STADSNIEUWS LEIDSCHE EXPLOITATIE MIJ. VAN ONROERENDE GOEDEREN DINSDAG 14 JUNI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 0 BRAND IN HET BERLIJNSCHE LUNAPARK. Groot restaurant in de asch gelegd. Maandagochtend is in het Lunapark een brand uitgebroken, die groote schade heeft aangericht. Tegen één uur in den nacht werd brand ontdekt in een der beide licht torens, die het groote restaurant van het Lunapark flankeeren. Toen de brandweer ter plaatse verscheen, was reeds een groot gedeelte van het restaurant verwoest. Ook een gebouw, waar de speelautomaten wa ren opgesteld, liep ernstige schade op. De 30 meter hooge toren stond spoedig tot aan de spits in brand. Het blusschingswerk wag door de geweldige hitte zeer moeilijk. Het paviljoen, waarin het restaurant was ondergebracht, is geheel verwoest. Zeer waarschijnlijk is de brand door kortsluiting ontstaan. GELD OP TAFEL VOOR RENTEBETALING 1 APRIL. GEEN NIEUWE LEDEN IN DE COMMISSIE N00DIG GEACHT. Gistermiddag werd onder voorzitter schap van notaris M. G. Bon in Hotel „Krasnapolsky" te Amsterdam een nieuwe vergadering gehouden van 5.5 pet. obliga tiehouders der LEMVOG. Aanwezig was een obligatie-kapitaal van 96.500, uitbrengend 77 stemmen. Notaris Bon opende de vergadering, waarna notaris Bonga het proces-verbaal voorleest der op 28 April te Amsterdam gehouden vergadering. Dit proces-verbaal werd zonder opmerkingen goedgekeurd. Notaris Bon deelt vervolgens mede, dat deze vergadering door hem is uit geschre ven in verband met het aftreden der com missie-leden Mr. Nord Thomson en Kort. Spr. memoreerde vervolgens boe hij op zioh genomen had te trachten een modus te vinden, waardoor het mogelijk zou zijn in de toekomst beter samen te werken. Naar aanleiding daarvan was een verga* dering gehouden van directie en oommis- sarissen, waarin spr. dit punt ter tafel heeft gebracht. Als gevolg van deze besprekingen had de trustee een schrijven gehad van Mr. Bolsius, secretaris van commissarissen, waarin loyale medewerking was toegezegd Bovendien wilden'zij onmiddellijk voor de bemoeiingen van de commissieleden 'n be drag van 2500 uitbetalen, hetwelk later nog verhoogd zou kunnen worden tot 6500 op 1 Januari 1933. Met dit schrijven gewapend is spr. toen naar de heoren Kort en Nord Thomson ge gaan om te trachten hen voor de commissie te behouden. Inmiddels had de lieer Kort ten zijnen huize bezoek gehad van den rechter-oommissaris, die aldaar verschil lende bescheiden in beslag nam. Daardoor was de heer Kort nog wat meer overstuur geraakt en achtte hij 't niet gewensdht op zijn besluit terug te komen. Ook mr. Nord Thomson liet zioh in dienzelfden geest uit. Hij toch had een rechter om advies gevraagd, die hem ge adviseerd had zioh erbuiten te houden, zoodat ook mr. -Nord Thomson niet terug wilde Na deze uiteenzetting kwamen de ton gen los. De heer Wesseling hield een betoog, waarin hij er om. op wees, dat de com missie nimmer de gewensehte positie heeft bekleed. Zij was te veel afhankelijk cn kon dus niet zelfstandig optreden, waar door haar arbeidsterrein wel zeer beperkt werd. Reeds in de vergadering, waarin de commissie werd benoemd, heeft spr. hierop de aandacht gevestigd. De heer van Gerrevink, burgemeester van Oegstgeest, hield een Philippica tegen de LEMVOG, haar directie en commissa rissen. Men zou langzaamaan genoeg krij gen van hun gestes. Daarom zal het ge meentebestuur van Oegstgeest niet rusten, voordat er een commissie is benoemd met volledige bevoegdheid van handelen era een zeer sterke rechtspositie. Wanneer zulks niet geschiedt komt de commissie eerlang weer in de impasse. Daarom wil spr. een voorloopige commissie van des kundigen, desnoods van personen buiten de LEMVOG. Notaris Bon leest hierna de voorwaar den voor, waarop de vertrouwenscommis sie destijds is benoemd en welke bevoegd heid zij bezat. Burgemeester van Gerrevink betoogt, dat de positie van de commissie toch wel heel zwak geweest moet zijn, anders zou den twee der loden niet bedankt hebben. De heer De Cler: Daarom hebben ze niet bedankt De heer van Gerrevink: Dat is wel waar! De heer de Cler: Dat was om de 20.000 die zij niet kregen! De heer van Gerrevink: Dat is een on waarheid De heer Wesseling begrijpt niet wat den aanwezigen de eer verschaft het ge meentebestuur van Oegstgeest in hun mid den tc hebben, behalve dan bet simpele MASSA-ROOFOVERVAL OP STRAAT. Groote ontsteltenis is te Sevilla teweeg gebracht door een brutale aanranding. Een der leveranciers v$n vleesch aan de gemeentelijke slachthuizen werd, terwijl hij in zijn auto zat, door verscheidene personen overvallen, van zijn portefeuille met 40.000 peseta's beroofd en ernstig gewond op straat geworpen, waarna de bandieten zich uit de voeten maakten. OVERSTROOMING VAN DE ELBE. Ten gevolge van den hoogen waterstand van de Elbe, is deze rivier in de omge ving van Perleberg buiten haar oevers ge- tareden, waardoor duizenden morgen land zijn overstroomd. Men vreest, dat hetzelf de zal gebeuren als het vorige jaar, toen de geheele hooioogst verloren ging. Op som mige plaatsen is reeds 80 procent van den hooioogst verloren. feit, dat dit gemeentebestuur bezitter is van enkele obligaties, evenals de andere aanwezigen. De beschuldigingen tegen commissarissen. Hierna, verkrijgt de heer de Cler bet woord, die erop wijst, dat er den laatsten tijd maar niets dan klachten worden ge hoord aan het adres van directie en com missarissen. Daartegen komt spr. op, onder verwijzing naar hetgeen er den laatsten tijd voor de LEMVOG gedaan is. De waarde der Onroerende bezittingen bedroeg op 1 Jan. circa 4 milloen gulden, thans 1.7 millioen. Het restant der ver schillende hypotheken 1.2 millioen, inclu sief de Robaver. Deze was oorspronkelijk 200.000 bij het heengaan der oommissie- leden. Nu 50.000 en deze week wordt dit bedrag weer met 10 a 15.000 gulden ver minderd, zoodat de Robaver dan nog 40:000 tweede hypotheek heeft staan, waartegenover staat een 80.000 aan ef fecten nominaal. Spr. deelt dan mede, dat commissaris sen in een schrijven betreuren, dat door in grijpen van andere zijde de moeilijkheden door ontstentenis van den directeur kun nen toenemen op een oogenblik, dab de positie der vennootschap, hoewel veel ver beterd, toch nog veel zorgen vereisoht. Geld op tafel! Verder zegt spr., dat commissarissen het hun plicht achten al hun verplichtin gen na te komen. Zij hebben thans ook het moratorium niet meer noodig ge maakt, want, aldus spr., hier is het geld voor de rente-betaling per afgeloopen 1 April! De heer de Oler toonde hierbij een bundel bankbiljetten, een bedrag van 7342.50. (Applaus). En hij voegt eraan toe, dat dit geld niet geleend is, maar uit eigen middelen geput. Hadden we, aldus spr., het verzoek van de vorige commissie-leden ingewilligd, dan was deze coupon verzilverd in hun salaris. Spreker stelt dan voor in de akte van trustee te veranderen, dat obligaties kun nen worden ingekocht tegen den laagst mogelijken prijs en dat de vergaderingen voortaan te Leiden zullen worden gehou den. Verder deelt spr. nog mede, dat het ex ploitatie-bekort op 1 Januari npg 65.000 bedroeg, nu circa 13.000, waarvan deze week weer een bedrag van 2000 afgaat. Dan vraagt spr., boe de gemeente Oegst geest aan die obligaties komt! Zijn ze van de gemeente, dan zijn ze van de LEMVOG; zijn ze niet van de ge meente, dan zijn ze ook niet van de LEM VOG. De banksehuld bedraagt thans nog 50.000, maar wordt deze week tot de helft verminderd. Dat is het werk van commissarissen, roept spr. uit. De beer van Gerrevink vraagt, waarom deze dingen niet voor de vergadering zijn medegedeeld. Wat de cijfers betreft, zegt spr., dat ze niet te controleerén zijn. Voorts schaamt hij zioh niet over hetgeen hij ge- zegt heeft en hij is nog van meening, dat de commissie moet aangevuld korden. ''Waar spr. gesproken heeft van het ge meentebestuur van Oegstgeest, had hij misschien beter gedaan heel nederig te moeten spreken over obligatiehouder, maar hij wijst er toch op, dat der gemeen te rechtsmiddelen ten dienste staan De heer Wesseling: Noem die rechts middelen eens! De heer van Gerrevink: Ik laat me door u niet interpelleeren De heer N. Dieben wijst erop, dat de atmosfeer geheel onnoodig hoog geladen is. De commissie is afgetreden. Sinds is het werk heel goed gegaan. Daarom zou hij den heer de Cler willen verzoeken door te gaan als adviseur van den Raad van Beheer. De heer Paardekooper betoogt, dat de cijfers, die de heer de Cler heeft gege ven, juist zijn. Wat betreft de slechte sa menwerking tusschen de oommissie en het bestuur, meende spr., dat dit zijn oorzaak vond in het feit, dat enkele leden niet goed zich met commissarissen konden verstaan. Intusschen, de positie der Mij. is aan merkelijk verbeterd en het exploitatie tekort zal spoedig weggewerkt zijn. Wat er dan zal moeten gebeuren, zullen com missarissen en aandeelhouders moeten be slissen. Spr. weet, dat er bijna boveninensclie- lijk werk is verricht en ook hem heeft bet slapelooze nachten bezorgd. De heer Meijers zegt, dat burgemeester van Gerrevink niet erg vriendelijk is ge weest tegen commissarissen. Niet vergeten moet worden, dat men in een dergelijke zaak wel eens gemakkelijk een strop op loopt. Maar er moet gezegd worden, dat er over de Mij. veel leugens, gemeene leu gens worden verspreid. Spr. vraagt dan ook, hoe het mogelijk is in dezen moeilij ken tijd twee millioen gulden aan onroe rende goederen te kwiteeren tegen eaen verschil van nog geen 9 procent der boekwaarde. De LEMVOG is toch niet zoo slecht als den laatsten tijd op zoo ge meene wijze geinsinueerd wordt. De positie der Mij. is na het aftreden der commissie heusch niet verslechterd. Het belangelooze werk van den heer Kort De heer Juffermans informeert dan of de heer Kort belangeloos voor de LEM VOG heeft gewerkt en of hij in financieel© verhouding tot de Mij. heeft gestaan, waar op notaris Bon antwoordt, dat hij niet ge looft, dat de heer Kort gezegd heeft be langeloos te zullen werken. De heer de Oler zegt, dat dit geen ant woord is. Hij kan het met cijfers zeggen. De heer Kort heeft in het najaar van 1931 25.000 aan de LEMVOG geleend, echter onder voorwaarde, dat de Mij. van de fa milie van den heer Kort 4000 waarde- looze aandeelen zou terugnemen en van nog een dame uit Rotterdam 1000 idem. Hij gaf 20.000, maar er werd voor 25.000 geteekend. Dit bedrag is door de Mij. 4s- rugebetaald. Notaris Bon komt dan tot het voorstel Dieben. Er is nog meer te doen, het ex ploitatie-tekort moet worden weggewerkt De heer de Oler: dat is vandaag weer twee duizend gulden minder. Notaris Bon zeide de benoeming van twee nieuwe leden op zeer hoogen prijs te stellen en als zoodanig stelde hij voor te benoemen de hceren Egberts en Van Hamel uit Oegstgeest. De heer Dieben handhaaft zijn voorstel, waarna notaris Bon nog eens wijst op het buitengewone werk der commissie. De heer Wesselingh heeft geen bezwaar togen een driemanschap, maar hij vraagt, of het bona fide-obligatiehouders zijn. In hun optreden ziet hij echter een ophou den van het werk, want zij moeten zich eerst nog inwerken. Notaris Bon: het zijn geen obligatie houders. De heer Paardekooper zeide dan meer malen in de vorige commissie erop gewe zen te hebben, dat het bezwaarlijk was, dat de meerderheid der commissie niet uit obligatie-houders bestaat. Notaris Bon'betoogt, dat juist de obli gatie-houders zioh meermalen geen objec tief oordeel kunnen vormen, waarop de heer Paardekooper antwoordt, dat er al leen over de kwestie van salarieering met 20.000 verschil van meenihg bestond. Daarom zijn de twee leden uitgetreden. Hierna wend tenslotte het voorstel, om twee nieuwe leden in de commissie te be noemen, in stemming gebracht en verwor pen met 58 tegen 10 stemmen en 9 blanco. Zonder dat er verder nog iets werd ge zegd, verklaarde notaris Bon de vergade ring daarop gesloten. GEMEENTERAAD. De Gemeenteraad vergadert op Maandag 20 Juni 1932, des namiddags te twee uur, in het gebouw „Tot Nut van 't Algemeen" (Steenschuur 21). De vergadering zal, zoo noodig, des avonds worden voortgezet. Te behandelen onderwerpen: lo. Benoeming van eene leerares in de Handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. 2o. Voorstel: a. tot het verleenen van eervol ontslag aan twee hoofden van soholen en aan twee onderwijzeressen b. tot benoeming van een hoofd der school Paul Krugerstraat A; c. tot benoeming van eene onderwijzeres aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S., aan de Aalmarkt; d. tot overplaatsing van een 4 tal hoof den van scholen; e. tot overplaatsing van verschillende onderwijzers en onderwijzeressen. 3o. Missive van de Gemeentelijke Com missie" voor Maatschappelijk Hulpbetoon, naar aanleiding van de beschuldigingen door mevr. Braggaarde Does aan het adres dier Commissie geuit in de raadsver gaderingen, waarin de begrooting voor 1932 werd behandeld. 4o. Voorstel in zake de reorganisatie van den Gemeentelijken Reinigings- en ontsmettingsdienst. 5o. Voorstel van den heer Schiiller, in zake den aankoop van een complex terrei nen in den Rodenburgerpolder en den Cro- nesteinpolder. 6o. Interpellatie van den heer Koole, in zake den bouw van een badhuis in Tuin- stadwijk. 7o. Praeadvies op het verzoek van het Bestuur van de R. K. Parochiale Jongens scholen onder R. K. Parochiaal Kerkbe stuur, om beschikbaarstelling van gelden voor de stichting van een bijzondere Lagere school aan de Potgiefcerlaan. 8o. Voorstel: a. toekenning van een vergoeding aan den hoofdadministratief ambtenaar ten kantore van den Gemeente-ontvanger S. Th. Buys, wegens derving van inkomsten als provisioneel bewindvoerder over krank zinnigen, die voor rekening van dp gemeen te in gestichten worden verpleegd; b. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de sub a bedoelde vergoe ding. 9o. Voorstel in zake het sluiten van kas geldleeningen, gedurende het 3e kwartaal 1932. lOo. Praeadvies op het verzoek van de Sub-Commissie „Handhaving Drankwet" uit de Nationale Commissie tegen het Alco holisme, in zake verlaging van het maxi mum van verloven A voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank, llo. Voorstel: a. tot aanwijzing van de takken van dienst, als bedoeld in art. 252 der Ge meentewet; b. tot aanwijzing van boekhoudkundi- gen, als bedoeld in art. 265 dier wet, be last met het deugdelijk verklaren van de cijfers der rekeningen van de sub a be doelde takken dienst. 12o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 13 Juni 1918 (Gem. blad No. 25), regelende de heffing van le ges- en expeditiegel den ter Secretarie, bij het Oud-Archief en aan het Bureau van den Burgerlijken Stand te Leiden. 13o. Verordening houdende wijziging van de verordening va nl3 Juni 1918 (Gem. blad. No. 25), regelende de invordering van leges- en expeditiegelden ter Secretarie, bij het Oud-Archief en aan het Bureau van den Burgerlijken Stand te Leiden. NIEUWE R. K. SCHOOL. Tn de Raadsvergadering van 11 April j.l. werd om praeadvies in onze handen gesteld een adres van het bestuur der R. K. Pa rochiale Jongensscholen onder R. K. Par. Kerkbestuur alhier, inhoudende het ver zoek gelden beschikbaar te stellen voor de stichting van een bijzondere lagere school aan de Potgieterlaan, welke zal bevatten 7 leslokalen, elk bestemd voor 42 leerlin gen, en een gymnastieklokaal. De kosten van bouw en inrichting, inbe grepen de waarde van den grond, welke overeenkomstig de wettelijke bepalingen zal moeten worden getaxeerd, worden ge raamd op 132.000. Aangezien het schoolbestuur bij zijn aan vrage de wettelijke voorschriften inacht heeft genomen, geven B. en W. den Raad in overweging te besluiten: a. medewerking te verleenen aan het be stuur van de R. K. Parochiale Jongensscho len onder R. K. Parochiaal Kerkbestuur alhier tot den bouw en de inrichting van een bijzondere school voor gewoon lager onderwijs aan de Potgieterslaan; b. over te gaan tot vaststelling van een overgelegden begrootingsstaat groot 132.000.teneinde B. en W. in staat te stellen de voor den bouw en de inrichting van de sub a bedoelde school benoodigde gelden te zijner tijd aan het Schoolbestuur te kunnen afdragen. Kwestie gronden Rijn- en Schiekanaal. Bij de interpellatie van den heer Schiil ler in de raadsvergadering van 19 October 1931 betreffende den verkoop van provin ciale gronden aan het Rijn-Sohiekanaal, trad een verschil in opvatting tusschen den interpellant en B. en W. omtrent den loop van zaken bij de provincie en de gemeente aan den dag, dat in de raadszitting niet tot oplossing kon worden gebracht. Ingevolge de door den Voorzitter geda ne toezegging hebben B. en W. zich met een schrijven tot Gedeputeerde Staten ge wend, teneinde de door den Raad gewenseh te opheldering omtrent de werkelijke toe dracht van de zaak te verkrijgen. B. en W. leggen den Raad dit schrijven en de daarop gevolgde correspondentie over. Resumeerende kan, aldus besluiten B. en W., worden geconstateerd: dat volgens bericht van Gedeputeerde Staten niet juist is het gedeele van heb verslag der rede van den heer Borghols, waarin wordt gezegd, dat n de bespre kingen met Leiden de gronden in het open baar werden te koop gezet; dat Gedeputeerde Staten niet hebben tegengesproken, dat het initiatief tot de besprekingen met den provincialen hoofd ingenieur van ons College is uitgegaan, en dat Gedeputeerde Staten erkennen, dat er hunnerzijds geen formeele te-koop-aan bieding is geweest, hetgeen uitsluit een be vestiging, dat er ook niet is geweest een of- ficieele afwijzing door de gemeente. Op grond van het vorenstaande hand haaft het College ten volle het op de in- terpellatie-Schüller ^gegeven antwoord. Kasgeldleeningen. Bij raadsbesluit van 7 Maart 1932 wer den B. en W. gemachtigd, gedurende het 2e kwartaal 1932, kasgeldleeningen te slui ten tot een maximaal bedrag van 1.000.000.—. Hoewel van deze bevoegdheid nog geen gebruik behoefd© to worden gemaakt, is het toch gewenscht, aldus B. en W., de mach tiging voor het 3e kwartaal te verlengen, opdat de gemeente, naast de gelegenheid tot opneming van gelden in rekening-cou rant bij de Bank voor Nederlandsche Ge meenten, de mogelijkheid open houde de kasmiddelen te versterken door het sluiten van kasgeldleeningen. B. en W. geven den Raad mitsdien in overweging hen te machtigen, gedurende het 3e kwartaal 1932 over te gaan tot het sluiten van kasgeldleeningen tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld de som van 1.000.000.te boven gaat en onder de voorwaarden, als door B. en W. zullen wor den bepaald. Leerares Meisjes H.B.S. Tengevolge van het aan mej. E. C. M. Aewerdonk verleend eervol ontslag moet worden voorzien in de vaoature van leera res in de handwerken, welke op 1 Septem ber a.s. zal ontstaan aan de Hoogere Bur gerschool voor meisjes. In verband daarmede worden na over- i leg met. den betrokken Inspecteur van en de Commissie van Toezicht op het Mid delbaar Onderwijs, door B. en W. ter be noeming tot leerares in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes aan bevolen: lp. Mej. 0. Koejemans, leerares aan een nijverheidsschool te Rotterdam; 2o. Mej. R. Hartsuiker, leerares aan een nijverheidsschool te Haarlem. „Handhaving Drankwet". In een adres verzoekt de Sub-Oominissie „Handhaving Drankwet" uit Nationale Commissie tegen het Alcoholisme, om thans aan de Kroon een voorstel te doen tot ver laging van het maximum van verloven A voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank. Daargelaten dat het in deze gemeente bestaande aantal van deze z.g. bierverlo ven, thans 76, ver beneden het maximum (143) is en gedurende de laatste jaren nog steeds vermindert, merken B. en W. op, dat blijkens art. 40, 2e lid juncto art. 6 le lid, lo. der Drankwet (Staatsblad 1931, No. 476) verlaging van dat maximum eerst in 1935 en vervolgens om de vijf jaren moge lijk is. Mitsdien geven B. en W. den Raad in overweging op het verzoek afwijzend te be schikken. Administratie gemeente-bedrijven. Bij de laatste wijziging van de Gemeen tewet zijn in den titel betreffende de be grooting en rekening speciale bepalingen opgenomen inzake de gemeentebedrijven. Art. 252, le lid schrijft voor, dat ten aan zien van de door den Raad onder goedkeu ring van Gedeputeerde Staten aangewezen takken van dienst, in de algemeene be grooting alleen worden opgenomen de ge raamde voor- en nadeelige saldo's, terwijl de artt. 253 en 265 aan de afzonderlijke be grootingen en rekeningen voor de bedrijven een wettelijken grondslag geven. B. en W. geven den Raad in overweging: a. aan te wijzen als takken van dienst, bedoeld bij art. 252 der gemeentewet; de gestichten Endegeest c.a., den Keurings dienst van Waren voor het district Leiden, het Openbaar Slachthuis, de Gemeentelijke Bank van Leening, den Reinigings- en Ont smettingsdienst, het Grondbedrijf, de Ste delijke Fabrieken van Gas- en Electrici- teit, het Gemeentelijk Radio-distributiebe drijf en het tijdelijk Gemeentelijk Wasch- bureau, zulks gerekend te zijn ingegaan 15 April 1931; b. als boekhoudkundige, belast met het deugdelijk verklaren van de cijfers der re keningen van de in art. 265 der Gemeente wet bedoelde takken van dienst, aan te wijzen: i lo. voor de gestichten „Endegeest" c.a., het Openbaar Slachthuis, do Gemeente lijke Bank van Leening, den Reinigings- en Ontsmettingsdienst en het Grondbedrijf: het Centraal Bureau voor Verificatie en fi- nancieele adviezen der vereeniging van Ne derlandsche Gemeenten; 2o. voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, waaronder begrepen het Gemeentelijk Radio-distributiebedrijf: het accountantsbureau van Joh. J. Moret le 's-Gravenhage 3o. voor het tijdelijk Gemeentelijk Waschbureau het accountantsbureau van mr. H. D. M. Knol te Leiden; 4o. voor den Keuringsdienst van Waren den hoofdcommies aan de financieele af- deeling der gemeentesecretarie 7 Was senaar. Verhooging leges. Zooals B. en W. den Raad in het voorstel tot verhooging van de opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelasting mede deelden, was bij hen als een der middelen tot versterking van de inkomsten van de gemeente een wijziging in overweging van de verordening, regelende de heffing van leges- en expeditiegelden ter Secretarie, bij het Oud-Archief en aan 'het Bureau van den Burgerlijken Stand, waarvan eene hoo gere opbrengst van 5000.— per jaar werd verwacht. B. en W. bieden den Raad thans het ontwerp tot herziening van die veror dening ter vaststelling aan. De voorgestelde wijziging beoogt in de eerste plaats invoering van leges op bouw vergunningen naar rato van de bouwkoi- ten en eene matige verhooging van de leges op hinderwetvergunningen, teneinde aldus een gedeeltelijke vergoeding te verkrijgen voor de werkzaamheden van Bouw- en Wo ningtoezicht en Gemeentewerken, voor zoo ver die werkzaamheden aan de direct, be langhebbenden ten goede komen. De Com missie van Fabricage kan zich vereenigen met de algemeene strekking van de wijzi ging ten aanzien van de bouwvergunningen en in het bijzonder met het ontworpen ta rief, dat gelijk is aan de te Amsterdam en 's-Gravenhage geldende tarieven en lager dan die van onderscheidene andere ge meenten, waar de leges voor bouwvergun ningen ook worden geheven naar rato van de bouwkosten. Verder komt het B. en W. gewensehfc voor de rechten voor huwelijksvoltrekkin gen, welke geschieden op anderen tijd, dan voor kostelooze voltrekking is bepaald, eenige verhooging te doen ondergaan, even als het tarief voor nasporingen bij abonne ment. terwijl, omdat de behoefte daaraan is gebleken, een tarief is opgenomen voor abonnementen op dagelijks uit te geven lijs ten, vermeldend© de in de gemeente plaats gehad hebbende geboorten, huwelijksaan giften, huwelijken en sterfgevallen. Met het oog op de voorgenomen invoe ring van een ander systeem voor controle op de verantwoording van de ontvangen leges door middel van op de stukken te be vestigen zegels, vermeldende het bedrag der verschuldigde leges, verdient het voorts aanbeveling de te heffen bedragen voor de daarvoor in aanmerking komende stuk ken meer uniform te maken; om een te groote verscheidenheid van zegels, welke voorhanden moeten zijn, te voorkomen. Do in verband hiermede voorgestelde verhoo ging van rechten voor die stukken is alles zins door de aan de diensten verbonden werkzaamheden gewettigd, aldus B. en W. VERGADERING VAN OBLIGATIEHOUDERS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6