ZATERDAG 4 JUNI 1932
No. 7218
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BINNENLAND
Retraiten voor den Middenstand
23ste Jaargang
S)e£cid6eHe6oii^amt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franoo per poet f2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
bet dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Dit nummer bestaat uit vijf bladen
waaronder geïllustreerd Zondags
blad.
V Wsggejaagd.
Drie raadsleden der S. D. A. P. in den
Amsterdamschen Baad zijn naar huis ge
stuurd, n.l. de heeren Van den Bergh, Ossen-
dorp en Polak, omdat zij hebben gestemd
voor tijdelijke loonkorting, terwijl op een
Federatievergadering der S. D. A. P. te
Amsterdam een ander besluit was geno
men.
De leider der S. D. A. P., de heer Albar-
da, merkte onlangs op, dat het „aan man
nen en vrouwen van karakter onmogelijk
zal worden gemaakt, een vertegenwoordi
gende functie te bekleeden, als de neiging
veld wint, om hun een bepaalde houding te
doen voorschrijven".
Die onmogelijkheid ie, na wat te Am
sterdam is gebeurd, in de S. D. A. P. heel
dicht bij de werkelijkheid genaderd, zoo
zij er al niet aan gekomen is.
En daarom is het te Amsterdam voorge
vallene van zoo groote beteekenis.
Het is typeerend voor een zekere deca
dentie, een zekere verwording. Afgevaar
digden, op wier bekwaamheid en geschikt
heid overigens niets wordt aangemerkt,
worden op staanden voet van bun zetels
weggejaagd, als hadden zij een mie-
drijf begaan - omdat zij als verantwoor
delijke gemeentebestuurders niet stemden
in overeenstemming met de op vergaderin
gen van hun Partij uitgesproken meening
Inderdaad, indien afgevaardigden een
dergelijke bejegening boven het hoofd
hangt, wordt het voor mannen en vrouwen
van karakter wel moeielijk, zoo niet onmo
gelijk, een vertegenwoordigende functie te
bekleeden.
V Iets anders.
Op de jongste Partijraadsvergadering der
B. K. Staatspartij is aangenomen een mo
tie-Utrecht, die ook nog na aangebrachte
verzachting een afkeuring inhield van
het beleid van eenige katholieke Eerste-
Kamerleden, die tegen de Pachtwet hebben
Naar aanleiding hiervan schrijft prof.
van der Grinten in de „Tijd":
De afgevaardigden hebben zidh te ge
dragen naar het partijprogram.
Wat echter de concrete toepassing aan
gaat, moet de politieke partij den afge
vaardigden niet een bepaalde gedrags
lijn voorschrijven.
Een dergelijk beïnvloeden in concreto
van de afgevaardigden door de partij
zou aldra ontaarden in bet geven van
instructies en dit zou ons terugbrengen
tot bet verlaten stelsel van. het impera
tieve mandaat. De voorbeelden, die men
daarvan bij een onzer politieke partijen
ziet, vinden terecht afkeuring. Men zou
daardoor de functie van afgevaardigde
verlagen tot die van een automaat. Welk
man van karakter zou zich daarvoor wil
len leenenï
Het partij-program moet het eenig
richtsnoer zijn; binnen de grenzen van
dit program moet de partij de volkomen
vrijheid van den afgevaardigde eerbie
digen.
Men zou ons kunnen vragen: komt wat
ter Partijraadsvergadering te Utrecht ge
schied is niet op hetzelfde neer als wat
hierboven in de S. D. A. P te Amsterdam
sterk wordt afgekeurd?
En daarop antwoorden we beslist:
neen.
Wij laten momenteel in het midden, of
er al dan niet voldoende reden was voor
de aanneming van de motie-Utrecht; dat
is nu niet aan de orde.
Wij willen hier alleen als onze meening
uitspreken, dat het heel iets andere is, af
gevaardigden op staanden voet weg te ja
gen, als hadden zij een misdrijf begaan, of
TWEEDE KAMER
HET WETSONTWERP-WIJNKOOP. DE PREMIEBETALING
VOOR DE SOCIALE VERZEKERING. NIET MINDER DAN
VIJF MOTIES.
Het begin der vergadering van gisteren
gaf reden tot verheugenis. Dat hadden wij
te danken aan den altijd tactischen Voor
zitter, die de Kamer een afzonderlijke
behandeling wist te besparen van een in
terpellatie Cramer (S.D.A.P.) over den
derden kruiser voor Indië. De Voorzitter
was van oordeel, dat deze zaak behandeld
zou kunnen worden bij de eerlang aan de
orde komende suppletoire begrooting voor
Ned. Indië. Hij gaf toe, dat rekening moest
gehouden worden met de mogelijkheid van
aanbesteding van dezen kruiserbouw voor
de behandeling dezer suppletoire Daarom
was hij in overleg getreden met de regee
ring, die zich had bereid verklaard, de aan
besteding uit te stellen tot deze zaak in
de Kamer aan de orde zou zijn geweest.
Mits dit dan zoo spoedig mogelijk zou ge
schieden. Zijnerzijds had de Voorzitter be
loofd dit te zullen bevorderen, zoodat het
nu mogelijk was eerstdaags ook zonder in
terpellatie deze kwestie te behandelen. De
heer Cramer legde zich hierbij neer.
Onze gisteren uitgesproken verwachting,
dat de heer W ij n k o o p (C.P.) het voet
spoor van zijn partijgenoot de Visser wel
licht zou volgen, is bewaarheid. De tweede
Communist heeft een redevoering gehouden
van ruim l1/;» uur, welke met het ingedien
de wetsontwerp voor een groot deel slechts
in verwijderd verband stond, doch waarin
hij de gelegenheid had, in den breede uit
te weiden over het kapitalistische stelsel en
deszelfs dreigende ondergang en over aller
lei, met crisissteun en werkverschaffing
verband houdende maatreaelen, mitsgaders
over de houding, welke de Begeering en de
verschillende partijen, vooral de S.D.A.P.
natuurlijk, ten aanzien daarvan innamen
Aangezien buiten de communisten niemand
over het wetsontwerp het woord vroeg,
werd dadelijk tot de behandeling der ar
tikelen overgegaan. Wijnkoop vroeg hoof
delijke stemming over art. 1 dat verworpen
werd met 61 tegen 2 stemmen, waarna hij
het wetsontwerp introk.
Het overige gedeelte van den dag werd
al weinig beter besteed dan met de behan
deling van Wijnkoops wetsvoorstel het ge
val was.
De heer D uy s (S.D A.P.) had een motie
voorgesteld, tot strekking hebbende, alle
werkgevers, die voor minder dan 15CHJ gul
den in de inkomstenbelasting zijn aange
slagen, vrij te stellen van de premiebeta
ling voor de sociale verzekering. Zooals bij
den heer Duys meestal het geval is, schuil
de er in deze motie een stuk partijpropa-
ganda. Door deze motie immers zouden zeer
vele boeren van premiebetaling worden
vrijgesteld. En dientengevolge zou de S.D.
A.P., die alle maatregelen voor steun aan
de boeren verwerpt, in staat zijn met het
indienen dezer motie reclame te maken. Na
tuurlijk lieten andere partijen, die op de
gunst der bóeren-kiezers speculeeren, zich
deze vlieg niet afvangen en zoo zag men in
bet £ebat achtereenvolgens 5 moties gebo
ren worden, de een al van verdere strek
king dan de andere. Het debat zelf stond
verre van op hoog peil, moest ten deele
zelfs een beschamenden indruk maken.
Trachtte de heer Duys nog zakelijk te blij
ven en te betoogen, dat de kleine onderne
mers er dikwijls erger aan toe zijn, dan de
arbeidérs, waarvoor zij premie moeten be
talen; de dat grondslagen der sociale ver
zekering niet werden aangetast, omdat ook
thans voor menigeen de premie door ande-
reij wordt betaald, en dat de administra
tiekosten door het uitschakelen der kleine
patroons van de premiebetaling aanzienlijk
kunnen worden verminderd de heer D r.
Vos (V.B.) verliet het enge terrein der
motie, om zich te begeven in een bespre
king van de moeilijkheden welke de sociale
verzekering althans voor het bedrijfsleven
oplevert. Zijnerzijds kwam hij met een mo
tie voor den dag, welke de strekking had,
aan te dringen op algemeen Staatspenioen.
Een graatje erger nog maakte het de
heer Braat (P.B), die zelfs kans zag het
slachten van een „big, wat je zelf gemaakt
heb'' in de slachthuizen bij deze kwestie
te betrekken, en die tenslotte zijnerzijds
een motie voorstelde om de premiebetaling
der sociale verzekering te brengen ten laste
van de fondsen dier verzekering zelf.
Ongetwijfeld veel beter was de rede van
den heer W e i t k a m p (C.H.), die echter
ook betoogde, de de premie, welke de boe
ren voor de sociale verzekering moesten op
brengen, ook al bedroeg die „slechts" 60 of
70 gulden, in de gegeven omstandigheden
veel te zwaar drukte. De heer Weitkamp
opperde het in een motie neergelegde denk
beeld, dat de Staat zou overgaan tot het op
richten van toeslagfondsen om daaruit de
sociale verzekeringspremie te betalen voor
hen, die tot deze betaling niet in staat zijn.
Niet ten onrechte be ^>gde de heer Van
Voorst tot Voorst (R.K.), dat de
S.D.A.P eerst zich kantte tegen alle maat
regelen, die de boeren in staat moesten
stellen, de verzekeringspremiën te betalen,
welke moeten geacht worden tot de nor
male bedrijfslasten te behooren, en daarna
met voorstellen kwam als deze, om hen van
die abnormale bedrijfslasten vrij te stellen.
Maar als de boeren toch niets verdienen en
dus ook de premiën der verzekering niet
zouden kunnen betalen, wat hebben zij dan
aan een vrijstelling, vroeg de heer van
Voorst tot Voorst.
Het allerbontst maakte het wel de heer
Kersten (S.G.), die in een ophitsende
redevoering de Begeering verweet, dat zij
door de sociale verzekeringspremie te blij
ven heffen de boeren uitperste en tot wan
hoop dreef, om daarna te verklaren, dat hij
altijd berusting predikte opdat het volk
zou zeggen: De Heere heeft gegeven, de
Heere heeft genomen Ook de heer Kers
ten had natuurlijk zijn motie, en deze had
tot strekking de sociale verzekering af te
schaffen. Zij was het weinig verheffende
einde van een nog minder verheffend debat.
EERSTE KAMER
PACHTWET AANGENOMEN.
De Eerste Kamer heeft gisteren zonder
hoofdelijke stemming aangenomen het ini
tiatief-voorstel van de heeren Ebels en Oud
in zake het scheppen van een regeling voor
ontheffing of vermindering van pacht ten
behoeve van de door de crisis getroffen
pachters na lange redevoeringen.
De voorzitter heeft medegedeeld, dat hij
de Kamer vermoedelijk tegen Woensdag
weer zal bijeenroepen ter behandeling van
het wetsontwerp tot tijdelijke hulpverlee
ning aan de melkveehouderij.
over een concreet optreden van afgevaar
digden afkeuring uit te spreken en zelfs
hen bij een periodieke verkiezing om dat
optreden niet opnieuw te oandideeren.
Men moet met zulk een afkeuring, in
woord of zelfs in daad, wel heel voorzichtig
zijn, omdat etr ontegenzeggelijk het gevaar
in ligt, dat prof. van der Grinten signa
leert. Maar in zich verkeerd is het, van
zelf sprekend, niet; en er kunnen omstan
digheden zijn, die het gewensoht en tot
plicht maken, de eerbiediging van de volko
men vrijheid van den afgevaardigde niet
zóó lang ongerept to laten, als prof. van
der Grinten schijnt te verlangen.
Doch, hoe men het ook bekijkt, wat te
Utrecht is geschied is iets anders, dan
de voorbeelden, die men bij een onzer poli
tieke partijen de S. D. A. P. ziet!
St. Clemens Retraitenhuis Noordwijkerhout
Dinsdag 28 Juni1 Juli, Heeren Midden
stand.
Dinsdag 58 Juli Gehuwde Dames Mid
denstand.
Zaterdag 69 Aug. Jonge Middenstan
ders.
Dinsdag 9—12 Aug. Ongehuwde Dames
Middenstand.
Zaterdag 1619 Aug. Jonge Middenstan
ders.
Vergoeding 10.
Aanmelding bij den Directeur:
Pater A. M. J. LOURIJSEN C.ss.R.
Tel. 6048.
DU ITSCHE NOODVERORDENING OP
HET CADEAU-STELSEL.
Benamingen als „cadeau", „gratis-toegift"
e.d. wettelijk verboden.
Het Nationaal Comitó tot beteugeling
van het Cadeaustelsel verzoekt mededeo-
ling van het volgende:
Op 10 Juni a.s. treedt iin Duitschiand de
noodverordening op het oadeaustelsel enz.
in werking, waardoor o.a. het geven van
oadeaux verboden wordt, tenzij de oadeau-
gever de kooper in de gelegenheid stelt om
in plaats van het aangeboden cadeau, een
bedrag in geld te ontvangen, welk bedrag
niet kleiner mag zijn dan de aankoopprijs
van het z^g. cadeau.
De cadeaugever ia verplicht om ten op
zichte van ieder cadeau het daarvoor naar
keuze van den kooper te verlangen bedrag
in contanten, in cijfers aan te geven. De
oadeaugever mag bij het aanbieden van
toegiften noch spreken van geschenken,
noch den indruk probeeren te wekken, dat
inderdaad van een gratis toegift of iets
dergelijks sprake ia.
Nog vóór deze wet in werking treedt,
blijkt echter reeds uit een uitapnaak van
den Duitschen Rijksminister van Financiën,
cLd. 16 April 1932 gedaan in een schrijven
aan de „Reichsausschuss für das Zugabever-
bot e. V." dat, als een gevolg van het niet
wettelijk erkennen van oadeaux, deze tot
den omzet gerekend worden en door den
caudeaugever als zoodanig moeten worden
opgegeven en daarover omzetbelasting
moet worden betaald. De bedragen in geld,
uitbetaald aan de koopers, die deze ver
kiezen in plaats van de aangeboden ca-
deaux, mogen echter van het omzet/bedrag
worden afgetrokken. Door dit bijkomstig,
belangrijk financieel nadeel voor den ca
deau-gever zal deze noodverordening op
het cadeaustelsel een veel sterkere belem
mering voor de verdere toepassing van dit
verkoopsysteem vormen, dan aanvankelijk
in kringen van belanghebbenden werd ver
wacht.
BEVOEGDHEID VAN TANDHEEL
KUNDIGEN.
De feiten motiveeren geen verschil tusschen
tandartsen en tandheelkundigen.
Aan de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp houdende regelen betref
fende de bevoegdheid der tandheelkundi
gen, ontleenen we het volgende:
Ware destijds een minder felle strijd tot
eiken prijs gevoerd door een groep geor
ganiseerde tandartsen, dan zou allicht bij
rustig overleg de juiste kennis van de fei
ten en het inzicht in wat de rechtvaardig
heid eischt, tijdig nog zijn verkregen.
Nu dat niet is geschied, kan de wetgever
zich niet ontslagen achten van zijne roe
ping, alsn-og recht te laten wedervaren, on
danks het verzet, dat van de zijde der tand
artsen, andermaal ontbrandt.
Wat de bevoegdheid betreft, zooals die
thans geregeld is, gaat het slechts om een
volstrekt onbeteekenende uitbreiding.
Steunende op de onvoldoende kennis van
de feiten, was de Regeering van gevoelen,
dat er verschil moest blijven bestaan tus
schen de tandartsen en tandheelkundige>n
betere kennis van de feiten heeft tot het
inzicht gebracht, dat handhaving van dit
verschil niet door de feiten gemotiveerd
wordt en niet rechtvaardig is.
Naar aanleiding van de opmerkingen in
het Voorloopig Verslag voert de Minister
aan:
Volgens het bekende arrest van den Hoo-
gen Raad van 9 Februari 1920, dat grond
slag iis geweest voor de bestaande wette
lijke regeling, behooren alle tandheelkun
dige handelingen, die bij de toepassing van
de volledige tandprothese werden verricht,
tot de toepassing van die prothese; bot al
die handelingen zijn de tandheelkundigen
thans bevoegd.
Er is in verband met de prothese niet
een scherpe scheiding tusschen de verschil
lende cmdordeelen van de tand heel kunst.
ZoodTa prothetisch werk veroischt wordt,
is de tandheelkundige feitelijk tot uitoefe
ning van de volledige tandheelkunst be
voegd; dat hij, los van prothese, daartoe
niet bevoegd is, is een anomalie, waarvoor
een redelijke verklaring niet is te geven.
De minister wijst er ook op, dat voor de
prothese, wanneer die met con ser vee re ri
de en preventieve verrichtingen gepaard
gaat, een even goede kennis en een even
goed inzicht noodig is als voor de conser-
veerende en preventieve behandeling op
zichzelve.
Ten onrechte wordt in het voorloopig
verslag in dit verband gesproken van een
uitgebreid wetenschappelijke opleiding. Dc
opleiding der tandartsen is een vakoplei
ding. Het tandheelkundig instituut is een
vakschool naast de universiteit. Nog nooit
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Heden zal de Rijksdag worden ontbon
den. Nieuwe verkiezingen waarschijnlijk
half Juli. (3de blad).
Nieuw kabinet-Herriot in Frankrijk. (3de
blad).
BINNENLAND.
Brand in de R. K. Dominicaner-kerk te
Nijmegen. (Gein. Berichten, 3de blad).
Loting voor den dienstplicht; voor lich
ting 1934 op 17 Juni a.s. (Ie blad).
GEÏLLUSTREERDE PAGINA
OVER HET IJSELMEER Bladz. S
GEÏLLUSTREERDE PAGINA
VOOR DE VROUW Bladz. tt
is in naam van de volksgezondheid tegen
onbekwame tandartsen te velde getrokken.
De eenzijdigheid, waarmede dit wel ge
schiedt tegen de 80 tandheelkundigen, on
der wie er verscheidene zijn, die do be
kwaamste tandartsen evenaren, ontneemt
aan de han tee ring van dit argument haar
waarde. Bij de groep waarom het hier gaat,
zijn de belangen der volksgezondheid even
veilig als bij de tandartsen.
WERKLOOZENRELLETJES TE
GOUDA-
Een vermanend woord van
den burgemeester. Zonder
incident ging men uiteen.
Na hetgeen zich gistermorgen in de
ochtenduren tusschen politie en werkloo-
zen te Gouda had afgespeeld was het te
voorzien, dat de rust des middags niet vol
komen zou zijn teruggekeerd.
Wederom concentreerde zich de belang
stelling op de Nieuwe Markt, waar het
gebouw der gemeentelijke arbeidsbeurs is
gelegen. De plaatselijke leiders der Onaf
hankelijk Socialistische en der Communis
tische Partij hadden het plan opgevat op
het Veemarktterrein een openluchtmeeting
te houden, teneinde te protcsteoren tegen
de gedragslijn, welke door den directeur
van Maatschappelijk Hulpbetoon is ge
volgd en tegen het optreden dor politie.
Reeds wilde een spreker het woord voe
ren, toen burgemeester E. G. Gaarlandt
ter plaatse verscheen en zich tot de ver
zamelde werkloozen waronder zich echter
vele -nieuwsgierigen bevonden, richtte met
een toespraak, waarin hij verzocht zich
niet te laten leiden door oproerige ele
menten en zich to de bevoegde instaintiea
te wenden, indien men meent reden tot
klagen te hebben. Hij ontraadde ten sterk
ste het gebruiken van geweld, daar de po
litie ter handhaving van de orde van alle
haar ten dienste staande middelen zal ge
bruik maken. Hij vroeg derhalve geen
wanordelijkheden te veroorzaken en liever
afleiding te zoeken in het visschen of een
anderen tak van sport.
Hij zeide het houden van openluchtme
tingen niet te kunnen toestaan en verbood
derhalve de voorgenomen meeting door
gang te doen vinden.
Tijdens de toespraak van den burgemees
ter klonk eenige malen links en rechts uit
de menigte „honger"-geroep, overigens be
waarden allen het grootste stilzwijgen.
Na het vertrek van den heer Gaarlandt
gingen de werkloozen uiteen.
„Msbd."
LOTING VOOR DEN DIENSTPLICHT.
Op 17 Juni.
De loting ter bepaling van den ingeschre
vene, die in elke gemeente of in elke groep
van gemeenten het eerst in aanmerking
komt om tot gewoon dienstplichtige te
worden bestemd, geschiedt in het open
haar voor de lichting 1934 op Vrijdag 17
Juni om 14 uur, te 's-Gravenhagc, in de
„Weeskamer', Binnenhof 8.
De loting geschiedt uit een getal genum
merde biljetten, overeenkomende met het
getal der personen, vermeld in het alpha-
betisch register der gemeente Amsterdam
van de lichting 1931.