23ste Jaargang
DINSDAG 7 JUNI 1932
No. 7220
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Samenspreking genoeg geen samenwerking
^e£eidóclie0oii/wmt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 éent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel.
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
V In den tijd van boete en
De Paus heeft de katholieke wereld op
geroepen tot een week van boete en ge
bed gedurende het octaaf van het feest
van het Heilig Hart van Jezus1 (310 Juni);
Hij wil, dat wij onder dit octaaf ons geoor
loofde ontspanningen ontzeggen, dat wij het
beginnen of besluiten met een vrijwilligen
De Paus wijst er op, dat wij, om van God
redding uit den nood af te sineeken, twee
middelen zullen aanwenden: boete en ge
bed!
Boete en gebed.
Terwijl de wereld, ondanks den branden
den ernst van den tijd, als een bezetene
ronddraait in redelooze dwaasheden..
Men leze uit de „N. B. Crt." van heden
ochtend
Men meldt ons uit Amsterdam:
Er zijn wel eens mejischen, zelfs be
roemdere mensohen, onopgemerkter onze
stad langs het Damrak binnengekomen
dan Josephine Baker dezen koudensJuni-
avond.
Op het derde perron was- het reeds
stampvol, toen de Duitsche trein om 10
minuten over 8 de overkapping binnen
schoof; een zeer gemengd publiek van
autoriteiten, waaronder natuurlijk de
directie van het Theater Carré, waar de
revuester de komende dagen de gast is,
talrijke fotografen, dienstdoende en niet-
dienstdoende leden van het kruiers-gilde
en nieuwsgierig volk.
Buiten was het heele plein zwart van
belangstellenden. Een onofficieele eere-
wacht van jongelieden wierp allerhande
bloemen in den open landauer met vier
met pluimen versierde paarden bespan
nen, waarin zij onder luid gejuich van de
menigte plaats nam. Een minuut later
waren alle bloemen reeds weer langs den
omgekeerden weg van hun herkomst on
der het volk verdeeld en talrijken konden
dezen avond met een souvenir gelukkig
gemaakt huiswaarts keeren.
Naast haar zaten haar beide kleine
hondjes Coco en Fifl, tegenover haar de
directie van het theater Carré. Vooraf
gegaan door bereden politie werd een rij
toer door de stad gemaakt, waarbij Jo
sephine's rijtuig gevolgd werd door tal
rijke toerauto's, met de leden van haar
gezelschap en de „Baker boys" en voorts
door een zeer groot escorte vrijwilligen,
zoodat het verkeer in de binnenstad ge-
ruimen tijd ontwricht was. Bij het Carl
ton stonden vele duizenden, die door de
politie nauwelijks in bedwang gehouden
konden worden. Alsof zij een vorstin was,
sprak zij de menigte voor het open raam
van de eerste verdieping eenige woorden
toe, waarop een luide ovatie volgde. Hoe
wel zij zeer vermoeid was op reis van
Lausanne hierheen, had zij in -het geheel
niet geslapen was zij toch nog genegen
ons even te ontvangen en ons haar vreug
de te betuigen over deze hartelijke ont
vangst.
En in een enthousiast verslag in de
„Tel." lezen we:
De stoet stelt zich in beweging en Jo
sephine, naast wie de heer Wunnink
heeft plaats genomen, gooit haar pas
gekregen bloemen aan alle zijden naar
het wuivend en met hoeden zwaaiend
publiek. In kalme draf gaat het dan
langs het Damrak naar den Dam, waar
het bij de Kalverstraat bijna geen door
komen is. En de revuester lacht en wuift
maar, geeft mild haar aanstekelijke lach
van nog niet geheel bedorven natuurkind
aan ons nuchterlingen, die 't eerst gek
vonden om te gaan kijken, maar 't nu
toch ook leuk vinden en even de charme
voelen van deze uitbundige vroolijkheid.
„Een nog niet geheel bedorven natuur
kind"Misschien in vergelijking met het
volk, dat haar met plat-domme geestdrift
om jubelt!
Zal God niet veel boete en gebed verlan
gen aan den eenen kant der weegschaal,
waar aan den anderen kant zoo veel zon
de en redelooze dwaasheid liggen opgesta
peld?....
STEUN AAN DE
MELKVEEHOUDERIJ.
STEUN GEHEEL TEN GOEDE VAN
DE VEEHOUDERS.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
aan de Eerste Kamer, inzake het ontwerp
betreffende tijdelijke maatregelen tot hulp
verleening aan de melkveehouderij.
Met de enkele leden, die ernstig be
zwaar hebben'tegen dit ontwerp, is de mi
nister het in zooverre eens, dat het huidige
distributiestelsel niet volmaakt is; evenwel
de juistheid hunner bewering, als zou de
noodtoestand, waarin het veehouderij- en
zuivelbedrijf zich thans bevindt, een gevolg
zijn van dat stelsel, meent hij toch wel zeer
in twijfel te mogen trekken. Dien twijfel
strekt hij ook uit tot de juistheid hunner
oplossing, om te geraken uit de moeilijk
heden, die zich voordoen. Naar zijn mee
ning toch is het resultaat, hetwelk hij be
oogt door het menggebod, niet te bereiken
door een cijnsheffing gepaard met den ex
port van groote hoeveelheden boter. Im
mers de moeilijkheden, waarin wij thans
verkeeren, zijn juist voor een zeer groot
deel toe te schrijven aan de belemmeringen
welke dezen export in den weg worden ge
legd.
Het is naar "s ministers meening niet te
ontkennen, dat aan de veehouders, voor
wie de steun bedoeld is, deze steun, zoo
niet steeds, dan toch bijna steeds, geheel
ten goede zal komen. Dit zal niet alleen
het geval zijn in die gebieden, waar uitslui
tend coöperatieve boterfabrieken bestaan,
doch ook elders; het ontwerp bevat ten
deze stellige bepalingen. Alleen dan zal er
sprake van kunnen zijn, dat particuliere
boterfabrieken en handelaren profiteeren,
wanneer de boterprijs mocht stijgen boven
het in uitzicht gestelde niveau; dit sluit
echter weer in zich, dat alsdan normale
toestanden zijn teruggekeerd en er in het
geheel geen hulpverleening meer noodig is.
Een verhooging van de boterprijzen,
welke niet gepaard gaat met een verhoo
ging der prijzen van margarine, zou naar
de meening van den minister niet doeltref
fend zijn.
Een eenigszins voldoende hulp aan het
veehouderij- en zuivelbedrijf, door directen
steun van de regeering acht de minister
niet mogelijk. De daarvoor benoodigde be
dragen zijn uit de belastingen niet te ver
krijgen, zelfs niet, indien volstaan werd
met een veel geringere hulpverleening dan
het ontwerp beoogt. Overigens heeft dit
ontwerp geen andere strekking dan slechts
de strikt noodzakelijke hulp te verleenen
zoodat bij volledig slagen niet meer dan de
noodzakelijke productiekosten worden ge
dekt.
.Aan allen nood tegemoet komen dan ook
de regeering niet. Intusschen heeft zij een
open oog, ook voor de moeilijkheden, die in
andere bedrijven dan het landbouwbedrijf
worden ondervonden.
De middenstand in het algemeen behoort
naar het oordeel van den minister tot die
groepen die, hoezeer ook getroffen, toch re
latief nog wel het minst van de huidige cri
sis te lijden hebben.
Het zal o.m. het- streven der regeering
zijn nauwkeurig toe te zien op hetgeen ten
aanzien van den afzet naar het buitenland
kan geschieden Ook in dit opzicht is even
wel ten aanzien van den opslag van boter
in koelhuizen, de in oprichting zijnde Cri-
sis-Zuivel-Centrale reeds werkzaam ge
weest, hetgeen mede er toe heeft bijgedra
gen, dat de afzet van boter naar de Engel-
sche markt weer op beperkte schaal is kun
nen worden ter hand genomen.
De Minister hoopt en vertrouwt, dat het
aldus niet noodig zal zijn, meer boter in de
margarine te mengen, dan thans 't voorne
men is, zelfs niet al wordt op groote schaal
overgegaan, om de kaasproductie om te zet
ten in een boterproductie, een omzetting
overigens, die den minister evenzeer drin
gend noodig als in het belang der kaaspro
ducenten toeschijnt. Op deze wijze toch al
leen kan de zekerheid geschapen worden,
dat onder zoo veranderde omstandigheden
een voldoende afzet tegen loonende prij
zen voor de resteerende Nederlandsche
kaas in het buitenland zal kunnen worden
verkregen.
MARGARINE.
De minister acht het noodzakelijk ook
het artikel margarine onder de regeling te
betrekken.
De daling van de prijzen der margarine
heeft geen gelijken tred gehouden met die
van zuivelproducten, zoodat de normale
prijsverhouding tusschen boter en marga
rine, ten nadeele van de margarine, ver
stoord is geworden. Zulks heeft er mede toe
geleid, dat de margarine een belangrijk deel
van haar debiet aan boter heeft moeten af
staan.
Met nadruk wenscht de minister er op te
wijzen, dat hij bij de hulpverleening aan de
VIER GROOTE INTERNATIONALE CONFERENTIES.
Povere vooruitzichten, zoolang de offervaardigheid ontbreekt.
Hoe meer de wereld praat, hoe slechter
de toestand wordt. Men praat over Ontwa
pening en bewapent zich tot het uiterste.
Men praat over onderling vertrouwen
en nog nooit was het wantrouwen tusschen
de naties grooter dan nu.
Men praat over zoo spoedig mogelijke
terugkeer tot normale handelstoestanden
en men trekt tariefmuren op, die eiken han
del haast onmogelijk maken.
Men praat over de noodzakelijkheid om
alle krachten der naties te concentreeren
ten einde aan een algemeene chaos te ont
komen en men trekt zich meer en meer
terug in enghartig nationalisme.
Men praat, praat, praat.
Nauwelijks is de eene conferentie in een
mislukking geëindigd of de andere staat
alreeds voor de deur.
Nog nooit heelt de wereld zoozeer ge
voeld, dat zij met al haar veelheid \ian vol
ken een eenheid is, dat zij één groot orga
nisme is, welks deelen op elkaar zijn aan
gewezen en van elkander afhankelijk zijn.
Vandaar die steeds menigvuldiger wor
dende reeks van conferenties en bijeenkom
sten. Het volkenmiddelpunt Genève is niet
groot genoeg meer, alle andere hoofdsteden
moeten zich beschikbaar stellen om aan den
geweldigen drang tot oenfereenen te vol
doen.
De internationale samen spreking be
leeft thans een gouden tijd, doch de inter
nationale samen werking verkeert nog
in de ijzeren eeuw van baar' ontwikkeling:
stug, stroef, stootend.
Waar men praten zal.
Vier groote internationale conferenties
zal de menschheid binnenkort weer te be
leven krijgen.
Te Genève: de ontwapeningsconferen
tie.
Te Lausanne: de conferentie ter be
spreking van de befaamde oorlog- en her-
stelschuldenkwestie.
Te Ottawa: de conferentie tusschen
de landen van het Britsche wereldrijk.
Te Londen: een groote economische
wereldconferentie.
Laten we Genève en Ottawa thans bui
ten beschouwing en bepalen wij ons tot de
vooruitzichten van Lausanne en Londen.
Lausanne.
In Lausanne zullen half Juni de Europee-
sche mogendheden hun houding hebben te
bepalen ten opzichte van de schulden
kwestie.
Het jaar van het Hoover-moratorium
loopt ten einde. De betalingen dienen her
vat te worden, althans er dient een rege
ling te worden getroffen, hoe dan ook.
Amerika, dat zich gehaast heeft, om den
landen, wien het verleden jaar uitstel van
betaling verleende, thans de rekening voor
dit nobele gebaar te presenteeren, zal daar
niet tegenwoordig zijn. Dit groote land
heeft nog altijd de gedachte bij zich, dat
het los staat van de overige wereld, dat het
zich zelf genoeg is. Een typisch Amerikaan-
sche zelfoverschatting, die het gevolg is
van de mentaliteit om alleen belang te
stellen in eigen Amerikaansche aangelegen
heden, gepaard aan een grove onkunde be
treffende de rest van de wereld.
Amerika heeft aan Europa geleend, Euro
pa moet betalen. Hoe de Europeesche mo
gendheden dat geld bij elkaar krijgen, daar
over bekommert Amerika zich niet; dat
moeten zij zelf maar uitvechten. Moeten zij
maar wat minder aan bewapening uitgeven.
Amerika blijft dus op z'n standpunt
staan.
Duitschlands politieke ontwikkeling der
laatste dagen laat geen twijfel over: het
zal ter conferentie z'n zakken binnenste
buiten keeren en betoogen, dat het niets
meer heeft en dus geen oent meer betalen
kan.
Tot vóór het Hoover-moratorium was
Duitschland het land, dat^aan de overwin-
naar-staten het geld verschafte, dat deze
aan Amerika hadden af te betalen.
Voortaan zullen deze betalingen uit eigen
zak moeten geschieden.
Zullen de crediteur-staten zich bij het
onvermijdelijke neerleggen en Duitschland
kwijtschelding verleenen?
Het is al zeer onwaarschijnlijk, gezien
de houding van Amerika. Men zal de moei
lijkheid versohuiven en noodgedwongen uit
stel van betaling toestaan. De onzekerheid
zal dan blijven hangen rondom het interna
tionale handelsverkeer en belemmerend
blijven werken op het herstel van normale
toestanden.
Dat is het vooruitzicht van Lausanne.
Ook al mislukt de conferentie niet, dan nog
kunnen wij aan een „definitieve" regeling
voorloopig niet gelooven. Uitstel is het
eenig bereikbare en de resultaten der con
ferentie zullen, des te gunstiger zijn naar
mate dat uitstel zich over een grooter tijds
ruimte uitstrekt.
Londen.
Waarschijnlijk in het najaar volgt dan de
economische wereldconferentie te 'Londen.
Aan deze conferentie wil Amerika wel
meedoen, maar natuurlijk mag daar niet
gesproken worden over „binnenlandsche''
aangelegenheden van Amerika. En tot deze
binnenlandsche aangelegenheden rekent
Amerika op de eerste plaats de kwestie
der oorlogsschulden en op de tweede plaats
zijn tarievenpolitiek.
Wij gaan dus te Londen praten over de
redding van het zinkende schip, maar twee
groote gaten, waardoor het water met
kracht naar binnendringt, mogen niet ge
stopt worden. Practische maatregelen, die
voor het grijpen liggen, mogen niet worden
genomen, zelfs niet worden overwogen. Dat
er indertijd eens een wereldconferentie was,
die eenstemmig en dat wil wat zeggen
het allerdringendst advies gaf om zoo
spoedig mogelijk de ongelukkige tariefmu-
ren neer te halen Amerika wenscht zich
dat niet fte herinneren en zich daaraan ook
niet te storen.
Het waren ook slechts deskundigen, wier
bevoegdheid niet verder ging dan advisee-
ren.
In plaats van practische maatregelen te
treffen zal men te Londen aankomen met
min of meer fantastische lapmiddelen, met
grootsch opgezette plannen, die in het gun
stigste geval door een commissie moeten
worden onderzocht.
Er zal zich een academisch debat ont
spinnen over de mogelijkheid van een inter
nationale prijsstabilisatie, over de doeltref
fendheid van een klein beetje inflatie, de
een zal productiebeperking adviseeren, de
ander misschien een soort vereenigde staten
van do wereld; de een zal internationalo
afspraken bepleiten en dé andere regionale
overeenkomsten.
De wil tot offervaardigheid ontbreekt,
dat is het groote gebrek. Dat is tot uiting
gekomen in alle conferenties en heeft tot
de mislukking ervan geleid. Het zou wel
een wonder zijn, wanneer Londen een an
der schouwspel zou te zien geven.
Allen zijn geroepen, om offers te bren
gen, zeido dezer dagen de Italiaansche mi
nister van buitenlandsche zaken Grandi tij
dens een belangwekkende rede in den Se
naat. Een voorbeeld geven is het eenigsto
middel, om de vertrouwenscrisis op te los
sen. Mr. H. G.
melkveehouderij ook niet de belangen van
de margarine-industrie uit het oog verliest.
In dit verband zij opgemerkt, dat de regee
ring het als haar taak beschouwt, er voor
te waken, dat niet andere spijsvetten in den
handel worden gebracht, welke de plaats
van margarine kunnen innemen.
ANDER'E MAATREGELEN.
De minister onderschrijft de meening,
dat met het aanhangige wetsontwerp op
landbouwgebied nog geenszins al
les is gedakn, wat behoort en
kan geschieden en dat ook nog an
dere belangrijke takken van bedrijf in
groote verlegenheid verkeeren. Met name
de positie van zand- en veenboeren,
heeft de volle aandacht van den minister.
Hij stelt zich dan voor, dat binnenkort
zal kunnen werden ingediend een wetsont
werp, dat de varkenshouder ij uit
haar diep verval zal vermogen op te rich
ten. Indirect zal zulks de rogge ten goede
kunnen komen. Overigens is de kwestie
van steun voor de rogge alsook voor de ha
ver, beide ingewikkelde vraagstukken, in
onderzoek.
Op de vraag, of onder spijsvetten ook reu
zel en spek vallen, antwoordt de minister
tenslotte, dat slagersreuzel gesmolten of
ongesmolten en ook spek gerekend wor
den, daaronder niet te vallen.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Rijksdagverkiezingen vastgesteld op 31
Juli. (2e blad).
Brünings antwoord op de regeerings-ver-
klaring van von Papen. (2e blad).
In Chili is het weer rustig. (2e blad).
BINNENLAND.
De regeering en de steun aan den land
bouw. (lste blad).
Verkiezing lid Gedj. Staten Zpid>-Ho<.
land. (lste blad).
Overleden is Pastoor C. J. Karskens te
Wervershoef. (Kerkn., 2de blad).
HILLEGOM.
GOUDEN JUBILEUM.
Zaterdag zal de bloemistarbeider Corn,
v. d. Aardweg, Havenstraat alhier, het
zeldzaam feit herdenken dat hij 50 jaar
onafgebroken werkzaam was bij de firma
Wittean, alhier. Des morgens zal deze zeld
zame gebeurtenis kerkelijk worden gevierd.
DE EERSTE KAMERVERKIEZINGEN.
De Chr.-Hist. candidatenlijst van
Zuid-Holland.
De C'hr.-Hist. Statenclub van Zuid-IIol-
land heeft, naar de Nederl. meldt, de vol
gende candidatenlijst voor de verkiezing
van leden van de Eerste Kamer vastge
steld:
1. Mr. A. v. d. Hoeven, te Rotterdam;
2.jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar, te Was
senaar; 3. H. van Boeijen, te Voorburg;
4. prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, te
Wassenaar; 5. J. M. Krijger, te Vriezen-
veen; 6. prof. dr. J. de Zwaan, te Leiden;
7. B. van Eest eren, te 's-Gravenhage; 8.
mr. dr. J. van Bruggen, te Dordrecht.
INAUGUREELE REDE VAN PATER
PROF. DR. GERLACH ROYEN O.F.M.
Gistermiddag om 2 uur aanvaardde Pa
ter Gerlach Royen O.F.M., lid der Kon.
Academie van Wetenschappen, het buiten
gewoon hoogleeraarsambt in de algemeene
en vergelijkende taalwetenschappen aan de
Rijks-Universiteit te Utrecht met het uit
spreken van een rede over Simplisme en
Dilettantisme.
Spr. besloot met zijn ambt te aanvaar
den onder Gods onmisbaren zegen, dankte
curatoren en professoren, onder wie bijzon
der prof. van Hamel, die hem inleidde in
de Keltologie, prof. de Vooys, medestrijder
voor de vereenigvoudigde spelling, den
Leidschen prof. v. Wijl voor diens lessen
in het Slavisch en Baltisch, en zeer in 't
bijzonder zijn ouden leermeester prof. Uh-
lenbeck en betuigde zijn innigen dank aan
zijn klooster-oversten, „voor de ruime on
bevangenheid", waaronder zij hom heb stu-
deeren op breeder basis hadden mogelijk
gemaakt.
Behalve door do curatorén, onder wie
wij mr. A. baron van Wijnbergen opmerk
ten, werd de plechtigheid oui. bijgewoond
door den Hoogeerw. pater Regalatus Ha-
zebroek, die den Provinciaal der Francis
canen verving, daar deze wegens ziekte
was verhinderd. Verder waren aanwezig
pater Simon Bennebroek, oud-Provinciaal
der Franciscanen, pater dr. Caecilianus
Huigens, pater dr. B. de Goede O.F.M. dir.
It. K. H.B.S. te Leiden; do professoren dr.
D. Fransos O.F.M. en dr. T. Brandsma
O.C. der Nijmeegsche Universiteit, prof.
P. Groenen en dr. J. Sassen O.P.
Na de rede had een zeer druk bezochte
receptie plaats, terwijl den hoogleeraar in
familiekring 's avonds een diner werd aan
geboden, waar pater Hazobroek het woord
voerdo en een bijzonder woord van dank
sprak tot pref. R. Ligtenberg O.F.M., we
gens diens verdiensten op wetenschappelijk
terrein en pater dr. J. Rernoen O.F.M. in
i gevoelvolle woorden herdacht.