Het noodlot van „De groote Roos" ZATERDAG 23 JULI 1932 DE LEIDSCHE COURANT- TWEEDE BLAD PAG. S COLONEL1 CY COMPTON'S WILD WES T RODEO SHOW NAAR AMSTERDAM. Amerika's voornaamste troep „cow- punöhers" en „wild horses Riders" bevindt zich thans te Amsterdam. Rodeo is de vertooning van cowboys-trucs, b.v. het berijden van paarden, die wild zijn als tijgers, of het in galop achtervolgen van een wild geworden stier, of het zich werpe n van den rug van een paard op den rug van een stier. „Steer wrestling" (stierengevecht) is het „interessantste" van alles. Van 2227 Juli a.s. zal het gezelschap in het Stadion te Amsterdam optreden. Teneinde den deelnemers aan de OLYMPISCHE SPELEN, welke dit jaar te Los Angeles worden gehouden, een goed onderkomen te bezorgen, heeft het Amerikaan sch Olympisch Comité een groot aantal houten huisjes laten bouwen, waarin de athleten hun intrek kunnen nemen tijdens den duur der Spelen. Onze foto geeft een algeheel overzicht der Olympische stad. De reeds in 1500 in oude oorkonden genoemde HEKSEN- TOREN IN HEIDELBERG, welke in de Middeleeuwen als gevangenis voor de ongelukkige z. g. „heksen" dienst deed en tot heden wegens geschiedkundige waarde met zorg werd bewaard, wordt thans als Universiteit inge richt. Op onze foto: Restauratie van den Heksentoven te Heidelberg. Op den achte rgrond de hoektoren der Uni versiteitsbibliotheek en de toren der Gotische Petruskerk KAYE DON, de bekende Engelsche racer heeft met zijn motorboot. „Miss England III" het wereldsnelheidsrecord verbeterd. Kaye Don (links) met twee van zijn mecaniciens na de race. WAAR IS DE GESTOLEN STEEN Een diamant, waaraan bloed kleeft Geruchten doen de ronde, dat de beroem de „Condé-diamant", beter bekend als „De groote roos" thans in Indië zou zijn, en in derdaad is dan ook gezien, dat dit pracht stuk door een Indische danseres werd ge dragen. Sedert deze steen uit het Fransch Na tionaal Museum, het Kasteel de Condé, ge stolen is, zijn door de Amei'ikaansche en Europeesche politie onophoudelijk pogingen gedaan om uit te vorsohen wat met dit kostbare stuk gebeurde, doch zonder het minste resultaat! Alhoewel langen tijd het spoor van een troep internationale dieven werd nagegaan welke onder verdenking stonden van diefstal van den diamant, bracht dit geen klaarheid in deze duistere zaak en het is dan ook te betwijfelen of dit mysterie zal worden opgehelderd. De geschiedenis van de Condédiamant kan, zooals nagenoeg die van alle histori sche juweelen met bloed worden neerge schreven. Ongetwijfeld is de steen eeuwen oud en hoogst waarschijnlijk van Indisohen oorsprong. De legende verhaalt, dat de Rose Diamant eens den grootsten schat uit maakte van een tempel in de residentie van een Maharadja. De diamant werd dag en nacht door eeni- ge priesters bewaakt, doch niettegenstaan de dit, brak er toch een oogenblik aan, waarop een blanke het stoute avontuur waagde den steen uit. het aanbiddingsoord weg te rooven. De priesters werden op de pijnbank gef ol terd, doch daar zij niet tot bekentenissen waren te brengen, werden allen op bevel van den Hoogen Priester ter dood gebracht. De geschiedenis vermeldt niet, wat met den eersten dief gebeurde, doch men wist er achter te komen, dat „de groote Roos'" in bezit was van een Joodschen marskramer in Zuid-Europa, die hem weer verkocht aan Graaf de Runcieau, een rijken Fransehen aristocraat. Een-.vriendin van den graaf zag den dia mant en begeerde hem vurig. Zij wist het zoo ver te brengen, dat de zwaar verliefde graaf haar den steen gaf. Een poosje later werd haar echter door een waarzegster voorspeld, dat het juweel niets dan ram pen brengen zou. Zij gaf den diamant hier op den graaf terug, doch zeer kort daarop werden beiden vermoord. Dan komt er een hiaat in de geschiede- is van „De groote Roos" en ook over het lot van den moordenaar, die den steen van het lijk van den graaf van Runcieau stal, is niets bekend. Wel bestaat er een uitvoerige legende waarin verhaald wordt, hoe de steen in be zit kwam van de Condé's familie. Een jonge man, van zeer goede afkomst, doch van minder hooge geboorte dan de Condé's, werd verliefd op de bekoorlijke prinses Marguérite en had zelfs de verme telheid haar ten huwelijk te vragen. Het toenmalige hoofd van het geslacht, Prins Henri, Lachte sarcastisch en vertelde den jongeling, dat alleen dan zijn harte- wenseh in vervulling zou gaan, wanneer hem in ruil de Rose diamant werd aange boden, welke zich in bezit van een andeie adellijke familie bevond. De prins dacht er geen oogenblik aan, ooit deze belofte te vervullen, omdat alle schatten der aarde hem niet konden bewe gen, zijn dochter aan iemand van lagere geboorte af te staan. De minnaar der prinses liet zich echter door niets weerhouden. Voor een groot deel van zijn fortuin kocht hij een expert- dief om, den steen te stelen. Met den dia mant in zijn gordel kwam de jonge man bij den prins en eischte zijn bruid. Hij werd in de vertrekken der prinses toegelaten doch vond haar dood met een dolk door het hart. Waanzinnig trapte de knaap te gen de deur welke achter hem gesloten was, doch als eenig antwoord klonk van hier een sarcastische lach en nimmer meer kwam de ongelukkige bruidegom terug van den tocht, welke hij met zoo hoopvolle ver wachtingen begonnen was. Zoo luidt de legende, doch vast staat, dat „de Rose Diamant" eigendom is ge weest van een zoon van Prins Henri de Condé en verder-, dat' het een erfstuk der familie bleef, tot dit historische huis uit gestorven was. Ten tijde van Lodewijk XIII streden twee dochters van het huis, Prinses Ma rie en Prinses Helene om het recht het kleinood aan het hof te dragen. Helene rukte haar zuster den diamant af en wierp hem in één der grachten van het kasteel. Daarin lag het stuk tijden lang, terwijl de knappe Helene onder strenge bewaking ge vangen werd gehouden en voor straf hon ger moest lijden. Eén van de tallooze bedienden der Con dé's gelukte het, nadat veler pogingen reeds gefaald hadden, „de groote Roos" uit de gracht op te visschen. Hierdoor bracht hij Prinses Helena de vrijheid en kreeg voor zijn leven lang een pensioen. Tijdens de Fransohe revolutie, toen vele leden der Condé's familie het lot der Fran- sche aristocraten deelden, droeg een trouw bediende den diamant op zijn borst om dezen later den wettigen eigenaar te kun nen teruggeven. De steen liep giroote kans in andere han den over te gaan, toen Keizerin Josephine er op attent gemaakt werd en er eenvoudig naar hunkerde den diamant te bezitten. Doch zelfs Napoleon kon den prins de Con dé niet bewegen, het erfstuk af te staan. Nadat de Condé's uitgestorven waren, bood de jonge Hertog va-n Aurnale het pracht stuk als geschenk aan het Instituut de France en scheen het, of hiermede de duis tere geschiedenis van „d;e Groote Roos" een einde genomen had. Toen tijdens den oorlog de Duitsohe troe pen als een wassende vloed op Parijs af kwamen, brachten de Fransche autoriteiten het stuk en alle andere historische schatten van het kasteel te Chautilly naar het verre en veilige fort te Toulouse. Dit is inderdaad heel goed geweest, want korten tijd daarna bezette commandant Von Hagen het kasteel der Condé's en deed het verhaal de ronde, dat hij het slot van onder tot boven had doorzocht, in de hoop „de groote Roos" te vinden. Was het stuk van toen af terdege be waakt geworden, dan zou het waarschijnlijk niet meer weg zijn geraakt. In Europa of Amerika kan men den dia mant eenvoudig niet verkoopen. Als enkele steen, is alleen dan een hooge prijs te ma ken, wanneer een verzamelaar gevonden wordt, die bereid is alle risico op zich te nemen en een geweldig bedrag wil betalen voor de gril om „de groote Roos" zijn eigen dom te kunnen noemen en er verkneuterd naar te kijken, als het gesteente schittert in een collectie, die door geen andere oogen dan de zijne gezien mag worden. Onder de fabelachtig rijke Indische Maharadjahs zou een dergelijke verzamelaar te vinden kunnen zijn. Meerdere wereldberoemde steenen toch, vonden hun weg terug naar het Indië, waar zij vandaan kwamen. De Sancydiamant, eens bezit van Koningin Elisabeth, is nu eigendom van den Maha- radjah vaij Patdal. De Akbar S'hah en de groene Dresder Smaragd diamanten vor men een gedeelte der collectie van den Goekwar van Baroda. Vele onvergetelijke juweelen waarvoor mannen stalen, vQchten en stierven bevinden zich in de paleizen der Oostelijke vorsten. EEN GENEESHEER MAAKT RECLAME. „De normale leeftijd van een mensch zal tot 120 jaar worden opgevoerd." Voronoff, de bekende chirurg, die iemand langs operatieven weg 'n verjongingskuur wil laten ondergaan is dezer dagen in Lon den aangekomen, om J n felle campagne te beginnen tegen een Engelsche wetsbepa ling, waarbij de operatie van Voronoff ver boden is, omdat deze beschouwd wordt als een overtreding van het artikel tegen die renmishandeling. De beroemde verjongings-chirurg ver klaart, dat hij zoo zeer van het absolute succes van al zijn operaties overtuigd is, dat hij zelf, wanneer hij op zekeren dag het gevoel zou krijgen: nu is het tijd, zich door zijn broer George zou laten opereeren, „Lord Brentford, de Engelsche minister van Binnenlandsche zaken, die intusschen overleden is, heeft destijds weten te verhin deren, dat ik in Engeland mocht opereeren. Maar ik durf met een gerust, geweten te verklaren, zoo voegde Prof. Voronoff er aan toe, dat het veel juister geweest ware, dat hij zich zelf door mij had laten ope reeren, dan zou hij 'beslist nu nog leven. Het leven van een normaal mensch kan best tot 120 jaar worden opgevoerd. In Engeland wordt de methode van Vo ronoff bestreden uit liefde voor de dieren, maar men bereikt er geen enkel resultaat mee. Want van de 1500 operaties, die Voro noff reeds heeft gedaan, waren er 800 die op Engelsche patiënten werden verricht. In mijn kliniek, zoo besloot Voronoff, hebben zich niet alleen gewone leeken laten behan delen, maar ook mannen wier naam in de Engelsche geneeskundige kringen een zeer goeden klank heeft. Iedere nieuwigheid, onverschillig op welk gebied, ondervindt steeds een begrijpelijke tegenstand: maar voor mij staat het onom- stootelijk vast, dat de normale leeftijd van een mensch tot 120 jaar zal worden opge voerd. Ik zal het zelf bewijzen en ook mijn patiënten zullen het getuigen. Met wat soeptisohen zin zonder te veel optimisme dat bewijs afwachten lijkt ons wel het beste wat we naar aanleiding van deze medcdeeling kunnen doen! DE OUDSTE TOUWSLAGERIJ in ons land, uit de zestiende eeuw dateerend bevindt zich te Elburg, waar het bedrijf steeds van vader op zoon is overgegaan. Een kijkje in de lijnbaan van de touwslagerij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 5