ZATERDAG 16 JULI 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 4 IN HET S.S. „MOLDANGER", liggende bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam, brak Vrijdag een he vige brand uit. Om het vuur van nabij aan te tasten, werden door de brandweer in den romp van het schip gaten geboord, waardoor de slangen gevoerd werden. HET RIJKSVEER WILLEMSTADNUMANSDORP is Vrijdag door den com missaris' der Koningin in Noord-Brabant, mr. dr. A. B. G. M. van Rijckevorsel officieel geopend. Na de opening begaven de autoriteiten zich aan boord, waar na de eerste overtocht naar Numansdorp plaats had TE PURMEREND had Vrijdag de eerste steenlegging plaats voor den te bouwen destructor die dienst zal doen voor 32 gemeenten. Burgemeester Kolfschotten van Edam assisteert zijn dochtertje die de plechtigheid verrichtte. TE SLOTEN werden Vrijdag nationale roeikampioenschappen gehouden, welke uitgeschreven waren door den Ned. Roeibond. De finale van de vierriemsgie- ken met stuurman, gewonnen door Triton (voor). Aohter Njord. HET LICHT IN DË TROONZAAL. door Nina Arkina. De stad St. Petersburg, volgens den wil ran een machtig keizer opgetrokken op den noerasbodem gebouwd door duizenden nij vere slavenhanden onder het voortzwe- ►end, dreigend klappen van den knoet, rreesde dien nacht een overstrooming. De vind wakkerde aan en de Newa steeg rerontrustend van uur tot uur. Doffe ka- lonschoten weerklonken, die den stand ier rivier aangaven. Een afdeeling garde soldaten, op weg naar het Winterpaleis ter aflossing van de wacht, zag bij het passeeren van het Senaatsplein duidelijk, hoe Peter de Groote op zijn steigerend bronzen paard heen en weer zwaaide. Ze rilden; ze wisten, wat dit beteekende. On beweeglijk lag het Winterpaleis, groot en ontzagwekkend, als wilde het de moeras- stad met haar gevels van graniet vermor zelenDoch in de moerassen onder de graniet-massa's lagen de reeds lang tot ontbinding overgegane lijken der slaven., «dat wisten de soldaten, de kindskinderen dezer armenen daardoor ook begre pen zij, waarom de vreesaanjagende kei zer, die de wacht hield over zijn stad, zwaaide op den rug van het bronzen paardDe oude vrouwen van St. Pe tersburg verzekerden bovendien met groo te stelligheid, dat, wanneer ongeluk en overstrooming dreigde, het standbeeld bewoog. Dien nacht zwegen de kanonnen niet een enkel uur en zonder ophouden steeg de Newa. De gendarmen hadden het drukker dan ooit. De klok van de Peter en Paul's vesting begon te slaan. Deze klok, die de laatste levensuren aangaf voor de rampzalige vijanden van het keizerlijk huis, die in de vreeselijke kerkers der vesting hun dood afwachtten, had een angstaanjagenden klank. Zelfs de keizer in zijn Winterpaleis hield niet van den dof fen klankmisschien herinnerde deze hem in de stilte van den nacht aan zijn oudtante, de kleindochter van Peter den Groote, de beeldschoone prinses Taraka- nova, die tijdens een overstrooming in een der onderaardsche kerkers van de vesting den dood vond, het lichaam deerlijk ver minkt door de rattenEr waren meer onaangename herinneringen, misschien ook booze voorgevoelens, waardoor de heer- schende keizer niet hield van den klank der klokken in de Peter en Paul's ves ting diezelfde Hollandsche klok, die op bevel van Peter den Groote in den toren der vesting werd ingemetseld, opdat ook de Russen zouden weten, dat de uren ver gaan. De klok van de vesting deed drie slagen hooren. Buiten voor het Winterpa leis wisselde de wacht. De ontbloote sa bels der officieren glansden mat in den klammen nevel. Bij den derden slag ver scheen een zwak licht achter een venster der tweede verdieping van het Winterpa leis, na het ongeluk wist de wacht dit te vertellen.... Het licht bewoog zich in de richting van de troonzaal, hield daar stil en scheen naar buiten door de zes breede ramen. Klokslag drie was de keizer opge staan van zijn werktafel en liep langs zijn adjudanten. Zeer bleek, vertelden de adjudanten la ter.... Met een brandende kaars in de hand betrad hij de troonzaal. Ruslands gestorven Keerschers, de kroon op het hoofd, gehuld in hermelijn, zagen vanuit de zware, vergulde lijsten op hem neer. De keizer hield de kaars omhoog, zoodat het licht op de portretten viel. Peter de Groote's vader, de godvreezende Czaar Alexander, was de laatste Czaar, in wiens ziel vfede woonde. Peter de Groote, de geweldige op den troon, de machtige; Rus land's eerste keizer, hij, die Zweden tot onderwerping brachtLang staarde de keizer naar de ernstige, sombere ge laatstrekken zijner voorvaderen. „Geef mij raad Geef mij raadmompelde hij. Peter de Groote's hand wees naar het Westen, naar Europa. Zou dat een wenk voor hem wezen? De keizer wierp een vluohtigen blik op de twee volgende portretten: Het kind op den troon, de dertienjarige Peter de Tweede; Jonkvrouwe keizerin Eliza beth, een mouche de beauté op haar wang, coquet, de kroon op de kunstig gebouwde pruik. „Zij liet drie duizend japonnen na en een aantal onechte kinderen, dat was alles", mompelde de keizer. Bij het por tret van Peter den Derde stond de keizer langen tijd stil. Van de schilderij zag een bescheiden, ernstig gelaat met milde oogen op hem neerhet gezicht van een heel jóngen man. „Het geweten van ons ge slacht", zeide de keizer in zichzelf, „als ge slechts had mogen blijven leven, tot ge uw natuurlijke dood stierf". Voor de beeltenis zijner over-overgrootmoeder bleef de kei zer staan en zag naar haar op met oogen, fonkelend van boosheid. Met scepter en kroon, het hermelijn rond de sneeuwwitte schouders, staarde Catharina omlaag, en verstandige glimlach op de volle lippen. De keizer trad tot vlak voor het schilderij. „Jij was de moordenares van je man, een schande voor ons geslacht, en je deed het bloed van je volk bij stroomen vloeien in ontelbare oorlogen en gaf den buit aan je minnaars. Maar je hield briefwisseling met Voltaire en nooit hebben ze een aanslag op je leven gepleegd; daarom sta je in de schiedenis bekend als Catharina de Groo te. Och ja, de historie is een goochelaar. Jij bent Ruslands kwade geest geweest. Nimmer zal Rusland de gevolgen van je beheer te boven komen JHR. PROF. MR. W. H. DE SAVORNIN LOHMAN, oud-pre sident van den Hoogen Raad, is in den ouderdom van 68 jaar te Den Haag overleden. EEN VAN DE PLAATSEN, die door de afsluiting der Zuiderzee evenals zoovele andere zwaar getroffen is, is de Lemmer, dat tot nu toe een welvarend visschersplaatsje was. Tafreeltjes als boven staande zullen binnenkort tot het verléden behooren. KRONING CZAAR Woedend deed de keizer eenige passen verderen deinsde hevig verschrikt te rug. Van het volgende schilderij zag het portret van den half-waanzinnigen keizer Paul hem aanhij, die werd gewurgd op last van een stel samenzweerders van het hof. Plotseling liep hem het ijskoud langs den rug: de door sluipmoord van het le ven beroofde Paul stapte uit de vergulde lijst en zette zich op zijn leegen troon. Dien nacht onderteekende keizer Alexan der II, wiens bijnaam was „de bevrijder" de constitutie van het landDien nacht dronk des keizers morganistische echtge- noote, do vorstin Jorjerskaja, op het wel zijn van Ruslands eersten cnostitutionee- len monarch klowk met hem en verbrij zelde haar glas op zijn gelukOude vrouwen fluisterden, en hebben altijd ge fluisterd, omdat zij nu eenmaal verstand hebben van zulke dingen, dat het geen ge- ALEXANDER II. luk aanbrengt reeds van tevoren te drin ken op de vreugde of den gunstigen af loop van een onderneming. „Uwe genade had met den felicitatie-dronk moeten wachton tot morgen', mompelde de% oude voedster van vorstin Jorjerskaja, toen zij haar laat in den nacht te bed hielp. Ook knapte ex een steek in beide, uit de hand geweven zijden kousen der vorstin, toen de oude ze haar uittrok. De vorstin maak te zioh vroolijk over de bezorgdheid en angst der oude vrouw en lachte hartelijk: maar de trouwe ziel verbrandde meteen de kousen en bromde: „wie het laatst len monarch klonk met hem en verbrij zelde haar glas op zijn gelukOude vrouwen fluisterden, en hebben altijd ge- zijn van Ruslands eersten constitutionee- lacht, lacht het bestals er al te lachen valt", eindigde zij bezorgdDe getee- kende grondwet lag in des keizers eigen portefeuille in de middelste lade van zijn schrijftafel. De keizer vergat dien nacht de lade af te sluiten. Zijn laatsten nacht sliep de keizer rustig en ongestoord, ver klaarde zijn kamerdienaar. In den mor gen reed de keizer, terwijl de zon aan den hemel te schijnen stond, naar het slot Mi- chailovky, om den nieuwen Franschen ge zant audiëntie te verleenen. Bij een bocht van de straat zag hij enkele jonge man nen den weg oversteken. Een oogenblik vreesde de keizer, dat de hoeven der paarden hen verpletteren zoudenhet volgende moment hoorde men den knal eener ontploffingBewusteloos, maar nog levend, werd de keizer teruggevoerd naar het Winterpaleis waar hij in de ar men zijner ongekroonde gade den laatsten adem uitblies. Een zwarte vlag, de vlag van rouw, werd geheschen op het paleis. Een half uur la ter maakte bereden politie ruim baan door de opgewonden menigte: de troon opvolger, de toekomstige keizer Alexander III, hield reeds n u, als ware hij overwin naar, zijn intocht in het Winterpaleis. Toen de vorstin Jorjerskaja des keizers werkkamer met groote overhaasting bin nentrad, stond de eerste minister, graaf Loris Melikow, reeds met het document in de hand. ,,De wil des keizers zal ge schieden", riep de vorstin heftig", de grondwet zal bekend worden gemaakt, 's Keizers nagedachtenis zal worden ge zuiverd, het volk moot wéten, dat het een martelaar heeft gedoodZoo sprak de vrouw, die volgens Goddelijk Recht 's kei zers weduwe wasdoch dat was zij niet naar Russisch Recht„De Keizer is dood", antwoordde Loris Melikow, „en des kei zers weduwe is geen keizerin-weduwe. De nieuwe keizer heeft de trappen van het paleis reeds bestegen, er is geen tijd te verliezen„De vorstin zag hem het do cument verscheurenIn de deuropening verscheen de forsche gestalte van Alexan der den Derde. De minister boog de knie voor zijn nieuwen gebieder en overreikte hem de verscheurde grondwet. „Uw vaders minister heet Uwe Majesteit welkom op den Russischen troon als vrij en ongebon den alleenheerscher". Voor zich uitspu wend antwoordde de nieuwe monarch „Mijn vaders minister schijnt zijn plicht te kert- nen". Daarop liet hij dreigend zijn oogen rusten op de vorstin en zeide met snij dende stem: „Ik beveel u, het Winterpa leis te verlaten". Met gebogen hoofd ging des keizers weduwe de trappen af, haar sprookje was uit, er bleef haar niets dan de herinnering aan haar echtgenoot, dien zij innig had liefgehad en van wien zij alléén de gade was geweest!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9