HET PAD
LANGS DE KLIP.
ZATERDAG 14 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
Eindelijk zekerheid. Na 2*4
maand van martelende onzekerheid heeft
het ongelukkige echtpaar Lindbergh einde
lijk zekerheid gekregen. Het kind is dood.
Het was reeds lang dood, want het lijkje
verkeerde in een dergelijken toestand, dat
er uit af te leiden valt, dat het ongeveer
twee maanden in de open lucht moet heb
ben gelegen.
Het drama is ten einde, doch heel de we
reld ziet nu uit naar het naspel, dat zich
in de rechtszaal zal moeten afspelen en
waarin deze ongehoorde misdaad op ge
rechte wijze zal worden vergolden.
Uit deze laffe wandaad spreekt een der
gelijke laagheid, dat het iemand een oogen-
blik duizelt bij de gedachte, dat er mede-
menschen zijn, die tot zoo iets in staat
blijken.
Dat er menschen zijn, die kinderen ont
voeren om een losprijs in handen te krij
gen, is jammer genoeg niets bijzonders.
Dat is honderden malen voorgekomen, zon
der dat er veel aandacht aan werd besteed.
Verklaarbaar, hoewel monsterachtig wreed,
is ook het feit, dat de bandieten den armen
kleine gedood hebben, uit vrees voor ont
dekking.
Het is mogelijk, dat zij angstig geworden
door de geweldige ruchtbaarheid, welke
aan het feit is gegeven, en doordat letter
lijk iedereen aan de opsporing van de baby
medewerkte, geen anderen uitweg meer
zagen, dan het kind te dooden en het lijkje
in een bosch te verbergen. Dat is allemaal
afschuwelijk genoeg, maar de mogelijkheid
is toch niet uitgesloten, dat de ontvoerders,
nu zij zich eenmaal in het schuitje hadden
laten lokken door het vooruitzicht van een
gemakkelijk te behalen buit, door den
maalstroom der gebeurtenissen zijn meege
zogen.
Maar onze verontwaardiging bereikt
haar toppunt, als wij zien, hoe het geval
door de gewetenlooze schurken wordt uit
gebuit.
Maandenlang wordt de ongelukkige Lind
bergh aan het lijntje gehouden, ofwel door
de ontvoerders zelf, die dan ook al wisten,
dat het kind dood was en ondanks die we
tenschap doorgingen met hun pogingen om
hun slachtoffer af te zetten ofwel door
anderen dan de ontvoerders, die dan mis
bruik trachtten te maken van de angst der
ouders, hoewel zij het kind niet hadden en
het ook niet konden teruggeven.^. Zelfs de
beruchte bandietenleider Al Capone, die
zoo graag het air aanneemt van een
gentleman-boef, heeft munt trachten te
slaan uit de affaire, gelukkig te vergeefs.
Hij zou het kind terugbezorgen, als men
hem uit de gevangenis los liet; want zijn
aanhangers hielden het kind vast, tot men
hem zou los laten! 'n Mooi heerschap. Ge
lukkig is de politie niet zoo dom geweest,
dat zij daarin vloog.
Het geheele geval is aangepakt door de
Amerikanen met echt Amerikaansche be
hendigheid om uit alles munt te slaan. De
sensatie-kranten hebben er tot het uiterste
van geprofiteerd. Zij belegerden Lindbergh
en rapporteerden al zijn bewegingen; als
er niets meer te rapporteeren viel, lieten
zij de baby ontdekken in Londen of Parijs,
alleen om de belangstelling weer op te ra
kelen. En de halve onderwereld probeerde
geld van Lindbergh af te troggelen, voor
gevende dat men in verbinding stond met
de ontvoerders.
Een hoog denkbeeld van de moraal in
Amerika geeft deze affaire allerminst.
Doumer. t Een tweede moord-geval,
dat de wereld in rep en roer heeft gebracht,
is de waanzinnige daad van den Rus Gor-
goelof, die aan het einde van de vorige
week president Doumer dood schoot.
Pure krankzinnigheid,*gelijk staande met
het werk van 'n Matuschka, die treinen
liet ontsporen alleen voor de grap!
Men zoekt naar diepere motieven, maar
het is moeilijk aan te nemen, dat deze daad
door een koel berekenend verstand op touw
ia gezet.
De uiterst rechtsche partijen beschuldi
gen de bolsjewieken en de communisten
schreeuwen, dat het een valstrik is van de
anti-bolsjewieken om den communisten
vijandige maatregelen uit te lokken.
Zoo beschuldigt de een den ander, maar
het is niet in te zien, van welk nut deze
daad aan welke partij of geestesstrooming
ook zou moeten zijn.
Een oud man werd het slachtoffer; zijn
dood brengt geen verandering teweeg in de
politiek van Frankrijk, noch van eenig an
der land. Op zijn plaats is een ander geko
zen, onverwijld. Le president est mort, vive
le president, de president is dood, leve de
president.
De doode is met al de pracht van een na
tionale uitvaart ten grave gedragen en
rust thans naast zijn vier zoons, die allen
hun leven gaven voor Frankrijk. En onze
deelneming gaat uit naar de weduwe, die
zoovele dierbaren moest offeren.
Nog meer dooden. Het zijn wel
treurige berichten, welke deze week uit
Frankrijk kwamen. Behalve Doumer heeft
dit land ook Albert Thomas te betreuren,
den directeur van het Internationaal Ar
beidsbureau te Genève. Een goed willend
mensch, met edele bedoelingen, en een
harde onbaatzuchtige werker.
Daarnaast valt nog te memoreeren de
dood van ongeveer 30 slachtoffers van de
inetortingsramp te Lyon.
De burgemeester van Lyon, die bij het
reddingswerk tegenwoordig was, heeft in
middels een overwinning behaald bij de
verkiezingen. Hij, of althans zijn richting,
was de groote opposant tegenover Tardieu
en zijn aanhang. Tardieu heeft dan ook uit
den uitslag der jongste Kamerverkiezingen
zijn conclusie moeten trekken en heeft aan
den nieuw gekozen president der Fran-
sche Republiek het ontslag van zijn kabi
net aangeboden. Anders is deze ontslag
aanbieding een gewone formaliteit, doch
ditmaal was het ernst.
Bij alles wat viel in Frankrijk, was ook
het huidige ministerie-Tardieu. Binnenkort
zal Frankrijk waarschijnlijk een meer links
georiënteerde regeering krijgen, al valt
daarvan nog weinig te zeggen in verband
met het feit, dat de partijgroepeering in de
Fransohe Kamer altijd onzekere speculaties
biedt.
Wat zal de nieuwe Fransche regeering er
van terecht brengen? Belangrijke interna
tionale conferenties staan voor de deur,
conferenties, waarbij Frankrijk offers zal
moeten brengen.
„Ons ministerie", zoo constateerde Tar
dieu in een schrijven aan president Lebrun
triomfantelijk, „is er trotsch op een gezon
den toestand achter te laten; een rustig en
goed-georganiseerd Frankrijk; een gewaar
borgde veiligheid; een productie, welke te
gen do wereldcrisis beschermd is; een
werkloosheid, welke twintig maal kleiner
is dan die van onze buren; een ongeschon
den en bijna onaantastbare franc; een bij
tijds aangenomen begrooting; een openbare
schuld, welke den laatsten tijd met twin
tig milliard francs is gedaald; een vredes-
en herstel politiek, welke bijna eenstemmig
door de partijen wordt gesteund".
Inderdaad Frankrijk is er wel bij geva
ren, althans van eng nationalistisch stand
punt bekeken. Maar de wereld is minder
tevreden over de politiek van Tardieu.
Waarschuwing. Een flinke waar
schuwing, ook en vooral aan het adres van
Frankrijk, heeft de Duitsche rijkskanselier
dr. Brüning in zijn jongste rede in den
Rijksdag gegeven.
Terzake van de herstelschulden sprak dr.
Brüning een even duidelijke en onomwon
den taal. Het reeds in Februari ingenomen
non-possumusstandpunt onderschreef bij
nogmaals nadrukkelijk, waarbij hij deed
uitkomen, dat er van betalingen door eeni-
ge Duitsche regeering noch nu, noch later,
sprake kan zijn.
Het voordeel van zulk een ondubbelzin
nige taal, welke den Hitlerianen wel uit het
hart gegrepen schijnt, is natuurlijk, dat bet
buitenland, waarmede Duitschland straks
te Lausanne te zamen zal komen om een'
mm
regeling te treffen, welke den weg moet be
reiden voor het herstel, wil de wereld niet
nog dieper in het economisch moeras weg
zakken, thans niet in twijfel behoeft te ver-
keeren omtrent het Duitsche standpunt.
Ten aanzien van het probleem der ont
wapening onderstreepte de rijkskanselier
met grooten nadruk den Duitschen eisch tot
algemeene ontwapening en rechtsgelijkheid,
waarbij hij oa. herinnerde aan de woorden
van den Italiaanschen minister van buiten-
lansche zaken Grandi, n.l. dat een weinigje
goede wil voldoende zou zijn om de ontwa
peningsconferentie te doen slagen. Waar
aan hij de woorden toevoegde (die onge
twijfeld in hoofdzaak tot Frankijk gericht
waren), dat „men nu eindelijk in regeo-
ringskringen, die dit weinigje goeden wil
niet weten te toonen, moeten zien, dat een
mislukking van de conferentie de erg^e
politieke en economische gevolgen zou heb
ben".
Moge Frankrijk deze laatste waarschu
wing goed ter harte nemen.
SPORT
VOETBAL
R. K. FEDERATIE.
HOLLAND—DUITSCHLAND.
Op 5 Juni a.s. te Arnhem.
Zooals wij reeds mededeelden worden
duizenden belangstellenden voor bovenge-
noemden wedstrijd te Arnhem verwacht.
De aanvragen voor entréekaarten van
buiten Arnhem is verrassend groot en nog
voortdurend blijven bestellingen binnen-
loopen, welke steeds zoo spoedig mogelijk
worden uitgevoerd. Doch ook in Arnhem
zelve wordt de komende, landenkamp druk
besproken, niet slechts in Katholieke krin
gen, doch door alle sportliefhebbers.
Het is nu reeds zeker dat het Arnhemsch
Comité van voorbereiding zal kunnen bo
gen op een groot succes en wanneer dan bij
den wedstrijd ook het bij een landenwed-
strijd zoo prettig aandoende enthousiasme
van het publiek niet ontbreekt, dan zal 5
Juni een groote propaganda-dag zijn voor
de R. K. Sport.
Wij meenen goed te doen erop te wijzen.
dat het terrein om half twee wordt geopend
en dat de wedstrijd om 3 uur aanvangt.
Vóór den wedstrijd en tijdens de rust zal
de Arnhemsche R. K. Harmonie „St. Gre-
gorius" met pittige en vroolijke marschen
het publiek bezig houden.
Het Vitesse-terrein is fraai gelegen, het
speelveld is first-class terwijl de tribunes
de toeschouwers in staat stellen den wed
strijd behoorlijk te volgen. Zooals reeds is
medegedeeld zijn de gereserveerde zitplaat
sen op de overdekte tribune reeds alle weg.
Nog enkele zitplaatsen vóór de overdekte
tribune waren j.l. Zondag nog over.
Wie op 5 Juni Holland-Duitschland wil
bijwonen bestelle spoedig kaarten bij den
heer A G .v Dalen, Paulstraat 107, Arn
hem Postrekening 181322. Na ontvangst
van het bedrag, vermeerderd met 30 ets.
portokosten, worden de govraagde kaarten
voorzoover nog beschikbaar, zoo spoedig
mogelijk per aangeteekenden brief toege
zonden.
R. K. S. V. „Leiden".
Maandag zullen alle elftallen binnen de
bekende lijnen komen.
Te 2.30 uur speelt ons eerste elftal de uit
gestelde revanche-match tegen S.J.C. en
daar op 29 Mei a.s. do Rood-Zwarten om
een zilveren bal tegen Graaf Willem zullen
uitkomen, is dit een prachtige oefenwed
strijd. Leidenaren, allen dus aan den start!
Ons tweede elftal zal een fietsron naar
Zoctcrwoude maken; vertrek 1.15 uur van
af de Douzastraat. Leidcn-reserves, ook
voor U is do oefening hoogst nuttig!
Het derde elftal zal een tocht door do
bloembollenveldcn maken en wedstrijd
tegen S J.C. spelen. Vertrok 12.15 uur van
af den Haarlemmertrekvaart. Veel succes
l ui
Ten slotte onze juniores, zij spelen om 1
uur tegen de dito's van Teylingen en zul
len danig partij dienen te geven, want, het
eerste is ook aanwezig!
Wedstrijdprogramma voor a.s, Maandag.
Oefenwedstrijd Noord-Zuid te Geleen.
Om het kampioenschap.
S. D. O. U. C.Santpoort
Eerste klasse A.
Kerkrade—R. K. O. N. S.
Eerste klasse B.
UnionGennep.
DIOC. HAARL. VOETBALBOND.
R. K. Sportvereeniging „Meerburg"
Zoeterwoude (H.R.).
Maandag, 2en Pinksterdag, belooft voor
onze spelers een drukke dag te worden.
Immers vier van de vijf elftallen zullen irt
het veld komen om diverse vriendschappe
lijke wedstrijden te spelen.
De junioren spelen om 2 uur op het Sport
park „Zuidwyck" aan de Maaldrift een
wedstrijd tegen een sterke K WD. combi
natie jun.
Alle elftallen van R.W.D, wisten in de
competitie een goede plaats to bereiken;
dat deze elftallen dus een sterke combina
tie kunnen vormen, ligt voor do hand.
Onze junioren zullen dus allo krachten
moeten inspannen om een zoo goed moge
lijk resultaat te behalen.
Meerburg 3 speelt om half één thuis
tegen het voorloopig junioren-elftal van het
District Leiden.
Dit elftal, waarin uitstekende krachten
schuilen, bewees in de door haar reeds ge
speelde wedstrijden, van behoorlijke kwa
liteit te zijn. Het derde zal derhalve al
haar krachten moeten inspannen om een
nederlaag te ontkomen.
De laatste wedstrijden was het dorde
echter goed op dreef, zoodat we een span
nende strijd verwachten.
Meerburg 2 speelt na een lange rust
periode oveneens thuis en wol tegen S.J.C.
4.
In de competitie lieten de Noordwijkers
zich als prettige tegenstanders kennen. We
hopen dat het Maandag eveneens een aan
gename wedstrijd zal worden. Wat do kan
sen betreft, lijkt ons Meerburg 2 wel iets
sterker, hetgeen ook in de competitie be
wezen is.
Niettemin moeten de onzen do tegenstan
ders niet onderschatten, daar de S.J.C.-ers
ongetwijfeld alles in het werk zullen stel
len, beide puntjes mee naar huis te nemen.
De wedstrijd begint om half drie.
De abusievelijk voor Meerburg I vastge
stelde wedstrijd voor de eerste ronde van
,.De Leidsche Courant-beker" gaat niet
door. De Warmonders zijn n.l. wegens Ker
kelijke redenen verhinderd uit te komen.
Een en ander is wel jammer, daar de afwer-
werking van het programma hierdoor een
aanmerkelijke vertraging ondervindt.
In den Haag gaat de strijd om een plaats
in de eerste klasse voort. S.D 0. I ont
vangt op eigen terrein Olivoo I. Met be
langstelling zullen we de verrichtingen van
5.D.C. in de verdere wedstrijden gade
slaan. O.i. hebben ook de Hagenaars tegen
het sterke Oliveo I geen kans zelfs ook
maar één puntje te veroveren.
Zaterdagmiddag voetbaltraining om half
drie.
Ook bijzonderheden betreffende de
vriendschappelijke wedstrijden worden tij
dig aan de bekende adressen bekend ge
maakt.
I Opgaaf nieuwe leden uitsluitend aan het
Secrctariaut Nieuwe Rijn 92, Leiden.
R. K. S. V. A.S.C.
Het bestuur van A.S.C. hoeft de laatste
vergadering besloten om den clubavond, a.s.
Donderdag 19 Mei te houden om halfacht
in het Patronaat.. Alle leden worden ver
zocht in grooten getale op to komen zoo
wel dames als hoeren, schooljongens en
meisjes worden niet verwacht. A.s. Maan
dag is cr geen gymnastiek in verband met
Tweeden Pinksterdag.
A.S.C. speelt 2dcn Pinksterdag een
vriendschappclijkcn wedstrijd tegen Lcidon
II op liet A.S.C.-tcrroin, aanvang te 2.30
uur. Leiden II is voor ons al een oude te
genstander. Wij zijn altijd gowend een pret-
tigen wedstrijd te spelen wat natuurlijk nu
ook weer verwacht wordt. Dus A.S.C.-sup-
porters, het zal de moeite waard zijn naar
deezn wedstrijd te komen kijken.
R. K. Voetbalvereeniging „D.O.S.".
Voor Tweeden Pinksterdag is het volgen
de programma vastgesteld:
1 uur: D OS.-jun.—A.K.-jun.
3 uur: D.O.S. ILisso I.
1 uur. A.K. IID.O.S. II te Langeraar.
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
J. S FLETCHER.
27)
„Juist, op die plek?" vroeg Mr. Drayne
droog.
En zich volkomen bewust, dat hij de
getuige in het nauw had gedreven, ging
hij zitten zonder antwoord op zijn vraag
af te wachten.
Een pijnlijke pauze volgde. Mevrouw
Stanbury ging uit de getuigenbank weg.
Sindal verliet zijn plaats achter de tafel,
voegde zich bij haar en Marston en hij I
begonnen een fluisterend gesprek. De
coroner keek op van zijn papieren en
richtte den blik naar de politie-autoritei-
ten en Mr. Drayne.
„Het komt mij voor, dat we thans aan
een geschikt punt zijn gekomen om het in
quest te verdagen", meende hij. „Het is
duidelijk, dat er belangrijke punten opge
helderd zxillen moeten worden en
daarom.
Een van de juryleden, een eenvoudige
werkman, die de verhooren met gespan
nen oplettendheid had gevolgd, stond op
en vroeg de aandacht van den coroner, die
zijn zin afbrak en den man vragend aan
keek.
„Mr. coroner', begon het jurylid op be
slisten toon zijn boersch dialect sprekende,
«voor er verder gepraat wordt over verda
gen zou ik wel graag nog een paar vra
gen beantwoord willen hebben. Kan dat?"
„Ieder van de gezworenen, heeft het
recht de vragen te stellen, die hem nuttig
en noodig voorkomen", antwoordde de
coroner.
„Dan zal ik zoo vrij zijn er een paar
te doen", verklaarde het jurylid. „Ik zou
wel graag wat meer willen weten over me
neer Pike daar. Ik zie zijn kosbjuffrouw
juffrouw Lightowler, in de zaal zitten.
Laat u haar in de getuigenbank ko
men, mr. coroner, om de vragen te beant
woorden. die ik haar zal doen. Juffrouw
Lightowler", ging hij voort, toen de be
jaarde juffrouw, tot haar niet geringe ver-
bazing voor het getuigenhekje ontboden
was", juffrouw Lightowler, meneer Pike is j
al een poos bij u in den kost nietwaar? i
Daarom wilde ik wel eens van u hooren
of het waar is, wat hij straks over die
nachtwandelingen vertelde
De getuige keek schuw van haar kost
ganger naar den ondervrager.
„O zeker, dat is woord voor woord
waar", antwoordde zij. „Meneer Pike sliep
slecht den laatsten tijd, en de dokter
heeft hem gezegd te gaan wandelen voor
hij naar bed ging. Daar weet ik van."
„Dat is dan in orde", zei het jurylid.
„Maar nu wat anders, juffrouw Lightowler.
Slaapt u zelf nogal goed
„Nou, niet zoo erg best", antwoordde de
oude vrouw", ik ben niet zoo jong meer
en dan gaat het met heb slapen meestal
niet meer, zooals je wel zoudt willen."
„Hebt u Pike -Maandagnacht of eigen
lijk gezegd, Dinsdagochtend hooren thuis
komen
„Ja zeker."
„Hoe laat was dat? Weet u het nog prc-
„Het was twee uur. Ik hoorde hem
binnenkomen, en stak het licht aan om
op de hangklok in mijn kamer te kijken."
Het jurylid wenkte de getuige dat ze
kon weggaan en wees met een gebiedend-
uitgestrekten vinger naar Pike.
„Ga terug naar die bank daar", com
mandeerde hij. „U zei straks dat u me
neer Etherton tot de fabriek gevolgd was
ent hem naar binnen zag gaanom
kw'art vóór eene, zoowat. Nu moet u mij
eens vertellen, jongeman, wat u uitgevoerd
hebt tusschen kwart vóór eenen en twee
uur, toen juffrouw Lightowler u hoorde
thuiskomen."
Pike wierp een woedenden blik op zijn
ondervrager en keek van hem naar den
coroner. Maar deze luisterde rustig toe,
met neergeslagen oogen en Pike begreep,
dat hij geen hulp van deze autoriteit te
verwachten had.
„Vooruit", drong het jurylid, „voor den
„Ik ging nog een eind wandelen", was
het norscbe antwoord.
„Waarom
„Omdat ik weer klaar wakker was ge
worden", snauwde Pike.
„Waar ging u heen?"
„De hei op".
„U wandelde nog vijf kwartier?"
Pike knikte alleen maar, en het jurylid
ging weer zitten, met een sluw, achter
dochtig glimlachje naar do elf gezwore
nen.
„Die kerel weet ook heel wat meer dan
hij wil loslaten.ve:Haarde hij duidelijk
verstaanbaar. „Diar durf ik miju kop on
der verwedden."
Do coroner fluisterde inmiddels druk
met de officieele personen die om hem
heen zaten en richtte zich toen tot de
jury.
„Ik 6©horsch het inquest tot vandaag
over veertien dagen, heeren", deelde hij
mede", en inmiddels.
Toon de coroner zijn formeele verklaring
geëindigd had, stroomde do eetzaal van de
„Grange" langzaam leeg. In opgewonden
gesprek over hetgeen het onderzoek aan
het licht had gebracht, begaven de toe
hoorders zich in groepjes naar buiten. Sin-
dal die zich met moeite losgemaakt had
van een paar mensehen, die een gesprek
met hem trachtten aan te knoopen, slaag
de er in den nieuwen baronet te berei
ken, Hij tikte hem op den arm on beduid
de hem mee te gaan.
HOOFDSTUK XII.
Hulp van buitenaf.
De advocaat nam Marston mee naar de
hall en keek om zich heen, als om naar een
rustig plekje te zoeken, waar zij onge
stoord konden praten. De jongeman, zijn
bedoeling begrijpend, opende de' deur van
Sir Cheville's wapenkamer, waar hij met
Sindal binnenging. Zoodra de deur weer
gesloten was, wendde do advocaat zich op
ernstige toon tot hem.
„Sir Marston", zei hij, „deze zaak ont
wikkelt zich in een richting, die niemand
van ons verondersteld had. Ik mag u niet
verhelen, dat ik niet optimistisch gestemd
ben. Na de verklaringen dor doktoren is
er geen twijfel aan. dat uw oom door ge
el Ipleging nm het leven is gekomen
t gezegd, hij is vermoord. Ik had er al
een vermoeden van, dat dit van den aan
vang af het uitgangspunt van do politie
was, daarom hebben ze Drayne erbij ge
haald. Wij moeten van onzen kant ener
gieke maatregelen nemen: dat is mijn
stellige overtuiging."
„Drommels", viel Marston onthutst uit.
„U wiltr toch niet zeggen, dat er verden
king tegcn_ mijn moeder bestaat? Dal. zou
ik haast uit uw woorden opmaken...."
„Het is moeilijk om op dit oogenblik
met zekerheid te zeggen wat ze precies
vcronderslelen of wie er verdacht wordt",
antwoordde Sindal, „maar ok vrees, dat we
er niet aan behoeven te twijfelen, dat zij
uw moeder er van verdenken, iets te we
ten, dat zij verzwegen heeft. Het kan zijn
dat zij aannemen, dat zo Sir Cheville's
lichaam vond en zich meester heeft gc-
maakt van de vermiste paiperon, of ook
dat ze in samenwerking in een of andere
vorm van haar en mr. Etherton vermoe
den."
„De veronderstelling is belachelijk", viel
Marston verontwaardigd uit. „Onmogelijk
in één woord."
„Niets is belachelijk of onmogelijk in
gevallen als dit, niets," verklaarde de ad
vocaat; „in ieder gewal beschouwt de po
litie het zoo. Als die verdenking heeft op
gevat tegen uw moeder of tegen haar en
meneer Etherton samen, zal zij zich met
alle kracht aan haar theorie vastklemmen,
en ze zal niets onbeproefd laten om, vóór
het inquest hervat wordt, een bewijs voor
hun vermoedens to contrueeren. Wij moe
ten op alle eventualiteiten bedacht zijn en
om de politie den wind uit do zeilen te
nemen, staat er maar één mogelijkheid voor
ons open."
(Wordt vervolgd).