HET EUCHARISTISCH ZIEKENTRIDUUM AGENDA STADSNIEUWS GROOTE DEELNAME VAN ZIEKEN. WOENSDAG 6 JULI 1932 DE LEIDSCHE COURAN1 EERSTE BLAD PAG. 2 PATER DR. J. J. A. BERNSEN O.F.M. t VOOR DE WETENSCHAP EEN GROOT VERLIES. Er staat niemand klaar om de door hem ledig gelaten plaats in te nemen. Dr. I. M. wan der Vlerk, ©en der Leidsche collega's van wijlen pater Bernsen, her denkt in het jongst verschenen nummer van „Geologie en Mijnbouw" (16 Juni '32) den pas verscheiden Franciscaan: ln de „Maasbode'' van Maandag 6 Juni is in een voortreffelijk artikel er op gewe zen, welk een edel mensch, welk een groot paedagoog er van ons heengegaan is. Het zij hier de plaats, nog eens de wetenschap pelijke verdiensten van den overledene naar voien te brengen. Bernsen is toch geworden, naast mej. dr. Sclireuder, de grooto kenner van onze fos siele vertebraten-fauna. Want na zijn pro motie curn laude, aan de Gcmeente-univer- si teit te Amsterdam over „The geology of tlio Teglian Clay and its fossil remains of Rhinoceros", heeft dit onderwerp hem niet meer losgelaten. Behalve overblijfselen van Rhinoceros, zijn er toch in de klei van Te- golen nog tal van andere fossiele wervel dieren gevonden. Bernsen heeft niet gerust, alvorens hij ook deze met uitzondering van Conodontes en Castor, welke mej. JSchreuder bewerkte onderzocht en be schreven had. Zoo zien wij dan in het Natuurhistorisch Maandblad, orgaan van het Natuurhisto risch Genootschap in Limburg, 'n reeks van artikelen verschijnen onder den titel „Ein Revision der fossilen Saugetier-fauna aus den Tonen von Tegelen". Mot het werk van mej. Sphreuder over Conodontes en Castor van Tegelen en met Bernsens eigen opzienbarende publicatie „Un a fossil Monkey found in the Nether lands", is hiermede een overzicht gegeven van al het materiaal, dat in Tegelen ge vonden is en dat zich hoofdzakelijk in het Museum te Maastricht en Teyler's Museum te Haarlem bevindt. Dat hij dit werk, wat hem zoo na aan het hart lag, waarvoor hij studiereizen naar Londen, Parijs, Lyon en Bazel ondernam, heeft kunnen beëindigen, moet hem tot dankbaarheid gestemd heb ben. Doch naast de vondsten van Tegelen kwamen er nog tal van andere fossiele wer veldieren in Bernsen's handen. Ik bedoel n.l. het materiaal, dat bij het graven van het Rijn-Twente-kanaal, bij het baggerwerk in Maas en Waal, bij het visschen in de buurt van Breskens, etc. te voorschijn ge bracht werd en hoofdzakelijk in het Rijks museum van Geologie te Leiden is onder gebracht. Het lag in de bedoeling van den overledene hiervan ©en uitvoerige beschrij ving te geven. Helaas heeft tie vroegtijdige dood hem dit belet. Des te dankbaarder mogen wij echter daarom zijn, dat dr. Bern sen op 19 Maart j.l. voor de leden van ons genootschap in een voordracht reeds een overzicht heeft kunnen geven van de be- teekenis, welke deze vondsten voor ons hebben. Ieder, die hierbij tegenwoordig was, moet getroffen zijn door zijn glashel dere, systematische en bo-venal enthousias te wijze van voordragen. Naast het onderzoek van fossiele wervel dieren van Nederland, heeft Bernsen zich ook bezig gehouden met die uit Indië. Hij was nd. in October 1930 benoemd tot as sistent aan de Rijksuniversiteit te Leiden en werd werkzaam gesteld aan de collec tie, welke in de jaren 18691S94 door ion toenmaligen officier van gezondheid Eug. Dubois, destijds gedetacheerd bij den Dienst- van het Mijnwezen, bijeengebracht is. Deze collectie had reeds een lahgen lij densweg achter den rug. De ©enige honder den, in 1895 naar het Rijks Geologisch Mi- neralogisch Museum gezonden kisten ble ken een zoo uitgebreiden voorraad te be vatten, dat het noodig was het materiaal op te slaan in een apart daarvoor gehuurd perceel. De directeur van het museum, prof. Martin, heeft het verzoek van den Minister om de collectie te bewerken echter gewei gerd en Zijne Excellentie voorgesteld den vinder zelf naar Holland te doen komen en niet dit werk te belasten. Dit is dan ook geschied. Doch thans, 37 jaren na aan komst, heeft nog steeds geen uitvoerige beschrijving het licht gezien. Intusschen is reeds een Duitse he expeditie, onder leiding van mevr. Selenka, naar Java geweest. Zij heeft haar resultaten in een lijvig boekwerk neergelegd en Duitsche musea met Javaan- sehe fossielen gevuld. En ook de Indische Geologische Dienst heeft, vooral de laat ste jaren, naarstig fossiele werveldieren en daarenboven nog st-ratigraphische gege- ■vens verzameld. Hierdoor heeft de col lectie Dubois wel wat in beteekenis inge boet. Toch moet men het apprecieeren, dat curatoren van de Leidsche Universiteit een eindo hebben gemaakt aan de gebrekkige opberging van de verzameling zij was sinds 1895, zeker niet tot haar voordeel, her- en derwaarts gesleept en haar lie ten onderbrengen in een gedeelte van het Oud-Academisch Ziekenhuis. Tevens wer den kasten beschikbaar gesteld voor op berging en uitstalling en, last not least, werd een bekwaam organisator als Bernsen als assistent aangewezen. Het werk, dat hier door den overledene verricht is kan moeilijk onderschat worden. "Welk een geduld, welk een inzicht, welk een ijver was er niet noodig om in deze slecht geordende en slechts gedeeltelijk ge- etikelteerde collectie orde te scheppen. En dit alles moest geschieden in de uren, die hem buiten zijn ieeraarsambt nog vrij ble ven. Doch Bernsen wist dit klaar te spe len. En hoe! Had de dood hem niet ver rast, zoo was in den loop van Juli de ca talogus geheel gereed gekomen. Dat Bern sen dit ondankbare en veelal vervelende werk op zich heeft willen nemen, kunnen wij niet genoeg waardeeren. Hij heeft de wetenschap daarmede een zeer grooten dienst bewezen. En mocht de tijd nog eens aanbreken, dat er publicaties over deze collecties verschijnen zullen, dan zal het een eerezaak zijn om den naam Bernsen de plaats te geven, die hem toekomt. Tra gisch is he't, dat bijna op het tijdstip, waar- 1 op de moeizame doch noodzakelijk voorbe reidende werkzaamheden konden plaats maken voor de meer aangename, Bernsen ons verlaten moest. Doch ongetwijfeld heeft een scherpzinnige geest als die van den overledene ook tijdens het uitzoeken en rangschikken van het materiaal reeds me nige belangrijke vondst gedaan, reeds me nige verrassende conclusie kunnen trekken. Dit blijkt trouwens reeds uit het bovenge noemde artikel in de „Maasbode". „Zijn scherp vorschersoog", zoo lezen wij daar^„had nog net een vondst gedaan, wel ke hij zelf van meer dan gewone beteekenis scheen te achten voor een van de gewich tigste strijdkwesties der palaeontologie". Dat men hiermede de kwestie van de af stamming van den mensch bedoelt, ligt voor de hand. Doch het is hier niet de plaats vooruit te loopen op deze merkwaar dige nieuwe ontdekkingen in een oude col lectie. Ongetwijfeld zal prof. Dubois niet nalaten de nagedachtenis van zijn scherp- zinnigen medewerker te eeren door hier over t.z.t. wereldkundig te maken, wat thans nog slechts aan enkelen bekend is. Het verscheiden van dr. Bernsen is voor de wetenschap een groot verlies. Temeer waar we nog zooveel van hem te verwach ten hadden en er niemand klaar staat om de door hem ledig gelaten plaats in te ne men. Doch in de harten van zijn vele vrien den zal de herinnering aan deze eenvoudi ge, hartelijke, gemoedelijke persoonlijkheid, aan dezen diepzinnigen denker, aan deze nobele figuur in het priestergewaad voort blijven leven. LOTISICO. De briefjes waardeloos? De in den Lotisicobond vereenigde hoofdagenten deelen ons mede, dat zij van af heden hun verdere medewerking niet meer zullen verleenen voor den verkoop der z.g. H.O.V.-briefjes. De reeds verkochte briefjes nemen geen deel aan de trekkingen en kunnen bij hoofdagenten eit agenten, bij wie het pu bliek ze gekocht heeft, worden ingeleverd tegen inontvangneming van het betaalde bedrag. Nadere inlichtingen zijn bij de verkoo- pers in te winnen. Het is dus in ieders belang, reeds ge kochte briefjes onmiddellijk bij den ver- kooper tegen geld in te wisselen. R.-K. Grafische Bond. In hotel Boschlust te Zeist houdt bo vengenoemde bond haar jaarvergadering, onder leiding van den algemeenen voorzit ter Ghr. J. v. d. Dries, uit Utrecht. In z'n openingswoord zeide spr. o.a. dat de bond nog nimmer onder zulke slechte omstandigheden was bijeengekomen. De toestand der binnenlandsche indus trie heeft ook de grafische bedrijven voor groote moeilijkheden geplaats, welke zich scherp afteekenden in een vrij snel en sterk oploopend werkloosheidscijfer. Was dit aantal in begin 1921 pl.m. 140, het laatste verschenen overzicht geeft reeds het cijfer van 352 werkloozen aan. Hierbij gevoegd ruim 150 leden, welke het vak hebben verlaten, maakt dit onge veer 15 pet. van het totaal ledental uit. Spr. ging de beroeringen na, welke de oorzaak waren van de contract herzie ning van 1930 om tót de conclusie te ko men, dat een algemeen typografen con flict zeer diep in het maatschappelijk le ven zou ingrijpen, maar dat dit geen re den was. om daarmede elke mogelijkheid van een conflict uit te sluiten. Wij erkennen aldus spr. dat de doelstelling onzer organisatie, slechts in het uiterste geval mag worden bevorderd door een staking en dat zij beter bevorderd kan en mag worden, indien dergelijke al- gemeene conflicten vermeden kunnen worden. Ook de vaktechnische ontwikkeling der leden blijft de volle belangstelling der be sturen hebben. Wij moeten ook denken aan de vaktechnische ontwikkeling der werkloozen. Zoo eenigszins mogelijk moe ten daartoe cursussen worden ingericht, die deze ontwikkeling kunnen bevorderen. In opdracht van het hoofdbestuur heeft het vakkundig bureau een daartoe strekkend plan aan de afdeelingen en studieclub voorgelegd. Vervolgens kwam het jaarverslag als mede het financieel verslag 1931 aan de orde, welke z.h.s. werden goedgekeurd. De verkiezing der drie hoofdbestuursle den. wegens periodiek aftreden van de hee- ren H. Cox, Maastricht; W. Langenhuizen, Eindhoven en M. L. A. Schuts, Amsterdam had tot resultaat, dat alle drie herkozen werden. Hierna kwamen de diverse voorstellen van het hoofdbestuur aan de orde. Z.h.s. werd het voorstel A. t.z.t. Verplaatsing van het hoofdkantoor van Utrecht naar Am sterdam, evenals punt B. dat voorstelt, in dien de stand der werkloozenkas het noo dig maakt, de bijdrage der werkloozenka-s te verhoogen, punt C. Nieuwe contributie regeling en punt D. uitkeering van zieken geld tijdens werkloosheid, aangenomen. Punt E. het besluit tot opheffing van de vrijstelling van contributiebetaling bij ziekte of ongeval, gedurende de periode dat het lid 100 pet. uitkeering van zijn loon ontvangt, waarbij door het hoofdbestuur een concept voorstel was ingediend, werd na gehouden stemming met 2288 tegen 1437 aangenomen. Vervolgens is de beurt aan de voorstel len der verschillende afdeelingen: Na eeni- ge discussies konden de aanwezigen zich met het hierop uitgebrachte praeadvies van het hoofdbestuur vereenigen. Aan het slot van dezen eersten <jag, sprak namens het R.-K. Werklieden Ver bond de heer Veldman eenige propagan distische woorden. De heer Hofman voerde namens de Christelijke Typografenvereeni- ging het woord. HET RAPPORT-WELTER. Eerst de volgende week publicatie. Nog steeds is men met de teohnische verzorging van het rapporUWelter niet ge reed. De publicatie, die eerst deze week werd verwacht, is dan ook vertraagd en zal nu waarschijnlijk in het begin of ein de van de volgende week geschieden. R.-K. Schoenwinkeliers en schoenmakers patroons. Ten Venlo wordt de algemeene jaar vergadering van den Ned. R.-K. bond van schoenwinkeliers- en schoenmakerspa- troonsvereenigingen gehouden. Aan deze jaarvergadering was een in teressante vaktentoonstelling verbonden, die Zondagmiddag om 12 uur officieel werd geopend door den burgemeester van Venlo, mr. B. Berger. Na een ontvangst ten stadhuize door B. en W. van hoofdbestuur en aanwezige bondsleden werd 's middags de twaalfde jaarvergadering van den R.-K. Ned. Bond geopend door vice-voorz. J. Damkers uit Den Bosch. Vervolgens werden jaarverslag van den secretaris en financieel verslag van den penningmeester goedgekeurd en de be grooting 1932 ongewijzigd aangenomen. Voor de vijfde maal wordt thans in de St. Josephkerk, te Leiden, het Eucharis tisch Zieken-triduuf gehouden. Voor de vijfde maal. Een lustrum dus. Voor de vijfde maal is de St. Josephkerk in feestgewaad gestoken, met overvloed van bloemen versierd om de talrijke zie ken, die wederom drie dagen van aller hoogste vreugde gaan beleven, in een zoo feestelijk mogelijke sfeer te kunnen bren gen. Het is een feest voor zielen en harten, een Eucharistisch feest van' innerlijke blij heid, maar alles wat daaromheen staat, kan zooveel ertoe bijdragen, dit feest te vermooien en de luister ervan te verhoo gen. Het comité, dat zich met de versiering heeft belast, heeft daarvoor ook weer dit jaar op uitnemende wijze gezorgd en het kerkgebouw in feestgewaad gestoken, zoo dat allen, die nu de kerk betreden, aan stonds de stemming van dit heel bijzon dere Eucharistische feest over zich voelen komen. Langs de muren is een mooie versiering van bloemen aangebracht. Achter in de kerk staat het Mariabeeld in een zee van licht gehuld. Zelfs het koor is smaakvol versierd. Het treffendst is ook nu weer het hoofd altaar in het priesterkoor versierd met bloemen en licht. Een schat van rozeroode rozen ligt over de communiebanken uitgespreid. Het is een riikdom van kleuren en licht, dat uit schijnt 'te gaan van het tabernakel, waarop heel dit Eucharistisch feest gecon centreerd is en dat allen in een blijde en gelukkige stemming brengt. Hedenmorgen om 8 uur begon het ver voer der talrijke zieken naar de St. Joseph kerk vanuit de stad en de wijde omgeving. Vanaf dat uur reden de autos met de wib- gele vlaggetjes af en aan, de zieken bren gend naar dit groote, jaarlijksche zieken- feest. Er komen er meer dan tweehonderdvijf tig uit Leiden en omgeving. Er zijn zieken uit Langeraar en Wasse naar, Noordwijkerhout, Voorhout, Noord- wijk, Warmond, Sassenheim, Lisse, Reeu- wijk, Hazerswoude, Zoeterwoude, Rijpwe- tering, Roelofarendsveen, Voorschoten, Leidschendam, Stompwijk enz. Daarvan zijn er 190 liggende patiënten, zoodat de bedden nu het grootste gedeelte der Kerk in beslag nemen. Het is al over" half tien, ale de laatste zieken de Kerk worden binnengedragen. Zooals steeds is ook nu weer alles tot in de finesses door het comité voorbereid en ge regeld, zoodat reeds de eerste morgen in de volmaakste orde verloopt. De zusters en verpleegsters en de dames van het co mité hebben intusschen ook weer de han den vol bij de verzorging der zieken en het ongelooflijk vele, wat daarvoor noodig is. Het weer schijnt deze keer niet mede te werken, maar wat deert dat. Het regent buiten en het is wat donker in het kerkgebouw, maar de zee van licht die vanaf het Priesterkoor de bloemen be straalt geeft aan alles een innigen en blij den glans. De openingsplechtigheden. Om half tien heeft de openingsplechtig heid plaats. Het koor zet op plechtige wijze het Veni Creator in en de Celebrant der H. Mis, die zoo aanstonds zal worden opgedragen, komt Onder de verschillende voorstellen, die verder werden behandeld, kwam o.m. de wenschelijkheid van een onderzoek van Rijkswege naar den schadelijken invloed voor de gezondheid van het dragen van rubberschoenen ter sprake. Aangedrongen werd bij het verstrekken van schoeisel van overheidswege de rub berschoenen uit te sluiten. In de namiddagvergadering, waar o.a. de voorzitter van den R.-K. Limb. Midden stand aanwezig was, sprak de directeur van het Hanzebureau Haarlem, Mr. P. G. H. Bach over: naar organisatie van het be drijf op publiekrechtelijken grondslag. Spreker besprak uitvoerig de wensche- lijhkeid van publiekrechtelijke bedrijfsor ganisatie, vooral in deze econmisch moeilijken tijd. De productie en distribu tie moeten geregeld worden. Omdat tot nu toe iedere leiding en regeling daarbij ont brak, is het bedrijfsleven op het oogenblik ontwricht. Na een bespreking over een uniforme re geling bij het verstrekken van diploma's aan leerlingen-schoenmakers, werd de ver gadering tot Dinsdagmorgen verdaagd. Na de H. H. Missen werd gistermorgen de vergadering voortgezet,, waarop o.m. de heer Dinnewever, maatschoenmaker en leeraar Akte Np, Den Haag, een inleiding hield over: welke eischen kan de leek stel len aan maatschoenen. met diaken en sub-diaken de zieken zege nen. Ook de draagstoelen worden met de daarvoor bij de Kerk voorgeschreven gebe den gezegend. Vóór de H. Mis wordt het H. Sacrament ter aanbidding uitgesteld, waarna het H. Misoffer aanvangt. Deze plechtige H. Mis wordt opgedragen door Mgr. Th. M. P. Bekkers uit Voorscho ten, met assistentie van Rector R. Reijnen als diaken en kapelaan J. Verkleij uit Stompwijk als sub-diaken. Op het Priesterkoor heeft pastoor J. C. Vijverberg plaats genomen. Plechtiger en indrukwekkender nog is nu in dit milieu van zieken dit H. Misoffer. Lange rijen witte ledikanten staan er nu in de Kerk, alleen zieken, die met aan dacht het plechtig H. Misoffer volgen, dat zij al te lang moesten missen. Geruisehloos bewegen zich de verpleeg sters tussohen de zieken, hier en daar de helpende hand reikend bij een zieke, die haar hulp noodig heeft. Na het Evangelie bestijgt de welesrw. heer Rector R. Reijnen den kansel om de zieken voor <Je eerste maal tijdens dit Eucharistisch Zieken-triduum toe te spre ken. Als tekst heeft hij gekozen de woorden, die Christus sprak bij het graf van Lazarus. Haec infirmitas non est ad mortem, sed pro Gloria Dei. Deze ziekte is niet ten doode, maar voor de glorie van God. Thans zijn wij wederom, aldus de gewijde redenaar en wel voor de vijfde maal sa mengekomen voor een zieken-triduum. Op dezen Woensdag zijn weer samenge stroomd in deze kerk, toegewijd aan St. Joseph, op den dag van St. Joseph, die in de Litanie genoemd wordt solarium mi- serorum, spes aegrotantium, de troost der ongelukkigen, de hoop der zieken. Het ia indrukwekkend te zien een kerk gebouw vol kranken en bij het zien daar van, zou ik over .uwe hoofden heen die dui zenden anderen, die ook in de wereld zwoegen met hun kruisen als armoede en werkloosheid, wel willen toeroepen: Komt hier en ziet en ge zult gelaten uw kruis dragen. Want u heeft God nog gelaten de groote schat der gezondheid. Maar nu rioht ik mij tot u dierbare zie ken en luistert aandachtig, want ik ga de groote vraag voor u behandelen: Welk nut heeft het, dat ik ziek benï De gewijde redenaar vergeleek hierna twee zieken met elkaar. Vooreerst de lamme van Oapharnaum, die door het dak in het huis gebracht werd, waar Jezus was en wiens geloof zoo groot was, dat Christus hem genas en de H. Ludwina van Schiedam, die 38 jaren lang op het ziekbed lag tot aan haar dood. Deze tegenstelling, aldus de gewijde re denaar, is voor ons het raadsel. Maar de oplossing van dat raadsel is niet van deze wereld, zij ligt in de eeuwigheid. Gij weet niet, dierbare zieken, tot welke van de twee categorieën gij behoort. Maar juist omdat wij het niet weten, gaan wij dezer dagen met groote aandacht bidden tot God, bidden met geloof en ver trouwen om genezing. En mocht het zijn, dat de genezing u niet beschoren is, aan vaard dan uw ziekte en uw lijden met ge duld. Zeg dan met vol verti'ouwen den Zalig maker na: Deze ziekte is niet ten doode, maar voor de glorie van God. Weest geduldig in uw lijden, wees niet veeleisohend, mor niet en klaag niet. Denk dan in moeilijke oogenblikken aan j de H. Luduina van Schiedam. Zie dan naar het kruis en vraag aan Jezus genade, hulp j en steun om uw lijden geduldig uit Zijn hand te aanvaarden. I LEIDEN. Dinsdag. R. K. Vereeniging van Gezins hoofden, ledenvergadering, Hotel „Den Burcht", 8.15 uur. Dinsdag, Donderdag, Zaterdag. Vincentius- Bibliotheek, geopend 's avonds van 7.308.30 uur. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apaotheken, wordt van Maandag 4 tot en met Zondag 10 J-uli a.s. waar genomen door: apotheek A. J. Donk, Doe- zastraat 21, telefoon 1313 en apotheek G. D. Reijst, Steenstraat 35, telefoon 136. Bedenk, dat gij, als gij met Jezus het Kruis hebt gedragen, ook met Hem zult verrijzen tot blijde glorie en heerlijkheid. Hierna werd het H. Misoffer voortge zet en na de consecratie kwam het plech tige oogenblik van de uitreiking der H. Communie. Langs de talrijke bedden met zieken gin gen pastoor J. 0. Vijverberg en kapelaan L. Gudde met de ciborie n de hand om den Koning der Koningen te brengen in de zielen der zieken. Aandachtig werd het H. Misoffer door de zieken gevolgd, waarna de zegen met het Allerheiligste werd gegeven. De handoplegging. Om twaalf uur had de altijd indrukwek kende plechtigheid der handoplegging plaats. Na de uitstelling van het Allerheiligste Sacrament en het zingen van de hymne Pange Linqua werd 'het gebed voor een aflaat gebeden, waarna kapelaan B. Dor- beck een korte, treffende aanbidding deed ter inleiding van de plechtige handopleg ging. Deze handoplegging geschiedde door den zeereerw. heer Pastoor J. C. Vijver berg en de weleerw. heeren kap. B. Dor- beck, kap. L. Gudde, kap. H. Bangert en kap. J. Verkleij en door de weleerw. Paters J. Jorna, \V. v. d. Bosch en H. Buschman. Alle zieken werden door ieder van hen de handen opgelegd, terwijl het koor de hymne Rex Clemenrissime zong. Dat waren weer die plechtige en indruk wekkende oogenblikken, dat al die pries ters biddend langs de rijen der zieken gin gen, hun allen de handen opleggend en-God smeekend om hun herstel. Een korte dankzegging besloot deze tref fende plechtigheid waarna wederom rte *«- gen met het Allerheiligste werd gegeven en een lied tot St. Joseph werd gezongen. Om twee uur had het plechtig Lof en ziekenzegening plaats, waaronder kapelaan H. Bangert een predicatie hield. Men deelt ons nog mede, dat morgen (Donderdag) een tweetal bestuursleden van het Eucharistisch Ziekentriduum te Am sterdam en Vrijdag de zeereerw. heer A. J. A. van Meel, Pastoor van de Sacra mentskerk te Breda een gedeelte van dit Eucharistisch Ziekentriduum zullen bijwo nen. Heden- en morgenavond zal de St. Jo sephkerk van half acht tot negen uur voor belangstellenden te bezichtigen zijn. BLOEMPJESDAG „HERWONNEN LEVENSKRACHT". De liefde wacht de gelegenheid tot weldoen niet af, maar zoekt ze; ducht ze niet, maar smacht er naar; ontvlucht ze niet, maar grijpt ze aan. Zondag 17 Juli a.s. zal hier ter stede wederom de jaarlijksche bloempjesdag wor den gehouden ten bate van „Herwonnen Levenskracht". Ik meen mij ontslagen te mogen achten hier in den breede uiteen te moeten zet ten wat „Herwonnen Levenskracht" is en welk doel zij nastreeft. Genoeg zij het hier te mogen constatee- ren, dat de R.-K. Vereeniging „Herwon nen Levenskracht" algemeene bekendheid bezit en waardeering geniet en in d© be strijding der tuberculose een voorname plaats inneemt. Dat haar werk en hare uitzendingen naar het sanatorium „Berg en Bosch" te Apeldoorn in ruime kringen wordt ge waardeerd. Juist hierom heb ik gaarne de taak op mij genomen langs dezen weg een dringend beroep to doen op do medewerking van een leger van jonge dames. Dezer dagen zijn door ons oomité een aantal uitnoodigingen verzonden aan hen, die ook bij vroegere gelegenheden ons ter zijde stonden. Wij hopen en vertrouwen, dat niemand van hen ons verzoek zal weigeren en bin nen den kortst mogelijken tijd vele bereid verklaringen bij ons bestuur zullen binnen komen. Maar ook tot die jonge dames, die nog geen uitnoodiging ontvingen of nog nim mer aan een bloempjesdag medewerkten, richt ik het dringend verzoek: „Helpt Zondag 17 Juli a.s. mede bij on zen bloempjesdag!" Offert dien dag enkele uurtjes op voor INDRUKWEKKENDE PLECHTIGHEDEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 2