Elfde vergadering den Partijraad MAANDAG 30 MEI 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 Aantal omschreven zetels Prof. mr. P. J. M. Aalberse over den algemeenen toestand. DE WIJZIGING DER LAGER- ON DERWIJSWET. Wi] hebben Zaterdag een kort verslag geplaatst van het op Vrijdag verhandelde. Aangenomen werd met 67 tegen 16 stem men een motie-Utrecht inzake de VERWERPING DER PACHTJWET. Welke motie luidt: „De vergadering van den Partijraad der R. K. Staatspartij, kennis genomen hebbende van de verwerping van het ont- werp-Pachtwet door de Eerste Kamer der Staten-Generaal constateerende, dat deze verwerping mede is veroorzaakt, doordat zes R.-K. le den dier Kamer tegen het wetsontwerp hun stem hebben uitgebracht. betreurt ten zeerste, dat deze zes R.-K. leden der Eerste Kamer, hun stem tegen dit ontwerp-Pachtwet hebben uitgebracht; besluit deze motie te publioeeren in de pers; en gaat over tot de orde van den dag". De Partijraadsvergadering begon hier na met de behandeling der wijziging van HET KIESREGLEMENT. Op het voorstel van het Partijbestuur tot wijziging van het huishoudelijk regle ment waren niet mindér dan 84 amende menten ingediend. Er is natuurlijk geen denken aan, dat wij al deze amendemen ten en de urenlange discussies, die er over gehouden zijn, kunnen opnemen. We vol staan daarom met de beslissingen te ge ven over de voornaamste punten. Leiden had voorgesteld om aan de kies- kringbesturen 20 in plaats van 10 dagen tijd te geven om van advies te dienen over samenvoeging van Rijkskieskringen, voor de indiening van een officieel© lijst. Het Partijbestuur ontraadde ten stelligste wij ziging te brengen in de tijdstippen en ter mijnen in het voorstel neergelegd. Het voorstel-Leiden kon dan ook geen meerder heid verwerven. De Verkiezingsraad. Evenmin kon het voorstel-Leiden om den Verkiezingsraad dat is het college dat inzake de candidaatstellïng leiding geeft uit te breiden, door bet Partijbe stuur ontraden, genade vinden bij de ver gadering. Door het partqbestuur werd overgeno men en door de vergadering aangenomen een amendement-Friesland waardoor het mogelijk wordt, dat het tweede lid, door eiken kieskring aan te wijzen in den Ver kiezingsraad, ook gekozen kan worden uit de kringsvergadering, zoodat de beper king, dat alleen kringbestuursleden lid van den Verkiezingsraad kunnen worden, hierdoor vervallen is. Er was een amendement om den partij secretaris uit te sluiten van de werkzaam heden van een Verkiezingsraad. Dit amendement werd met nagenoeg al gemeen© stemmen verworpen. Een belangrijk besluit werd genomen op voorstel-Utrecht. Volgens het oorspronkelijk© voorstel van het Partijbestuur zouden er voor elke verkiezing twee vergaderingen van den Ver kiezingsraad zijn, één in October en één lialf November. Op voorstel van Utrecht werd besloten, dat de werkzaamheden van die vergaderingen zullen worden samenge voegd, zoodat met één vergadering, te hou den eind Oct., volstaan kan worden. Dit beteekent een aanmerkelijke vereenvoudi ging van de candidaatstelingsprocedur© en een aanzienlijke besparing van kosten. Het was intusscben kwart over 11 ge worden en uit de vergadering gingen stem men op om de vergadering te schorsen. Bij zitten en opstaan werd besloten dóór t% gaan. Aantal omschreven zetels. Aan de orde kwam nu de befaamde kwestie van de omschreven en niet-om- schreven of vrije zetels (vroeger heetten dit gekwalificeerde en niet-gekwalificeerde zetels). De kwestie is deze: Elke kieskring krijgt, straks op zijn can- didatenlijst een aantal zetels bestemd voor personen, die aan zekere „omschreven" eischen moeten voldoen. Dat zijn de „om schreven" zetels. De overige zijn „vrije" zetels. Over hoeveel van die omschreven zetels mag nu de centrale partijleiding beschik ken Of, met andere woorden: hoeveel vrije zetels moeten er in *t geheel overblij ven Daarover ging de kwestie. Het Partijbestuur stelde voor, dat de Verkiezingsraad bevoegd moet zijn om over de helft van de samenstelling onzer fractie, d.i. over 15 zetels, te beschikken. Het Partijbestuur achtte dit noodig, om dat het waarborgen moet hebben dat onze katholieke kamerfractie een deskundigen en een veelzijdige samenstelling krijgt. Neen, zeiden verschillende kieskringor ganisaties, om die deskundige een veelzij- ff. K. STAATSPARTIJ i dige samenstelling te. waarborgen is de centrale leiding over een zóó groot aantal zetels niet noodig. Dat komt, gezien de veelzijdigheid van ons kiezerscorps, tóch wel in orde. Zij meenden, daarom dat het voldoende was, als de oentrale partijlei ding over 13, over 9 of maximum 7 zetelB kon beschikken. Over deze kwestie werden niettegen staande het late uur breedvoerige bespre kingen gevoerd. Pater Cassianus Hentzen O.F.M. verde digde het voorstel-Den Bosch, inhoudende, dat er komen minstens 18 vrije zetels. Met aanneming van <iit voorstel zou ook Lim burg tevreden zijn. De voorzitter verdedigde het voorstel van het Partijbestuur en ontraadde, om wille der eenheid van de partij, alle amen dementen. Het Partijbestuur moet, zoo zei hij, vast houden aan zijn stellige overtui ging dat de centrale leiding over 15 om schreven zetels moet kunnen beschikken. Verschillende amendementen werden in getrokken. Over bleven ten slotte de amen- menten Limburg, Zwolle en Den Bosch. De voorzitter stelde voor, omdat het reeds middernacht' geworden was. Zater dagmorgen te stemmen. Bij zitten en opstaan gaf de vergade ring te kennen, dat zij stemmen wilde. Er ontstond een verwarde discussie. De voorzitter drong er bij de vergadering ten sterkste op aan de stemming tot Zaterdag uit te stellen. De vergadering wilde echter stemmen. De voorstellen Limburg en Zwolle wer den bij zitten en opstaan verworpen. Over bet voorstel-Den Bosch werd hoof delijk gestemd. Het werd aangenomen met 49 tegen 23 stemmen. Er zullen dus minstens 18 vrije en hoog stens 13 omschreven zetels komen. d.i. 2 minder dan het Partijbestuur gewenscht had. Te ruim kwart over 12 werd de verga dering geschorst tot Zaterdagmorgen 10 De tweede dag der partijraadsvergade ring werd, zooals gewoonte ia, ingezet met een H. Mis tot intentie der R. K. Staats partij. Om 10 uut werd de vergadering door Mr. Aalberse heropend. POLITIEKE BESCHOUWINGEN VAN MR. AALBERSE. Na een herinnering aan Mgr. Nolens, dien spr. in verschillende functies mocht opvol gen, bespreekt Mr. Aaliberse den huidigen economischen toestand. We leven, aldua spr„ in een tijd van grooten nood. In de vorige partijraadsver gadering, in Nov., moest spr. reeds op de zen noodtoestand wijzen maar sindsdien is de toestand veel ernstiger geworden. De werkloosheid is schrikwekkend toegeno men, al laten de laatste weken ook eenige verbetering zien. Bij den landbouw is de nood veel heviger en uitgebreider gewor den. Het gevolg van een en ander is, dat er een gtroote mate van ontevredenheid heerscht onder alle kringen van ons volk. De noodtoestand onzer dagen legt aan allen, die verantwoordelijke posities beklee- den, zeer ernstige verplichtin gen op. Allereerst de verplichting van matiging in de kritiek. Het is gemakkelijk in deze dagen groot© deelen van ons volk op te zweepen, maar spr. wil er voor waarschuwen, dat e<r, als men dit doet, groot gevaar ontstaat dat men de geesten, die men heeft opgeroe pen, niet meer bedwingen kan en de leiding kwijt raakt. Spr. wijst als voorbeeld van onmatige kritiek op het verwijt, dat in vergaderingen van boeren wel wordt gehoord, dat de re- geering niete voor de boeren heeft gedaan. Dit verwijt is in hooge mate onbillijk. Wat de regeering gedaan heeft Zij heeft o.a. de suikerbietenteelt ge steund, eerst met 7 daarna met 14 millioen, de vlasteelt met 1 millioen, de aardappel- meelindustrie met 2.400.000 k fonds perdu en 4.500.000 als voorschot. De bollenteelt in Breezand kreeg een crediet van 500.000, de tuinbouw in N.-Holland van 700.000. Het pas aangenomen wetsontwerp tot steun aan de melkveehouders beteekent 65 mil lioen per jaar. Het invoerrecht op vleesch werd verhoogd en zoo is er nog meer. Hoe kan men, met deze feiten en cijfers voor oogen, zeggen, dat de regeering niets ge daan heeft? Zeker, er moet nog meer gedaan worden en de katholieke kamerfractie heeft reeds op verschillende andere maatregelen sterk aangedrongen. Er moet een krachtiger en doelmatiger optreden komen aan ons de partement van Buitenl&ndsche Zaken, er moet meer gedaan worden voor instandhou ding en bevordering van onzen export. Maar men beseffe toch de moeilijkheden en erkenne het goede, dat reeds werd tot staud gebracht. Zijn de klachten, dat alles zoo lang duurt, gegrond? Spr. zou dat niet durven zeggen. Er zijn allerlei tegenstrijdige belangen en de regeering krijgt in verband daarmee ook de meest tegenstrijdige adviezen. Het valt daarom voor een minister, die de verant woordelijkheid draagt voor het heole volk, dikwijls heel moeilijk een beslissing te ne men. Spr. verheugt zich over de instelling van het departement van economische zaken en arbeid. Intusschen is de huidige regeling nog lang niet in alle opzichten bevredigend. De economische politiek, voorzoovcr die nog ressorteert onder Buitenlandsche Za ken, moet ten spoedigste worden onderge bracht bij het departement van Economi sche Zaken. En dan zullen we moeten krij gen een sociaal en een economisch departement, waarbij de Volksgezondheid naar het departement van sociale zaken kan worden overgebracht. Hulde aan minister Verschuur. Spr. brengt hulde aan minister Verschuur, die echter voor een veel te zware taak staat. Voor één man is de taak die hot hui dig departement van economische zaken meebrengt, veel te groot. Niettemin ver richt minister Verschuur deze taak met groot© kracht, voortvarendheid en be kwaamheid. Maar ook daarom matige men zich in zijn critiek. Een critiek als in de laatste maanden wordt geuit, moet op het sterkste karakter op den duur een verlain- menden invloed hebben. Spr. wil aan mi nister Verschuur de hulde en dank gebracht zien, die hem toekomt. (Applaus). Spa-, wijst op het verheugend verschijn sel dat er een toenadering der kamerfrac ties te constateeren valt ten aanzien van steun voor nationale belangen. Alleen de socialistische kamerfractie handhaaft de onvervalscht© vrijhandelspolitiek. Het ontbreken van den katho lieken toon. Ten slotte wenscht spr. ten besluite een ernstige opmerking te maken, die hem al lang op de tong brandt, maar die hij steeds ingehouden heeft, omdat hij niet gaarne menschen onnoodig kwotst en omdat hij er niet van houdt, dat ieeken als predikanten optreden. Toch meent spr. als eenvoudige leek een opmerking te moeten maken, die, naar hij hoopt, ons heele katholieke volk hooren zal. Wat spreker uit verslagen van den laat- sben tijd vaak het meest getroffen heeft is niet de felle verbittering of de branden de ontevredenheid maarhet ontbreken van den echten, waren, katholieken toon. Wij kennen de jongste Encycliek des Pau sen, waarin de katholieken van de heele wereld worden opgewekt tot gebed en boete. Laten we aan die Pauselijke opwekking eens goed denken op den feestdag van het H. Hart en het octaaf daarvan. Mensohelijke middelen baten in den groo ten nood van onzen tijd zoo weinig. Alleen Gods barmhartigheid kan redding brengen. Het middel om uit den nood te geraken is het middel door den Paus aangegeven, gebed en boete. We moeten de redding uit den nood afbidden* van Gods almacht en liefde. (Luid applaus). Na deze beschouwingen van Mr. Aal berse werd voortgegaan met de behande ling van HET KIESREGLEMENT. Mr. Aalberse gaf weer den hamer over aan Mr. Goseling, die bij deze meer tech nische aangelegenheid de leiding had. We stippen weer eenige der voornaam ste punten aan. Aanwijzing van candidaten. Op voorstel van Utrecht wordt besloten, dat ook de kringbesturen, en wel na 15 Jan., candidaten voor de Kamerverkiezingen kunnen aanwijzen. De geldigheid van het stem biljet Een belangrijke wijziging is op voorstel van enkele kieskringen, oa. Leiden, ge bracht in art. 22 sub 3. De wijziging houdt in, dat de ongeldigheid van een stembiljet in 't vervolg per vak zal worden beoor deeld. Het stembiljet bestaat n.m, uit ver schillende vakken: een vak voor de candi daten van eiken omschreven zetel en een vak voor de candidaten der vrije zetels. Nu kan het zijn, dat iemand om een bepaalde reden in één bepaald vak niet wenscht te stemmen. Volgens de voorgestelde rege ling zou daardoor het heele biljet ongeldig worden. Dit is nu echter veranderd. De geldigheid wordt voor elk vak afzonderlijk bepaald. De kiesdeeler. Het ingrijpende amendement-Leiden be treffende den kiesdeeler was door bet par tijbestuur als „niet-doordacht" en „onaan nemelijk" aangemerkt. In deze omstandig heden trok Leiden het amendement in. Den Haag poogde nog het amendement over te nemen, doch dit was niet meer mogelijk. De kiescomité's. De poging van Den Haag om een lande lijke samenwerking van kiescomité's moge lijk te maken, leed schipbreuk. Alleen 2 le den van Den Haag stemden voor. Dit zijn wel de voornaamste punten van de behandeling van het Kiesreglement op Zaterdagmorgen. Om half 1 was de kies reglementswijziging afgehandeld. De verga dering werd nu geschorst tot kwart voor 2. DE WIJZIGING VAN DE L. O.-WET. Na de pauze gaf de voorzitter van den Partijraad, Mr. Aalberse, het woord aan het Kamerlid J. G. Öunng tot het hou den van zijn inleiding over het wetsont werp-Terpstra tot wijziging der L.O.-wet. Te voren had Mr. Aalberse verklaard, dat het niet in de bedoeling lag en kon liggen om het wetsontwerp te behandelen in dien zin, dat er eenige uitspraak of besluit over zou vallen. Dat ligt niet op den weg van den Partijraad, die de Kamerleden ten aan zien van een aanhangig wets-ontwerp met aan eenige uitspraak of besluit binden mag. De heer Suring legde er eerst den na druk op, dat de Staatscommissie-Rutgers niet geslaagd is bij haar onderzoek naar de vraag of het beginsel van gelijkstelling van openbaar eii bijzonder onderwijs minder kostbaar zou kunnen geschieden. Op dii punt heeft de commissie eerlijk haar on macht betuigd. Het moet dus uit zijn met het praatje dat het beginsel der gelijkstel ling een veel goedkooper toepassing zou kunnen vinden. Dat is, naar het gctuigeuis der commissic-Rutgers, niet mogelijk. En deze commissie was zeer veelzijdig samen gesteld. Toch moet er in dezen tijd bezuinigd wor den. Dat is onafwijsbaar. Ook op het on derwijs moet bezuinigd worden, want de kosten van het onderwijs vormen oen vierdo onzer heele Rijks begrooting. Dat vierde deel kan natuurlijk niet onaangetast blij ven. Men bedenke echter wel, dat er, be halve het L. O., ook nog andere takken van onderwijs zijn. Het ontwerp-Terpstra bepaalt oa., dat de gemeentebesturen geen gelden moer zul len mogen uitgeven voor cursussen in vreem de talen voor de 5e en 6e klas. De oudo M.U.L.O.-scholen worden weer mogelijk gemaakt en de gemeentebesturen krijgen weer de vrijheid om het z.g. ambulantismo in te voeren. Ten aanzien van de schoolgeld heffing is de vrijheid verruimd. De gemeen tebesturen kunnen straks rekening houden ook met de samenstelling, den kinderrijk dom van het gezin, alsmede met het feit, dat meerdere kinderen één zelfde school 'bezoeken. Het wetsontwerp-Terpstra bepaalt ver der, dat de lijst met handteekeningen, zoo als deze tot nu toe noodig was, niet meer vereisoht wordt. Dat is gelukkig, want een bron va<n agitatie is daarmee gestopt. Daar tegenover zijn echter strengere -bepalingen gekomen ten aanzien der te storten waar borgsom. Ook de beroepsprocedure wordt gewij zigd. Tot dusver stond beroep open èn bij de Ged. Staten èn bij de Kroon en wel voor iedereen. Door dat beroep-aanteekenen kon de stichting van een bijzondere school mak kelijk een k twee jaren worden vertraagd. Het ontwerp-Terpstra kent alleen beroep op de Kroon en dat beroep staat alleen open voor s'choolbesturen eu den commissa ris der koningin. De voorgestelde bezuini gingen. De wet-Terpstra stolt op de eerste plaats voor om niet te beginnen met de zg. mooie of betere onderwijzersopleiding van de wet van 1920. Dat beteekent een besparing van 3 millioen. De minister acht de huidige opleiding, volgens spr. terecht, voor vol doende. Een tweede bezuinigingsmaatregel ia, dat dezelfde uitgaven niet meer als aan schaf fings- en onderhoudskosten zullen kun nen worden genoteerd. Ten derde zijn bepalingen gemaakt om trent centrale gymnastieklocalen en oefen terrein. Ten slotte de leerlingenschaal waarmede het ontwerp een aanzienlijke bezuiniging meende te kunnen bereiken. Voorgesteld werd een uniforme schaal met een norm van 45 leerlingen. Over deze kwestie zou lang te praten zijn, maar. spr. kan mededeelen, dat binnen eukele da gen een wijzigingsvoorstel zal verschijnen, waarbij de uniforme schaal zal worden terug genomen. (Applaus). We houden dus de gedifferentieerde schaal. Doch de nieuwe gedifferentieerde schaal, die we straks krijgen, zal bezuini ging moeten brengen, dat is onafwijsbaar. Het ontwerp-Terpstra voert de gelijkstelling ook door voor het buitengewoon onderwijs, voor misdeelde, zwakzinnige en schippers kinderen. Dat is een groot© gave, maar bet -brengt een meerdere uitgave van een paar millioen mee. Zonder daling der overige uit gaven zullen we deze groote gave niet 'u ontvangst kunnen nemen. Spr. concludeert, dat er voor oen hetze tegen het ontwerp-Terpstra geen aanleiding is. Het kan veel goeds brengen zoowel voor het openbaar als voor het bijzonder onder wijs en kan daarom door ons allen met in stemming worden begroet. (Applaus). De voorzitter dankt den heer Suring voor zijn heldere uiteenzetting en stelt dc rondvraag aa<n de orde. RONDVRAAG. Eenige afgevaardigden, de heeren Heems kerk (Leiden), Kemperink (Zwolle), Stu- lemeyer (Schiedam) en Kerkhof (Overijsel) stellen den heer Suring vragen naar aan leiding van diens pas gehouden inleiding. We komen daar bij het antwoord van den heer Suring op terug. Iets uitvoeriger geven we een betoog van Pater Cassianus Hentzen O.F.M., dat aanleiding werd tot een pittig verweer van den inleider. Pater Cassianus vraagt of de heer Su ring de uniforme schaal werkelijk be schouwt als de bezuinigingsschaal. Het is ongelukkig, aldus spr„ dat, als er gesproken werd van de uniforme schaal, men altijd te gelijk dacht aan do bezuiniging. En daar om is de beteekenis der uniforme schaal dikwijls miskend. De gedifferentieerde schaal is op de eerste plaats in 't voor deel van de kleine scholen en die zijn niet bij ons maar bij het openbaar onderwijs. Moeten wij ons druk maken om die kleine openbare schooltjes te be voordoden? Er zijn 9 eenmansschooltjes bij de kath., 9 bij de protestanten, maar213 bij het open baar onderwijs. Tweemansscholen zijn er ook veel meer bij het openbaar dan bij het bijzonder onderwijs. Van de som die voor de onderwijzerssalarieering beschikbaar is en dlie een uniforme schaal van 41 mogelijk zou maken, gaat thans naar verhouding een veel grooter bedrag naar het openbaar dan naar het bijzonder onderwijs. Spr. boudt vol, dat men de uniforme schaal niet als de bezuinigingsschaal mag beschouwen. De nood der boeren. De heer Van Koeverden (Gelderland) merkt op dat hij, hoezeer hij zich ook in 't algemeen met de vaderlijke woorden van Mr. Aalborse kan vereenigren, toch niet ge heel in kan stemmen met wat doze over do bocren-vergadoringcn lieeft opgemerkt. Volgens epr. is er in 't algomooii geen re den tot critóok op don toon der boeren. Spr. heeft den laatsten tijd geen enkele vergadering mede gemaakt, waarin niet met dankbaarheid gewezen werd op wat do regeering gedaan heeft. Maar als er dan gezegd is, dat do regeering niets gedaan heeft, heoft men dit zóó op te vatten, dat de boeren, wien hot betrof, geen enkel pro fijt van de regeeringsmaat regelen hadden gehad. Het overgroot© dool der'boeren ondor- vindt indordaad op 't oogenblik van de getroffen maatregelen nog geen enkelen of nagenoeg geen enkelen steun. Wo hebben nu het wetsontwerp tot steun aan do melk veehouderij waarmee misschien! do boeren, met behulp van de consumenten, door de crisis heengeholpen kunnen wor den. Missohien! Meer dan do helft, dor boe ren verkeert, op 't oogenblik pructisch in staat van faillissement. Men beseffe dit wel. En als dan nu en dan de toon eens wat scherp uitvalt, zal men eer geneigd zijn om daar lichter over te oordeelen. (Applaus). De heer Meierink (Den Bosch) vraagt, dat de Kamerfractie op zal treden tegen heb verzet van „Buitenlandsche Zaken" tegen de concentratie van den ceonomischen voorlichtingsdienst. Verder dringt spr. er op aan, dat men zicih los zal maken van de mceetbcgunstigingsclausule. De heer Luoassen (Nijmegon) vraagt, waarom deze vergadering niet in hot kath. vereenigingsgebouw „Unibas" gehouden i?. Antwoord van den heer Suring. In antwoord op een vraag van den lieer Heemskerk (Leiden) deeldt de inleider me de, dat, naar zijn meening, aan gemeente besturen niet imperatief kan worden opge legd een centraal gymnastickgcbouw te stichten. Een verplichting, dat er aan elke school, ook de kleinste, minstens drie onderwijzers worden verbonden kan, naar aj>r. meent, niet wordon opgelegd, üp een vraag van den heer Ütulemeyer wat er gebeuren moet, als een gemeente de kosten van liet L. O. niet dragon kan, antwoordt inloider, dab het ontwerjj hieromtrent niets bepaalt. De gemeente moet eenvoudig betalen. Kan zij dit niet, dan kan zij zich tot hoogero mach ten wenden. Maar of dit helpen zal? In antwoord op het betoog van Fat er Cassianus antwoordt inleider, dat hij do uniforme schaal niet als de bezuinigings schaal aanmerkt. Men heeft nu eenmaal gemeend dc bezuiniging, die noodig is, te moeten vinden in een uniformo 45 schaal. En vandaar dat de uniformo schaal in nauw verband met de bezuiniging gebracht is. Maar op zich zelf hoeft zij dwaar niet mee te maken. Ala men echter bezuiniging wil zal de norm van de uniforme schaal hoog moeten zijn. En oen uniforme schaal met hooge norm is in 't nadeel van de kleine scholen. Dat is niet te weerspreken. Nu is het indordaad juist, dat de kleine scholen veel meer govondon worden bij het openbaar dan bij het bijzonder onderwijs. Er gaat, bij do gedifferentieerde schaal, een grooter bedrag naur het openbaar dan naar het bijzonder onderwijs, maar apr. ont kent ten sterkste, dat dit in strijd zou zijn met de finantieele gelijkstelling. Het gaat er alleen om of er, in verband met. de finan tieele gelijkstelling, meer naar het open baar ondorwijs moet gaan. Het ligt zeker op den weg, ook van de voorstanders van het bijzonder onderwijs, om ook het open haar onderwijs zoo goed mogelijk tc doen zijn. (Applaus). Mr. Aalberse, den hoor Lucassen beant woordend, merkt op, dat d© regeling van deze vergadering opgedragen was aan do plaatselijke R. K. Kie-svereeniging „Recht voor Allen" te Nijmegen. Hij geeft daaroin het woord aan den voorzitter daarvan, dea heer P. v. d. Dungen, die opmerkt, dat de heer Lucassen beter had gedaan zich met zijn klacht tot het bestuur van zijn plaatse lijke kieavereeniging te wenden. Het be stuur daarvan heeft dit lokaal gekozen om dat het dit voor deze vergadering het meest geschikt achtte. Spr. hoopt dat Nijmegen aan de bezoekers van de Partijraadsverga dering goed is bevallen. (Applaus). Naar aanleiding van dc opmerking van den heer Kooverden merkt Mr. Aalberse op, dat hij uitdrukkelijk verklaard heeft niemand te willen kwetsen. Spr. heeft ech ter kort geleden nog zeer in 't algemeen op ©en vergadering hooren uitroepen: er is nog niets voor de boeren gedaan. En dab kan niet door don beugel. Spr. herhaalt, dat hij zich werkelijk bezorgd maakt over de wijze waarop hier en daar opgetreden wordt. Do mogelijkheid i» lang niet. denk beeldig, dat men een zoodanige verhitte stemming kweekt, dat er slechts een kleine vonk noodig ia om hot vat 'buskruit in do luoht te doen springen. Den heer Meyerink antwoordt spr., dab ook zijns inziens de economische afdoeling ten spoedigste aan „Buitenlandsche Zaken" moet worden onttrokken. Dat kan geschie den in het najaar, doordat de Tweede Ka mer de posten voor de betreffende ambte naren schrapt, dat kan ook, en misschien beter, geschieden het volgend jaar, als er een nieuw ministerie optreedt. Met den heer Meyerink is *pr. het eens, dat do meestbegunst.igingsclau.sulo in onze traktaten oils weinig voordeel maar heel voel nadoel brengt. In een kort .slotwoord brengt spr. de vergaderiug dank voor haar medewerking om dc besprekingen, niettegenstaande de zware agenda, zoo vlot te doen vcrloopon. De vergaderiu gis vruchtbaar en zakelijk gewoest. Spr. hoopt dat dit in de toekomst zoo blijven zal en sluit de bijeenkomst nv' den Christel ijken groet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9