MOETEN WIJ DEN GULDEN LATEN ZAKKEN? MAANDAG 30 MEI 1932 DE LEIDSCHE COURAN1 TWEEDE BLAD PAG. 7 VLIEGRAMP IN DE APENNIJNEN. Fransche machine met twee geredden der „Georges Philippar" verongelukt Het door Goulette bestuurde Fransohe vliegtuig, dat met een mécanicien en twee geredden van de „Georges Philippar" van Port Said naar Brindisi was gevlogen, en vandaar Woensdag naar Marseille was vertrokken, is naar Reuter meldt, Zater dag totaal vernield in de Apennijnen ge vonden nabij Veroli (omstreeks 100 K.M. ten Oosten van Rome). Het toestel lag 2000 M. hoog in het struikgewas. Alle vier inzittenden waren dood. De yDaily Telegraph" verneemt nador, dat de twee passagiers aan boord van het vliegtuig de heer en mevrouw Lang—Wil- lar waren, die, toen de brand op de „Ge orges Philippar" uitbrak, in zee waren ge sprongen en gered werden. De heer Lang Willar had het vliegtuig gecharterd om zoo spoedig mogelijk naar Marseille te komen. Hij had nl. een aantal foto's ge maakt van het brandende schip, die hij aan de bladen wilde geven. Vóór zijn ver trek uit Brindisi had de heer Lang-Willar naar Parijs getelegrafeerd, dat hij nog denzelfden dag, dus 25 Mei, in Marseille hoopte aan te komen. De piloot zou op 3000 Meter hoogte in een rechte lijn naar de Fransohe havenplaats vliegen, doch blijkbaar heeft hij door den tegenwind niet de hoogte kunnen bereiken, die noo- dig was, om de bergtoppen te ontwijken en is hij tegen een berg aangevlogen. Zoodra bleek, dat er iets met het vlieg tuig moest zijn gebeurd, verzocht de Fransche regeering een onderzoek in te stellen, hetgeen tot het bovengemelde re sultaat leidde. De vier lijken lagen tus- schen de wrakstukken van het vliegtuig; ook de enveloppe met de fotografieën werd gevonden. Het echtpaar LangWillar laat drie kinderen achter. De heer LangWillar was een vriend van Albert Londres en heeft, zooals bekend, te Port Said nog medegedeeld hoe vermoedelijk het einde is geweest van den grooten reporter. Hij was vertegenwoordiger van een Fransohe firma in Buenos Aires en een bekwaam schrijver. Aan de Parijsohe bladen had hij nog een levendig relaas van de ramp geseind. De vlieger Golette had een aantal re cords op zijn naam staan en was een van de bekwaamste Fransohe vliegers. De vo rige maand vloog hij van Parijs naar Kaapstad in den recordtijd van drie do- gen en 18 uur, van Parijs naar Saigon vloog hij in 5 dagen en van Frankrijk naar Madagascar "in vier dagen. De even eens omgekomen monteur Moreau verge zelde hem op bijna alle vluchten. P00LSCH MILITAIR VLIEGTUIG VERONGELUKT. Een militair vliegtuig, dat Vrijdag te Bromberg is opgestegen met bestemming naar Demblin in Galicië, is onderweg in een storm geraakt en neergestort. De ma chine werd volkomen verwoest. De beide inzittende vliegerofficieren werden gedood P00LSCH OCEAAN-VLIEGER KEERT TERUG. Morgen een nieuwe poging? De Poolsche vlieger Stanley Hausner is Zaterdagmiddag om 4 uur 7 plaatselijken tijd te Linden in New Jersey opgestegen voor een vlucht over den Atlantischen Oceaan. Hij hoopte te landen in Londen of Parijs. Zijn vliegtuig is een Bellanca- eendekker en draagt den naam „Rosa^-Ma- ria". Hij steeg zeer langzaam op, daar hij 2700 liter benzine aan had. Zes uur na zijn vertrek keerde hij echter terug. Hij deel de mede, dat hij in een zwaren mist was beland en dat zijn instrumenten hem in den steek hadden gelaten. Bij de landing brak de aohter-remschroen van het toe stel, maar niettemin hoopt Hausner Dins dag een tweede poging te wagen. BUITENLAND Andere bladen schrijven: DE MARGARINE DUURDER. In plaats van zioh stil te houden werpt bet Huisgezin op wat haar beter zou voegen, zet de sociaal-democratische pers nog een hooge borst op over de een parige houding harer Kamerfractie tegen over den steunmaatregel aan de melkvee houderij. Zeker, ook de margarineprijs zal stijgen, doch niet voor hen die men in den stijl van het „Volk" proletariërs zou kunnen noemen: zij blijven margarine krijgen zon der boter, zoodat voor hen de prijs niet duurder wordt. Men moet dus niet te veel ophef maken van den eenen armoedzaaier, die door den anderen geholpen wordt: de figuur is ©enigszins anders, daar men practisch een horstel krijgt van een economisohe fout. Wij ofxtkennen niet, dat het, op zioh zelf gezien, voor het publiek aangenaam is goed- koope boter te eten, zoo goed als goedkoope aardappelen, groenten, vleesch, eieren en wat al niet. Maar indien deze goedkoopte den onder gang van den landbouwersstand en dus ook van de landarbeiders meebrengt, is goedkoopte een ramp. Eén opmerking herhalen we hier, die we trouwens reeds eerder gemaakt hebben: bij den drang naar loonsverlaging heeft men te veel de befaamde daling der in dexcijfers verdisconteerd: alles werd zoo goedkoop, en zou nog goedkooper worden, en zoo kon er van loonen en salarissen best wat af. Nu moet, wat te voorzien was en wat reeds eerder had behooren te gebeuren, de ■SF DUITSCHLAND HOE KOMT ER WEER WERK? Brüning over den geesel der werkloosheid. De vereeniging van de buitenlandsoho pers heeft Zaterdag haar jaarlijksohe ver gadering gehouden, die door talrijke offi- cieele personen, o-a. door den rijkskanselier, verschillende ministers en leden van het diplomatieke corps werd bijgewoond. De voorzitter, de heer Blokzijl, begroette de aanwezigen en begroette in het bijzondor den rijkskanselier, wiens werk in deze zeer moeilijke tijden door een ieder ten zeer ste gewaardeerd wordt, waarbij hij, zinspe lende op de geruchten van de laatste da gen onder luid applaus een bekend gezeg de van Wilhelm Busch varieerde door te eindigen: „Kanzier stiirzen ist nicht sohwor, Kanzier sein dagegen sehr". Vervolgens voorde de pauselijke nuntius, Mgr. Orsenigo, het woord, die op de betee- kenis van de buitenlandsche pers wees en haar taak, om de goede gezindheid onder do volken te bevorderen. Daarna nam rijkskanselier dr. Brüning het woord, die dankte voor de uitnoodiging, om op de vergadering te verschijnen, welke uitnoodiging hem des te meer vreugde had verschaft, omdat hij verleden jaar niet in de geiegenlheid was geweest, aanwezig te zijn. Aan het verzoek, om hier een rede te houden, wilde hij, daar de pers gewoon ie van de staatslieden gehoorzaamheid te ver wachten, voldoen. Hij wilde echter thans niet over de buitenlandsche politiek spre ken, daar hij dit reeds herhaaldelijk in de Duitsche pers en in den rijksdag heeft ge daan, doch over vraagstukken betreffende de binnenlandsohe politiek van Duitschland. Het fundamenteele vraagstuk, dat alles beheerscht, is dat der werkloosheid. Er zijn thans 6.000.000 werkloozen en daaronder 2.000.000, die in de kracht van hun jeugd zijn, dus op een leeftijd, waar de physische kracht het meest dringt om werkzaam te zijn. Het is troosteloos te zien, dat twee mil- lioen jonge mannen, die het geheele leven nog voor zich hebben, zonder werk zijn, op het oogenblik, dat zij aan den kinderleef tijd zijn ontwassen en in staat zijnde om te arbeiden, geen arbeid kunnen vinden, waardoor aan de rechtvaardige hoop, dat zij vooruit zullen kunnen komen, onoverko melijke hindernissen in den weg worden gelegd. Het is bekend, dat landen met grond stoffen niet weten, waar zij met hun pro ducten, graan, suiker, katoen enz. zullen blij ven. Door het gebrek aan koopkracht is de wereld ook bij zoo lage prijzen, als thans bestaan, niet in staat de productie op te nemen. Niet het gebrek aan producten is het groote vraagstuk, doch wel de vraag, hoe werk zal worden versohaft. Heden ten dage ziet de menschheid meer dan ooit in, welke zegen in den arbeid is gelegen, die aan het leven inhoud en waar de geeft. Daardoor is ook te begrijpen, hoe de werkloosheid groote moreele schade ver oorzaakt en onder de werkloozen een ge voel van psychische declasseering veroor zaakt. Hoe kan de staat voor de verschaffing van werk zorgdragen! Deze vraag gelijkt op de kwadratuur van den cirkel en men zal daarom begrijpen, dat de rijksregeenng al haar krachten inspant, om uit dit laby rinth een weg naar buiten te vinden. De rijksregeering is, na zorgvuldige bestu deering van alle mogelijkheden, besloten, de wegen te betreden, die zij goed acht en niets onbeproefd te laten om de werkloo zen of ten minste een deel hunner van den vloek der werkloosheid te bevrijden en door werkverschaffing den getroffenen nieuwe kracht en hoop op een betere toekomst te schenken. Behalve door openbare werken, voor zoo ver deze mogelijk zijn, door de a.s. premie- leening en andere financieele maatregelen, zal dit vooral geschieden door kolonisatie en door vrijwilligen arbeidsdienst. Een grens wordt natuurlijk gesteld door de financiën, daar de rijksregeering onder geen omstandigheden een nieuwe inflatie zal toelaten. ORDE-MAATREGELEN IN DEN PRUIS IS CHEN LANDDAG. De president van den Pruisischen Land dag, de nationaal-socialist Kerrl, heeft aau alle leden van den Landdag een circulaire gezonden, waarin hij mededeeling doet van een aantal nieuwe maatregelen ter verze kering van het ordelijk verloop der zittin gen. Deze maatregelen zullen om te begin nen voor de zittingen van 1 Juni tot en met 4 Juni gelden. De nieuwe bepalingen hou den in, dat voor het binnenkomen in het Landdaggebouw slechts de hoofdpoort (Prinz Albreohtstrasse), de er naast gele gen Oostelijke poort en de ingang Leipziger Strasse geopend zijn. De andere ingangen blijven gesloten. Door de hoofdpoort heb ben slechts Landdagafgevaardigden toe gang, terwijl de ministers en regeerings- vertegenwoordigers door de beide andere ingangen binnenkomen. Aan alle ingangen moeten legitimatiebewijzen getoond wor den; indien afgevaardigden geen legitima- tiekaart bezitten, moeten zij zioh door hun trein-abonnement legitimeeren. De presi dent verzoekt den afgevaardigden, geen be zoekers te introduceeren. De bezoekers van de publieke tribune hebben slechts toegang op vertoon van hun tribunekaart door de Oostelijke poort. Personen, die geen toe gangsbewijs hebben en afgevaardigden enz. willen spreken, hebben voor genoemde da gen geen toegang tot het gebouw. Deze strenge afsluiting van het Landdag gebouw behoeft natuurlijk nog geen garan tie te geven voor een ordelijk verloop van de plenaire zitting, voorzoover dat van de afgevaardigden afhangt. Naar vernomen wordt, zal president Kerrl ook in dit op- zioht maatregelen aan het senioren-convent voorstellen, dat Woensdag voor de plenai re zitting vergadert» OOSTENRIJK ERNSTIGE ONLUSTEN IN OOSTENRIJK. Nat.'socialisten te Innsbruck slaags met soc.-democraten. Een nationaal-socialistische vergade ring, welke Vrijdagavond te Hötting, een voorstad van Innsbrüok, werd gehouden, heeft geleid ott een bloedig gevecht tus- Bchen deelnemerr aan de vergadering en politieke tegenstanders, voor het mee- rendeel sociaal-democraten. Het gevecht begon in de zaal en werd later op straat voortgezet, zoodat de gendarmerie ge noodzaakt was, met gevelde bajonet het plein, waar het vergaderlokaal zich be vond, alsmede de aangrenzende straten af te zetten. Circa tachtig personen wer den gewond, van wie zes zeer ernstig. Een nationaal-socialist is reeds aan de gevolgen overleden; een tweede verkeert in levensgevaar. Eenigen hunner verkee- ren in ernstigen toestand. De zieken auto's werden door de opgewonden me nigte aangevallen en berchadigd, terwijl het geneeskundig personeel in zijn hulp verleening werd belemmerd. Twee com pagnieën troepen worden gereed gehou den om zoo noodig in te grijpen. Ook te Linz poogden de sociaal-demo craten 's avonds een nationaal-socialisti sche vergadering in de war te sturen, hetgeen aanleiding gaf tot een verwoed gevecht, waarbij twintig nationaal-socia- listen zoo ernstig gewond werden, dat zij naar het ziekenhuis moesten worden over gebracht. BUITENL BERICHTEN. MIJNONGELUK IN BELGIE Drie mijnwerkers gedood. Zaterdagnacht heeft zich in de kolenmijn „Levent de Mona", gemeente Estinnea-au-Val (België), een ernstig mijnongeluk voorgedaan, waarbij drie mijnwerkers om het leven zijn ge komen. Bij het graven van een verbindingsgang ont stond plotseling een aardverzakking. Op de plaats des onheils bevonden zich zes mijnwer kers aan den arbeid, toen door den druk van het opeengehoopte mijngas een aardmassa neerstortte. Twee mijnwerkers werden bedol ven onder het vallende gesteente. Een jonge arbeider, werd zoodanig door den schrik be vangen, dat hij wegvluchtte en in de mijn schacht viel. Hij viel van een hoogte van 70 meter te pletter. Toen men er in slaagle de twee bedolven mijnwerkers te bevrijden, waren de levensgeesten reeds geweken. TRAGISCHE DOOD VAN DEN VLEESCHKONING SWIFT Uit venster van zijn woning gevallen Edward F. Swift, de leider van de Swift- Company te Chicago, een van de grootste Amerikaansche maatschappijen, die zich bezig houden met de vervaardiging van geconser veerd vleesch, is uit de zesde étage van zijn huis op straat gevallen. Hij was op slag dood. Zijn chauffeur stond beneden met den wagen te wachten om hem naar zijn bureau te bren gen. De man zag het ongeluk gebeuren. Om trent de oorzaak van het ongeluk kon niets worden vastgesteld. Swift was vele malen millionnair. Hij was een van Amerika's vleeschkoningen. Eenige jaren geleden teekende hij voor zijn maat schappij een overeenkomst met Armour Co. te Chicago en Vestey Co. te Londen, waar door deze drie maatschappijen 69 pet. van de vleeschmarkt der geheele wereld konden con troleeren. Edward Swift, die den 64-jarigen leeftijd bereikte, bewoonde een prachtig huis te Chicago en had nog een buitenverblijf te Lake Forest in Illinois. FAMILIE-DRAMA IN ENGELAND Vijf slachtoffers. Zaterdagmiddag heeft zich in een vfTIa te Cambridge een verschrikkelijk drama afge speeld. De dienstbode, die, daar de familie met vacantie zou gaan, bezig was met het rangschikken van de bagage in den auto, hoorde revolverschoten. Zij snelde het huis binnen en zag daar 'n verschrikkelijk schouw spel. De heer Tebbutt, een bierbrouwer, die zich uit zaken teruggetrokken had, een dame, die hetzelfde huis bewoonde, haar dochtertje van twaalf jaar en twee jonge kinderen van Tebbutt, resp. twee en een half en anderhalf jaar oud, lagen getroffen door revolverschoten dood op den grond. Men gelooft, dat Tebbutt zelfmoord heeft gepleegd na de anderen te hebben gedood. Een onnut middel ter bestrijding der crisis HET VOORBEELD VAN ENGELAND AMERIKA WERKLOOSHEI DBESTRIJDING IN DE V. S. Hoover tegen de voorstellen der democraten. In het Amerikaansche Huis van Af gevaardigden is door de democraten een voorstel ingediend, dat beoogt, een staats fonds van circa milliard dollar voor de werkloozen beschikbaar te stellen. Men gelooft niet, dat een dergelijk voor stel door den Senaat zal worden aange nomen. Intusschen heeft president Hoover zic-h reeds zeer scherp tegen het voorstel uit gesproken. Hij noemde dit hot reusach- tigste brokje spek, dat men een Ameri- kaansch congres ooit heeft durven voor houden, en „een aanval op de schatkist zonder weerga". Hij begreep niet, hoe men bijvoorbeeld met een plan voor uit voering van openbare werken kon ko men, nu het zaak was eerst de begrooting in evenwicht te brengen en de financieele stabiliteit van het land te handhaven. Wanneer dit bereikt was, zou ook Hoover niet aarzelen om met maatregelen te ko men ter bestrijding van den economischen nood en de werkloosheid. Het was ech ter onbegrijpelijk, hoe men nu met plan nen kon komen voor woningbouw, die tot nog toe steeds door het congres waren veroordeeld als nuttelooze buitensporig heden of hoogstens van eenige beteekenis voor de verre toekomst. Indien men een bedrag van 400 millioen dollar beschik baar zou stellen voor woningbouw zou den Bleohte- 100.000 man daardoor hoog stens een jaar werk vinden. Plannen van Roosevelt. Gouverneur Roosevelt heeft een bijna revolutionair plan goedgekeurd voor werkloozensteun in den staat New York. Volgens dit plan zou de staat een aantal boerderijen beschikbaar stellen en in stand houden, waarheen de verarmde gezinnen worden gezonden. De farms zul len zich in dunbevolkte gebieden bevin den. Het progTam voorziet verder in het financieeren door den staat van plaat selijke steunfondsen. President Hoover heeft zich tegen deze en andere democratieche plannen tot bestrijding der werkloosheid ver klaard. regeering maatregelen nemen, die stijging van het indexcijfer tot gevolg hebben, op zich zelf volkomen redelijk, doch in strijd met de loonsverlagingspolitiek. Intusschen mag en kan dit voor nie mand, die den ernst van den toestand be seft, een reden zijn om zich tegen de rb- geeringsmaatregelen te verzetten. En de S. D. A. P., die het platteland aan zijn lo.t, d.w.z. aan den ondergang zou wil len overlaten, heeft allerminst reden een zoo hoogen toon aan te slaan. NED. OOST-INDIE INFLUENZA-EPIDEMIE Groot aantal dooden i Aneta seint uit Buitenzorg: 1 De regeering ontving een telegram van den resident van Ternale, waarin wordt medege deeld, dat als gevolg van een hevige influenza- epidemie sinds April j.l. in het district Wan- dammen, onderafdeeling Manokwarti, 115 vol wassenen zijn overleden. De epidemie luwt, doch heeft nog een ern- stig karakter. Het aanlokkelijk middel. De Economie is een aardige wetenschap. Je kunt er haarfijn mee beredeneeren het verloop van zaken in de toekomst» Het leukste daarbij is, dat het altijd ander» loopt en dat men achteraf dan steeds be- redeneeren kan, waarom het anders moe»t loopen. Zoo is het met de crisis ook. Wel is er niemand, die precies zeggen kan, wanneer do crisis voorbij zal ziju, maar het ontbreekt niet aan lieden, die u de oorzaak van de huidige malaise weten te noemen en het middel plu» gebruiks aanwijzing daartegen luide aanprijzen. Een kenmerkend verschijnsel van ons economisch leven is de opeenhooping van goud in een paar landen (Amerika en Frankrijk) waar het in de kelders der ban ken ligt, mot als gevolg een tekort aan goud in andere landen. De economische wijzen constatceren dus: goudtekort. Wat is het gevolg van goud tekort in landen waar het geld aan het goud zit vastgekoppeld? Wel: duur goud, duur geld; dus prijsdaling, want als het geld duur is, kan men er meer goederen voor krijgen. Prijsdaling brengt mee: een slin kende winstmarge, achteruitgang in zakou, in één woord malaise. Dat ia te snappen, niet waar, geen spold tusschcn te krijgen. Wij gaan verder. Wat moeten wij doen om het malaise-monster te verelaan I De prijzen weer omhoog drijven Maar wacht even; nu moeten we slim zijn. Wij moeten de prijzen opdrijven, maar tevens zorgen, dat wij goedkooper zijn dan het buitenland om zoodoende onze export- mogelijkheid te vergrooten. Nu komen wij aan „het" middel, waarvan de gebruiksaanwijzing als volgt luidt: Men neme den gulden, ontdoe hem van zijn goudbasis. Men late hem circa 25 pet. zakken, door de circulatie te verhoogen. Wij krijgen dan goedkooper geld en kooger prijzen. Wanneer wij dan de loonen laten zooals ze zijn, is iedereen tevreden, doch feitelijk werkt dat als een loonsverlaging. De fabrikanten kunnen dan goedkooper fabriceeren, en goedkooper exporteeren. De industrie en de handel gaan bloeien. Weg is de malaise. Waarom doet Nederland niet Dat is het middel, door velen aangepre zen al» „het" middel om de crisis te be strijden. Het is zoo eenvoudig en oogenschijnlijk moet het feilloos werken. Nog aanlokkelij ker werd het, om dit middel ook hier te lande te gaan beproeven, toen Engelaud er toe overging, den gouden standaard bui ten werking te stellen en toen verscheidene andere landen dit voorbeeld volgden. Op het oogenblik zijn er niet minder dan 17 landen, die den gouden standaard voorloo- pig op stal hebben gezet» Waarom doet Nederland dat ook niet? Waarom maakt het zich niet „konkurrenz- fahig" met het buitenland? Toen Engeland den gouden standaard op zij zette, dus ma.w. het pond los maakte van zijn goudbasis, was het midden-Septem- ber 1931. Wij zijn thans acht maanden ver der en kunnen ons dus zacht spiegelen aan het voorbeeld van John Buil. Daar komt bij, dat ook Amerika aan het experimen teeren is met zijn geldpolitiek, met zulke angstwekkende resultaten, dat wij onze I echte vaderlandsche onJeugd om eerst de kat uit den boom te kijken, toch wel een J beetje gaan apprecieeren. Een onzer redacteuren behandelt in dit artikel de nog immer actueele vraag, of de crisis be streden kan worden door het omlaag drukken van den gulden. Engeland gaf het voorbeeld met zijn pond- sterling. Kan Nederland dat voorbeeld na volgen? Een niet-ongevaarlijk middel. Wat leert ons het voorbeeld van Enge land? In een artikelenserie in de „Maasbode" wordt het Engelache voorbeeld eens serieus onder de loupe genomen «n dan blijkt: Eerstens, dat na de opheffing van den gouden standaard het F.ngelscho pond aan angstige schommelingen onderhevig is ge weest» Nu kaji ieder, die wel eens iets te maken heeft gehad met buitenlandschen handel, met z'n klompen aan voelen, hoe funest het voor een land is, wanneer zijn ruilmiddel geen vaste waarde hoeft. Juivt het vastkoppelen van het geld aan hot goud heeft ten doel het ruilmiddel zoo stabiel mogelijk te maken, al is ook het goud, door dat het zelf aan wnarde-schommelingen onderhevig is, nog niet ideaal. Vooral in den beginne daalde het pond met zulke ont stellende sprongen, dat men de grootste moeite had het weer op te vangen en thans wordt alles in het werk gesteld, oa door do invoering van een wisselkoere-stabiliHa- tiefonds om het pond weer stabiel te krij gen. Hot middel is dus niet ongevaarlijk, al zal een catastrophe, zooah Duitschland on Oostenrijk met de depreciatie van hun geld hebben meegemaakt, niet weer zoo gauw voorkomen. Zijn doel niet bereikt. Maar laten wij aannomen, dat het in Engeland gelukt het pond op z'n verlaagd niveau volkomen stabiel te krijgen, kunnen wij dan constatceren, dat het gevaarlijke middel toch maar z'n doel bereikt heeft, dat handel en industrie het verwachte voordeel ook werkelijk hebben behaald. En dan blijkt ten tweede: Dat de vorwaehte prijsstijging allorminit is ingetreden, doch dat ook Engeland zioh ondanks de depreciatie van 25 pet» van zijn valuta niet beeft kunnen onttrekken aan do algomoeno prijsdaling. Het ia dan ook een onjuiste theorie, schrijft de „Mab.', om de huidige wereld- prijsdaling slechts aan een goudtekort toe te schrijven. Als men het prijsvcrloop in ons land na gaat vanaf 1913 en de groote fluctuaties in dit korte tijdsbestek ziet, dan is het toch wel een zonderling iets, dat dergelijke ge weldige „ups and downs" slechts het gevolg zouden zijn van den bestaanden wereld- goudvoorraad, welke vrijwel al die jaren onveranderd op 11.500.000.000 pat. ia geble ven. En de schrijver merkt op, dat hot heel goed denkbaar is, dat prijsdaling intreedt buiten elke goudinvloed om. Indien na een hoogconjunctuur een normale en gezonde algemeene prijsreactie intreedt, dan is het zeer begrijpelijk, dat een ieder poogt zich van zijn dure goederen-voorraden te ont doen. Men wenscht zijn producten te ver- koopen en wil geld maken, aangezien dit relatief in waarde stijgt. Hierdoor wordt rle prijsdaling bevorderd. Teneinde ondanks de lagere prijzen toch met winst te wer ken, gaan de producenten er toe over om door uitbreiding der productie den kost prijs per eenheid te drukken. Deze natuur- lijko tendenz verhoogt weder het aanbod van producten op de wereldmarkt en de in getreden prijsdaling wordt hierdoor verder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7