DINSDAG 12 JULI 1932
DE LEIDSCHE COURANT -
DERDE BLAD PAG. 9
Het Bezuinigingsrapport.
ALGEMEENE ONTSTEMMING
IN DE KATHOLIEKE PERS.
ue commissie-Weiter had aan haar rap
port nog een „economisch© beschouwing"
toegevoegd, waaraan het volgende is ont
leend
„Tegenover een groot gedeelte van de
kortzichtige maatregelen, welke door som
mige regeeringen ter zoogenaamde be
scherming van hun landbouw en industrie
genomen worden, staan wij natuurlijk
machteloos. Regeeringen, die niet schro
men van haar macht gebruik te maken om
in een of anderen vorm een embargo op
den import uit het buitenland te leggen,
kunnen het Nederlandsche product eenvou
dig van haar markten weren.
Doch tot zulk een uiterste is men nog
geenszins overal gekomen en zal men ver
moedelijk niet komen, omdat in. de prac-
tijk bijna geen enkel land een zoodanig
stadium van zelfgenoegzaamheid zal be
reiken, dat alle invoer uit het buiten
land kan worden geweerd.
Onze producten zijn te
duur.
Dat beduidt dus, dat er altijd markten
in het buitenland zullen overblijven, waar
het Nederlandsche product gekocht zal
worden. Onder de voorwaarde natuurlijk,
dat het voor een prijs wordt aangebo
den, die aanlokkelijk is. En zie hier juist
het punt, waarom het gaat. Als gevolg
toch van verschillende factoren wordt het
voor den Nederlandschen producent steeds
moeilijker zijn goederen naar het buiten
land te verkoopen tegen een prijs, die in
de oogen van dat buitenland genade kan
vinden. Wij zijn, in één woord gezegd, min
der konkurrenzfahig geworden. Voor een
belangrijk deel is dit te wijten aan den
relatief te hoogen loonstandaard, die in
Nederland geldt.
Te hooge loonen.
Tot September 1931 deelden wij het
voorrecht een hoogên loonstandaard en
dus een hoogen kostprijs van de meeste
producten te bezitten met een aantal an
dere landen. Sedert den val van het pond
sterling zijn wij te dezen opzichte in een
volkomen geisoleerde positie geraakt en
bewegen de door Nederlandsche onderne
mers betaalde loonen zich op een niveau,
dat 25 tot 30 pet. hooger is dan dat van
Engeland en de Scandinabische rijken. Dat
een dergelijke verstijving van één der
voornaamste factoren van den kostprijs
niet gehandhaafd kan blijven, zonder het
gansche economisohe leven aan den on
dergang bloot te stellen, behoort tot de
waarheden, waarvoor in Nederland nog
slechts al te velen het oog wenschen te
sluiten.
En toch zal men ook ten onzent aan de
crisis slechts weerstand kunnen bieden,
indien men bereid is zich aan den interna
tionalen toestand aan te passen en een
huishouding der idividuen als in die van
de gemeenschapsorganen te aanvaarden.
De groote massa, die door het uitblij
ven van de zoo noodzakelijke loonaan-
passing van de crisis verhoudingsgewijs
nog niet. zooveel bespeurt en feitelijk al
leen door de toenemende werkloosheid
contact met de economische realiteit heeft,
verkeert mede als gevolg eener onjuiste
voorlichting, nog steeds in de onwetend
heid, die haar voor ieder voorstel, het
welk met „nominale" loonsverlaging ge
paard gaat, ontoegankelijk maakt.
De koopkracht-theorie.
Nog steeds echter hoort men de reeds
lang door de omstandigheden achterhaal
de economische „theorie" verkondigen,
dat de handhaving van het hooge nomi
nale loon koopkracht schept en dat door
het scheppen van deze fictieve koopkracht
het economische leven op gang kan wor
den gebracht. Alsof deze zoogenaamde
koopkracht in staat ware, het totale inko
men der volksgemeenschap, dat in de
laatste instantie uit internationaal ge
waardeerde goedren en diensten bestaat,
te vergrooten en alsof het buitenland, dat
zich van deze theorie niets aantrekt, dan
meer neiging zal toonen om ons te dure
produot te koopen.
De economische omstandigheden het
kan nauwelijks genoeg worden herhaald
bewijzen iederen dag opnieuw, dat Ne
derland, als economische eenheid gezien,
in ernstig gevaar verkeert.
Het valt uit den aard der zaak niet te
voorspellen, hoe lang de crisis zal duren,
nog minder of onze natie in staat zal zijn,
met behoud van zijn voornaamste be
staansmiddelen uit deze crisis weder te
voorschijn te komen. Wij weten alleen dat
op dit oogenblik het Nederlandsche volk
een inkomen geniet, dat zeer veel gerin
ger is dan voorheen en dat dit inkomen
nog voortdurend geringer wordt. Tot
welke conclusie de constateering van dit
feit noodzakelijkerwijs moet leiden, is
duidelijk.
NOG MEER PERSSTEMMEN OVER HET
RAPPORT.
De Nieuwe Dag kan als zijn voor-
loopige indruk niet verhelen, dat de
commissie wellicht daartoe gedwongen
door de haar opgelegde taak in vele ge
vallen meer gelet heeft op financieele en
economische feiten en eischen dan op
demenschclijkheid.
Ernstig zal de vraag onder het oog ge
zien moeten .worden, of hier niet met min
der hardheid tegenover hel mcnschelijk
materiaal een resultaat te bereiken zal
zijn als de omstandigheden dwingend
eischen.
Ontkend kan bovendien niet worden,
dat de door de Commissie voorgestelde sa
neering de crisis tot op zekere hoogte nog
weer verergeren zal, o.a. door vergroo
ting der werkloosheid en vermindering der
koopkracht.
Maar ten slotte wat het allerbelang
rijkste is men zal er toch voor op moeten
passen, dat! men ons volk niet dood
saneert
Wij voor ons gelooven ook niet, dat
de volksvertegenwoordiging de conse
quenties van het rapport zonder meer
aanvaarden zal, al heet het dan ook, dat
de Regeering het rapport in hoofdzaak al
zou hebben overgenomenongetwijfeld
zal de.politiek in dit geval: de ethiek,
het gevoel bij de beoordeeling van deze
star-economische en star-financieele kwes
tie nog wel een hartig woordje meespre
ken, maar de pijnlijke aanvaarding van
een bezuiniging in de richting van die.
welke de commissie voorstelt, lijkt ons on
vermijdelijk.
De Volkskrant schrijft, dat de re
geering bij haar tijdelijke loonkorting nog
eenige consideratie had gebezigd voor.de
lage salarissen: voor de zwakke schouders
wenschte zij wat minderen druk.
De commissie van hooge ambtenaren wil
geen djfferntiatie: had ze goed gedurfd,
dan zou ze de suggestie der groote libe
rale pers hebben opgevolgd en voor de
zwaar bezoldigde betrekkingen verminde
ring van salariskorting of geen korting heb
ben gepleit.
Differentiatie ten vorodeele van de lage
re loonen wenscht ze in geen geval: de
kosten der eerste levensbehoeften zijn aan
merkelijk gedaald, en de menschen met
lage loonen en salarissen hebben niet veel
meer dan eerste levensbehoeften noodig.
Ergo het is het ergo van bourgeois
satisfait kan er van de lagere sa
larissen het best wat af.
Kunnen de heeren van de commissie-
Weiter, die een blijvende verlaging verlan
gen, garandeeren dat. de eerste levensbe
hoeften laag' zullen blijven is er niet reeds
nu een tendenz tot stijging, en wordt deze
tendenz niet door eiken regeeringsmaatre-
gel ten behoeve van het bedrijfsleven
versterkt 1
Wat zal het onmiddellijk gevolg zijn van
het voorstel der commissie-Weiter
Dat dit voorstel door de Kalff's en
Carp's dankbaar zal worden aangegrepen
om in het vrije bedrijf nieuwe loonsverla-
ZIT U IN HE GREEP VAN
'TNOOGLOT VAST
ADVERTEERT
EN 'T ËEVI^y&T U VAN ÜIE LAST.
gingen toe te passen, met wat steviger
percentencijfers dan 8 en 13.
Een nieuwe aanmoediging, voor zoover
noodig, vinden de heeren in het immers
consequente voorstel om den werkloozen-
steun met 15 percent te verlagen.
Waarom ook niet: de werkloozen baden
in woelde, de levensbenoodigdheden kos
ten nagenoeg niets, voed ze op in sober
heid.
De tegenwoordige regeering heeft af en
toe wel getoond dat ze wat durft, maar
dat ze het rapport-Welter op de gewraak
te punten zal overnemen, moeten we zien
gebeuren voordat we het gelooven.
En als zij ze overneemt, durven we haar
geeix meerderheid voorspellen, die er haar
fiat aan geeft.
De Avondpost (lib.) stelt de vraag:
„Is hei. nu werkelijk noodig, dat het in
te halen bedrag geheel door bezuniging
en besparing wordt gevonden?
Wij weten niet, wat de Regeering uit
het Rapport zal overnemen, maar zij zal
toch ernstig dienen te overwegen, of er nu
werkelijk geen enkele heffing, geen enkele
belasting meer mogelijk is, die inplaats
van een deel der voorgestelde bezuinigin
gen kan worden gesteld. Want nogmaals
het wil ons voorkomen, dat de Commissie-
Welter haar toevlucht heeft genomen tot
een stel van zóó radicale, onze ontwikke
ling en onze cultuur bedreigende maatre
gelen, dat deze met elkander den indruk
vestigen van een soort wanhoopspolitiek.
Maar daarom rijst een tweede vraag en wel
deze
Is het verantwoord,dat in dit ensem
ble Defensie er met een bezuiniging van
slechts 7 milloen afkomt?
Wanneer de meest vitale staatsorganen
worden aangetast; de-,'3jribtenaren en be
ambten voor 24 millieeii zullen moeten
bloedende personeels-forinatie met. 12
pet. wordt verminderd het Departement
van Onderwijs ruim 15 millioen zal moeten
opbrengenop het gebied van onze recht
spraak (een der allerhoogste volksbalan-
gen) maar liefst 50 kantongerechten en 6
rechtbanken worden opgeruimd wanneer
aan allerlei scholen en gestichten en in
stellingen een eind wordt gemaakt, en van
de verdere maatregelen zullen wij nu nog
maar zwijgendan achten wij het niet
verantwoord op Defensie slechts 7 millioen
te besparen."
Het blad besluit met den wensch, dat
de Regeering bij haar overwegingen, wat
zij uit het rapport zal overnemen, de vol
gende vragen niet zal voorbijgaan:
„of niet, ten eerste door bepaalde, de
eigenlijke levensbehoeften niet rakende,
heffingen en belastingen, en ten tweede,
door een veel grootere bezuiniging op De
fensie, een aanmerkelijk deel van het be
drag, noodig om een sluitend budget te
krijgen, gevonden kan worden. Natuurlijk
zullen aanzienlijke besparingen daarnaast
moeten staan, maar niet in die mate als
Thans, als begin nog wel, wordt voorge
steld."
UIT DE RADIO-WERELD
Programmas voor Woensdag 13 Juil.
Huizen 296 M.
8.00 Schriftlezing.
8.159.30 Gramofoonpl.
10.00 NCR V-Dameskoor.
10.30 Ziekendicnst.
11.0012.00 Concert. Mevr. M. F. Jur-
jaanz (harmonium) en mej. A. Geest (so
praan).
12.152.00 Concert. Mevr. C. v. Raven-
zwaay-Mullenkarnp (zang), H. Hermann
(viool), H. v. d. Horst Jr. (cello) en mevr.
R. A. v. d. Horst-Bleekrode (piano).
2.30 Gramofoonpl.
3.00 Concert. Phia Berghout (harp), L.
Oostdam (fluit) en H. J. Berghout (cello).
5.00 Kinderuurtje.
6.00 Concert. H. Hermann (1ste viool),
P. J. Oskam (2de viool), K. F. Borgers (cel
lo) en mej. L. Lauenroth (piano).
7.45 Ned. Chr. Persbureau.
8.00 Oarillonconcert uit Sncek door J.
Nauta.
9.00 Causerie door ds. P. N. Kruyswijk.
9.3C10.30 Zang door Hans Gruys (alt
mezzo) m. m. v. Felix de Nobel (piano).
ca. 9.45 Vaz Dias.
10.0011.30 Gramofoonpl.
Hilversum 1875 M.
6.457.00 en 7.307.45 Gymnastiekles.
8.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Voor Arb. i. d. Continubedrijven:
Trio John Broohouse MacCarthy, VARA-
tooneel o. 1. v. W. v. Cappellen en Minuy
Erfmann (voordracht).
12.001.45 VARA-septet o. 1. v. Is. Eyl
en Gramofoonpl.
2.15 P. J. Kers Jr.: Onze Keuken.
3.00 Piano-reeital Jonkvrouw© E.
Sickinghe.
3.30 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonpl.
ü.Oü Onderwijsfonds Binnenvaart.
6.30 Orgelspel Joh. Jong.
7.00 Causerie voor de TBC-Bestrijding
door I. Lessing.
7.15 Vervolg orgelspel.
7.45 „Op de Zelfmoordenaarsbrug" van
Awertschenko. (Groot Volkstooneel).
8.00 VAR A-orkest o. 1. v. H. de Groot.
M. m. v. J. Hagenaar (marimba). O.a. Drea
ming-Waltz, Joyce.
8.30 „Als de liefde sterft", blijspel van
Awertschenko. (Groot Volkstooneel).
8.50 VARA-orkest (Vervolg).
9.10 A. M. de Jong: Mijn Roemeensche
reis. (II).
9.30 Vervolg concert. 0.a. Andante canta
bile, Tsohaikowsky.
10.00 „Wakker en Tropenduit".
10.15 Vervolg concert. O.a. The Phantom
Brigade, Myddleton.
11.00 Vaz Dias.
11.1512.00 Gramofoonpl.
Daventry 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten.
11.05 Lezing.
12.20 Orgelconcert. Quentin MacLe-an.
1.05 Gramofoonpl.
1.50 Verslag Crieketwcdstrijd.
I.552.50 Jack Martin's Hotel-orkest.
3.50 Sted. Orkest Bournemouth o. 1. v.
Sir Dan Godfrey. M. m. v. Ion Aulay (piano).
Oa. Symphonie Nr. 34 in C, Mozart en
Pianoconcert Nr. 4 in G,,Beethoven.
5.05 Orgelconcert Norah Milne.
5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
fi.50 Haydn's Pianomuziek door K. Taylor.
7.10, 7.30 Lezingen.
7.50 Leslie Bridgewater's Harp-kwintet.
8.20 BBC-dansorkest o. 1. v. Henry Hall.
9.20 Berichten en lezing.
10.00 Muziek uit het repertoire van The
Camargo Ballet Society. BBC-orkest o. 1. v.
Constant Lambert. 0.a. Krakowiak, Glinka.
II.0012.20 Dansmuziek door Maurice
Winnick en zijn Band.
„R a d i o-P aria" 1725 M.
8.05, 12.50 Gromofoonpl.
9.05 Radio-toonecJ: „Harmonie" van Du-
vernois.
Kalundborg 1153 M.
12.202.20 Concert uit Rest. „Wivex".
3.205.20 Omroeporkest o. 1. v. Meyer-
Radon.
5.205.50 Gramofoonpl.
8.20 Skandinavische Volksmuziek door
Mannenkoor en solisten.
10.20 Volksliederen. Het Omroeporkest
o. 1. v. Meyer-Radon. Oa. Molly on the
shore, Grainger.
11.2012.50 Dansmuziek.
Langenberg, 473 m.
7.258.20 Concert uit Bad Pyrmont.
12.201.10 Concert uit München.
I.20—2.50 Concert o. 1. v. Wolf.
2.50 Gramofoonpl.
5.206.35 Concert o. 1. v. Eysoldt.
8.20 Dansmuziek uit Breslau.
9.30 „Das Miirchen vom kleinen Opichi",
muziek van Edm. Eysler. Dirigent: E.
Prade.
10.55—12.20 Concert o. 1. v. Eysoldt.
Rome, 441 m.
9.05 „Poliuto", opera in 3 actes van Doni
zetti. Leiding: Santarelli.
Brussel, 508 en 338 m.
508 M.: 12.20 Max Alexys' orkest.
5.20 Concert: Viool en piano.
5.50 Gramofoonpl.
6.50 Gramofoonpl.
8.20 Concert. Caecilia-koor o. 1. v. L. de
Vocht.
9.20 Concert uit de Kursaal Ostende.
II.00 Max Alexys' orkest.
338 M.: 12.20 Max Alexys'orkest.
3.20 Concert o. 1. v. A. Meulemans.
6/20, 7.20 Gramofoonpl.
S.20 Concert o, 1. v. A. Meulemans.
8.50 Gramofoonpl.
9.20 Concert uit de Kurzaal Ostende.
11.00 Max Alexys'orkest.
Zee sen,. 1635 M.
8:20 „Pelléas et Mélisande". muzikaal
drama in 5 actes van M. Materlinck. Muziek
van CI. Debussy.
10.20 Berichten en hierna tot 12.20 Mar-
schen en Duitsche dansen o. 1. v. Leo
Eysoldt.
NED. OOST-INDIE
DE BRAND AAN B00RD VAN DE
„DEMP0".
Een staaltje van onvoorzichtigheid van
passagiers.
Aneta seint uit Batavia:
De Rott. Lloyd verklaarde dat de brand
ontstond in het passagiersgoed. Tot
de meest beschadigde artikelen behoo-
ren o.a. piano's, boeken en lampen.
Een typisch bewijs van de onvoorzichtig
heid van passagiers leverde de ontdekking
op van een voor een deel met petroleum
gevulde lamp in een koffer. Er zijn twee
vuurhaarden ontdekt, een in de bagage en
een kleinere in de kapoklading, welke laat
ste vermoedelijk is ontstaan door een vonk
uit den voornaamsten vuurhaard.
De datum van vertrek blijft ongewijzigd.
FEUILLETON.
DE WREKENDE
GERECHTIGHEID.
Naar het Duitsch
(Nadruk verboden).
18)
Hij had de hand, die zij hem gereikt
had, met een warme druk omsloten. Toen
hij ze weer losgelaten had, snelde Mar-
garetha met lichten tred verder en zij was
ontevreden over zichzelf dat zij haar hart
zoo stormachtig voelde kloppen.
Op Rudolph Sandory bleef het welge
vallig lachje, ook toen hij zijn weg ver
volgde. De ontstemming, die hij had ge
voeld op het kantoor van Frans Norren-
berg scheen geheel geweken. Onder de
oude poort bleef hij een oogenblik staan
om in een windvrijen hoek een sigaret aan
te steken. Toen sloeg hij met vasten tred
den weg in naar de villa van Norrenberg. In
I het kleine voortuintje scheelde het maar
een haar of hij was tegen Georg Lengfeld
opgebotst. De staatsanwalt kwam met een
spinnijdig gezicht uit de villa en hij bleef
ook niet staan, toen hij Sandory herkende.
De wijze waarop hij als antwoord op den
vriendelijken groet van dezen aan zijn
hoed trok, was gewoonweg onbeleefd en
hij trok het tuinhek met een nijdigen
slag achter zich dicht.
Glimlachend liep Sandory de trappen
op en belde aan. Het meisje, dat de deur
opende, scheen opdracht te hebben alle
bezoek af te wijzen, maar hij had nog pas
een paar woorden gesproken, toen Dora
I zelf uit de kamer trad.
„Is u het, mijnheer SandoryMag ik
u verzoeken binnen te komen? Vader is
helaas nog in de stad."
„Dat weet ik. want ik kom juist van
hem vandaan", zeide de bezoeker, toen
zij in de kleine salon alleen waren. „En
ik voel op het oogenblik zelfs eenige ge
wetenswroeging, want ik geloof dat hij
mijn bezoeken aan zijn huis niet graag
ziet."
Dora die zich nonchalnt in een stoel
geworpen had zuchtte diep:
„Heeft hij u dit al laten merken Het
lijkt wel of hij louter uit sympathie met
mijn verloofde mij tot mijn huwelijksdag
in een klooster zou willen opsluiten. Ach,
zou me van harte beklagen als u wist
welk een strijd ik dag in dag uit voor
mijn persoonlijke vrijheid moet voeren."
In haar kokette morgenkleeding zag zij
er verleidelijk uit, te meer nog daar een
blos van opwinding haar wangen kleur
de en haar oogen deed schitteren. San
dory was op een laag tabouretje tame
lijk dicht bij haar gaan zitten en zag haar
vrijmoedig recht in het gelaat.
„Dat kunt u toch niet meenen. Ik weet
maar al te goed, dat wij allen, uw vader
en uw verloofde inbegrepen, toch slechts
uw onderdanige slaven zijn, die gij naar
welgevallen den voet op den nek kunt
zetten."
„Gij zoudt een minder hoogen dunk
van mijn macht hebben als u de scène
gehoord had, die mijn verloofde mij zoo
even gemaakt heeft."
„Ik kwam hem in den tuin-tegen. Maar
hij zag er nu juist niet als 'een overwin
naar uit."
,.0, ik zou er wel erg aan toe zijn, als
ik het zoover liet komen. Van den eersten
dag dat ik mij aan hem zou onderwer
pen af, zou ik voor heel mijn verder le
ven reddeloos aan zijn macht overgele
verd zijn."
„En gij zijt dan niet bang voor de toe
komst, daar gij nu al, laat me zeggen met
zoo weinig eerbied, over hem praat."
Dora keek langs Sandory heen in de
verte. „Ach de toekomstSedert eenige
weken doe ik mijn best, er maar zoo min
mogelijk aan te denken."
Sandory antwoordde niet en geruimen
tijd heerschte een drukkende stilte. Dan
hervatte zij op geheel anderen toon het
gesprek.
„Weet ge wel, dat dat beroemde ge
maskerde bal weer de twistappel ge
weest is? George wil, dat ik er in avond
toilet heen zal gaan. Hij vindt het voor
een meisje van stand niet gepast om er
gecostumeerd heen te gaan
„Gij wilt u echter niet aan zijn wil on
derwerpen V
„Zoudt u mij aanraden het te doen
„Wat moet ik u daarop antwoorden
Wie tusschen echtgenooten of verloof
den partij kiest, krijgt het in den regel
met beide partijen aan den stok."
„Voor u is het te laat om met zulke
uitvluchten te komen. U kunt zich gerust
aan mijn zijde scharen, want bij de
Staatsanwalt hebt gij het al verkorven.
Sandory maakte een grappige bewe
ging van schrik. „U .doet me schrikken.
En ik heb nog wel zoo mijn best gedaan
om goede vrienden met. hem te worden.
Wat heb ik hem in 's hemelsnaam dan
toch in den weg gelegd?"
„Als u dat niet raden kunt. moet u hem
het zelf maar eens vragen. Maar doet u
dat liever niet. Ik zou anders gevaar loo-
pen een vriend te verliezen."
Haar stem was plotseling week gewor
den. Zij deed geen poging om het te be
letten, toen Sandory haar had nam en
aan zijn lippen drukte.
„Goed dan i" zeide hij. „Ik raad u aan
u niet te onderwerpen
„Hij heeft mij gezegd, dat hij niet voor
een schandaal terug zou deinzen, als ik
mijn zin doordreef."
„En gelooft gij, dat hij in staat Zou zijn
een dergelijke bedreiging uit te voeren
Minachtend trok Dora de schouders op.
„Je weet niet waartoe ten slotte zulke
kleinzielige naturen in staat zijn. Maar
wat geeft, het? Misschien is het wel goed
dat hij nu eens gelegenheid krijgt zijn
liefde op de proef te stellen."
„Maar uw 'vader, juffrouw Dora? Hij
schijnt heel erg op die verbinternis gesteld
te zijn."
„Dat is hij ookHet zou een harde
slag voor hem zijn, als zijn plannen op
het laatste uur nog schipbreuk zouden
lijden. Maar ten slotte is het toch mijn
levensgelijk en niet het zijne, dat op het
spel staat."
„En ik denk dat mijnheer Lengfeld zich
nog wel tweemaal zou bedenken voor hij
het zoover laat komen. Men doet niet dan
in uitersten nood afstand van een kost
baar geschenk zooals de goden hem in
den schoot hebben geworpen."
„Houdt gij dat werkelijk voor zoo kost
baar?" vroeg ze zacht.
„Ik mag het helaas niet hardop zeggen,
hoezeer ik hem daarom benijd."
Hij was nog dichter bij haar komen
zitten, doch zij maakte een lichte afwe
rende beweging.
„Het is waar, wij zouden niet over
zulke dingen spreken. U komt toch
ook op het feest?"
Kan jc zoo slecht zien, jongen.
Neen, in tegendeel.
Maar waarom draag jc dan een bril!
Om niet slecht te zien.
„Daar ik weet, dat gij er zult zijn, na
tuurlijk I"
„Ik zou ook geen enkele verontschuldi
ging aanvaarden Maar ga nu heen mijn
vriendMijn vader kan ieder oogenblik
thuis komen. En al wil ik uw bezoek voor
hem niet geheim houden, het is toch be
ter dat hij u hier niet aantreft."
Het was een krachtige wnrmo hand
druk, waarmee hij afscheid van hem nam
en toen hij was heengegaan bleef zij met
brandende oogen zitten staren op de
plaats waar hij het laatst gestaan had.
In de eetzaal van „De Koning van
Spanje" zag Rudolph Sandory, toen hij
daar een half uur later binnentrad, den
langen mageren man weer, die hij dien
dag reeds eenmaal op het kantoor van
Norrenberg had ontmoet. Hij zat haast
bedolven onder kranten aan ccn klein zij
tafeltje en scheen geheel in het lezen van
een krant verdiept. Zijn uiterlijk scheen
een bevestiging van de theorie van don
Staatsanwalt, dat ieder mcnsch d®> *P°-
ren van zijn beroep met zich draagt. Men
kon zich inderdaad geen sprekender
voorbeeld van een droge kamergeleerde
maken, zoowol in de pedante kleeding,
die een aantal modes achter was. als
wat betreft het magere gladgeschoren
gezicht, dat wel een intelligent schran
der, maar daarbij een haast kinderlijk
naicve goedige uitdrukking had.
(Wordt vervolgd).