DONDERDAG 7 JULI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 10
GEMEENTERAAD VAN ALKEMADE
De Raad dezer gemeente vergaderde
Woensdagmiddag ten 2 uur. Voorzitter de
heer P. de Jong, wethouder. Tegenwoordig
alle leden. Na opening der vergadering met
het gebruikelijke gebed worden de notulen
van do vorige vergadering gelezen en on
veranderd vastgesteld.
De voorzitter doet voorlezing van een
ingekomen schrijven van den heer Burge
meester, waarbij deze bericht door onge
steldheid verhinderd te zijn deze vergade
ring te preside eren.
De winkelsluiting.
Aan de orde is thans de agenda: lo.
Vaststelling verordening tot afwijking van
bepalingen der winkelsluitingswet.
De voorzitter doet voorlezing van het
prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders, waarbij B. en W. voorstellen aan den
aandrang door vele neringdoenden, vee
houders en tuinders uit deze gemeente uit
geoefend om een verordening in het leven
te roepen om in verband met heb feit, dat
in deze gemeente algemeen de gewoonte
bestaat om tijdens den duur van den zoo-
genaamden „zomertijd" niettemin zooveel
mogelijk te handelen alsof gold de tijdre-
geling naar de middelbare zomertijd in Am
sterdam, tegemoet te komen. Zij stellen
derhalve voor, dab gedurende den tijd, dat
de wettelijke tijd met een uur is vervroegd
de winkels gedurende een uur langer open
te houden alzoo tot 9 uur (Zomertijd).
De heer Clemens bepleit een langer open
houden der winkels, ook dee Zondags voor
de neringdoenden te Kaag in verband met
de watersport.
De voorzitter merkt op, dat dit ver
zoek uit moet gaan van de neringdoenden
ter plaatse. B. en W. kunnen dan bij den
Baad men een voorstel komen.
De heer de Koning zegt, dat het hem tot
groote vreugde strekt, da t B. en W. met een
seizoenbepaling in den Tvaad komen, want
er blijkt werkelijk hiervoor behoefte te be
staan, omdat vele neringdoenden door de
winkelsluitingswet schade in hun bedrij
ven ondervinden. Voorts vraagt spr. of na
het sluitingsuur aan binnenkomende schip
pers winkelwaren mogen worden verkocht.
De voorzitter kan hierop geen positief
antwoord geven, doch spr. zal aan de hand
van de wet dit later onderzoeken.
(De bepalingen van de winkelsluitingswet
zijn ingevolge art 3 niet van toepassing op
den verkoop en aflevering van waren ten
behoeve van binnenkomende, uitgaande en
doorgaande schepen).
Hierna wordt z. h. s. de verordening
vastgesteld.
De voorwaarden van stroom-
levering door Leiden.
2o. Voorstel van B. en W. bot verlenging
van de bestaande stroomleveringsovereen-
komst met de gemeente Leiden. B. en W.
herinneren er aan, dat in de raadsvergade
ring van 27 April 1932 mededeeling werd
gedaan van een schrijven van de Stedelij
ke Lichtfabrieken te Leiden waarbij deze
gemeente verzocht werd tot storting van
een bedrag groot 2338.46, wegens min
dere stroomo-pbrengst gedurende het jaar
1931, dat door deze gemeente was gega
randeerd voor de kabel gelegd onder Oud-
Ade. De garantie was gesteld voor 3 jaren,
zoodat Alkemade aan Leiden in die 3 ja
ren moet betalen ruim 7000.Wegens
den minder gunstigen toestand van deze
gemeente hebben B. en W. gebracht om
van deze garantie af te komen. De directie
van de Lichtfabrieken, met wie herhaalde
lijk hierover is geconfereerd, is bereid aan
de gemeente Leiden voor te stellen de ga
rantie te doen vervallen, mits het bestaan
de contract met 6 jaren wordt verlengd,
terwijl zij bovendien bereid zijn een ge
deelte van de Oude-Wetering ter lengte
van 267 Meter gratis aan te sluiten.
B. en W. stellen den Raad voor op het
aanbod in te gaan.
De heer Bontje vraagt of de gemeente
bij verlenging van het contract niet in con
flict komt met de studiecommissie, die thans
een onderzoek instelt naar den afloop der
contracten. Het lag in de bedoeling van
deze commissie de contracten zoo gauw mo
gelijk te laten afloopen, om dan met een
zooveel mogelijk uniform contract voor de
buitengemeenten te komen.
De heer Los vraagt hoeveel K.W.U. de
ingezetenen van Leiden afnemen. Spr. wijst
op de gemeente Rijnsaterwoude, waar het
licht slechts 0.22 per K.W.U. kost.
De heer Rotteveel acht het tijdperk van
verlenging te lang. Spr. acht de verlenging
niet in het finantieel vqordeel van de ge
meente en zou gaarne zien, dat alsnog ge
tracht werd de andere deelen van de ge
meente eveneens van electrisch licht te
voorzien, desnoods nog met een lager ta
rief voor heel de gemeente.
De heer van Dooren vindt de opzet goed
gedacht, doch spr. is bevreesd, dat het
voordeel dat thans behaald, zou kunnen
worden, later wel eens een groot nadeel
zou kunnen zijn. Men moet hier alloreerst
rekening houden met de andere gemeen
ten. Spr. vraagt of het niet mogelijk i>s in
het contract een begunstigings-clausule op
te nemen daarop neerkomende, dat, wan
neer de omliggende gemeenten over eeni-
gen tijd profiteeren van verlaging, Alke
made hierin ook zal deelen.
De heer de Koning gelooft, dat Leiden
wel happig zal zijn om de overeenkomst
met 6 jaren te verlengen. Spr. ziet hierin
allereerst voordeel voor Leiden. Het ge
middelde verbruik per woning schat spr.
op 100 tot 250 K.W.U. per jaar. Rekent men
op 1000 aansluitingen en het tarief wordt
met 2 cent verlaagd, dan beteekent dit een
minder door de ingezetenen te betalen
stroom prijs van minstens 5000.per
jaar.
De heer Rietbroek kan meegaan met
het voorstel van den heer Rotteveel om bij
Leiden te probeeren ook de andere deelen
der gemeenten als Zevenhuizen en de
Zwarteweg onder Oud-Ade van electrisch
licht te voorzien.
Nu de weg nog niet geheel is gerecon
strueerd bestaat hiervoor nog zonder ex
tra kosten gelegenheid. Na dien zal het
wellicht rnec-r geld kosten.
De heer Heemskerk klaagt over het hoo-
ge stroomtarief vooral bij het dubbeltarief.
De heer Rennings vraagt of 0.20 op de
verbruikers in het Lageland reeds zijn ver
haald geworden. De voorzitter antwoordt
ontkennend. De heer Los zou eerst over
meer gegevens wensohen te beschikken,
want hij is nog niet overtuigd, da-t alle
mogelijkheden zijn overwogen geworden.
Spr. stelt voor het voorstel voorloopig te
rug te nemen en dit te behandelen in een
volgende vergadering. De heer Verweij is
hier niet op tegen, wellicht komt dan in
deze zaak meer licht. De heer Rotteveel
is eveneens voor aanhouding.
Besloten wordt hierna het voorstel van
B. en W. aan te houden tot de volgende ver
gadering en B. en W. uit te noodigen nog
nader met Leiden hierover in onderhande
ling te treden.
De reclames schoolgeld en de wijziging
van de gemeentebegrooting gaan zonder op-
of aanmerkingen onder den hamer door.
Evenzoo den slaat van oninbare en nog te
verhalen posten.
De lagere tuinbouwschool
moet nog wachten.
Tot de ingekomen stukken behoorden
o.m. een schrijven van de R. K. Ver. tot
verschaffing en bevordering van onderwijs
ten behoeve .van den land- en iuinbouw-
stand in het Bisdom Haarlem, houdende
mededeeling dat een lagere tuinbouwschool
eerst zal worden gesticht zood.ra de eco
nomische omstandigheden alhier hiervoor
de gelegenheid bieden. De voorzitter deelt
mede, dat B. en W. gezien de huidige tijds
omstandigheden het niet raadzaam achten
thans een dergelijke school te stichten. Hoe
wel de organisatie van den L. T. B. en ook
de gemeente op behoud van deze school
prijs stellen, is verzocht geworden de stich
ting van de school uit te stellen. Het be
stuur van genoemde vereeniging heeft zulks
goed gevonden en heeft zich nader met den
Minister in verbinding gesteld.
Aon het R. K. Schoolbestuur van Oud-
Ade worden op grond van de wet op het
Lageronderwijs de noodige gelden beschik
baar gesteld voor uitbreiding van de speel
plaats en den aanleg van de drinkwater
leiding in de school.
De vorige aanvrage was afgewezen op
grond, dat het schoolbestuur abnormaal
hooge eischen stelde aan deze verandering
van inrichting. Thans heeft het de kosten
tot meer dan de helf teruggebracht. De
heer Los vraagt of de kinderen ook voor
den aanvang van de schooltijden gebruik
maken van de speelplaats. Spr. is ervoor,
indien de gemeente hier niet gebiedend kan
opbieden, toch een wenk in deze richting
te geven. Met het oog op het verkeer acht
spr. dit gewenscht. De voorzitter zegt met
den wensch van den heer Los rekening te
zullen houden.
De steunregeling wordt velengd tot 6
Augustus e.k., nadat dc heer Hoogenboom
nog had gevraagd om hieronder ook te doen
begrijpen de bouwvakarbeiders, daar de mi
nister ook deze categorie van arbeiders
heeft- opgenomen. De voorzitter merkt op,
dat het gemeentebestuur reeds herhaalde
malen zich tot den Minister heeft gewend.
De motie-Kortenhorst is weliswaar aange
nomen, doch tot op heden is nog niet be
kend of de minister deze motie heeft over
genomen. Het verzoek van een aantal
ouders' van leerplichtige kinderen uit de
Kaag om op grond van art. 13 der Lager-
onderwijswet vergoeding uit de gemeente
kas te ontvangen, wordt wederom in han
den gesteld van B. en W. om prae-advies,
omdat het onderzoek nog hangende is.
In beroep op een beslissing
van Gedeputeerden.
In bespreking komt vervolgens de be
slissing van heeren Ged. Staten op het be
roep van het bestuur der vereeniging voor
christelijk nationaal schoolonderwijs te
Oude-Wetering tegen heb raadsbesluit d.d.
14 October 1931, waarbij afwijzend werd be
schikt op het verzoek van dat schoolbestuur
om toekenning van gelden voor de veran
dering van inrichting zijner school. Voor
stel van B. en W. om tegen de beslssing
van het Ooilege van Ged. Staten in beroep
te gaan.
De heer Verweij vraagt hierover het
woord. Spr. vindt het jammer, dat de Bur
gemeester ongesteld is en dat hij daardoor
de vergadering niet kan bijwonen, daar de
voorzitter het middelpunt van de strijd uit
maakt.
Spr. heeft het genoegen gehad dc open
bare zitting van het College van Ged. Sta
ten medegemaakt te hebben en kan met
voldoening constateercn dat de vergade
ring, die onder leiding stond van den heer
Commissaris der Koningin, op een hoog za
kelijk peil stond. Zoowel de verdediger
optredende namens het schoolbestuur als
die van de gemeente waren zakelijk in hun
betogen, hoewel aan het eind van het ver
weerschrift, toen de houding van den in
specteur werd gelaakt, het betoog van het
gemeentebestuur wel wat in waarde heeft
verloren. Wat er ook van zij, thans is uit
gemaakt, dat het gemeentebestuur in strijd
met de wet heeft gehandeld en zooals te
voorzien was de zaak heeft verloren. Spr.
wijst op een bericht in de „Nieuwe Leid
sche Courant", waarin op de beslissing
wordt gewezen en waarbij wordt geconsta
teerd, dat de verhouding tusschen dit
schoolbestuur en het gemeentebestuur niet
prettig is. Het gemeentebestuur heeft door
zijn houding zijn prestige doen verloren
gaan, en reeds viermaal heeft het in be-
roepzaken het onderspit moeten delven.
Spr. beschouwt dan ook het beroep als niet
«teokhouden en noemt het een groote
dwaasheid om thans nog gebruik te maken
van beroep. Spr. gaat in den breede de
wettelijke grond van deze zaak na en komt
tot de conclusie, dat de Raad zich met de
interne aangelegenheid niet had mogen be
moeien. De Raad had slechts zijn medewer
king behooren te verleenen, terwijl het Col
lege van B. en W. nader met het schoolbe
stuur na de beslissing in overleg had moe
ten treden. Overleg overeenkomstig de wet
heeft in deze niet plaats gehad. Spr. waar
schuwt dan ook den Raad om hier in beroep
te gaan. Het schoolbestuur is tot onderhan
deling in deze bereid. Typeerend is, dat de
aanvragen van al de andere schoolbesturen
zijn ingewilligd. Wat de schoolbesturen ge
vraagd hebben, hebben zij gekfegen, alleen
tegen dit schoolbestuur is de raad gekant.
De heer Los kan niet meegaan met het
gesprokene door den heer Verweij waar
deze zegt, wat de andere schoolbesturen
gevraagd hebben, hebben zij ook gekregen.
In dit verband wijst spr. op het schoolbe
stuur van Nieuwe-Wetering en Oud-Ado
Door overleg zijn de bedragen belangrijk
teruggebracht. Bovendien waren deze
schoolbesturen veel soepeler in hun eisehen.
Spr. is er voor om met het schoolbestuur
van Oude-Wetering nogmaals te conferee-
ren ten einde langs minnelijken weg een
oplossing te vinden.
De heer Verweij stelt de waardeerende
wóórden van den heer Los op prijs, doch
wijst erop, dat dc raad zich met de cijfers
niet heeft in te laten. De heer Heemskerk
zou gaarne zien, dat dc heer Verweij aan
toonde, dat de Raad in strijd met de wet
heeft gehandeld. De heer Rotteveel merkt
op, dat overleg met de schoolbesturen is
gepleegd geworden op de conferentie d.d.
10 Juli 1931. De heer Verweij ontkent zulks.
De heer van Dooren vindt de zaak zeer
eenvoudig. De ongemotiveerde aanvrage
door het schoolbestuur gesteld om 2300
te vragen voor waterleidingaanleg is oor
zaak dat de Raad deze aanvrage op grond
van abnormale eischen heeft afgewezen.
De secretaris krijgt hierna het woord en
zet in een breed betoog uiteen het verloop
van deze zaak. S'pr.. betwist het standpunt
van den heer Verweij als zcxu de raad zich
niet mogen inlaten met de kosten. De Raad
is wel degelijk daartoe bevoegd en de reeds
hierover gevallen Kon. Besl. hebben bewe
zen, dat een gemeenteraad wel degelijk de
aanvrage mag afwijzen op grond van abnor
male eischen. Spr. haalt aan eenige citaten
uit den commentaar van de heeren Labau
en Ligt voet, hoofdambtenaren aan het de
partement van onderwijs, die duidelijk doen
uitkomen, dat een schoolbestuur dat aan
het schoolgebouw hoogere eischen stelt,
dan ter plaatse of in de omgeving als nor
maal gelden, verwachten kan, dat in geval
van conflict zulke eischen als abnormaal
worden afgewezen. Dat dc eischen te ver
gingen is voldoende komen vast te staan uit
het schrijven van den bouwkundig inspec
teur van het Lager onderwijs, die het aan
tal closets en urinoirs tot op de helft te
rugbrengt. Spr. kan dan ook niet begrijpen,
hoe de heer Verweij bij zijn bewering blijft,
dat de raad in deze aangelegenheid iets
onwettigs heeft gedaan. Voorts komt spr.
op het gezegde van den heer Verweij
als zou het gemeentebestuur reeds vier
maal de slag verloien hebben met het
schoolbestuur. De eerste kwestie ontstond
toen gelden werden gevraagd voor het
zevende leerjaar. Deze aangelegenheid was
zoo uiterst belangrijk, dat toen de gemeen
te deze zaak won de gemeente Rotterdam
hierdoor verplicht werd de reeds verstrek
te gelden van de schoolbesturen terug Ie
vorderen. De tweede kwestie betrof de
vaststelling'der vergooding ex art. 101 over
1928. De kosten op geheel wettelijken grond
vastgesteld op 6.19 per leerling, werden
bij beroep door Ged. Staten gebracht op
ruim 11.In beroep voor de Kroon werd
op billijkheidsgronden gezocht naar een
oplossing en werden de kosten van de open
bare lagere school te Nieuwe-Wetering van
af 1 Mei tot 31 December door den Minis
ter geraamd aan de hand van de uitga
ven gedaan in het tijdvak 1 Januari tot 1
Mei Met de werkelijke kosten overeenkom-
I stig de wet werd hier dus geen rekening
gehouden en de kosten per leerling werden
gebracht op S.08. Spr. stelt de heer Ver-
weij de vraag of het schoolbestuur ook hier
kon spreken van een overwinning. De der-
I de kwestie gold. dat de Minister had ver
geten bij de vaststelling der vergoeding
rekening te houden met- de 0.50 per leer
ling voor administratiekosten en hoewel het
gemeentebestuur wist, dat ook een fout was
gemaakt, had het toch nog niet het recht
om de 0.50 per leerling bij te betalen, om
dat het bestuur bij Kon. Besluit gedwongen
werd aan het schoolbéstuur een som ineens
uit te betalen. Nadat revisie door het
schoolbestuur was gevraagd, herzag do Mi
nister zijn besluit. Ik geloof niet, aldus de
secretaris, dat hier gesproken kan worden,
dat het gemeentebestuur hier iets verloren
had. En thans bij de vierde kwestie ziet
het gemeentebestuur zich in het ongelijk
gesteld, omdat Ged Staten zich nu een
maal op het standpunt stellen, dat, wan
neer de stukken in orde zijn, de gevraagde
medewerking behoort te worden verleend.
Spr. is bij het in beroep gaan niet bevreesd,
dat deze zaak als verloren kan worden be
schouwd, mede gelet op het advies van den
bouwkundig adviseur, die onomwonden
schrijft, dat „inderdaad de eischen door het
schoolbestuur te ver gingen".
Ook het overleg heeft naar behooren
plaats gehad. Spr. wijst op het schrijven
van het schoolbestuur d.d. 25 Augustus
1931, waaruit blijkt, dat het schoolbestuur
niet bereid, was zijn gedane aanvrage in te
trekken, ten einde in overleg met inspec
teur, school- en gemeentebestuur te komen
tot gemeen overleg.
De heer Strijk, als wethouder, wil niets
liever dan deze zaak in der minne oplos
sen. Met de andere schoolbesturen is toch
op de alleraangenaamste wijze onderhan
deld. Als het schoolbestuur tot overleg
bereid is en er kan een bevredigende op
lossing gevonden worden, dan kan het be
roep nog ingetrokken worden. De Raad kan
nu het schoolbestuur zich niet heeft uitge
sproken, niets anders doen dan in beroep
gaan.
Met 12 tegen 1 stem wordt besloten tegen
de beslissing van Ged. Staten in beroep te
gaan. Dc heer Verweij stemde alleen tegen.
Bij de bespreking verfwerk Burgemees
terswoning werd besloten een publieke
aanbesteding te houden. De rondvraag le
verde weinig belangrijks op, waarna de
voorzitter de vergadering sloot.
SASSENHEIM.
Winkelstand. Het pand van den kruide
nier Den Boer aan de Hoofdstraat is aange
kocht door de firma Albert Heyn, om daarin
een winkel te vestigen.
Geboren: Andrie3, z. van A. Eykel-
kamp en H. M. Wintershoven. Lena Ma
ria, d. van N. van der Kwaak en B. C. Bet
te. Cornelia Adriana Aletta, d. van J. P.
A. Kieberl en A. M. van der Velde. Lau
rens Jan, z. van G. E. van den Berg en J.
C. van den Heuvel. Elisabeth Maria, d.
van S. 0. Rotteveel en E. M. J. Vintges.
Pieternella Gijsberta Cornelia, d. van A.
van Nieuwkoop en H. van der Meij. Hen-
drina Maria Erna, d. van J. J. Kipping en
E. L. Bitter.
Gevestigd: E. van der Veen en gezin
van Leiden. J. Bette en echtgen. van
Haarlemmermeer. Mej. A. L. de Jong
van den Haag. Wed. Verhoef en gezin
van Meerkerk.
Vertrokken: Mej. J. E. van den
Berg naar den Haag. Mej. M. Schrama
naar Woubruggc. W. W. Meijer naar Te-
gelen. Mep. W. T. van de Riet naar Gro
ningen. Mej. M. E. M. Elferink naar
Doniawerstal. H. J. Kaper en gezin naar
Schiedam.
WARMOND.
Ouden van dagen. Gisteren brachten
een 400-tal ouden van dagen uit 's Graven-
hage, in een 80 particuliere auto's een be
zoek aan deze gemeente. De eigenaar van
Meerrust, de heer L. Kemper, had aan het
comitc aangeboden deze oudjes geheel
kosteloos eenige ververschingeu te mogen
aanbieden, van welk aanbod natuurlijk een
dankbaar gebruik gemaakt werd. Om half
elf arriveerde de groote stoet van auto's,
die onder leiding stond van den Hoofdin
specteur van het Verkeerswezen te 's Gra-
venhage, den heer Snethlage. Mede waren
ter ontvangst aanwezig Burgemeester en
Wethouders. Dat de oudjes genoten heb
ben behoeft voorzeker geen betoog.
Werkloosheid. Volgens mededeeling
van het Bureau der Arbeidsbemiddeling al
hier stonden op 25 Juni j.l. als geheel werk
loos ingeschreven 24 personen en als ge
deeltelijk werkloos 10 personen.
TER-AAR.
Crisis-steun. Op den daartoe vastge-
stelden dag hebben zich 99 houders van
melkvee ten Gemeentehuize vervoegd tot
hei. in ontvangst nemen der steunbedragen
over een termijn van 3 weken. Er werd uit
betaald ruim 4 duizend gulden.
Geboren: Cornelia, d. van O. van
Leeuwen-Voordouw. Willem, z. van P.
van Eijk-van Oeveren. Anna Maria, d.
van M. Pieterse-van Kin te. Wilhelmina
Anna, d. van M. W. van Tol-Zandvliet.
Overleden: G. Boer 55 j., echtgen.
van F. M. Rijneveld.
Gevestigd: A. v. d. Pol van Nijkerk.
B. Kuiprij van Nijkerk. M. J. Hoogen
boom van Amsterdam.
Vertrokken: C. A. Verlaan naar
Noordwijk. A. M. Hartveld naar Nieuw-
veen. J. Olij naar Nieuwer-AmsteL
J. C. v. d. Pijl naar Amsterdam.
RIJNSBURG
GEMEENTERAAD
De Raad dezer gemeente kwam Dinsdag
avond in openbare vergadering bijeen.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren
D. Knijff en J. den Haan.
De vergadering werd door den voorzitter,
den burgemeester, met gebed geopend, daar
na werden de notulen der vorige vergadering
gelezen.
Op voorstel van B. en W. werd z.h.s. beslo
ten instemming te beluigen met een adres van
de Algemeene Vereeniging van Bloembollen
cultuur, waarbij aan de Regeering steun wordt
verzocht voor de bollenkweekers, in den vorm
van hét beschikbaar stellen van gelden voor
den opkoop ter vernietiging van overproduc
tie aan tulpen- en narcissenbollen.
De heer T. Kralt wenschte mede te deelen
dat hij vóór het voorstel van B. en W. is,
hoewel het voor hem niet vast staat, dat er
in de bollen overproductie is, maar dat hij
de huidige moeilijkheden veeleer aan de alge
meene wereldcrisis wijt. Wilde men voor spe
ciale Rijnsburgsche belangen een steunrege
ling aanhangig maken, dan is spr. er niet van
overtuigd, dat adressanten den thans gevraag-
den steun eveneens zouden verleenen doch spr.
wil een royaler standpunt innemen,
Ingekomen was een adres, onderteckend
door 42 winkeliers, waarin verzocht wordt, de
winkels tot 10 uur geopend te mogen houden.
Waar in het adres geen enkele bijzondere
omstandigheid en geen enkel argument is aan
gevoerd, meenden B. en W, te moeten voor
stellen, op dit adres afwijzend te moeten be
schikken. Een eventueel volgend, meer ge
argumenteerd verzoek zullen B. en W, zeer
zeker in ernstige overweging nemen.
B. en W. stelden thans voor invoering van
een steunregeling, waarmede de Minister
heeft verklaard, zich te kunnen vereenigen.
De heer van der Gugten vroeg, of invoering
dier regeling verplicht is.
De voorz. en wethouder Scboneveld zetten
uiteen, dat deze niet volgens de wet verplicht
is. maar dat B. en W., gezien dc omstandig
heden, de regeling noodzakelijk achten, al is
wethouder Schoneveld er principieel ook tegen
De heer Van Duijn was eveneens in prin
cipe tegen steun en zag liever werk, maar
waar de gemeente niet dagelijks werk kan
geven en dit in het pafticulier bedrijf niet te
krijgen is, juichte hij het voorstel toe.
De heer Kralt meende, dat de algemeene
toestand lot steun dwingt, De omstandigheden,
speciaal voor een groote groep van de bevol
king zijn heel anders, dan den vorigen win
ter. Spr. wilde daarom geen regeling voor
eenige weken, maar een van langen termijn,
opdat men met zekerheid kan weten op welk
bedrag te rekenen valt, hetzij groot of klein.
De heeren G. van Delft en dr. H. G. Jon
ker sloten zich aan bij het door den heer
Kralt gesprokene.
Na eenige verdere discussie werd het voor
stel van B. en W. met alg. st. aangenomen.
Hierna sluiting.