Huizinga naar Am
sterdam 4 A. Wesselius naar Aalsmeer C.
M. J. van Wiggen naar Helmond J. van der
Zwaard naar Aalsmeer A. Tense nnaar Op
perdoes A. A. M. Wijchel naar Arnhem
R. K. Otterdoom naar Appingedam S.
M. Vermeeren naar Bloemendaal G. van
Keulen naar Amsterdam M. Kreeft naar
Rotterdam Wed. A. Vlasveld naar Haarlem
W. van der Wilt naar Zuilen C. Pauw
naar Amsterdam.
Gevestigd: P. van Reeuwijk en gezin van
Nieuwer-Amstel K. Nap en gezin van Texel
A. A. de Roode van Vlaardinger-Ambacht
S. F. Dank van Amsterdam A. L. de
Ruijte van Leiden J. de Kolf en gezin van
Hillegom J. W. G. Gertelings en gezin van
Amsterdam K. Wagner en gezin van Am
sterdam H. G. Berbé van Hillegom G. Ag-
terdenbos van Haarlemmerliede M. Zijta, v.
Haamstede D. Tool, van Medemblik F.
ten Wolde van Roermond C. B. Broekhof
van Bloemendaal S. Snieder van Amster
dam F. Eigersma wed. J. Tichelaar van
Amsterdam A. J. Heil van Aalsmeer J.
Huijser echtg. R. K. Bloemink van Amsterdam
A. B. Steur van Zuilen C. de Bie van
Haarlem G. Cnossen, van Gaasterland.
KATWIJK AAN ZEE.
De Crisis-ba?ar gesloten. Over de ge-
heele linie is dè bazar een groot suoces ge
worden. Tot Zaterdagavond laat wa-s het
nog een druk loopen en gaan. Om 10 uur
des avonds werd overgegaan tot het ver-
koopen met opbod van eenige schilderijen
en kunstvoorwerpen. De animo tot koopen
bleef bestaan, waar het crisis-comité wel
bij zal varen.
De zaal was eindelijk vol geloopen met
de houders en houdsters van diverse loten.
Onder een tropische hitte werd tot de trek
king overgegaan, die ten overstaan van
burgemeester Wolderingh v. d. Hoop ge
schiedde, die het lot trok.
Humoristische momenten deden zich nu
en dan bij de trekking voor, waarbij telkens
een daverend gelach opsteeg.
Het was reeds elf uur geworden, teen de
voorzitster van het dames-comité, mevr.
Cleveringa, opstond om een slotwoord te
spreken, waarin luimige passages met ern
stige afwisselden.
Naar we vernemen bedragen de bruto-
opbrengsten van de bazar f 4200.
NACHTMERRIES.
De broeder-missionaris was voor zijn her
stel in het moederland en at dien eersten
middag bij zijn oudsten broer.
En met het eten was het laat geworden,
want de reeks gerechten, waarmee een in-
gekrompenmisionarismaag anders een week
toekwam, ging vergezeld van het vergeef-
sche en daarom herhaalde aandringen der
teleurgestelde gastvrouw: dat hier abso
luut geen peper inzat, en daar hoegenaamd
geen notemuskaat, daar slechts een snuifje
foelie.
Als ik me niet an 't dieet houd, 'k
heb toch al zoo weinig vertrouwen in m'n
lagen van de N.V. Ned. Petroleum Maat- I beterschap, dan komt er volgens de
schappij te Rotterdam om vergunning, in
gevolge de Hinderwet, tot het plaatsen van
een ondergrondsche benzine-bewaarplaats
met bovengrondsche aftapinrichting op het
perceel plaatselijk gemerkt Jacoba van
Beierenweg no. 19, kadastraal bekend ge
meente Voorhout in sectie B. no. 245.
Op Maandag 8 Augustus a.s. kunnen
tegen dit verzoek bezwaren worden inge
bracht, des voormiddags om 11 uur.
cialisten zeker rviets van terecht.
Dus alleen visch?
Alleen visch, en zoo min mogelijk prik
kelende spijzen.
Maar wat mankeer je dan eigenlijk?
De broeder-missionaris ontweek een ant
woord door opeens te gaan vertellen, in
verband toch met zijn dieet, dat op de
boot reeds begon, dat hij bij zijn zeeziek
te altijd een gevoel kreeg, of de opgepeu
zelde vischjes vóór het gebruik niet secuur
dood waren geweest!
Lachend nog, stelde de broer voor om te
danken, daar dit begreep; en gaf zijn vrouw
een wenk, en deze verdween met de kin
deren naar de voorkamer, liet de broers
alleen.
Gebruik je koffie?
Dank je, mak 'k niet.
'n Sigaar?
Ook al niet.
Medelijdend vragend keek de broer op.
Toen vertelde de broeder-missionaris z'n
kwaal.
Zoo zit 't met me: verleden jaar bij
't verbouwen van 'n school ben ik over
spannen geraakt. Maar zooals dat gaat, je
werkt door; daarna kwamen de koortsen,
en wat 't ergste is: de nachtmerries.... Je
glimlacht?
Je trekt tenminste 'n gezicht.... als
je bier langer was, zou ik zeggen: zoo
bang als 'n autobus-passagier; is niet zoo?
Ik ken die stakkers niet, maar jij kent
zoo'n nachtmerrie niet; overdag ben je d'r
nog zenuwachtig van, zie je nog overal
dieja, 't is good, dat de kinderen er
niet bij zijn, 't zou maar verkeerd werken
op hun jonge verbeelding.ik zie altijd
wangedrochtengezichten zonder oogen,
niets als van dit gaten er inik zie
voeten ,die één enkele teen zijn, en handen,
die één enkelen vinger hebben, zoo met
van die kwakken er aan of ze er deeg mee
gekneed hebbendan weer voeten met
ieder wel twintig teenen, en handen, o die
handenzelf zoo groot als 'n gezicht,
met vingers, vingers
Dol moet dat wezen, als je alles an
ders ziet dan 't eigenlijk is.
Dol? 't is't isNa jarenlang
gebrek aan oefening kon hij het juiste
woord in zijn moedertaal niet vinden om
al het afgrijselijke er van uit te durkken.
Zat dat komen doordat je misschien
veel van die Indische afgodjes gezien hebt?
De broeder-missionaris zat maar voor
zich uit te staren, schudde telkens het
hoofd, of hij zelfs de gezichtsherinnering
niet verdragen kon.
Enfin, zei de broer bezorgd, je zal hier
heel wat afleiding hebben, zooveel nieuwig
heden als er bijgekomen zijn sedert je weg
bent, is niet zoo? Er is me wat veranderd,
als je zoo nagaat; neem de auto's, de elec-
trische trams, bioscopen, vliegmachines, is
niet zoo?
Daor zal 't wel niet aan ontbreken,
zuchtte het slachtoffer, maar of 't helpen
zal? Je moet rekenen, op de boot heb ik 't
ook nog herhaaldelijk gehad, en daar kreeg
ik toe hafleiding genoeg, en met een
glimlacht: denk maar 'ns aan wat 'k je
vertelde van die vischjes!
Zoo, nu scherts je weer, bemoedigde
de broer; en die had intusschen uit zitten
denken, of er al niet vast een afleiding te
vinden wasJammer, begon hij. 't Is nog
wel niet heelemaal donker, maar 't Scheelt
niet veel, is niet zoo?
Je bedoelt?
Anders zou ik je 't huis 'ns laten zien,
m'n werkkamer bijvoorbeeld; ik heb 'n
prachtige verzameling kunstplaten han
genen dan staat er 'n Mariabèeld, als
je dat ziet, de devotie, die daarover ligt
uitgespreid, niets wereldsch er inJa,
sedert je weg ben is er op dat gebied ook
'n schep veranderd; herinner je dit vroege
re platen en beelden nogdevotie-prul
len, er zat niets in, en er ging niets van
uit, niets dat kracht gaf om je Roomsclie
leven te beleven, is niet zoo?
Ondanks zijn vuur hield hij op, moest
onwillekeurig kijken naar dat uitgemergel
de gezicht van zijn overwerkte heer-broer,
móest maar clat kwam omdat die met
de handen over de oogen streekzou
die weer iets zienof neen, had hij ook
moeten begrijpen: na zoo'n reis, na zoo'n
gesjouw heel den morgen, naar al die oude
kennissen
Wou je 'n vaderlandsch tukje doen?
goelijkte hij, opstaande, maar hier moet
afgenomen worden; kom op m'n werkka
mer zitten, dan heb je 't rustig.
Maar het was niet alleen de slaap, die
den missionaris aan zijn oogen had doen
wrijven.
Dat woord Mariabeeld had zooveel trou
we herinneringen gewekt!
Gaande nu in de schemering naar die
andere kamer, dacht hij aan een verre
Meimaand en het versierde Mariabeeldjo
thuis; hoe dat beeldje er uit had gezien,
kon hij zich niet meer voorstellen, wel
zag hij 't gelaat van moeder zaliger ter
wijl ze bad, en van vader zaligerbij de
dorste teleurstellingen onder zijn missie-
arbeid was de herinnering aan zoo'n Mei
i
DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTJE.
509. Met een flinken smak kwamen beiden op den grond
terecht. Het eerste wat ze deden was het vizier oplich
ten om te zien waar den tegenstander was. Daar ke
ken zij elkaar lachend in het gelaat, want het was im
mers maar
510. De ridder stelde nu den verkeersagent voor eens
met hem den strijd aan te binden en Keesie had daar
wel ooren naar. „En als wij hebben gestreden, dan waag
ik het met het matroosje". En dat vond de matroos, die
schik in het geval kreeg, heel aardig.
maand-avond zijn verkwikkende troost.
Zoo, ga hier nu zitten; de gordijnen
zijn al dicht vanmiddag voor de zon; zoo,
tot straks, en 'bij de deur: Hier zit 't knopje,
als je lioht noodig he>b, is niet zoo?
Weer wreef de missionaris zijn oogen.
is-niet zoo, is-nietzoo, dat zei moeder zali
ger ook altijd, nog veel meer, na iederen
zin wel; als jongen had hij het dikwijls ver
velend gevonden, dat stopwoordje en
wat zou hij er nu voor gegeven hebben, als
hij het haar nog eens kon hooren zeggen.
Weer be wreef de missionaris zijn
oogen.... en nog eens.... viql toen in
slaap.
En hij droomde, maar dan niet zijn
nachtmerrie, maar den gezonden droom,
die een glimlach op de lippen legt, zooals
bij een kind, dat nog slechts kan droo-
men van vader en moeder alleen.
En hij droomde lang, den droom van een
tevreden mensch met heel veel gelukkige
menschen om hem heen, al waren hun ge
zichten ook zwart of bruin.
Hij droomde
Weer ging hij mee op dienstreis, en zijn
paard stond voor....
Vroolijk wilde hij in den stijgbeugel stap
pen, misteen bom, plofte zijn voet op
den gronden bom, viel hij tegen hot
paard, of tegen....
Grijpend voelde hijeen tafelkleed
was hij wakker? Waar?
Hij whs wakker, herinnerde zich zijn
broer, diens werkkamerhad die niet
iets gezegd van een knopje bij de deur?
Suffig richtte hij zich op, liep met zijn
handen voor zich uit te tasten.
Waar wks de deur?
Mee stiet hij tegen een draaistoel, greep
die om zich in evenwicht te houden, bui
telde bijna over den grond, heesch zich
halverwege weer op.
De deur? of was die aan den anderen
kant?
Of was dit weer een ander soort nacht
merrie, waarvan hij wel gehoord had, dat
iemand in een donker vertrek eindeloos
rond bleef loopen?
Hij was wakker, redeneerde immers: ik
ga naar zijn schrijftafel, want door zal wel
een lamp op staan.
Maar daarmee vond hij de schrijftafel
nog niet
Daar had hij weer dien draaistoel te pak
ken, maar raakte weer uit zijn evenwicht,
kwam terechtja, dat was de schrijf
tafel.
Vasthouden nu, .vasthouden.
En met zijn handen over het blad voe
lend, vond hij gelukkig de lamp, knipte die
Zwak schemerde het licht onder de
groene kap, toch stak het in zijn oogen, of
hij ook suf was, heelemaal niet gewend om
zoo zwaar te slapen overdag.
En hij geeuwde, rekte zich uit, bleef ech
ter plots met de armen stijf uitgestrekt
staanwant de angst beknelde hem, dat
hij dan toch niet wakker was, ontwarend
tusschen de ramen
Een schrikkelijke plaats van een wezen..
Dat hem aanstaardeZonder oogen
Neer viel zijn armen, bevend klemden
zijn handen de schrijftafel vast.
Hij dorst daar niet meer kijken, maar
Opzij, langs den wand, ontdekte hij weer
van die platen met die oogenlooze gedroch
ten
Zijn vochtige handen slipten van het ta
felblad af; vertwijfeld liet hij zich neerval
len tegen een boekenkast, die met inhoud
en at omkanteld.
Krik-krak! vol licht stond nu de
kamer, en zijn broer verscheen in het deur
gat, hield lachend zijn dichten sigaren-
domper als een revolver voor zich uit:
Handen omhoog! maar lichte niet
meer, als hij den ontreddenden missionaris
bemerkte
Ik heb 't weer, zuchte die, terwijl uit
iedere porie van zijn voorhoofd een zweet
droppel bolde.
Wat heb je weer?
Die nachtmerrie.
Maar je ben wakker, d'r is niets.
Dat noemen ze nu voor je herstel in
't moederland, kreunde het van den grond.
Kijk 'ns naar 'n rustig' puntdie
plaat tusschen de ramen van God den Va
der.
Al3 een kind zoo nieuwsgierig blikte de
missionaris op, maar:
Daar heb je 't weer: die gatenen
de droppels op zijn voorhoofd werden
straaltjes.
Kijk dan hierO. L. Heer aan 't
kruis.
Als een rouwmoedige zondaar zocht de
missionaris, maar:
Nee nee: die handen! die voeten!....
en nu werd zijn haar ook nat.
Kijk dan naar 't Mariabeeld.
Met een zucht van hoop richtte zich de
missionaris omhoog.
Waar? vroeg hij.
Daar!
Waar??
DaarneedaarWat was die
man buiten westen; hij zou het beeld even
halen en vlak bij hem brengen maar als
hij het beeld voorzichtig van den standaard
nam en zich er mee omkeerd.... zag hij
missionaris met druipende haren de gang
opstuiven.
Dol, is niet zoo, als je alles anders zag
dan 't was, dacht hij onder het terugzetten
van het beeld.
Daarna de gang inkomend, vond hij er
den missionaris bij het fonteintje, zijn
hoofd onder de kraan.
Daar spoelde die af de naohtmerries van
eenige moderne katholieke kunstenaars met
naam en van hun noodige na-apers zonder
naam.
JOH. V'AiN DINTHER S.J.
Amsterdam.
(De Heraut van 't H. Hart).