GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
DINSDAG 12 JULI 1932
EEN GEHEEL' ZELFVERVAARDIGDE MOTORBOOT, welk© door den heer
Blijker in 5 weken is geconstrueerd en door middel van een laadboom Maandag
te Rotterdam te water is gelaten.
De raadhuiskwestie eindelijk op tafel. De Leid-
sche architecten Buuman en v. d. Laan zullen even
eens tot het maken van een plan worden uitgenoo-
digd. De raad spreekt zich uit tegen het aanbren
gen van een winkelgalerij op de Vischmarkt. Een
commissie van advies samengesteld. Een voorstel
tot aankoop van gronden, die niet te koop zijn.
Schoolkindervoeding ook tijdens de zomervacantie
gewenscht. Het oude raadhuis zendt bloemen!
BIJ DE ROTTERDAMSCHE DROOGDOK MAATSCHAPPIJ is Maandagmor
gen de onderzeeboot K. 14 met goed gevolg te water gelaten. De boot werd ge
bouwd in opdracht van den staat der Nederlanden voor Ned. Indië. De doop
plechtigheid werd verricht door mevrouw A. M. Sdhorer Dijckmeester, eohtge-
noote van Z. E. Vace-admiraal Jhr. G. L. Sohorer.
DE BEKENDE AMERIKA ANSCHE TENNISSPEEL-
STER Mevr. Helen Moody Wills heeft Maandag een be- BROEDENDE VOGELS in den AmrterdamscJien Dieren,
zoek gebracht aan de Rembrandttentoonstelling in het tuin. De zilverreiger in Artis
Rijksmuseum te Amsterdam. De bezichtiging.
DE STADHUISKWESTIE.
3. Voorstel in zake de te ontwerpen plan
nen voor den bouw van een nieuw Baad-
huis.
De heer Beekenkamp meent dat
het tijd werd dat B. en W. iets van zich
laten hooren. B. en W. verontschuldigen
zich, doch dat doet hem denken aan het
Fransche spreekwoord': qui s'excuse s'ac-
cuse. Thans ruim 3 jaar na den brand, we
ten wij nog niet hoe het nieuwe stadhuis
er uit zal zien. Spr. kan zich vereenigen
met het voorgestelde drietal architecten.
Het voorstel is een gevolg van een compro
mis en daarom kan spr. ook niet meegaan
met het voorstel-Huurman. Of de bouw
meester een Leidenaar is of niet, kan spr.
niet schelen. Het voornaamste is, dat ons
stadhuis een mooi stadhuis wordt.
Wanneer men genoemde Leidenaars wil
uitnoodigen, kan men nog wel tien of twin
tig andere architecten uitnoodigen. Met de
uitnoodiging van ir. v. d. Laan zou spr. nog
mee kunnen gaan, doch hij begrijpt niet
waarom er twee moeten worden uitgenoo-
digd.
Men moet zich hier niet laten leiden door
partijdigheid of plaatselijke sympathieën.
Ook spr. maakt bezwaar tegen het ver
plichtend voorschrijven van de winkelgale
rij. Nergens vindt men een stadhuis met
een winkelgalerij. Spr. betwist, dat de
Visohmarkt een winkelstand is. Op het
oogenblik misschien, maar later niet meer.
Spr. vreest dat de winkeltjes het aspect
van het raadhuis zullen neerhalen tot een
kantoorgebouw. Prutswinkeltjes zullen het
in ieder geval worden. En het exploiteeren
van winkeltjes van gemeentewege stuit spr.
tegen den borst.
De heer Schüller merkt op, dat wij
thans bezig zijn aan de behandeling van
het confectie-stadhuis. Men zie de bespre
kingen van de opdracht aan den heer Du-
dok. Spr. begrijpt den heer Huurman niet.
Anders dringt hij altijd op meegaan met
de commissie van fabricage en thans wil hij
ervan afwijken. De commissieleden hebben
allen tijd gehad om met hun fracties te
praten en eerst thans komt de heer Huur
man met deze namen. Blijkbaar heerscht
er geen eenstemmigheid in de AJR.-fractie.
De genoemde Leidenaars zijn zeker goede
krachten, maar zij halen toch niet bij het
voorgestelde drietal. Zij hebben nog nim
mer monumentale gebouwen gebouwd of
ontworpen. Spr. acht het onjuist een derge
lijk voorstel „rauwelijks" in den raad te
werpen. Het voorstel om den heer Driessen
toe te voegen aan de commissie van ad
vies, vindt spr. vreemd, omdat deze heer
wordt voorgesteld, nadat de comm. v. fa
bricage haar advies had gegeven. Z.i. is de
tegenwoordigheid van den heer Driessen
overbodig.
Spr. wijst nog eens op den brief van den
minister inzake den ouden gevel. Onder
dezen druk heeft de raad een z.i. verkeerd
besluit genomen. Doch het besluit is er nu
eenmaal en toch hebben B. en W. niets ge
daan om de oude gevel te beschermen.
Waarom zijn zij niet overgegaan tot af
braak en opberging va-n de oude resten.
B. en W. hebben het besluit tot behoud
van den gevel in de wacht gesleept- en trek
ken zioh van den gevel niets meer aan
Ondanks het advies van Monumentenzorg
om den gevel af te breken, laten B. en W.
de mogelijkheid van een andere behande
ling nog in het midden. Spr. heeft in de
commissie van fabricage nog een idee naar
voren gebracht om den gevel los te maken,
door een paar panden in de Maarsmans-
steeg aan te koopen, doch aan dit idee
hebben B. en W. absoluut geen aandacht
geschonken. B. en W. hebben als bouwsom i
f 1.250.000 voorgesteld in plaats van
f 1.500.000, omdat de bouwkosten thans Ia-
ger zijn. Maar het zal nog wel een jaar ja- i
ren duren, voordat met den bouw wordt i
begonnen. Z.i. is het struisvogelpolitiek;
het nieuwe politiebureau kwam ook op een
half millioen meer te staan.
Ik zal het hierbij laten.
De heer Splinter: Je valt me nogal
mee.
Geef hun een kans.
De heer Wilbrink heeft gemeend,
geen poging te moeten doen om een ande
ren naam op de architectenlijst te brengen,
omdat de voordracht het resultaat was van
een compromis. Doch nu de heer Huurman
twee Leidsche architecten een kans wil
geven, kan spr. zich daarbij aansluiten. Het
kan best voorkomen, dat ook mannen die
een minder klinkenden naam hebben, su
perieur werk leveren, als zij maar de kans
krijgen. Het spreekt vanzelf, dat elke uit
gave verantwoord moet zijn, maar wat
maakt een bedrag van f 10.000 uit op een
bouwsom, welke de gemeente wel op 2
millioen zal komen te staan.
Spr. juicht het toe, dat B. en W. in hun
voorstel de verbreeding van de Korenbrug
steeg hebben opgenomen, doch een winkel
galerij acht hij niet passend in een stad
huisplan. De Breestraat is gereserveerd
voor het representatieve gedeelte, dus voor
colleges van buiten, die een bezoek bren
gen aan Leiden. Wanneer de burgerij ech
ter naar het stadhuis moet, wordt zij ver
wezen naar de Vischmarkt. En dat gedeel
te moet men .niet al te praetisch en te nuch
ter zakelijk maken door het aanbrengen
van winkels. Men vindt dat in geen enkele
stad in Nederland en van Leiden behoeft
in dit opzicht de victorie niet te beginnen.
Spr. vjndt het idee ook onpractisoh, want
iedere nieuwe bezitter zal eigen wenschen
hebben, welke niet vervuld kunnen worden,
zoodat de winkels dikwijls leeg zullen
staan. Het welzijn van den winkelstand in
de omgeving zal heusch niet afhangen van
d&ze winkelgalerij. De winkelstand aan de
Vischmarkt is toch niet meer wat het vroe
ger was. De verbreeding van de Koren
brugsteeg zal heel wat bevorderlijker zijn.
Bovendien mag het gemeentebelang in geen
geval ondergeschikt gemaakt worden aan
welk ander belang ook, zij het ook een mid-
denstandsbelang. Spr. vraagt of het ver
antwoord is over te gaan tot de onteige
ning van perceelen Vischmarkt 7 en 8 wel
ke perceelen alleen noodig zijn bij aanne
ming van het plan Dudok. Spreken wij ons
thans in principe uit voor verbreeding
van de Korenbrugsteeg dan vraagt spr. of
het plan-Dudok ook in dien geest kan wor-
den gewijzigd. Spr. geeft in overweging al
leen datgene voor onteigening voor te dra
gen wat noodig is.
Het levendige aspect der winkels.
De heer Bergers constateert dat de
oude gevel een rotspark is geworden. Ver
der verdedigt spr. het denkbeeld van een
winkelgalerij. De Vischmarkt is altijd win
kelstand geweest en de Leidenaars zullen
I zich er tegen verzetten, als de Vischmarkt
1 veranderd wordt in een dood gedeelte des
avonds. Spr. heeft hierbij niet het oog op
het middenstandsbelang (want minder win
kels, minder concurrentie) doch uitsluitend
op het gemeentebelang. Spr. maakt zich
niets ongerust of de winkelpanden zullen
best verhuurd worden. Waarom moeten het
allemaal kleine winkeltjes worden1? Dat is
absoluut niet noodig. Er is geen enkele re
den om aan te nemen, dat de ruimte voor
het stadhuis te klein zal worden. Waarom
moet men persé elke vermeerdering van
inkomsten afwijzen?
Spr. is het eens met de voordracht van
B. en W. wat betreft de architecten, doch
hij betreurt het, dat er geen Leidsche naam
onder is. Daarom gaat spr. mee met het
voorstel-Huurman.
De heer Manders meent, dat het voor
stel van B. en W. nogal gunstig is ontvan
gen. Ernstige critiek is ©r weinig geuit.
In de comm. van fabricage is er meer over
gepraat. Het resultaat was, zooals bekend,
een compromis. Spr. heeft in de commissie
de beide Leidenaars naar voren gebracht,
doch heeft zich tenslotte bij het compromis
neergelegd. Spr. verdedigt het denkbeeld
van een winkelgalerij; Er zijn verschillende
openbare gebouwen waaronder zulke win
kelgalerijen zijn aangebracht en deze geven
aan de gebouwen een levendig aspect. Spr.
meent, dat de oude gevel ook zonder af
braak is te behouden.
De heer S i m o n i s verklaart zich tegen
stander van de winkelgalerij. De winkels
worden toch te klein en bovendien zijn er
winkels genoeg. Omtrent de verbreeding
van de Korenbrugsteeg meent spr. dat een
eenzijdige verbreeding zeer leelijk zal zijn
met het oog op de ligging van de Koren-
brug.
Waarom is tevens niet voorgesteld, de
Maarsmanssteeg te verbreeden? Het zou
ongetwijfeld veel geld kosten, doch dat zou
tenminste een verbetering zijn.
De heer v. E s gaat mee met het voorstel-
Huurman en verklaart zich tegen het aan
brengen van een winkelgalerij. De vast
stelling van de som op f 1.250.000 heeft
spr.'s sympathie. Dat is voorzichtig beleid.
Dat de rooilijn gehandhaafd wordt aan de
Vischmarkt, verdient z.i. alle toejuiching.
De heer Bosman achtte de benoeming van
e«n commissie van advies te voorbarig,
doch spr. meent van niet. Het is gewenscht,
dat de burgerij advies krijgt omtrent de
merites der plannen, doch bovendien zijn
er thans reeds allerlei kwesties, welke wij
als ondeskundigen niet kunnen beoor-
deelen zooals b.v. het al of niet afbreken
van den ouden gevel. Wel vindt spr. het
vreemd, dat de commissie ook moet advi
se eren omtrent de inrichting van het
nieuwe stadhuis. Z.i. is dat bekend genoeg
door het plan-Dudok. Laat de architecten
zelfstandig werken, zonder hen te influen-
ceeren.
De heer de Reede is niet altijd tegen
stander geweest van een winkelgalerij. Het
nieuwe stadhuis krijgt echter twee gevels
en de origineele gevel zal aan de Visch
markt komen. Nu kan z.i. een winkelgalerij
het aspect van den gevel niet anders dan
schaden. Ook uit economisch oogpunt kan
spr. er niet met meegaan. Wat de keuze
der architecten betreft, kan spr. meegaan
zoowel met den heer Huurman als met den
heer Knuttel. De architectuur van den heer
Kropholler heeft wel veel aardigs, maar
z.i. niet geschikt voor den bouw van een
modern stadhuis. Men mag aan de zeer
moderne bouwkunst ook wel eens een kans
geven. Met den heer Bosman meent spr.
dat de benoeming van een commissie van
advies thans ontijdig is. Ook ziet spr. niet
in, waarom de oud-directeur van gemeente
werken in deze commissie moet zitten. Niet
uit gebrek aan waardeering, maar omdat
spr. vreest, dat het zwaartepunt teveel
naar het technische zal worden verlegd.
Een nieuw voorstel.
De heer Bosman dient een voorstel
in, om voorloopig af te zien van de instel
ling van een commissie van advies
Het is moeilijk, allen naar
den zin te maken.
Wethouder Splinter constateert, dat
het stadhuisvraagstuk een moeilijk vraag
stuk is, waarbij het moeilijk is allen naar
den zin te maken.
Spr. gaat na, hoe B. en W. gekomen zijn
tot de keuze der genoemde drie architec
ten. Spr. was van oordeel, dat het beter
ware geweest vijf architecten aan te stel
len, waaronder de twee Leidsche architec
ten. Zoo wel de meerderheid van de comm.
v. fabricage als van B. en W. was evenwel
van meening, dat drie voldoende was. Spr.
begrijpt niet, hoe de heer Knuttel met den
heer v. d. Vlugt kan aankomen, den bouw
meester van de kubus van v. Nelle aan de
Aalmarkt. Over den heer Friedhoff is spr.
beter - te spreken, doch hij ziet niet in,
waarom juist hij moet worden uitgenoodigd.
Wanneer het voorstel-Huurman in stem
ming komt, zal spr. zich daarbij aansluiten.
De winkelgalerij is van verschillende zijden
bestreden. Men wil dat facultatief houden,
doch B. en W. willen liever vastheid. Spr.
verdedigt het denkbeeld. De Vischmarkt is
nu eenmaal een winkelstand en bovendien
moet men niet vergeten, dat de bodem daar
schuin afloopt, zoodat de verdieping bo
ven de winkelgalerij gelijk komt met de
gelijkvloersche verdieping aan de Bree
straat. Gezien het standpunt van den raad
geeft spr. den winkelgalerij echter weinig
kans.
Men heeft betwijfeld of een commissie
van advies thans wel noodig is. Z.i. zeer
zeker. Bij enkelvoudige opdracht was dat
niet noodig, maar wel bij meervoudige
opdracht. Het is mogelijk, dat door de
verbreeding van de Korenbrugsteeg reeds
thans wijziging gebracht moet worden in
het program van eisohen. Wanneer thans
©en oommissie wordt aangewezen, kan dat
zoo onpartijdig mogelijk geschieden. De
keuze van den heer Driessen is gebaseerd
op het feit, dat de heer Driessen buitenge
woon goed op de hoogte is met Leidsche
toestanden en B. en W. stellen veel prijs
op de tegenwoordigheid van den heer
Driessen.
Den heer Groeneveld antwoordt spr., dat
het plan-Dudok voorloopig blijft rusten. De
raad heeft aldus besloten. Het opnemen
van de perceelen Visohmarkt 7 en 8 in het
onteigeningsplan is geschied, om later even
tueel een keuze te kunnen doen.
De heer Schüller heeft een plan naar
voren gebracht om de gevel vrij te maken,
doch de comm. van fabricage is daarmede
niet meegegaan wegens de kosten. Spr. had
gedacht, dat de heer S. zijn plan had laten
varen. De heer Schülelr heeft gevraagd,
waarom de oude gevel niet is afgebroken.
Spr. is blij, dat hij nog niet afgebroken is,
want een gezaghebbende autoriteit heeft
spr. verklaard, dat afbraak niet gewenscht
is. Daarom heeft men willen wachten tot
de oomm. v. advies er is.
Waarom zijn B. en W. teruggegaan van
1.500.000 op 1.250.000? Omdat zij reke
ning hebben gehouden met de dalende prij
zen. Laat men de architecten vrij tot 1
millioen, dan kan men er verzekerd van
zijn, dat de bouw ook werkelijk 1 mil
lioen zal kosten en niet minder.
De heer Schüller: Het wordt toch
wel 2 millioen.
Wetthouder Splinter: Best mogelijk,
maar anders had het op 2^ millioen geko
men.
Waarom B. en W. niet de verbreeding
van de Maarsmanssteeg hebben voorge
steld? Omdat ons dat 2 millioen zou kos
ten I
Winkels brengen geld in 't
laadje.
Wethouder Goslinga verdedigt het
denkbeeld van een winkelgalerij. Wij zou
den er niet aan gedacht hebben, als wij op
een open terrein een raadhuis zouden gaan
aanleggen. De heer Dudok is ook uit eigen
beweging op dat idee gekomen, en toen is
er geen enkel bezwaar gehoord. Gezien de