'AMES) RUBRIEK
EEN ZOMERJAPONNETJE.
U hebt ze zeker al overal zien dra
gen de z.g. balletjes-japonnen? Ze zul
len dezen zomer bijzonder veel worden
gedragen en in allerlei combinaties
worden toegepast.
Meestal heeft de fabrikant als hij
een rooden ondergrond met witte
baletjes maakt, er tegelijkertijd een
witten grond met even groote roode
balletjes bij gemaakt, van precies de
zelfde kleuren en in hetzelfde mate
riaal. Zoo zien wij deze combinatie in
wit-zwart, zwart-wit; rood-wit en wit-
rood; idem in blauw-wit, geel-wit enz.
In plaats van zooals op de afbeelding
alleen een klein haNrfarneerinkje ziet
men van de omgekeerde kleurencombi
natie meestal een halve taille gemaakt,
of een manteltje bij de japon, of op
andere manieren de beide stoffen tot
een geheel verwerkt, wat heel vroolijk
en zomersch staat.
De hier afgebeelde japon is een tus-
schenjapon, van donker-blauwe zijde
met witte balletjes, terwijl de revers-
achtige kraag punten en het kleine be-
legstukie van witte zijde met donker
blauwe balletjes is. De japon zelf is
zeer eenvoudig en het aardige concen
treert zich dan ook wel hoofdzakelijk
op de halsgarneering. De rok is aan
de taille geknipt, terwijl een smal cein
tuurtje de taillelijn aangeeft. De rok
loopt naar onder toe wat wijder uit,
doch mag niet langer dan 15 cM. van
gen grond komen. De mouw is tamelijk
wijd, wat met de warmte wel prettig
is en loopt naar onderen wijder uit,
terwijl een kleine manchet van de
tegengestelde stof om de pols sluit.
De halsgarneering bestaat uit een
revers-achtige kraag met een puntig
toeloopend voorstukje, waaronder een
breed strik van de donkere zijde is
aangebracht.
Een aardige japon om zoo tusschen
beiden te dragen, als u er niet officieel
behoeft uit te zien, en toch wel eenigs-
zlns gekleed wilt zijn.
SIERADEN.
Reeds meerdere malen hebben wij
het over sieraden gehad en wel in het
bijzonder over ringen; ditmaal willen
wij enkele regels wijden aan den arm
band.
Zooals de heele mode van de vrouw
aan schommelingen en veranderingen
onderhevig is, geldt dit natuurlijk
evengoed voor de sieraden, al is dit
niet in zoo sterke mate het geval. Het
zal eenvoudig niet kunnen, dat men
SlMIBinuHimMIIIMnilHIUIHlIHUlBlllllBIlIHI
'>eder seizoen zijn kostbare ringen in
ruilde of liet veranderen, alleen omdat
de mode der ringen anders was ge
worden. Deze veranderingen duren
dus veel langer en gaan veel lang
zamer.
Dit is met de armbanden eveneens
het geval. In den tijd voor den oorlog
droegen de vrouwen gouden of zilve
ren schakelarmbanden, al of niet met
hangertjes, geluksvoorwerpjes of be
deltjes er aan. Dit soort armbanden
ziet men tegenwoordig bijna niet meer.
Toen kreeg men de gladde gouden en
zilveren banden, die vrij nauw om den
pols sloten. De sluiting had dan als
veiligheid een klein kettinkje, waar
mede men overal bleef haken, met het
gevolg, dat dit kettinkje heel vaak stuk
ging en men de armband dan weer niet
kon dragen tot dit .kettinkje op een
goeden dag weer eens werd gemaakt.
Daarna kregen wij de armbanden
„closed for ever", een schakelarmband
die als het slot eenmaal dicht was, niet
meer geopend kon worden. Ook hier
van bespeurt men tegenwoordig niet
veel meer.
Tijdens en vooral na den oorlog be
gon men blank metaal en allerlei fan
tastische armbanden te dragen, waarna
men van lieverlede kwam tot de arm
bandhorloge en de armbanden bezet
met half-edelsteenen. Nog vorigen
winter was een armband van „strass"
het nieuwste, terwijl men nu meer en
meer de armbanden ziet, die eigenlijk
lijken op een ring in het groot en bezet
met echte of half-edelsteenen, precies
gemonteerd-al is het dan in het groot,
als een ring. De sluiting is hierbij niet
aangebracht, men schuift de ringarm-
band met een beetje moeite over de
hand heen, doch de armband is zoo,
dat hij niet over de hand heen af kan
vallen.
Men ziet ook heele garnituren, ge
heel eender bewerkt, bestaande uit
oorhangers, ring, armband en broches.
Maar met dergelijke garnituren moet
men zeer zorgvuldig te werk gaan bij
het koopen, want zoo'n overdaad van
steenen kan soms ons mooie toilet be
derven. Denkt u er ook vooral om, dat
het geen mode is om meerdere arm
banden tegelijkertijd te dragen, ook al
heeft men twee armen en liever één
mooie ring als aan iedere hand enkele
ringen, die geen van allen waarde
hebben of mooi zijn, maar die, omdat
men ze gekregen heeft of geërfd, wat
meestal nog erger is, men maar steeds
allemaal tezamen draagt.
Zoo'n overdaad is meestal buitenge
woon schadelijk voor de mooie lijn van
de hand.
n op een nauwsluitende
tailleband gezet.
Het manteltje is ook hier sterk ge
tailleerd door een paar taillenaadjes,
heeft een kleine kraag en dito revers,
doch de sluiting bestaat uit twee rijen
knoopen van drie stuks, terwijl ook
geen zakjes zijn aangebracht, daar in
dit gekleede model zakjes niet behoo-
ren. De gladde mouw valt met een
punt over de hand. Een aardige ge
strikte zijden sjaal geeft aan het man
telpak iets-fleurigs.
Dit mantelpak moet absoluut onbe
rispelijk zitten, anders is het heele
effect verloren.
^■nioanipininij
MIUIMlBlIBIMBMll
TWEE MANTELPAKKEN.
Bij de nieuwe mode staat het man
telpak in het middelpunt der belang
stelling. Of het een echte tailleur dan
wel 'n fantasie mantelcostuum betreft,
de kleermakerscoupe zal wel altijd de
boventoon blijven voeren.
Men voorspelt voor het namiddag
toilet veel zwart. Zwart is practisch
en staat altijd gekleed, het verveelt
nooit en maakt ook gezettere vrouwen
slank. Een goede reden dus om zwart
te kiezen.
De vrouw met weinig kleedgeld doet
echter verstandig als zij er tenminste
graag goed gekleed uitziet en de beurs
het kan lijden, om twee mantelcos-
tuumS te koopen of te maken, een fan
tasiemantelpak in lichte kleur van een
aardig fantasie-stofje met een aantal
aardige blouses, en een donkere tail
leur, welke men ook 's avonds met een
meer gekleede blouse kan dragen.
Onze afbeelding toont u een tweetal
mantelpakken. Het eerste model is
vervaardigd van ree-bruine stof. De
goed passende rok heeft een nauw
aansluitend heupstuk, dat aan de rok
is geknipt. Aan de zijkanten springt
een breede plooi, die tot aan den on
derkant van het manteltje vast gestikt
is, los. Het korte manteltje is sterk
getailleerd door twee taillenaadjes aan
iederen kant. De voorpanden zijn rond
weggesneden, terwijl het manteltje met
twee sierknoopjes wordt gesloten. De
kraag is goed aan den hals sluitend en
loopt in twee niet te groote revers uit.
De mouw is geheel glad en loopt
naar den pols, sluitend toe. Een mi
niatuur borstzakje en twee kleine zij
zakjes geven een vlug tintje aan dit
mantelpakje.
Het tweede mantelpak is van zwarte
rips travers. Ook deze rok is nauwslui
tend en om hem naadloos te krijgen
worden de voorpanden ver over elkaar
gaan, worde aangetrokken door onze
levensopvatting.
Het is beter velen voor een goed in
zicht te winnen ook al kost het ons of
fers en strijd, dan ons onder te dom
pelen in zwartgallige gedachten en
schrikaanj agende toekomstbeelden.
Een futloos verworden en verarmd
volk mogen, neen, willen wij niet zijn!
Al is de nood nog zoo hoog, er daagt
uitkomst, wie weet, hoe spoedig reeds!
Maar van ons moet dus de goede
grondgedachte uitgaan: meer eenvoud
en meer soberheid van levenswijze.
DE TOMPOUCEN.
De tompoucen zijn met de mode mee
gegroeid. Sinds de eerste parapluie
verscheen, zijn er al heel wat verschil
lende modellen geweest. Als men de
menschen op oude prenten ziet met de
parapluie, dan was dit altijd een zeer
omvangrijk regenscherm. In de jaren
voor den oorlog waren de „naald"-
parapluie's in de mode en hoe dunner
de stok van de parapluie was, waar
door deze opgerold bijna zoo dun was
als een wandelstok, hoe mooier en
sierlijker men hem vond. Toen kwam
als reactie ,de parapluie met de dikke,
korte stok, die wij al spoedig betitelde
met den naam „tompouce" en die nog
steeds zich in de gunst van mevrouw
Mode mag verheugen.
De tompouce heeft het groote voor
deel, dat hij niet alleen is een regen
scherm. maar ook een zonnescherm. De
uitvoeringen van het scherm zelf zijn
zeer verschillend van de allerfijnste
zijde af tot het grofste katoen toe. Ook
de stokken, knoppen, punten en knop
jes om de baleinen ondergaan elk sei
zoen wel een of andere verandering.
Zoo bracht een groot modehuis dit
voorjaarsseizoen tompouces in den
handel met een knop, die de beeltenis
weergeeft van een der lievelingen van
de dames, n.l. de ruwharige fox-terrier,
de modehond van het oógenblik.
Ook enkele andere dierkoppen, zoo
als een olifant, een paard, enz. zagen
wij. Maar het best voldoet toch nog
de haak, omdat men die tenminste aan
den arm kan hangen of de stok, waar
aan een polsriem is bevestigd.
Onze teekening laat u eenige nieuwe
modellen zien. De eerste van geruite
zijde, met een haak, het tweede model
heeft als beschutting voor het regen
scherm een soort van bamboekoker,
die uit vier deelen bestaat, waarvan
het eene deel over het andere schuift,
en deze kokers zijn zoo klein, dat ze
gemakkelijk in de handtasch kunnen
worden opgeborgen. Regent het niet,
dan heeft deze tompouce het idee van
een wandelstok. De derde parapluie
heeft een olifantskop, terwijl het vierde
en laatste model een zeer simpele
echt-zijden parapluie is, met een een
voudig schildpadden haak. Prachtig in
zijn eenvoud en zeer chique.
VERTROUWEN OP DE NAASTE
TOEKOMST.
In de tijdsperiode, welke wij thans
door moeten maken, valt een sterken
teruggang waar te nemen, die bijna
door een ieder onzer wordt gevoeld.
In onze tijdsperiode nu is het van het
hoogste belang dat we onze hoofden
koel en onze harten warm houden.
Wij moeten op de werkelijkheid van
den toestand een juisten kijk hebben.
Niet overdrijven', geen bovenmatig
weeldevertoon in onze levenswijze,
doch ook geen te angstvallige voorzorg
voor de toekomst, die ons er toe zou
brengen ons geld vast te houden en op
te potten. Wij moeten voorzichtig, een
voudig en sober leven, dat wil zeggen:
met meer overleg dan anders ons geld
uitgeven.
Doch, wij moeten den handel niet
geheel lam leggen door plotseling alle
inkoopen te staken. Dan zouden wij
door onze bezuiniging de geheele mid
denstandsklasse dupeeren.
Maar ook dit is uit den booze: het
weeldevertoon, en het genot zoeken,
zich uitleven, terwijl er zoo ontzettend
veel ontbeerd moet worden aan alle
kanten.
Niemand kan in ernst gelooven, dat
de armen, die vele ontberingen lijden,
gaarne zien dat de goed-gesitueerden
in weelde baden, juist in een tijd als
deze.
Neen, werkelijk, wij moeten terug
naar levensversobering en levensernst
en wie moeten naar dit ideaal het meest
intensief streven?
Wij vrouwen!
Van ons gaat veel invloed uit op het
gezin. Zijn wij voor eenvoud en ver
sobering, allicht zal ons goede voor
beeld door man-lief overgenomen wor
den en de echte geest, die in dezen tijd
zoozeer noodig is, zal ook op onze kin
deren overgaan.
Wij hoeven werkelijk nog niet te
wanhopen. Vertrouwen doet zooveel en
onze toekomst is nog niet verloren. Het
zal veel van onze gezamenlijken moed
en goeden wil afhangen of de naaste
toekomst, uit de huidige crisis, zal op
dagen als een gelouterde en betere
tijdsperiode of als een tijd van verwor
ding en degeneratie.
Laten wij vrouwen, een voorbeeld
geven, waarbij levensvreugde, gepaard
aan levenseenvoud, zoodat wie ons bl;j-
gemoed en vertrouwvol ziet verder
DE MODERNE SLAAPKAMER.
Wij stellen tegenwoordig heele an
dere eischen aan onze slaapkamer dan
eenige jaren geleden. Toen was een
slaapkamer een kamer, waarin men
alleen ging om te slapen en waar men
's morgens zoo vlug mogelijk weer uit
vertrok.
Tegenwoordige is de slaapkamer
bijna een boudoir geworden en de wer
kende vrouw vooral zal, als zij
's avonds gaat slapen, graag nog een
paar bladzijden lezen, voordat zij haar
oogen sluit. Vroeger was de slaapka
mer een saai vervelend vertrek, tegen
woordig heeft men ook in deze kamer
een mooi warmgetint tapijt, slaapt men
niet meer in een geheel onverwarmde
kamer met de ramen wijd open, maar
in een kamer, waar door een boven
raam de lucht zoo wordt binnengeleid,
dat deze niet dadelijk op de slaapster
valt en daardoor een onaangenaam ge
voel van koude geeft, terwijl men hoe
langer hoe meer er toe over gaat de
slaapkamer ondanks het open raam,
eenigszins te verwarmen. Wat eigenlijk
heel logisch is, want als men 's avonds
vooral als het kil is, in de huiskamer
bij de haard heeft gezeten en men
komt dan in een koud slaapvertrek,
waar men zich moet ontkleeden, dan is
men meestal bij het in bed stappen zoo
door en door koud geworden, dat de
slaap eenigen tijd op zich laat wachten
Ook doet het dek veel af aan onzen
slaap. Het ligt niet zoozeer in het aan
tal dekens dat men gebruikt dan wel
in het soort deken. Echte wollen de
kens zoowel als kameelharen dekens
geven een aangename hitte en zijn toch
licht. Dikke watten dekens, de z.g. ge
stikte dekens zijn wel zwaar, maar
geven lang niet zooveel warmte.
De moderne meubels voor de slaap
kamers zijn buitengewoon practisch en
verbergen allerlei geheime kastjes in
zich en allerlei laadjes, waarin onze
toiletgeheimen een plaatsje kunnen
vinden.
Onze afbeelding geeft u een indruk
van een zeer moderne vrouwenslaap
kamer. De toilettafel bestaat uit een
groote van boven ovaal geslepen spie
gel met twee zijkastjes, die van onde- i
ren een zeer sierlijk gebogen lijn heb
ben. Ook het bankje voor den spie
gel heeft deze lijn.
Twee alleraardigste lampjes doen
niet alleen als lichtbron, maar tevens
als decoratie dienst. Het nachtkastje,
evenals het ledikant zijn natuurlijk in
dezelfde stijl gemaakt. Het lampje op
het nachtkastje zal wel de harten van
vele dames stelen, want is dat geen
schatje? Kleur van gordijnen, van de
kens, sprei, vloerkleed enz. is iets zeer
persoonlijks aan de kamer, ook de ma
nier van opstellen der meubelen. Ook
het behang is van groot belang en het
is vooral aan te raden dit zoo licht
mogelijk te houden, zonder daardoor
een koude indruk in de kamer te wek
ken. Schilderijen moeten zeer goed
worden uitgekozen en u kunt beter een
enkel mooi ding neerhangen, waar u
's avonds in bed of 's morgens bij het
ontwaken met genoegen naar kijkt, dan
dat u in uw slaapkamer schilderijen
neerhangt, die voor de huiskamer niet
mooi genoeg zijn. U doet beter derge
lijke twijfelachtige schilderijen weg te
doen.