MAANDAG 1 AUGUSTUS 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 12 WASSENAAR. EERSTE PLECHTIGE H. MIS. Vrijdagavond is de weleerw. heer Pater Jac. Romeijn, die Zondag j.l. te Ouden bosch tot priester werd gewijd, feestelijk in de gemeente ontvangen. Te half acht arriveerde de neomist, ver gezeld van zijn ouders nabij de Drie Pa pegaaien. Daar waren ter ontvangst aan wezig de geestelijheid uit Wassenaar, de leden van kerk- en armbestuur, de feest commissie en vele belangstellenden. Nadat de begroeting had plaats gehad, nam pater Romeijn met zijn ouders en pastoor Tholenaar plaats in een met twee bepluimde paarden bespannen rijtuig, waarna in optocht naar het ouderlijk huis werd gereden. Voorop gingen ruiters te paard met geel witte sjerpen, daarop volgde het muziek korps Excelsior vervolgens de gymnasten van Blauw-Zwart en daarachter een aan tal auto's waarin de geestelijkheid, kerk- en armbestuur en leden van het feestcomité waren gezeten. Terwijl de klokken van St. Willibrordus feestelijk beierden werd ge reden langs Schouwweg, Kerkstraat, Wind- dustweg, Gravestraat, Langstraat, Achter weg, Schoolstraat,, Oostdorpcrweg, Rozen- steinstraat naar het ouderlijk huis in de Hallekensstraat. Overal langs den weg was groote belangstelling, niet het minst bij het ouderlijk huis. Terwijl de gymnasten den Romeinschen groet braohten, en bruid jes zich hadden opgesteld, steeg de jonge priester uit het rijtuig. Excelsior gaf eeni- ge feestnummers. Daarna gevoelde Pater Romeijn behoefte om een kort dankwoord te spreken. Hij dankt op de eerste plaats Roomsch Wassenaar voor de hulde aan den eenvoudigen priester gebracht en ver der ook de niet-Katholieken, die zoo on dubbelzinnige blijken van belangstelling hadden gegeven. Daarna trok hij zich met zijn familie en genoodigden in het ouderlijk huis terug. Zondagmorgen heeft de weleerw. pater Jac. Romeijn M.S.F. in de parochiekerk van den H. Willibrordus alhier zijn eerst* plechtige H. Mis opgedragen. Even voor tienen arriveerde de "neomist per auto, vergezeld van zijn ouders en fa milieleden nabij de kerk. aar werd hij ont vangen door pastoor Tholenaar, die hem vervolgens de kerk binnenleidde, vooraf gegaan door een stoet van in het wit ge- kleede bruidjes. Vanf het kerkhek, waar boven een schild prijkte met de woorden! „Hulde aan den Priester-Missionaris" tot aan de kerk was een fraaie versiering aan gebracht van dennengroen met bloemen. Boven den ingang der kerk was een schild aangebracht met de spreuk: „Gij zijt Pries ter in eeuwigheid". Het priesterkoor was fraai met palm- groen en een schat van witte bloemen ver sierd. Toen de plechtige Hoogmis een aan vang nam, was de ruime kerk tot in de hoeken gevuld. Bij de plechtigheid werd de neomist geassisteerd door apter van der Klaauw, M.S.F. uit het St. Willibrordus- pension alhier, als presbyter-assistent; door pater van den IJssel M.S.F. uit Kaatsheuvel, als diaken, door den eerw. Frater Reibroek uit Amsterdam als sub diaken en door kapelaan Heemskerk al hier als ceremoniarius. De overige functies werden vervuld door studenten. In het Priesterkoor hadden plaats genomen o.m. pastoor Tholenaar, kapelaan Verhagen en enkele andere heeren geestelijken. Het zangkoor voerde zeer verdienstelijk de vierstemmige „Missa Festiva" van Phi lips Loos uit. De predikatie werd gehou den door den weleerw. heer C. Roest, ka pelaan te Oegstgeest, neeg van den neo mist. Deze had tot tekst gekozen Gal. 6 ven 14 „Mihi autem absit gloriari nisi in cruxe Domini nostri Jesu Christi". „Wat mezelf betreft, het zij verre van mij op iets anders te roemen dan op het Kruis van onzen Heer Jezus Christus". Zijneerw. ving zijn predikatie aan met te wijzen op de plechtige ontvangst, welke de ingezetenen den nieuwen godsgezant Vrijdagavond hadden bereid, welke ont- vangst nog lang in de herinnering zou blijven voortduren. Toen de Pastoor de ouders gelukwensoh- te, heeft hij er op gewezen, dat hun Pries terzoon thans een alter Christus, een an dere Christus was geworden. Deze woorden hebben hem doen denken aan den glorie rijken intocht van Christus in Jeruzalem. Vervolgens liet de gewijde redenaar uitkomen dat de priester metterdaad een alter Christus is en toonde hij aan diens groote waardigheid. De priester staat steeds in betrekking tot God. Hij deet in de Goddelijke Macht, als hij het H. Misoffer opdraagt. Hij vormt den band tusschen God en de men- schen bij het toedienen van het D. Doop sel, het Vormsel, de Biecht, de Commu nie, het H. Oliesel en wanneer de mensch uit het leven gaat. Hij handelt dan als Christus zelve en staat geheel in dienst van de onsterfelijke zielen. Zichzelf moet hij daarbij vergeten, steeds zal hij moeten strijden, om de we reld te overwinnen. Om dit te kunnen doen zal hij het Kruis als ideaal moeten kiezen en de werkelijkheid moeten volgen. Hij hoopt dat de jonge priester steeds het kruis zal volgen. De ouders wenschte hij daarna geluk. Zij konden thans zeggen: „Het is vol bracht". Al hun zorgen zijn beloond. Zij hebben die gebracht met liefde omdat zij wisten, dat hij ging in den dienst van God, om wille van het kruis en om wille van de heidenen. De geloovigen wekt hij op, om, wanneer de priester straks heengaat, met hun gebed te volgen, en om aan Jezus overvloedigen zegen te vragen voor den priester. Hierna werd het H. Misoffer voortgezet. Door kapelaan C. Roest en een leerling uit Oegstgeest werd met orgelbegeleiding van den heer J. C. Beuk nog gezongen het tweestemming „Ego dilecto meo", van L. Refice. Na de Hoogmis zong het zangkoor de vierstemmige Priestercantate van pater Toen de plechtigheid afgeloopen werd pater Romeijn door de bruidjes stoet naar het Patronaatsgebouw geleid, alwaar de dag door de familie werd door gebracht. Van de gelegenheid om den jongen pries ter geluk te wenschen, maakten velen ge bruik, hetzij in persoon, hetzij in den vorm van brieven of kaartjes, ook waren vele bloemstukken gezonden. Om 7 uur werd door pater Romeijn een pleohtig Lof gecelebreerd, waaronder hij de geloovigen dank bracht voor de hem op dezen dag gebracht hulde. Middenstandsvereeniging. In Belle- vue hield bovengenoemde Middenstands- ereeniging een goedbezochte ledenverga dering onder voorzitterschap van den heer H. van der Helm. Na opening door dezen functionaris, werden door den secretaris, den heer D. v. d. Burg, de notulen voorge lezen die tot geen opmerkingen aanleiding gaven. Bij de ingekomen stukken was o.a. een schrijven van de zustervereeniging De Hanze waarbij medewerking werd ver- zooht om gedaan te krijgen dat het wisselen en overschrijven van tingkaarten ook ter plaatse zal kunnen ge schieden, hetzij op het politiebureau het zij ter gemeentesecretarie, aangezien bij voorkomende gevallen hiervoor zeer veel tijverlies en onkosten mede gepaard gaan. Besloten wordt aan dit verzoek medewer- ng te verleenen. Voorts werd besloten het bestuur met 2 leden uit te breiden o.a. in verband met de komende winkelweek van het Ned. Fa brikaat. Na eenige stemmingen eerden gekozen de heeren J. R. W. Janze en H. de Loos, die hunne benoeming verklaarden aan te nemen. Hierop werd besproken de te houden inkelweek Ned. Fabrikaat. Het bestuur had gemeend deze het beste in October te kunnen houden, hetwelk ook de volle sym pathie heeft van de Vereeniging het Ned. Fabrikaat. Deze zegde bereids toe bij vol doende deelname een openluchtbioscoop van het Ned. Fabrikaat en stelde naar gelang van deelname diverse medailles, diploma's enz. ter beschikking. De Ver. Ned. Fabrikaat controleert zelf de etala- wel uitsluitend met Ned. Fabri kaat wordt geëtaleerd, terwijl de midden stand zelf een keuringscommissie moet be noemen. Besloten wordt den leden een cir culaire te sturen om hen te doen inschrij ven tot deelname aan deze winkelweek terwijl staande de veragdering zich reeds een tiental winkeliers vor deelname opga- in. Ook werd besloten hierna spoedig nog een vergadering te beleggen, en een be stuurslid van het Ned. Fabrikaat uit te noodigen, hierover het een en ander uit voeriger uiteen te zetten. Aan de zustervereenigingen zal van een en ander worden kennis gegeven en tot deelname worden opgewekt. Ten slotte werd het bestuur gemachtigd deze winkelweek te organiseeren. Na nog enkele minder belangrijke be sprekingen werd de vergadering gesloten. VOORHOUT. Hinderwet. Ter gemeente-secretarie alhier ligt ter inzage een verzoek met bij- HAARLEMMERMEER Geboren: Johannes z. van G. Bavelaar en C. H. de Jong Johanna Cornelia d. van A. J. Veraart en J. C. van Steen Domini- cus Gerard us z. van D. J. Vastenhout en A. Th. Scheurs Dirkje d. van U. den Ouden en E. T. van Groningen Hendricus Pieter z. van P. van Heijningen en A. Zegstroo Geertje Froukje d. van G. Cnossen en J. van der Zee Johanna d. van G. Bekker en A. Bosman Peter Pleun z. van H. van Luiing en G. Verhoeven Christina d. van K. de Regt en M. Roos Gerrit Cornelis z. van J. Blom en A. Bliek. Ondertrouwd: J. Verku-1 24 j. en M. M. van den Heuvel 24 j. J. Visbeen 22 j. en C. van Veen 25 j. J. Commissaris 26 j. en M. van Teeuwen 23 j. S. J. L. Kaandorp 23 j. en G. van Os 19 j. Getrouwd: P. J. Lamers 27 j, en J. Kwaak 22 j. A. van 't Zelfde 25 j. en G. Visser 22 j. C. van Marsbergen 22 j. en C. Kuiken 22 j. Overleden: Johannes Polman 30 j. geh. met K. Wernsing. Vertrokken: A. F. Huizinga naar Am sterdam 4 A. Wesselius naar Aalsmeer C. M. J. van Wiggen naar Helmond J. van der Zwaard naar Aalsmeer A. Tense nnaar Op perdoes A. A. M. Wijchel naar Arnhem R. K. Otterdoom naar Appingedam S. M. Vermeeren naar Bloemendaal G. van Keulen naar Amsterdam M. Kreeft naar Rotterdam Wed. A. Vlasveld naar Haarlem W. van der Wilt naar Zuilen C. Pauw naar Amsterdam. Gevestigd: P. van Reeuwijk en gezin van Nieuwer-Amstel K. Nap en gezin van Texel A. A. de Roode van Vlaardinger-Ambacht S. F. Dank van Amsterdam A. L. de Ruijte van Leiden J. de Kolf en gezin van Hillegom J. W. G. Gertelings en gezin van Amsterdam K. Wagner en gezin van Am sterdam H. G. Berbé van Hillegom G. Ag- terdenbos van Haarlemmerliede M. Zijta, v. Haamstede D. Tool, van Medemblik F. ten Wolde van Roermond C. B. Broekhof van Bloemendaal S. Snieder van Amster dam F. Eigersma wed. J. Tichelaar van Amsterdam A. J. Heil van Aalsmeer J. Huijser echtg. R. K. Bloemink van Amsterdam A. B. Steur van Zuilen C. de Bie van Haarlem G. Cnossen, van Gaasterland. KATWIJK AAN ZEE. De Crisis-ba?ar gesloten. Over de ge- heele linie is dè bazar een groot suoces ge worden. Tot Zaterdagavond laat wa-s het nog een druk loopen en gaan. Om 10 uur des avonds werd overgegaan tot het ver- koopen met opbod van eenige schilderijen en kunstvoorwerpen. De animo tot koopen bleef bestaan, waar het crisis-comité wel bij zal varen. De zaal was eindelijk vol geloopen met de houders en houdsters van diverse loten. Onder een tropische hitte werd tot de trek king overgegaan, die ten overstaan van burgemeester Wolderingh v. d. Hoop ge schiedde, die het lot trok. Humoristische momenten deden zich nu en dan bij de trekking voor, waarbij telkens een daverend gelach opsteeg. Het was reeds elf uur geworden, teen de voorzitster van het dames-comité, mevr. Cleveringa, opstond om een slotwoord te spreken, waarin luimige passages met ern stige afwisselden. Naar we vernemen bedragen de bruto- opbrengsten van de bazar f 4200. NACHTMERRIES. De broeder-missionaris was voor zijn her stel in het moederland en at dien eersten middag bij zijn oudsten broer. En met het eten was het laat geworden, want de reeks gerechten, waarmee een in- gekrompenmisionarismaag anders een week toekwam, ging vergezeld van het vergeef- sche en daarom herhaalde aandringen der teleurgestelde gastvrouw: dat hier abso luut geen peper inzat, en daar hoegenaamd geen notemuskaat, daar slechts een snuifje foelie. Als ik me niet an 't dieet houd, 'k heb toch al zoo weinig vertrouwen in m'n lagen van de N.V. Ned. Petroleum Maat- I beterschap, dan komt er volgens de schappij te Rotterdam om vergunning, in gevolge de Hinderwet, tot het plaatsen van een ondergrondsche benzine-bewaarplaats met bovengrondsche aftapinrichting op het perceel plaatselijk gemerkt Jacoba van Beierenweg no. 19, kadastraal bekend ge meente Voorhout in sectie B. no. 245. Op Maandag 8 Augustus a.s. kunnen tegen dit verzoek bezwaren worden inge bracht, des voormiddags om 11 uur. cialisten zeker rviets van terecht. Dus alleen visch? Alleen visch, en zoo min mogelijk prik kelende spijzen. Maar wat mankeer je dan eigenlijk? De broeder-missionaris ontweek een ant woord door opeens te gaan vertellen, in verband toch met zijn dieet, dat op de boot reeds begon, dat hij bij zijn zeeziek te altijd een gevoel kreeg, of de opgepeu zelde vischjes vóór het gebruik niet secuur dood waren geweest! Lachend nog, stelde de broer voor om te danken, daar dit begreep; en gaf zijn vrouw een wenk, en deze verdween met de kin deren naar de voorkamer, liet de broers alleen. Gebruik je koffie? Dank je, mak 'k niet. 'n Sigaar? Ook al niet. Medelijdend vragend keek de broer op. Toen vertelde de broeder-missionaris z'n kwaal. Zoo zit 't met me: verleden jaar bij 't verbouwen van 'n school ben ik over spannen geraakt. Maar zooals dat gaat, je werkt door; daarna kwamen de koortsen, en wat 't ergste is: de nachtmerries.... Je glimlacht? Je trekt tenminste 'n gezicht.... als je bier langer was, zou ik zeggen: zoo bang als 'n autobus-passagier; is niet zoo? Ik ken die stakkers niet, maar jij kent zoo'n nachtmerrie niet; overdag ben je d'r nog zenuwachtig van, zie je nog overal dieja, 't is good, dat de kinderen er niet bij zijn, 't zou maar verkeerd werken op hun jonge verbeelding.ik zie altijd wangedrochtengezichten zonder oogen, niets als van dit gaten er inik zie voeten ,die één enkele teen zijn, en handen, die één enkelen vinger hebben, zoo met van die kwakken er aan of ze er deeg mee gekneed hebbendan weer voeten met ieder wel twintig teenen, en handen, o die handenzelf zoo groot als 'n gezicht, met vingers, vingers Dol moet dat wezen, als je alles an ders ziet dan 't eigenlijk is. Dol? 't is't isNa jarenlang gebrek aan oefening kon hij het juiste woord in zijn moedertaal niet vinden om al het afgrijselijke er van uit te durkken. Zat dat komen doordat je misschien veel van die Indische afgodjes gezien hebt? De broeder-missionaris zat maar voor zich uit te staren, schudde telkens het hoofd, of hij zelfs de gezichtsherinnering niet verdragen kon. Enfin, zei de broer bezorgd, je zal hier heel wat afleiding hebben, zooveel nieuwig heden als er bijgekomen zijn sedert je weg bent, is niet zoo? Er is me wat veranderd, als je zoo nagaat; neem de auto's, de elec- trische trams, bioscopen, vliegmachines, is niet zoo? Daor zal 't wel niet aan ontbreken, zuchtte het slachtoffer, maar of 't helpen zal? Je moet rekenen, op de boot heb ik 't ook nog herhaaldelijk gehad, en daar kreeg ik toe hafleiding genoeg, en met een glimlacht: denk maar 'ns aan wat 'k je vertelde van die vischjes! Zoo, nu scherts je weer, bemoedigde de broer; en die had intusschen uit zitten denken, of er al niet vast een afleiding te vinden wasJammer, begon hij. 't Is nog wel niet heelemaal donker, maar 't Scheelt niet veel, is niet zoo? Je bedoelt? Anders zou ik je 't huis 'ns laten zien, m'n werkkamer bijvoorbeeld; ik heb 'n prachtige verzameling kunstplaten han genen dan staat er 'n Mariabèeld, als je dat ziet, de devotie, die daarover ligt uitgespreid, niets wereldsch er inJa, sedert je weg ben is er op dat gebied ook 'n schep veranderd; herinner je dit vroege re platen en beelden nogdevotie-prul len, er zat niets in, en er ging niets van uit, niets dat kracht gaf om je Roomsclie leven te beleven, is niet zoo? Ondanks zijn vuur hield hij op, moest onwillekeurig kijken naar dat uitgemergel de gezicht van zijn overwerkte heer-broer, móest maar clat kwam omdat die met de handen over de oogen streekzou die weer iets zienof neen, had hij ook moeten begrijpen: na zoo'n reis, na zoo'n gesjouw heel den morgen, naar al die oude kennissen Wou je 'n vaderlandsch tukje doen? goelijkte hij, opstaande, maar hier moet afgenomen worden; kom op m'n werkka mer zitten, dan heb je 't rustig. Maar het was niet alleen de slaap, die den missionaris aan zijn oogen had doen wrijven. Dat woord Mariabeeld had zooveel trou we herinneringen gewekt! Gaande nu in de schemering naar die andere kamer, dacht hij aan een verre Meimaand en het versierde Mariabeeldjo thuis; hoe dat beeldje er uit had gezien, kon hij zich niet meer voorstellen, wel zag hij 't gelaat van moeder zaliger ter wijl ze bad, en van vader zaligerbij de dorste teleurstellingen onder zijn missie- arbeid was de herinnering aan zoo'n Mei i DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTJE. 509. Met een flinken smak kwamen beiden op den grond terecht. Het eerste wat ze deden was het vizier oplich ten om te zien waar den tegenstander was. Daar ke ken zij elkaar lachend in het gelaat, want het was im mers maar 510. De ridder stelde nu den verkeersagent voor eens met hem den strijd aan te binden en Keesie had daar wel ooren naar. „En als wij hebben gestreden, dan waag ik het met het matroosje". En dat vond de matroos, die schik in het geval kreeg, heel aardig. maand-avond zijn verkwikkende troost. Zoo, ga hier nu zitten; de gordijnen zijn al dicht vanmiddag voor de zon; zoo, tot straks, en 'bij de deur: Hier zit 't knopje, als je lioht noodig he>b, is niet zoo? Weer wreef de missionaris zijn oogen. is-niet zoo, is-nietzoo, dat zei moeder zali ger ook altijd, nog veel meer, na iederen zin wel; als jongen had hij het dikwijls ver velend gevonden, dat stopwoordje en wat zou hij er nu voor gegeven hebben, als hij het haar nog eens kon hooren zeggen. Weer be wreef de missionaris zijn oogen.... en nog eens.... viql toen in slaap. En hij droomde, maar dan niet zijn nachtmerrie, maar den gezonden droom, die een glimlach op de lippen legt, zooals bij een kind, dat nog slechts kan droo- men van vader en moeder alleen. En hij droomde lang, den droom van een tevreden mensch met heel veel gelukkige menschen om hem heen, al waren hun ge zichten ook zwart of bruin. Hij droomde Weer ging hij mee op dienstreis, en zijn paard stond voor.... Vroolijk wilde hij in den stijgbeugel stap pen, misteen bom, plofte zijn voet op den gronden bom, viel hij tegen hot paard, of tegen.... Grijpend voelde hijeen tafelkleed was hij wakker? Waar? Hij whs wakker, herinnerde zich zijn broer, diens werkkamerhad die niet iets gezegd van een knopje bij de deur? Suffig richtte hij zich op, liep met zijn handen voor zich uit te tasten. Waar wks de deur? Mee stiet hij tegen een draaistoel, greep die om zich in evenwicht te houden, bui telde bijna over den grond, heesch zich halverwege weer op. De deur? of was die aan den anderen kant? Of was dit weer een ander soort nacht merrie, waarvan hij wel gehoord had, dat iemand in een donker vertrek eindeloos rond bleef loopen? Hij was wakker, redeneerde immers: ik ga naar zijn schrijftafel, want door zal wel een lamp op staan. Maar daarmee vond hij de schrijftafel nog niet Daar had hij weer dien draaistoel te pak ken, maar raakte weer uit zijn evenwicht, kwam terechtja, dat was de schrijf tafel. Vasthouden nu, .vasthouden. En met zijn handen over het blad voe lend, vond hij gelukkig de lamp, knipte die Zwak schemerde het licht onder de groene kap, toch stak het in zijn oogen, of hij ook suf was, heelemaal niet gewend om zoo zwaar te slapen overdag. En hij geeuwde, rekte zich uit, bleef ech ter plots met de armen stijf uitgestrekt staanwant de angst beknelde hem, dat hij dan toch niet wakker was, ontwarend tusschen de ramen Een schrikkelijke plaats van een wezen.. Dat hem aanstaardeZonder oogen Neer viel zijn armen, bevend klemden zijn handen de schrijftafel vast. Hij dorst daar niet meer kijken, maar Opzij, langs den wand, ontdekte hij weer van die platen met die oogenlooze gedroch ten Zijn vochtige handen slipten van het ta felblad af; vertwijfeld liet hij zich neerval len tegen een boekenkast, die met inhoud en at omkanteld. Krik-krak! vol licht stond nu de kamer, en zijn broer verscheen in het deur gat, hield lachend zijn dichten sigaren- domper als een revolver voor zich uit: Handen omhoog! maar lichte niet meer, als hij den ontreddenden missionaris bemerkte Ik heb 't weer, zuchte die, terwijl uit iedere porie van zijn voorhoofd een zweet droppel bolde. Wat heb je weer? Die nachtmerrie. Maar je ben wakker, d'r is niets. Dat noemen ze nu voor je herstel in 't moederland, kreunde het van den grond. Kijk 'ns naar 'n rustig' puntdie plaat tusschen de ramen van God den Va der. Al3 een kind zoo nieuwsgierig blikte de missionaris op, maar: Daar heb je 't weer: die gatenen de droppels op zijn voorhoofd werden straaltjes. Kijk dan hierO. L. Heer aan 't kruis. Als een rouwmoedige zondaar zocht de missionaris, maar: Nee nee: die handen! die voeten!.... en nu werd zijn haar ook nat. Kijk dan naar 't Mariabeeld. Met een zucht van hoop richtte zich de missionaris omhoog. Waar? vroeg hij. Daar! Waar?? DaarneedaarWat was die man buiten westen; hij zou het beeld even halen en vlak bij hem brengen maar als hij het beeld voorzichtig van den standaard nam en zich er mee omkeerd.... zag hij missionaris met druipende haren de gang opstuiven. Dol, is niet zoo, als je alles anders zag dan 't was, dacht hij onder het terugzetten van het beeld. Daarna de gang inkomend, vond hij er den missionaris bij het fonteintje, zijn hoofd onder de kraan. Daar spoelde die af de naohtmerries van eenige moderne katholieke kunstenaars met naam en van hun noodige na-apers zonder naam. JOH. V'AiN DINTHER S.J. Amsterdam. (De Heraut van 't H. Hart).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 12