WOENSDAG 18 MEI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 8
Even onlogisch is de verklaring, dat
men niet tegen het Bisschoppelijk besluit
is, terwijl men er zich feitelijk tegen
blijft verzetten! Als 't met deze verklaring
ernst is, welnu dan spore men de nu
nog niet-willende meisjes aan, om over
eenkomstig het Bisschoppelijk besluit te
handelen
En men late zich niet verlokken
tot uitstellen en talmen, omdat wordt
voorgehouden de kans op een uitspraak
van den Paus! Voor wie zien wil, is de
kwestie zoo klaar als de dag!
Wij hopen nóg, dat ook de leden der oude
R. K. Sportcommissie wien men zeer
vele verdiensten in het verleden niet
mag ontzeggen, die veel tijd en geld voor
deze zaak hebben geofferd eindelijk óók
zullen inzien, wat n u is de goede weg,
waarheen zij hun leden moeten leiden, op
dat allen weer samen komen in de ééne
R. K. Sportorganisatie.
Naar aanleiding van wat over Kapelaan
Bangert wordt geschreven, hadden wij aan
vankelijk ook een en ander opgemerkt.
Doch 't scheen ons later beter toe, den
geest, adviseur, zoo hij dat wenschte, zelf
het woord te laten voor verweer en verkla
ring.
Niet Kapelaan Bangert zette katholiek
Leiden op, niet Kapelaan Bangert miste de
ernstige bedoeling, om tot eenstemmigheid
te komen, maar degenen, die het Bisschop
pelijk besluit bleven tegenwerken.
Dat deze personen zichzelf hebben
uitgesloten van de volgens Bisschoppelijk
besluit gereorganiseerde R. K. Sport, kan
o. i., helaas, niet worden tegengesproken.
En nü zouden wij gaarne het debat wil
len sluiten! Ons dunkt, dat zulks mogelijk
is, en óók, dat het zeer gewensoht is in
het belang van de goede zaak.
Wij ontvingen nog meerdere ingezonden
stukken over deze kwestie, doch de in
zenders zullen wèl begrijpen, dat het boven
staande voldoende moet worden geacht!
R e d. L. Ci' t.
Ik ben den Heeren der oude sportcom
missie uiterst dankbaar voor hun openlijke
verklaring, die, n c b voor degenen die
zich reeds opgaven voor de nieuwe R. K.
Sportvereenigingen, nóch voor degenen
die zich nog onder hun leidend bestuur
bleven scharen, iets aan duidelijkheid te
wenschen overlaat.
Een mooie verklaring:
„W ij zijn niet tegen het Bis-
schoppelijk besluit om onze
meisjes te laten overgaan,
doch willen ten volle medewer-
k e n."
Ik zou wel kunnen juichen: „De men-
schen zien e i n d e 1 ij k in".
Maar,.... als het gemeend is, dan zijn
de Heeren wel héél erg sterk ver
anderd.
Of,is de houding der Heeren altijd
zoo geweest? Ik ontken dat ten stelligste,
ook al probeeren de Heeren dit nu aan
nemelijk te maken.
3 Juli 19 31 schreef Monseigneur aan
mijn voorganger Rector J. Groot: „dat het
Zijn wensch was, dat sportvereenigingen
van meisjes boven 13 jaar alle zouden wor
den ondergebracht bij de Graal".
Toen de Heeren zich beriepen op de uit
drukking van Monseigneur „mijn wensch"
en er zich niets van aantrokken wat Mon
seigneur wenschte, kwam de tweede
brief, waarin Monseigneur Zijn verwonde
ring uitte over het niet-gevolg-geven aan
Zijn wensch en luidde het in die tweede
brief van 18 Aug. 1931: „Wij verklaren
bij deze, dat het onze uitdrukkelijke
wil is, dat onze aanwijzingen worden op
gevolgd".
De Heeren bleven zich verzetten.
De vorige adviseur bedankte.
Hoe reageerden de bestuur deren?
In plaats van aan de jeugd leiding te ge
ven (zooals men toch behoorde te doen!)
in gehoorzaamheid aan Bisschoppelijke Be
sluiten en onderhouding van eigen Statu
ten voor te strijden, liet men zich beïnvloe
den door van te voren in stemming ge
brachte leden.
Wa® dat de taak van werkelijke R. K.
Bestuurders?
Men wilde dus niet overgaan. Allerlei
redenen waren aanwezig.
Vanaf Nov.Dec. 1931 ben ik bij de Hee
ren gekomen met de aangeboden manier
van overgaan, zooals in het artikel van 30
April j.l. door Rector S. Braakman werd
beschreven. De Bond (de D. H. G. B.)
(ook direkt onder de Bisschop staande vol
gens zijn eigen statuten) ontving in die
dagen de uitspraak van Monseigneur, dat
allo meisjesgymnastiekvereenigingen moes
ten overgaan uit de D. H. G. B. naar het
Graalbestuur. Uitspraak van den Bond
behoefde dus niet meer te worden afge
wacht.
De Heeren bleven zich verzetten.
Ik sla nu een stukje geschiedenis over,
waarvan niet anders te vermelden is dan:
we gaan niet over! Kom ik aan de
conferenties met de Zeereerw. Heeren Pas
toors.
Weten de Heeren nog, waarmee de eerste
conferentie die zij mochten houden met de
Zeereerw. Heeren Pastoors eindigde? „De
Bisschop gaat te ver. Ook de Pausel.
Encycliek over de Christelijke opvoeding
is niet onfeilbaar en al staat daarin, dat
de Kerk een taak heeft te verhullen in
zake de lichamelijke opvoeding, wij oordee-
len anders".
Formeel werd door de Sportcommissie
en alle besturen (op drie na: Bataven, Lei
den en Rood-Wit) op Dinsdag in de Goede
Week beslotenwij onderwerpen
ons niet.
Dan krijgen we de tweede conferentie
van de besturen met de Zeereerw. Heeren
Pastoors (ook de Hoogeerw. Heer Deken
was bij beide conferenties aanwezig) en de
Heeren komen met hun overgangsvoor-
waarden. (Hadden ze gehoord van een
nieuwe R. K. Sportcommissie?) De over
gang zouden ze steunen, alsenz.
enzen dan believen de Heeren hun
voorwaarden bijkomstig-verschillend te
noemen van de sinds November 1931 hun
bekende en namens Monseigneur gepubli
ceerde. Het feit, dat Monseigneur de door
de Heeren voorgestelde overgangsvoor-
waarden niet kón accepteeren, bewijst, dat
ze essentieel "verschilden. En dat is ook
zoo!
De Heeren wilden dus overgaan!?
Daarom werkten ze mee aan
de inschrijving in den Burcht
op hun manier!! Ze wilden dus niét
dat hun leden overgingen!
Ik begrijp dat gedraai niet.
Ieder moge nu probeeren het volgende
te snappende Heeren hebben zich
alt ij d verzet, omdat ze zoo
graag de meisjes zagen over
gaan. Rarara wat is dat? Voor ieder, die
geen bijbedoelingen ziet, zal dit wel een
raadseltje blijven.
Nu schrijven de Heeren weer: „we willen
wèl!" Goddank! Ik hoop het dezer da
gen te ondervinden met de inschrijvingen.
Nu kwestie twee (voor de Heeren, blij
kens hun wisselende houding in kwestie
één, n o. 1) de handhaving der Heeren in
een R. K. Sportbeweging.
Allereerst moet ik ten sterkste protes
teeren tegen het feit, dat de oude Sport
commissie zich nog als R. K. aandient.
Ik besprak deze kwestie Vrijdag j.l. met
Monseigneur, Die mij opdracht had gege
ven officieel als Zijn vertegenwoordiger het
R. K. aan de Commissie te ontnemen. Deze
opdracht vervulde ik in de vergadering van
Dinsdag in de Goede Week in den Burcht.
Vervolgens: zet i k de Heeren buiten de
R. K. Sportbe weging? Denken de Heeren
dat werkelijk?
Maar, dan moeten zij toch vergeten zijn:
lo. dat ik 8 maanden lang met hen de al
lerbeste vrienden ben geweest; 2o. dat ik
mijn uiterste best gedaan heb hen rustig
en in goede harmonie tot overtuiging te
brengen; 3o. dat ik getracht heb wat ik
kon hun een plechtige inzegening van de
terreinen te bezorgen (zelfs mét optreden
van de meisjes, wier vereenigingen nu reeds
ongeveer ófen jaar door Monseigneur verbo
den zijn!)
De Heeren schijnen nog niet te kunnen
of te willen begrijpen, dat z ij zichzelf
hebben uitgesloten van de volgens Bis
schoppelijk Besluit gereorganiseerde R. K.
Sportbeweging in Leiden. Toch* inder
tijd werd voor de Statuten van de sport
commissie een Bisschoppelijke Goedkeu
ring aangevraagd. Wat beteekent dat?
Nog al eenvoudig: de Heeren zouden zich
altijd en in alles onderwerpen aan den Bis
schop. Artikel 3 van hun Statuten luidde:
Bij b 1 ij vend meeningsver-
schil heeft het bestuur beroep
op den Bisschop van Haarlem,
aan wiens beslissing het Be
stuur en de Commissie zich on-
derwerpe n".
Welnu: wanneer de Heeren tegen dat
artikel ingaan, ontnemen zij zich
zelf het R. K., niet de Bisschop. Mon
seigneur legt dat alleen even vast, door het
Zijn vertegenwoordiger te laten uitspreken.
Ik zou werkelijk geneigd zijn met de
Heeren mee te voelen wanneer zij schrij
ven: Eén ding willen wij niet!" (daar komt
de aap uit de mouwmaar,.ze hebben
hun proces officieel gehad; ze deden het
zichzelf aan; het duurde lang genoeg; ze
waren hun eigen rechter en zij beslisten:
wij wijken van ons voornaamste artikel af
als R. K. Vereenigingsmenschen en dus: zij
spraken hun eigen doodvonnis uit en ston
den buiten de R. K. Sportbeweging.
Hun houding hierna onderstreepte tel
kens dit door henzelf uitgesproken vonnis.
Ik herhaal nu even hun eigen woorden:
„Ziedaar bovenstaand de heldere stand
van zaken. Wij wachten nu met een ge
rust geweten het oordeel af van alle Ka
tholieken".
Als ik den Heeren nog een goede raad
mag geven,.... trekt uw pogingen om van
uit Rome, van het Hoogste kerkelijke ge
zag (waar halen zij ineens die eerbied voor
het Kerkelijk Gezag vandaan in deze
kwestie!?!) een uitspraak ten uwen gunste
te verkrijgen, in, het is vergeefsche moeite!
Er bestond geen R. K. Sportcommissie
meer en in opdracht van onzen Bisschop
heb ik deze mogen trachten te vormen en
ben ik daar gelukkig in geslaagd.
Ik hoop, dat de Heeren na hun duide
lijke bovenstaande publicatie, nu ook wer
kelijk hunne leden naar mij zullen toestu
ren; voortgaan zullen zij nu toch moeilijk
meer kunnen en willen.
I k (en ik ben overtuigd, ieder welden
kend mensch), zal het den Heeren
als een verdienste aanreke
nen, wanneer zij nü nog (maar
dan terstond!) hun actie opge
ven en hun leden oversturen.
Door flink mee te werken en de vereeni
gingen naar mij toe te sturen maken zij
zeer veel goed.
Graag zal ik, waar het te pas komt, hun
werk roemen (zij weten in hoeverre ik dat
zéér graag doe!) Wanneer zij die accep
teeren willen, reik ik hun graag de vrien
denhand. Maar, zij moeten nu ein
de 1 ij k eens d u i d e 1 ij k b e g r ij-
pen, dat zij zichzelf naast de R.
K. Sportbeweging hebben ge
plaatst en dat zij zichzelf on
mogelijk hebben gemaakt als
voormannen door hun demon
stratief verzet en hun beslist
verkeerd voorgaan.
Ik maak Redactie en lezers erop attent,
dat ik op geen enkel ingezonden stuk meer
zal ingaan. Enkelen mogen meenen, flat ik
voor verdere publicaties bevreesd ben,
maar ik verzeker u allen, dat ik overtuigd
ben, dat verder debat voor betrokkenen
niet smakelijk meer zou blijven. Mocht
dat reeds ©enigszins in bovenstaand arti
kel het geval zijn, dan verklaar ik uitdruk
kelijk, dat zulks niet mijn bedoeling was.
Voor degenen, die zouden denken, dat
de oude sportcommissie met groote schuld
alleen gelaten wordt, moge ik bekend ma
ken, dat de nieuwe R. K. Sportcommissie
aan de oude een aanbod deed om het huur
contract en alle lusten en lasten van de
terreineninstallatie over te nemen.
Moge het aan alle leden en ouders nu
eindelijk duidelijk zijn, wat zij moeten doen.
Voor opgave nieuwe R. K. Sportvereeni
gingen is mijn adres:
H. J. BANGERT, Pr.,
Geestelijk Adv.,
Breestraat 139, Leiden.
DE GRAAL!
Een dag van genot voor geet»® en hart
heeft de Graal ons in Amsterdam bereid.
Een dag, zooals de Graal die ons alleen
geven kan, een „Graaldag".
In laaiend enthousiasme hebben de meis
jes get-oond, wat ze kunnen; in vurige lief
de voor de Graal hebben zij hun heerlijk
spel gespeeld. En met gloeiende sympathie
hebben 25.000 menschen dat kleurenspel
en den kleurrijbdom van dat overheerlijke
tulpenveld gezien en gehoord. Zij zijn naar
huis gegaan, vervuld van achting en ont
zag voor de durf en de moed van die dui
zenden meisjes. Een uiting van diep ka
tholiek geloof, van godsdienstzin en van
liefde voor God en Zijn kerk. Een daad,
die wij eigenlijk van meisjes niet verwach
ten, maar van den anderen kant een daad,
waartoe de Graal bijna alleen in staat is,
de Graal met haar heerlijke ideeën, met
haar rotsvast geloof in, haar ijzersterke
hoop op en haar uitslaande liefde tot Je
zus en Zijn Moeder.
Hulde aan de samensteller, hulde aan
de schitterende leiding, hulde aan de dap
pere leidsters, hulde ook aan de gloedvol
spelende meisjes.
Moge het succes van deze Graaldag zich
uiten in steeds meer sympathie der men
schen en in nog sterkere ledengroei.
Een toehoorder.
HET BEKENDE RESTAURANT „ZOMERZORG" aan den Stations
weg te Leiden is, zooals bekend, door brand totaal verwoest.
DE LEDEN DER TWEEDE KAMER hebben Dinsdag een excursie gemaakt naar de Zuiderzeewerken
Belangstelling voor het werk van een grijper die gebruikt wordt ten behoeve van den afsluitdam
WieringenZürich om het laatste gat in de VI ^er te dichten.
DE HEER P. C. J. PETERS is Dinsdag officieel ge
ïnstalleerd als burgemeester van Medemblik. Hoe
de inwoners van Medemblik hun nieuwe burger
vader verwelkomden, toont bovenstaande foto.
EMIR FEISAL, tweede zoon van den koning van
Hedjaz, die op het oogenblik in ons land vertoeft,
heeft een bezoek gebracht aan den minister van
Buitenlandsche Zaken te den Haag.
DE PINKSTERREIS van het M. S. „Johan van
Oldenbarneveldt" naar Oslo. Wethouder Abrahams
uit Amsterdam wordt bij het aandoen van zijn
zwemvest door zijn echtgenoote geholpen tijdens
de sloepen-oefeningen aan boord.