DINSDAG 12 JULI 1932 DE LEIDSCHE COURANT - DERDE BLAD PAG. 9 Het Bezuinigingsrapport. ALGEMEENE ONTSTEMMING IN DE KATHOLIEKE PERS. ue commissie-Weiter had aan haar rap port nog een „economisch© beschouwing" toegevoegd, waaraan het volgende is ont leend „Tegenover een groot gedeelte van de kortzichtige maatregelen, welke door som mige regeeringen ter zoogenaamde be scherming van hun landbouw en industrie genomen worden, staan wij natuurlijk machteloos. Regeeringen, die niet schro men van haar macht gebruik te maken om in een of anderen vorm een embargo op den import uit het buitenland te leggen, kunnen het Nederlandsche product eenvou dig van haar markten weren. Doch tot zulk een uiterste is men nog geenszins overal gekomen en zal men ver moedelijk niet komen, omdat in. de prac- tijk bijna geen enkel land een zoodanig stadium van zelfgenoegzaamheid zal be reiken, dat alle invoer uit het buiten land kan worden geweerd. Onze producten zijn te duur. Dat beduidt dus, dat er altijd markten in het buitenland zullen overblijven, waar het Nederlandsche product gekocht zal worden. Onder de voorwaarde natuurlijk, dat het voor een prijs wordt aangebo den, die aanlokkelijk is. En zie hier juist het punt, waarom het gaat. Als gevolg toch van verschillende factoren wordt het voor den Nederlandschen producent steeds moeilijker zijn goederen naar het buiten land te verkoopen tegen een prijs, die in de oogen van dat buitenland genade kan vinden. Wij zijn, in één woord gezegd, min der konkurrenzfahig geworden. Voor een belangrijk deel is dit te wijten aan den relatief te hoogen loonstandaard, die in Nederland geldt. Te hooge loonen. Tot September 1931 deelden wij het voorrecht een hoogên loonstandaard en dus een hoogen kostprijs van de meeste producten te bezitten met een aantal an dere landen. Sedert den val van het pond sterling zijn wij te dezen opzichte in een volkomen geisoleerde positie geraakt en bewegen de door Nederlandsche onderne mers betaalde loonen zich op een niveau, dat 25 tot 30 pet. hooger is dan dat van Engeland en de Scandinabische rijken. Dat een dergelijke verstijving van één der voornaamste factoren van den kostprijs niet gehandhaafd kan blijven, zonder het gansche economisohe leven aan den on dergang bloot te stellen, behoort tot de waarheden, waarvoor in Nederland nog slechts al te velen het oog wenschen te sluiten. En toch zal men ook ten onzent aan de crisis slechts weerstand kunnen bieden, indien men bereid is zich aan den interna tionalen toestand aan te passen en een huishouding der idividuen als in die van de gemeenschapsorganen te aanvaarden. De groote massa, die door het uitblij ven van de zoo noodzakelijke loonaan- passing van de crisis verhoudingsgewijs nog niet. zooveel bespeurt en feitelijk al leen door de toenemende werkloosheid contact met de economische realiteit heeft, verkeert mede als gevolg eener onjuiste voorlichting, nog steeds in de onwetend heid, die haar voor ieder voorstel, het welk met „nominale" loonsverlaging ge paard gaat, ontoegankelijk maakt. De koopkracht-theorie. Nog steeds echter hoort men de reeds lang door de omstandigheden achterhaal de economische „theorie" verkondigen, dat de handhaving van het hooge nomi nale loon koopkracht schept en dat door het scheppen van deze fictieve koopkracht het economische leven op gang kan wor den gebracht. Alsof deze zoogenaamde koopkracht in staat ware, het totale inko men der volksgemeenschap, dat in de laatste instantie uit internationaal ge waardeerde goedren en diensten bestaat, te vergrooten en alsof het buitenland, dat zich van deze theorie niets aantrekt, dan meer neiging zal toonen om ons te dure produot te koopen. De economische omstandigheden het kan nauwelijks genoeg worden herhaald bewijzen iederen dag opnieuw, dat Ne derland, als economische eenheid gezien, in ernstig gevaar verkeert. Het valt uit den aard der zaak niet te voorspellen, hoe lang de crisis zal duren, nog minder of onze natie in staat zal zijn, met behoud van zijn voornaamste be staansmiddelen uit deze crisis weder te voorschijn te komen. Wij weten alleen dat op dit oogenblik het Nederlandsche volk een inkomen geniet, dat zeer veel gerin ger is dan voorheen en dat dit inkomen nog voortdurend geringer wordt. Tot welke conclusie de constateering van dit feit noodzakelijkerwijs moet leiden, is duidelijk. NOG MEER PERSSTEMMEN OVER HET RAPPORT. De Nieuwe Dag kan als zijn voor- loopige indruk niet verhelen, dat de commissie wellicht daartoe gedwongen door de haar opgelegde taak in vele ge vallen meer gelet heeft op financieele en economische feiten en eischen dan op demenschclijkheid. Ernstig zal de vraag onder het oog ge zien moeten .worden, of hier niet met min der hardheid tegenover hel mcnschelijk materiaal een resultaat te bereiken zal zijn als de omstandigheden dwingend eischen. Ontkend kan bovendien niet worden, dat de door de Commissie voorgestelde sa neering de crisis tot op zekere hoogte nog weer verergeren zal, o.a. door vergroo ting der werkloosheid en vermindering der koopkracht. Maar ten slotte wat het allerbelang rijkste is men zal er toch voor op moeten passen, dat! men ons volk niet dood saneert Wij voor ons gelooven ook niet, dat de volksvertegenwoordiging de conse quenties van het rapport zonder meer aanvaarden zal, al heet het dan ook, dat de Regeering het rapport in hoofdzaak al zou hebben overgenomenongetwijfeld zal de.politiek in dit geval: de ethiek, het gevoel bij de beoordeeling van deze star-economische en star-financieele kwes tie nog wel een hartig woordje meespre ken, maar de pijnlijke aanvaarding van een bezuiniging in de richting van die. welke de commissie voorstelt, lijkt ons on vermijdelijk. De Volkskrant schrijft, dat de re geering bij haar tijdelijke loonkorting nog eenige consideratie had gebezigd voor.de lage salarissen: voor de zwakke schouders wenschte zij wat minderen druk. De commissie van hooge ambtenaren wil geen djfferntiatie: had ze goed gedurfd, dan zou ze de suggestie der groote libe rale pers hebben opgevolgd en voor de zwaar bezoldigde betrekkingen verminde ring van salariskorting of geen korting heb ben gepleit. Differentiatie ten vorodeele van de lage re loonen wenscht ze in geen geval: de kosten der eerste levensbehoeften zijn aan merkelijk gedaald, en de menschen met lage loonen en salarissen hebben niet veel meer dan eerste levensbehoeften noodig. Ergo het is het ergo van bourgeois satisfait kan er van de lagere sa larissen het best wat af. Kunnen de heeren van de commissie- Weiter, die een blijvende verlaging verlan gen, garandeeren dat. de eerste levensbe hoeften laag' zullen blijven is er niet reeds nu een tendenz tot stijging, en wordt deze tendenz niet door eiken regeeringsmaatre- gel ten behoeve van het bedrijfsleven versterkt 1 Wat zal het onmiddellijk gevolg zijn van het voorstel der commissie-Weiter Dat dit voorstel door de Kalff's en Carp's dankbaar zal worden aangegrepen om in het vrije bedrijf nieuwe loonsverla- ZIT U IN HE GREEP VAN 'TNOOGLOT VAST ADVERTEERT EN 'T ËEVI^y&T U VAN ÜIE LAST. gingen toe te passen, met wat steviger percentencijfers dan 8 en 13. Een nieuwe aanmoediging, voor zoover noodig, vinden de heeren in het immers consequente voorstel om den werkloozen- steun met 15 percent te verlagen. Waarom ook niet: de werkloozen baden in woelde, de levensbenoodigdheden kos ten nagenoeg niets, voed ze op in sober heid. De tegenwoordige regeering heeft af en toe wel getoond dat ze wat durft, maar dat ze het rapport-Welter op de gewraak te punten zal overnemen, moeten we zien gebeuren voordat we het gelooven. En als zij ze overneemt, durven we haar geeix meerderheid voorspellen, die er haar fiat aan geeft. De Avondpost (lib.) stelt de vraag: „Is hei. nu werkelijk noodig, dat het in te halen bedrag geheel door bezuniging en besparing wordt gevonden? Wij weten niet, wat de Regeering uit het Rapport zal overnemen, maar zij zal toch ernstig dienen te overwegen, of er nu werkelijk geen enkele heffing, geen enkele belasting meer mogelijk is, die inplaats van een deel der voorgestelde bezuinigin gen kan worden gesteld. Want nogmaals het wil ons voorkomen, dat de Commissie- Welter haar toevlucht heeft genomen tot een stel van zóó radicale, onze ontwikke ling en onze cultuur bedreigende maatre gelen, dat deze met elkander den indruk vestigen van een soort wanhoopspolitiek. Maar daarom rijst een tweede vraag en wel deze Is het verantwoord,dat in dit ensem ble Defensie er met een bezuiniging van slechts 7 milloen afkomt? Wanneer de meest vitale staatsorganen worden aangetast; de-,'3jribtenaren en be ambten voor 24 millieeii zullen moeten bloedende personeels-forinatie met. 12 pet. wordt verminderd het Departement van Onderwijs ruim 15 millioen zal moeten opbrengenop het gebied van onze recht spraak (een der allerhoogste volksbalan- gen) maar liefst 50 kantongerechten en 6 rechtbanken worden opgeruimd wanneer aan allerlei scholen en gestichten en in stellingen een eind wordt gemaakt, en van de verdere maatregelen zullen wij nu nog maar zwijgendan achten wij het niet verantwoord op Defensie slechts 7 millioen te besparen." Het blad besluit met den wensch, dat de Regeering bij haar overwegingen, wat zij uit het rapport zal overnemen, de vol gende vragen niet zal voorbijgaan: „of niet, ten eerste door bepaalde, de eigenlijke levensbehoeften niet rakende, heffingen en belastingen, en ten tweede, door een veel grootere bezuiniging op De fensie, een aanmerkelijk deel van het be drag, noodig om een sluitend budget te krijgen, gevonden kan worden. Natuurlijk zullen aanzienlijke besparingen daarnaast moeten staan, maar niet in die mate als Thans, als begin nog wel, wordt voorge steld." UIT DE RADIO-WERELD Programmas voor Woensdag 13 Juil. Huizen 296 M. 8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gramofoonpl. 10.00 NCR V-Dameskoor. 10.30 Ziekendicnst. 11.0012.00 Concert. Mevr. M. F. Jur- jaanz (harmonium) en mej. A. Geest (so praan). 12.152.00 Concert. Mevr. C. v. Raven- zwaay-Mullenkarnp (zang), H. Hermann (viool), H. v. d. Horst Jr. (cello) en mevr. R. A. v. d. Horst-Bleekrode (piano). 2.30 Gramofoonpl. 3.00 Concert. Phia Berghout (harp), L. Oostdam (fluit) en H. J. Berghout (cello). 5.00 Kinderuurtje. 6.00 Concert. H. Hermann (1ste viool), P. J. Oskam (2de viool), K. F. Borgers (cel lo) en mej. L. Lauenroth (piano). 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Oarillonconcert uit Sncek door J. Nauta. 9.00 Causerie door ds. P. N. Kruyswijk. 9.3C10.30 Zang door Hans Gruys (alt mezzo) m. m. v. Felix de Nobel (piano). ca. 9.45 Vaz Dias. 10.0011.30 Gramofoonpl. Hilversum 1875 M. 6.457.00 en 7.307.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voor Arb. i. d. Continubedrijven: Trio John Broohouse MacCarthy, VARA- tooneel o. 1. v. W. v. Cappellen en Minuy Erfmann (voordracht). 12.001.45 VARA-septet o. 1. v. Is. Eyl en Gramofoonpl. 2.15 P. J. Kers Jr.: Onze Keuken. 3.00 Piano-reeital Jonkvrouw© E. Sickinghe. 3.30 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonpl. ü.Oü Onderwijsfonds Binnenvaart. 6.30 Orgelspel Joh. Jong. 7.00 Causerie voor de TBC-Bestrijding door I. Lessing. 7.15 Vervolg orgelspel. 7.45 „Op de Zelfmoordenaarsbrug" van Awertschenko. (Groot Volkstooneel). 8.00 VAR A-orkest o. 1. v. H. de Groot. M. m. v. J. Hagenaar (marimba). O.a. Drea ming-Waltz, Joyce. 8.30 „Als de liefde sterft", blijspel van Awertschenko. (Groot Volkstooneel). 8.50 VARA-orkest (Vervolg). 9.10 A. M. de Jong: Mijn Roemeensche reis. (II). 9.30 Vervolg concert. 0.a. Andante canta bile, Tsohaikowsky. 10.00 „Wakker en Tropenduit". 10.15 Vervolg concert. O.a. The Phantom Brigade, Myddleton. 11.00 Vaz Dias. 11.1512.00 Gramofoonpl. Daventry 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelconcert. Quentin MacLe-an. 1.05 Gramofoonpl. 1.50 Verslag Crieketwcdstrijd. I.552.50 Jack Martin's Hotel-orkest. 3.50 Sted. Orkest Bournemouth o. 1. v. Sir Dan Godfrey. M. m. v. Ion Aulay (piano). Oa. Symphonie Nr. 34 in C, Mozart en Pianoconcert Nr. 4 in G,,Beethoven. 5.05 Orgelconcert Norah Milne. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. fi.50 Haydn's Pianomuziek door K. Taylor. 7.10, 7.30 Lezingen. 7.50 Leslie Bridgewater's Harp-kwintet. 8.20 BBC-dansorkest o. 1. v. Henry Hall. 9.20 Berichten en lezing. 10.00 Muziek uit het repertoire van The Camargo Ballet Society. BBC-orkest o. 1. v. Constant Lambert. 0.a. Krakowiak, Glinka. II.0012.20 Dansmuziek door Maurice Winnick en zijn Band. „R a d i o-P aria" 1725 M. 8.05, 12.50 Gromofoonpl. 9.05 Radio-toonecJ: „Harmonie" van Du- vernois. Kalundborg 1153 M. 12.202.20 Concert uit Rest. „Wivex". 3.205.20 Omroeporkest o. 1. v. Meyer- Radon. 5.205.50 Gramofoonpl. 8.20 Skandinavische Volksmuziek door Mannenkoor en solisten. 10.20 Volksliederen. Het Omroeporkest o. 1. v. Meyer-Radon. Oa. Molly on the shore, Grainger. 11.2012.50 Dansmuziek. Langenberg, 473 m. 7.258.20 Concert uit Bad Pyrmont. 12.201.10 Concert uit München. I.20—2.50 Concert o. 1. v. Wolf. 2.50 Gramofoonpl. 5.206.35 Concert o. 1. v. Eysoldt. 8.20 Dansmuziek uit Breslau. 9.30 „Das Miirchen vom kleinen Opichi", muziek van Edm. Eysler. Dirigent: E. Prade. 10.55—12.20 Concert o. 1. v. Eysoldt. Rome, 441 m. 9.05 „Poliuto", opera in 3 actes van Doni zetti. Leiding: Santarelli. Brussel, 508 en 338 m. 508 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Concert: Viool en piano. 5.50 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert. Caecilia-koor o. 1. v. L. de Vocht. 9.20 Concert uit de Kursaal Ostende. II.00 Max Alexys' orkest. 338 M.: 12.20 Max Alexys'orkest. 3.20 Concert o. 1. v. A. Meulemans. 6/20, 7.20 Gramofoonpl. S.20 Concert o, 1. v. A. Meulemans. 8.50 Gramofoonpl. 9.20 Concert uit de Kurzaal Ostende. 11.00 Max Alexys'orkest. Zee sen,. 1635 M. 8:20 „Pelléas et Mélisande". muzikaal drama in 5 actes van M. Materlinck. Muziek van CI. Debussy. 10.20 Berichten en hierna tot 12.20 Mar- schen en Duitsche dansen o. 1. v. Leo Eysoldt. NED. OOST-INDIE DE BRAND AAN B00RD VAN DE „DEMP0". Een staaltje van onvoorzichtigheid van passagiers. Aneta seint uit Batavia: De Rott. Lloyd verklaarde dat de brand ontstond in het passagiersgoed. Tot de meest beschadigde artikelen behoo- ren o.a. piano's, boeken en lampen. Een typisch bewijs van de onvoorzichtig heid van passagiers leverde de ontdekking op van een voor een deel met petroleum gevulde lamp in een koffer. Er zijn twee vuurhaarden ontdekt, een in de bagage en een kleinere in de kapoklading, welke laat ste vermoedelijk is ontstaan door een vonk uit den voornaamsten vuurhaard. De datum van vertrek blijft ongewijzigd. FEUILLETON. DE WREKENDE GERECHTIGHEID. Naar het Duitsch (Nadruk verboden). 18) Hij had de hand, die zij hem gereikt had, met een warme druk omsloten. Toen hij ze weer losgelaten had, snelde Mar- garetha met lichten tred verder en zij was ontevreden over zichzelf dat zij haar hart zoo stormachtig voelde kloppen. Op Rudolph Sandory bleef het welge vallig lachje, ook toen hij zijn weg ver volgde. De ontstemming, die hij had ge voeld op het kantoor van Frans Norren- berg scheen geheel geweken. Onder de oude poort bleef hij een oogenblik staan om in een windvrijen hoek een sigaret aan te steken. Toen sloeg hij met vasten tred den weg in naar de villa van Norrenberg. In I het kleine voortuintje scheelde het maar een haar of hij was tegen Georg Lengfeld opgebotst. De staatsanwalt kwam met een spinnijdig gezicht uit de villa en hij bleef ook niet staan, toen hij Sandory herkende. De wijze waarop hij als antwoord op den vriendelijken groet van dezen aan zijn hoed trok, was gewoonweg onbeleefd en hij trok het tuinhek met een nijdigen slag achter zich dicht. Glimlachend liep Sandory de trappen op en belde aan. Het meisje, dat de deur opende, scheen opdracht te hebben alle bezoek af te wijzen, maar hij had nog pas een paar woorden gesproken, toen Dora I zelf uit de kamer trad. „Is u het, mijnheer SandoryMag ik u verzoeken binnen te komen? Vader is helaas nog in de stad." „Dat weet ik. want ik kom juist van hem vandaan", zeide de bezoeker, toen zij in de kleine salon alleen waren. „En ik voel op het oogenblik zelfs eenige ge wetenswroeging, want ik geloof dat hij mijn bezoeken aan zijn huis niet graag ziet." Dora die zich nonchalnt in een stoel geworpen had zuchtte diep: „Heeft hij u dit al laten merken Het lijkt wel of hij louter uit sympathie met mijn verloofde mij tot mijn huwelijksdag in een klooster zou willen opsluiten. Ach, zou me van harte beklagen als u wist welk een strijd ik dag in dag uit voor mijn persoonlijke vrijheid moet voeren." In haar kokette morgenkleeding zag zij er verleidelijk uit, te meer nog daar een blos van opwinding haar wangen kleur de en haar oogen deed schitteren. San dory was op een laag tabouretje tame lijk dicht bij haar gaan zitten en zag haar vrijmoedig recht in het gelaat. „Dat kunt u toch niet meenen. Ik weet maar al te goed, dat wij allen, uw vader en uw verloofde inbegrepen, toch slechts uw onderdanige slaven zijn, die gij naar welgevallen den voet op den nek kunt zetten." „Gij zoudt een minder hoogen dunk van mijn macht hebben als u de scène gehoord had, die mijn verloofde mij zoo even gemaakt heeft." „Ik kwam hem in den tuin-tegen. Maar hij zag er nu juist niet als 'een overwin naar uit." ,.0, ik zou er wel erg aan toe zijn, als ik het zoover liet komen. Van den eersten dag dat ik mij aan hem zou onderwer pen af, zou ik voor heel mijn verder le ven reddeloos aan zijn macht overgele verd zijn." „En gij zijt dan niet bang voor de toe komst, daar gij nu al, laat me zeggen met zoo weinig eerbied, over hem praat." Dora keek langs Sandory heen in de verte. „Ach de toekomstSedert eenige weken doe ik mijn best, er maar zoo min mogelijk aan te denken." Sandory antwoordde niet en geruimen tijd heerschte een drukkende stilte. Dan hervatte zij op geheel anderen toon het gesprek. „Weet ge wel, dat dat beroemde ge maskerde bal weer de twistappel ge weest is? George wil, dat ik er in avond toilet heen zal gaan. Hij vindt het voor een meisje van stand niet gepast om er gecostumeerd heen te gaan „Gij wilt u echter niet aan zijn wil on derwerpen V „Zoudt u mij aanraden het te doen „Wat moet ik u daarop antwoorden Wie tusschen echtgenooten of verloof den partij kiest, krijgt het in den regel met beide partijen aan den stok." „Voor u is het te laat om met zulke uitvluchten te komen. U kunt zich gerust aan mijn zijde scharen, want bij de Staatsanwalt hebt gij het al verkorven. Sandory maakte een grappige bewe ging van schrik. „U .doet me schrikken. En ik heb nog wel zoo mijn best gedaan om goede vrienden met. hem te worden. Wat heb ik hem in 's hemelsnaam dan toch in den weg gelegd?" „Als u dat niet raden kunt. moet u hem het zelf maar eens vragen. Maar doet u dat liever niet. Ik zou anders gevaar loo- pen een vriend te verliezen." Haar stem was plotseling week gewor den. Zij deed geen poging om het te be letten, toen Sandory haar had nam en aan zijn lippen drukte. „Goed dan i" zeide hij. „Ik raad u aan u niet te onderwerpen „Hij heeft mij gezegd, dat hij niet voor een schandaal terug zou deinzen, als ik mijn zin doordreef." „En gelooft gij, dat hij in staat Zou zijn een dergelijke bedreiging uit te voeren Minachtend trok Dora de schouders op. „Je weet niet waartoe ten slotte zulke kleinzielige naturen in staat zijn. Maar wat geeft, het? Misschien is het wel goed dat hij nu eens gelegenheid krijgt zijn liefde op de proef te stellen." „Maar uw 'vader, juffrouw Dora? Hij schijnt heel erg op die verbinternis gesteld te zijn." „Dat is hij ookHet zou een harde slag voor hem zijn, als zijn plannen op het laatste uur nog schipbreuk zouden lijden. Maar ten slotte is het toch mijn levensgelijk en niet het zijne, dat op het spel staat." „En ik denk dat mijnheer Lengfeld zich nog wel tweemaal zou bedenken voor hij het zoover laat komen. Men doet niet dan in uitersten nood afstand van een kost baar geschenk zooals de goden hem in den schoot hebben geworpen." „Houdt gij dat werkelijk voor zoo kost baar?" vroeg ze zacht. „Ik mag het helaas niet hardop zeggen, hoezeer ik hem daarom benijd." Hij was nog dichter bij haar komen zitten, doch zij maakte een lichte afwe rende beweging. „Het is waar, wij zouden niet over zulke dingen spreken. U komt toch ook op het feest?" Kan jc zoo slecht zien, jongen. Neen, in tegendeel. Maar waarom draag jc dan een bril! Om niet slecht te zien. „Daar ik weet, dat gij er zult zijn, na tuurlijk I" „Ik zou ook geen enkele verontschuldi ging aanvaarden Maar ga nu heen mijn vriendMijn vader kan ieder oogenblik thuis komen. En al wil ik uw bezoek voor hem niet geheim houden, het is toch be ter dat hij u hier niet aantreft." Het was een krachtige wnrmo hand druk, waarmee hij afscheid van hem nam en toen hij was heengegaan bleef zij met brandende oogen zitten staren op de plaats waar hij het laatst gestaan had. In de eetzaal van „De Koning van Spanje" zag Rudolph Sandory, toen hij daar een half uur later binnentrad, den langen mageren man weer, die hij dien dag reeds eenmaal op het kantoor van Norrenberg had ontmoet. Hij zat haast bedolven onder kranten aan ccn klein zij tafeltje en scheen geheel in het lezen van een krant verdiept. Zijn uiterlijk scheen een bevestiging van de theorie van don Staatsanwalt, dat ieder mcnsch d®> *P°- ren van zijn beroep met zich draagt. Men kon zich inderdaad geen sprekender voorbeeld van een droge kamergeleerde maken, zoowol in de pedante kleeding, die een aantal modes achter was. als wat betreft het magere gladgeschoren gezicht, dat wel een intelligent schran der, maar daarbij een haast kinderlijk naicve goedige uitdrukking had. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9