Elfde vergadering
den Partijraad
MAANDAG 30 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
Aantal omschreven zetels
Prof. mr. P. J. M. Aalberse over
den algemeenen
toestand.
DE WIJZIGING DER LAGER-
ON DERWIJSWET.
Wi] hebben Zaterdag een kort verslag
geplaatst van het op Vrijdag verhandelde.
Aangenomen werd met 67 tegen 16 stem
men een motie-Utrecht inzake de
VERWERPING DER PACHTJWET.
Welke motie luidt:
„De vergadering van den Partijraad
der R. K. Staatspartij, kennis genomen
hebbende van de verwerping van het ont-
werp-Pachtwet door de Eerste Kamer der
Staten-Generaal
constateerende, dat deze verwerping
mede is veroorzaakt, doordat zes R.-K. le
den dier Kamer tegen het wetsontwerp hun
stem hebben uitgebracht.
betreurt ten zeerste, dat deze zes R.-K.
leden der Eerste Kamer, hun stem tegen
dit ontwerp-Pachtwet hebben uitgebracht;
besluit deze motie te publioeeren in de
pers;
en gaat over tot de orde van den dag".
De Partijraadsvergadering begon hier
na met de behandeling der wijziging van
HET KIESREGLEMENT.
Op het voorstel van het Partijbestuur
tot wijziging van het huishoudelijk regle
ment waren niet mindér dan 84 amende
menten ingediend. Er is natuurlijk geen
denken aan, dat wij al deze amendemen
ten en de urenlange discussies, die er over
gehouden zijn, kunnen opnemen. We vol
staan daarom met de beslissingen te ge
ven over de voornaamste punten.
Leiden had voorgesteld om aan de kies-
kringbesturen 20 in plaats van 10 dagen
tijd te geven om van advies te dienen over
samenvoeging van Rijkskieskringen, voor
de indiening van een officieel© lijst. Het
Partijbestuur ontraadde ten stelligste wij
ziging te brengen in de tijdstippen en ter
mijnen in het voorstel neergelegd. Het
voorstel-Leiden kon dan ook geen meerder
heid verwerven.
De Verkiezingsraad.
Evenmin kon het voorstel-Leiden om
den Verkiezingsraad dat is het college
dat inzake de candidaatstellïng leiding
geeft uit te breiden, door bet Partijbe
stuur ontraden, genade vinden bij de ver
gadering.
Door het partqbestuur werd overgeno
men en door de vergadering aangenomen
een amendement-Friesland waardoor het
mogelijk wordt, dat het tweede lid, door
eiken kieskring aan te wijzen in den Ver
kiezingsraad, ook gekozen kan worden uit
de kringsvergadering, zoodat de beper
king, dat alleen kringbestuursleden lid
van den Verkiezingsraad kunnen worden,
hierdoor vervallen is.
Er was een amendement om den partij
secretaris uit te sluiten van de werkzaam
heden van een Verkiezingsraad.
Dit amendement werd met nagenoeg al
gemeen© stemmen verworpen.
Een belangrijk besluit werd genomen op
voorstel-Utrecht.
Volgens het oorspronkelijk© voorstel
van het Partijbestuur zouden er voor elke
verkiezing twee vergaderingen van den Ver
kiezingsraad zijn, één in October en één
lialf November. Op voorstel van Utrecht
werd besloten, dat de werkzaamheden van
die vergaderingen zullen worden samenge
voegd, zoodat met één vergadering, te hou
den eind Oct., volstaan kan worden. Dit
beteekent een aanmerkelijke vereenvoudi
ging van de candidaatstelingsprocedur© en
een aanzienlijke besparing van kosten.
Het was intusscben kwart over 11 ge
worden en uit de vergadering gingen stem
men op om de vergadering te schorsen.
Bij zitten en opstaan werd besloten dóór t%
gaan.
Aantal omschreven zetels.
Aan de orde kwam nu de befaamde
kwestie van de omschreven en niet-om-
schreven of vrije zetels (vroeger heetten
dit gekwalificeerde en niet-gekwalificeerde
zetels).
De kwestie is deze:
Elke kieskring krijgt, straks op zijn can-
didatenlijst een aantal zetels bestemd voor
personen, die aan zekere „omschreven"
eischen moeten voldoen. Dat zijn de „om
schreven" zetels. De overige zijn „vrije"
zetels.
Over hoeveel van die omschreven zetels
mag nu de centrale partijleiding beschik
ken Of, met andere woorden: hoeveel
vrije zetels moeten er in *t geheel overblij
ven
Daarover ging de kwestie.
Het Partijbestuur stelde voor, dat de
Verkiezingsraad bevoegd moet zijn om
over de helft van de samenstelling onzer
fractie, d.i. over 15 zetels, te beschikken.
Het Partijbestuur achtte dit noodig, om
dat het waarborgen moet hebben dat onze
katholieke kamerfractie een deskundigen en
een veelzijdige samenstelling krijgt.
Neen, zeiden verschillende kieskringor
ganisaties, om die deskundige een veelzij-
ff. K. STAATSPARTIJ
i dige samenstelling te. waarborgen is de
centrale leiding over een zóó groot aantal
zetels niet noodig. Dat komt, gezien de
veelzijdigheid van ons kiezerscorps, tóch
wel in orde. Zij meenden, daarom dat het
voldoende was, als de oentrale partijlei
ding over 13, over 9 of maximum 7 zetelB
kon beschikken.
Over deze kwestie werden niettegen
staande het late uur breedvoerige bespre
kingen gevoerd.
Pater Cassianus Hentzen O.F.M. verde
digde het voorstel-Den Bosch, inhoudende,
dat er komen minstens 18 vrije zetels. Met
aanneming van <iit voorstel zou ook Lim
burg tevreden zijn.
De voorzitter verdedigde het voorstel
van het Partijbestuur en ontraadde, om
wille der eenheid van de partij, alle amen
dementen. Het Partijbestuur moet, zoo zei
hij, vast houden aan zijn stellige overtui
ging dat de centrale leiding over 15 om
schreven zetels moet kunnen beschikken.
Verschillende amendementen werden in
getrokken. Over bleven ten slotte de amen-
menten Limburg, Zwolle en Den Bosch.
De voorzitter stelde voor, omdat het
reeds middernacht' geworden was. Zater
dagmorgen te stemmen.
Bij zitten en opstaan gaf de vergade
ring te kennen, dat zij stemmen wilde.
Er ontstond een verwarde discussie. De
voorzitter drong er bij de vergadering ten
sterkste op aan de stemming tot Zaterdag
uit te stellen.
De vergadering wilde echter stemmen.
De voorstellen Limburg en Zwolle wer
den bij zitten en opstaan verworpen.
Over bet voorstel-Den Bosch werd hoof
delijk gestemd. Het werd aangenomen met
49 tegen 23 stemmen.
Er zullen dus minstens 18 vrije en hoog
stens 13 omschreven zetels komen. d.i. 2
minder dan het Partijbestuur gewenscht
had.
Te ruim kwart over 12 werd de verga
dering geschorst tot Zaterdagmorgen 10
De tweede dag der partijraadsvergade
ring werd, zooals gewoonte ia, ingezet met
een H. Mis tot intentie der R. K. Staats
partij.
Om 10 uut werd de vergadering door Mr.
Aalberse heropend.
POLITIEKE BESCHOUWINGEN VAN
MR. AALBERSE.
Na een herinnering aan Mgr. Nolens, dien
spr. in verschillende functies mocht opvol
gen, bespreekt Mr. Aaliberse den huidigen
economischen toestand.
We leven, aldua spr„ in een tijd van
grooten nood. In de vorige partijraadsver
gadering, in Nov., moest spr. reeds op de
zen noodtoestand wijzen maar sindsdien is
de toestand veel ernstiger geworden. De
werkloosheid is schrikwekkend toegeno
men, al laten de laatste weken ook eenige
verbetering zien. Bij den landbouw is de
nood veel heviger en uitgebreider gewor
den.
Het gevolg van een en ander is, dat er
een gtroote mate van ontevredenheid
heerscht onder alle kringen van ons volk.
De noodtoestand onzer dagen legt aan
allen, die verantwoordelijke posities beklee-
den, zeer ernstige verplichtin
gen op. Allereerst de verplichting van
matiging in de kritiek.
Het is gemakkelijk in deze dagen groot©
deelen van ons volk op te zweepen, maar
spr. wil er voor waarschuwen, dat e<r, als
men dit doet, groot gevaar ontstaat dat
men de geesten, die men heeft opgeroe
pen, niet meer bedwingen kan en de leiding
kwijt raakt.
Spr. wijst als voorbeeld van onmatige
kritiek op het verwijt, dat in vergaderingen
van boeren wel wordt gehoord, dat de re-
geering niete voor de boeren
heeft gedaan.
Dit verwijt is in hooge mate onbillijk.
Wat de regeering gedaan heeft
Zij heeft o.a. de suikerbietenteelt ge
steund, eerst met 7 daarna met 14 millioen,
de vlasteelt met 1 millioen, de aardappel-
meelindustrie met 2.400.000 k fonds perdu
en 4.500.000 als voorschot. De bollenteelt
in Breezand kreeg een crediet van 500.000,
de tuinbouw in N.-Holland van 700.000.
Het pas aangenomen wetsontwerp tot steun
aan de melkveehouders beteekent 65 mil
lioen per jaar. Het invoerrecht op vleesch
werd verhoogd en zoo is er nog meer. Hoe
kan men, met deze feiten en cijfers voor
oogen, zeggen, dat de regeering niets ge
daan heeft?
Zeker, er moet nog meer gedaan worden
en de katholieke kamerfractie heeft reeds
op verschillende andere maatregelen sterk
aangedrongen. Er moet een krachtiger en
doelmatiger optreden komen aan ons de
partement van Buitenl&ndsche Zaken, er
moet meer gedaan worden voor instandhou
ding en bevordering van onzen export.
Maar men beseffe toch de moeilijkheden en
erkenne het goede, dat reeds werd tot staud
gebracht.
Zijn de klachten, dat alles zoo lang duurt,
gegrond? Spr. zou dat niet durven zeggen.
Er zijn allerlei tegenstrijdige belangen en
de regeering krijgt in verband daarmee ook
de meest tegenstrijdige adviezen. Het valt
daarom voor een minister, die de verant
woordelijkheid draagt voor het heole volk,
dikwijls heel moeilijk een beslissing te ne
men.
Spr. verheugt zich over de instelling van
het departement van economische zaken en
arbeid. Intusschen is de huidige regeling
nog lang niet in alle opzichten bevredigend.
De economische politiek, voorzoovcr die
nog ressorteert onder Buitenlandsche Za
ken, moet ten spoedigste worden onderge
bracht bij het departement van Economi
sche Zaken. En dan zullen we moeten krij
gen een sociaal en een economisch
departement, waarbij de Volksgezondheid
naar het departement van sociale zaken
kan worden overgebracht.
Hulde aan minister Verschuur.
Spr. brengt hulde aan minister Verschuur,
die echter voor een veel te zware taak
staat. Voor één man is de taak die hot hui
dig departement van economische zaken
meebrengt, veel te groot. Niettemin ver
richt minister Verschuur deze taak met
groot© kracht, voortvarendheid en be
kwaamheid. Maar ook daarom matige men
zich in zijn critiek. Een critiek als in de
laatste maanden wordt geuit, moet op het
sterkste karakter op den duur een verlain-
menden invloed hebben. Spr. wil aan mi
nister Verschuur de hulde en dank gebracht
zien, die hem toekomt. (Applaus).
Spa-, wijst op het verheugend verschijn
sel dat er een toenadering der kamerfrac
ties te constateeren valt ten aanzien van
steun voor nationale belangen. Alleen de
socialistische kamerfractie handhaaft de
onvervalscht© vrijhandelspolitiek.
Het ontbreken van den katho
lieken toon.
Ten slotte wenscht spr. ten besluite een
ernstige opmerking te maken, die hem al
lang op de tong brandt, maar die hij steeds
ingehouden heeft, omdat hij niet gaarne
menschen onnoodig kwotst en omdat hij er
niet van houdt, dat ieeken als predikanten
optreden.
Toch meent spr. als eenvoudige leek een
opmerking te moeten maken, die, naar hij
hoopt, ons heele katholieke volk hooren
zal.
Wat spreker uit verslagen van den laat-
sben tijd vaak het meest getroffen heeft is
niet de felle verbittering of de branden
de ontevredenheid maarhet ontbreken
van den echten, waren, katholieken toon.
Wij kennen de jongste Encycliek des Pau
sen, waarin de katholieken van de heele
wereld worden opgewekt tot gebed en
boete.
Laten we aan die Pauselijke opwekking
eens goed denken op den feestdag van het
H. Hart en het octaaf daarvan.
Mensohelijke middelen baten in den groo
ten nood van onzen tijd zoo weinig. Alleen
Gods barmhartigheid kan redding brengen.
Het middel om uit den nood te geraken
is het middel door den Paus aangegeven,
gebed en boete. We moeten de redding uit
den nood afbidden* van Gods almacht en
liefde. (Luid applaus).
Na deze beschouwingen van Mr. Aal
berse werd voortgegaan met de behande
ling van
HET KIESREGLEMENT.
Mr. Aalberse gaf weer den hamer over
aan Mr. Goseling, die bij deze meer tech
nische aangelegenheid de leiding had.
We stippen weer eenige der voornaam
ste punten aan.
Aanwijzing van candidaten.
Op voorstel van Utrecht wordt besloten,
dat ook de kringbesturen, en wel na 15 Jan.,
candidaten voor de Kamerverkiezingen
kunnen aanwijzen.
De geldigheid van het stem
biljet
Een belangrijke wijziging is op voorstel
van enkele kieskringen, oa. Leiden, ge
bracht in art. 22 sub 3. De wijziging houdt
in, dat de ongeldigheid van een stembiljet
in 't vervolg per vak zal worden beoor
deeld. Het stembiljet bestaat n.m, uit ver
schillende vakken: een vak voor de candi
daten van eiken omschreven zetel en een
vak voor de candidaten der vrije zetels. Nu
kan het zijn, dat iemand om een bepaalde
reden in één bepaald vak niet wenscht te
stemmen. Volgens de voorgestelde rege
ling zou daardoor het heele biljet ongeldig
worden. Dit is nu echter veranderd. De
geldigheid wordt voor elk vak afzonderlijk
bepaald.
De kiesdeeler.
Het ingrijpende amendement-Leiden be
treffende den kiesdeeler was door bet par
tijbestuur als „niet-doordacht" en „onaan
nemelijk" aangemerkt. In deze omstandig
heden trok Leiden het amendement in. Den
Haag poogde nog het amendement over te
nemen, doch dit was niet meer mogelijk.
De kiescomité's.
De poging van Den Haag om een lande
lijke samenwerking van kiescomité's moge
lijk te maken, leed schipbreuk. Alleen 2 le
den van Den Haag stemden voor.
Dit zijn wel de voornaamste punten van
de behandeling van het Kiesreglement op
Zaterdagmorgen. Om half 1 was de kies
reglementswijziging afgehandeld. De verga
dering werd nu geschorst tot kwart voor 2.
DE WIJZIGING VAN DE L. O.-WET.
Na de pauze gaf de voorzitter van den
Partijraad, Mr. Aalberse, het woord aan
het Kamerlid J. G. Öunng tot het hou
den van zijn inleiding over het wetsont
werp-Terpstra tot wijziging der L.O.-wet.
Te voren had Mr. Aalberse verklaard, dat
het niet in de bedoeling lag en kon liggen
om het wetsontwerp te behandelen in dien
zin, dat er eenige uitspraak of besluit over
zou vallen. Dat ligt niet op den weg van
den Partijraad, die de Kamerleden ten aan
zien van een aanhangig wets-ontwerp met
aan eenige uitspraak of besluit binden mag.
De heer Suring legde er eerst den na
druk op, dat de Staatscommissie-Rutgers
niet geslaagd is bij haar onderzoek naar
de vraag of het beginsel van gelijkstelling
van openbaar eii bijzonder onderwijs minder
kostbaar zou kunnen geschieden. Op dii
punt heeft de commissie eerlijk haar on
macht betuigd. Het moet dus uit zijn met
het praatje dat het beginsel der gelijkstel
ling een veel goedkooper toepassing zou
kunnen vinden. Dat is, naar het gctuigeuis
der commissic-Rutgers, niet mogelijk. En
deze commissie was zeer veelzijdig samen
gesteld.
Toch moet er in dezen tijd bezuinigd wor
den. Dat is onafwijsbaar. Ook op het on
derwijs moet bezuinigd worden, want de
kosten van het onderwijs vormen oen vierdo
onzer heele Rijks begrooting. Dat vierde
deel kan natuurlijk niet onaangetast blij
ven. Men bedenke echter wel, dat er, be
halve het L. O., ook nog andere takken van
onderwijs zijn.
Het ontwerp-Terpstra bepaalt oa., dat
de gemeentebesturen geen gelden moer zul
len mogen uitgeven voor cursussen in vreem
de talen voor de 5e en 6e klas. De oudo
M.U.L.O.-scholen worden weer mogelijk
gemaakt en de gemeentebesturen krijgen
weer de vrijheid om het z.g. ambulantismo
in te voeren. Ten aanzien van de schoolgeld
heffing is de vrijheid verruimd. De gemeen
tebesturen kunnen straks rekening houden
ook met de samenstelling, den kinderrijk
dom van het gezin, alsmede met het feit,
dat meerdere kinderen één zelfde school
'bezoeken.
Het wetsontwerp-Terpstra bepaalt ver
der, dat de lijst met handteekeningen, zoo
als deze tot nu toe noodig was, niet meer
vereisoht wordt. Dat is gelukkig, want een
bron va<n agitatie is daarmee gestopt. Daar
tegenover zijn echter strengere -bepalingen
gekomen ten aanzien der te storten waar
borgsom.
Ook de beroepsprocedure wordt gewij
zigd. Tot dusver stond beroep open èn bij
de Ged. Staten èn bij de Kroon en wel voor
iedereen. Door dat beroep-aanteekenen kon
de stichting van een bijzondere school mak
kelijk een k twee jaren worden vertraagd.
Het ontwerp-Terpstra kent alleen beroep
op de Kroon en dat beroep staat alleen
open voor s'choolbesturen eu den commissa
ris der koningin.
De voorgestelde bezuini
gingen.
De wet-Terpstra stolt op de eerste plaats
voor om niet te beginnen met de zg. mooie
of betere onderwijzersopleiding van de wet
van 1920. Dat beteekent een besparing van
3 millioen. De minister acht de huidige
opleiding, volgens spr. terecht, voor vol
doende.
Een tweede bezuinigingsmaatregel ia,
dat dezelfde uitgaven niet meer als aan
schaf fings- en onderhoudskosten zullen kun
nen worden genoteerd.
Ten derde zijn bepalingen gemaakt om
trent centrale gymnastieklocalen en oefen
terrein.
Ten slotte
de leerlingenschaal
waarmede het ontwerp een aanzienlijke
bezuiniging meende te kunnen bereiken.
Voorgesteld werd een uniforme schaal met
een norm van 45 leerlingen. Over deze
kwestie zou lang te praten zijn, maar.
spr. kan mededeelen, dat binnen eukele da
gen een wijzigingsvoorstel zal verschijnen,
waarbij de uniforme schaal zal
worden terug genomen. (Applaus).
We houden dus de gedifferentieerde
schaal. Doch de nieuwe gedifferentieerde
schaal, die we straks krijgen, zal bezuini
ging moeten brengen, dat is onafwijsbaar.
Het ontwerp-Terpstra voert de gelijkstelling
ook door voor het buitengewoon onderwijs,
voor misdeelde, zwakzinnige en schippers
kinderen. Dat is een groot© gave, maar bet
-brengt een meerdere uitgave van een paar
millioen mee. Zonder daling der overige uit
gaven zullen we deze groote gave niet 'u
ontvangst kunnen nemen.
Spr. concludeert, dat er voor oen hetze
tegen het ontwerp-Terpstra geen aanleiding
is. Het kan veel goeds brengen zoowel voor
het openbaar als voor het bijzonder onder
wijs en kan daarom door ons allen met in
stemming worden begroet. (Applaus).
De voorzitter dankt den heer Suring
voor zijn heldere uiteenzetting en stelt dc
rondvraag aa<n de orde.
RONDVRAAG.
Eenige afgevaardigden, de heeren Heems
kerk (Leiden), Kemperink (Zwolle), Stu-
lemeyer (Schiedam) en Kerkhof (Overijsel)
stellen den heer Suring vragen naar aan
leiding van diens pas gehouden inleiding.
We komen daar bij het antwoord van den
heer Suring op terug.
Iets uitvoeriger geven we een betoog
van Pater Cassianus Hentzen O.F.M., dat
aanleiding werd tot een pittig verweer van
den inleider.
Pater Cassianus vraagt of de heer Su
ring de uniforme schaal werkelijk be
schouwt als de bezuinigingsschaal. Het is
ongelukkig, aldus spr„ dat, als er gesproken
werd van de uniforme schaal, men altijd te
gelijk dacht aan do bezuiniging. En daar
om is de beteekenis der uniforme schaal
dikwijls miskend. De gedifferentieerde
schaal is op de eerste plaats in 't voor
deel van de kleine scholen en die zijn niet
bij ons maar bij het openbaar onderwijs.
Moeten wij ons druk maken om die kleine
openbare schooltjes te be voordoden? Er
zijn 9 eenmansschooltjes bij de kath., 9 bij
de protestanten, maar213 bij het open
baar onderwijs. Tweemansscholen zijn er
ook veel meer bij het openbaar dan bij het
bijzonder onderwijs. Van de som die voor
de onderwijzerssalarieering beschikbaar is
en dlie een uniforme schaal van 41 mogelijk
zou maken, gaat thans naar verhouding
een veel grooter bedrag naar het openbaar
dan naar het bijzonder onderwijs. Spr. boudt
vol, dat men de uniforme schaal niet als de
bezuinigingsschaal mag beschouwen.
De nood der boeren.
De heer Van Koeverden (Gelderland)
merkt op dat hij, hoezeer hij zich ook in 't
algemeen met de vaderlijke woorden van
Mr. Aalborse kan vereenigren, toch niet ge
heel in kan stemmen met wat doze over do
bocren-vergadoringcn lieeft opgemerkt.
Volgens epr. is er in 't algomooii geen re
den tot critóok op don toon der boeren.
Spr. heeft den laatsten tijd geen enkele
vergadering mede gemaakt, waarin niet
met dankbaarheid gewezen werd op wat
do regeering gedaan heeft. Maar als er dan
gezegd is, dat do regeering niets gedaan
heeft, heoft men dit zóó op te vatten, dat
de boeren, wien hot betrof, geen enkel pro
fijt van de regeeringsmaat regelen hadden
gehad.
Het overgroot© dool der'boeren ondor-
vindt indordaad op 't oogenblik van de
getroffen maatregelen nog geen enkelen of
nagenoeg geen enkelen steun. Wo hebben
nu het wetsontwerp tot steun aan do melk
veehouderij waarmee misschien! do
boeren, met behulp van de consumenten,
door de crisis heengeholpen kunnen wor
den. Missohien! Meer dan do helft, dor boe
ren verkeert, op 't oogenblik pructisch in
staat van faillissement. Men beseffe dit wel.
En als dan nu en dan de toon eens wat
scherp uitvalt, zal men eer geneigd zijn om
daar lichter over te oordeelen. (Applaus).
De heer Meierink (Den Bosch) vraagt,
dat de Kamerfractie op zal treden tegen heb
verzet van „Buitenlandsche Zaken" tegen
de concentratie van den ceonomischen
voorlichtingsdienst. Verder dringt spr. er
op aan, dat men zicih los zal maken van de
mceetbcgunstigingsclausule.
De heer Luoassen (Nijmegon) vraagt,
waarom deze vergadering niet in hot kath.
vereenigingsgebouw „Unibas" gehouden i?.
Antwoord van den heer
Suring.
In antwoord op een vraag van den lieer
Heemskerk (Leiden) deeldt de inleider me
de, dat, naar zijn meening, aan gemeente
besturen niet imperatief kan worden opge
legd een centraal gymnastickgcbouw te
stichten.
Een verplichting, dat er aan elke school,
ook de kleinste, minstens drie onderwijzers
worden verbonden kan, naar aj>r. meent,
niet wordon opgelegd, üp een vraag van
den heer Ütulemeyer wat er gebeuren moet,
als een gemeente de kosten van liet L. O.
niet dragon kan, antwoordt inloider, dab
het ontwerjj hieromtrent niets bepaalt. De
gemeente moet eenvoudig betalen. Kan zij
dit niet, dan kan zij zich tot hoogero mach
ten wenden. Maar of dit helpen zal?
In antwoord op het betoog van Fat er
Cassianus antwoordt inleider, dat hij do
uniforme schaal niet als de bezuinigings
schaal aanmerkt. Men heeft nu eenmaal
gemeend dc bezuiniging, die noodig is, te
moeten vinden in een uniformo 45 schaal.
En vandaar dat de uniformo schaal in nauw
verband met de bezuiniging gebracht is.
Maar op zich zelf hoeft zij dwaar niet mee
te maken.
Ala men echter bezuiniging wil zal de
norm van de uniforme schaal hoog moeten
zijn. En oen uniforme schaal met hooge
norm is in 't nadeel van de kleine scholen.
Dat is niet te weerspreken.
Nu is het indordaad juist, dat de kleine
scholen veel meer govondon worden bij het
openbaar dan bij het bijzonder onderwijs.
Er gaat, bij do gedifferentieerde schaal,
een grooter bedrag naur het openbaar dan
naar het bijzonder onderwijs, maar apr. ont
kent ten sterkste, dat dit in strijd zou zijn
met de finantieele gelijkstelling. Het gaat
er alleen om of er, in verband met. de finan
tieele gelijkstelling, meer naar het open
baar ondorwijs moet gaan. Het ligt zeker
op den weg, ook van de voorstanders van
het bijzonder onderwijs, om ook het open
haar onderwijs zoo goed mogelijk tc doen
zijn. (Applaus).
Mr. Aalberse, den hoor Lucassen beant
woordend, merkt op, dat d© regeling van
deze vergadering opgedragen was aan do
plaatselijke R. K. Kie-svereeniging „Recht
voor Allen" te Nijmegen. Hij geeft daaroin
het woord aan den voorzitter daarvan, dea
heer P. v. d. Dungen, die opmerkt, dat de
heer Lucassen beter had gedaan zich met
zijn klacht tot het bestuur van zijn plaatse
lijke kieavereeniging te wenden. Het be
stuur daarvan heeft dit lokaal gekozen om
dat het dit voor deze vergadering het meest
geschikt achtte. Spr. hoopt dat Nijmegen
aan de bezoekers van de Partijraadsverga
dering goed is bevallen. (Applaus).
Naar aanleiding van dc opmerking van
den heer Kooverden merkt Mr. Aalberse
op, dat hij uitdrukkelijk verklaard heeft
niemand te willen kwetsen. Spr. heeft ech
ter kort geleden nog zeer in 't algemeen op
©en vergadering hooren uitroepen: er is
nog niets voor de boeren gedaan. En dab
kan niet door don beugel. Spr. herhaalt,
dat hij zich werkelijk bezorgd maakt over
de wijze waarop hier en daar opgetreden
wordt. Do mogelijkheid i» lang niet. denk
beeldig, dat men een zoodanige verhitte
stemming kweekt, dat er slechts een kleine
vonk noodig ia om hot vat 'buskruit in do
luoht te doen springen.
Den heer Meyerink antwoordt spr., dab
ook zijns inziens de economische afdoeling
ten spoedigste aan „Buitenlandsche Zaken"
moet worden onttrokken. Dat kan geschie
den in het najaar, doordat de Tweede Ka
mer de posten voor de betreffende ambte
naren schrapt, dat kan ook, en misschien
beter, geschieden het volgend jaar, als er
een nieuw ministerie optreedt.
Met den heer Meyerink is *pr. het eens,
dat do meestbegunst.igingsclau.sulo in onze
traktaten oils weinig voordeel maar heel
voel nadoel brengt.
In een kort .slotwoord brengt spr. de
vergaderiug dank voor haar medewerking
om dc besprekingen, niettegenstaande de
zware agenda, zoo vlot te doen vcrloopon.
De vergaderiu gis vruchtbaar en zakelijk
gewoest. Spr. hoopt dat dit in de toekomst
zoo blijven zal en sluit de bijeenkomst nv'
den Christel ijken groet.