TECHNIEK EN KUNST KERKNIEUWS WOENSDAG 11 MEI 1932 DE LEIDSCHE COURANT IWEEDE BLAD PAG. 6 DE PERSOON VAN LEBRUN. De correspondent van de „Msb." noemt den nieuw gekozen president een eenvoudig man. Zijn figuur is bij nadering aantrekke lijk, maar niet opvallend en doet niet de buitengewoon actieve carrière vermoeden, die hem den eersten vertrouwenspost in den lande waardig heeft gemaakt. Een vijftiger zou men zeggen, vlot in zijn bewegingen, ge woon zaken af te doen en niet terug te deinzen voor dezulke, welke hoofdbrekens en zorgen kosten, die vroeg doen grijzen. Hij is niet van een type, waarover de ca- ricat-uristen zich zullen verheugen, evenmin heef* hij een figuur, die door heel Parijs wordt opgemerkt. Men kan er op rekenen, dat er zelfs veel Parijzenaars zullen zijn, die zich niet precies kunnen voorstellen, hoe Lebrun er uitziet In de parlementaire milieus had de heer Lebrun reed® tiental len jaren grooten invloed kunnen uitoofenen en dat op grond van zijn voornaam en kuns tig werk. Om die kundigheid hadden de Maasbewoners hem reeds twintig jaar ge leden naar de kamer gezonden en men weet, dat die Lotharingers.ernstig zijn in hun keuze. Zij hadden hun gewestgenoot toen reeds een dozijn jaren hun geweste lijke bestuurszaken toevertrouwd en hem bij den aanvang van zijn politieke loopbaan geroepen, omdat hij ook in zijn beroepsbe zigheden zich een bekwaam bestuurder had betoond. De heer Lebrun is dan ook niet een weinig bekende, maar een ernstig ge waardeerde figuur. Lebrun werd geboren te Mercy in het Meurthe-departement op den 29en Augus tus 1871. Zijn studiën voerden hem naar de groote scholen van Parijs waar hij na do befaamde „Ecole Polytechnique" de „Ecole des Mines'' bezocht om daarna, eenmaal lijn ingenieursdiploma's verworven, naar de Ecole Superieure de Commerce, de han delsuniversiteit te gaan, maar als profes sor. Politiek hield hij niet van uitersten. Hij was een democraat en progressist en teen hij in 1910 door de kiezers van zijn geboor testreek naar de kamer werd gezonden, nam hij plaate in de „gauohe democratique" den meest vooruitstrevend den vleugel van de rechter kamerhelft. Dc heer Lebrun, die in de kamer eenige jaren tot de vice-pre9identen heeft behoord heeft zich in 1911 voor het eerst een porte feuille toegewezen gezien. Caillaux koos hem tot minister van koloniën in het minis terie 19111912. Toen Poincaré daarop het ministerie vormde verzocht hij den heer Le brun voort te gaan, het departement van koloniën te leiden en in 1913, toen Poincaré naar het Elysée vertrok «n Doumergue de leiding van hot kabinet nam, hield ook deze den heer Lebrun in zijn ministerie. Toen Millerand naar het Elysée werd gezonden en Poincaré het ministerie van nationale unie tfbrmde, dus in 1921, ver trouwde laatstgenoemde den heer Lebrun de portefeuille van oorlog toe, die vooral met het oog op de legerhervormingen en reorganisatie der legerwerktuigcn, groote technische eischen stolde. Toen Doumer verleden jaar tot president gekt zen werd, volgde Lebrun hem op als voorzitter van den Senaat, weinig vermoe dend, onder hoe tragische omstandigheden hij hem ook zou opvolgen als president. DUITSCHLAND KABAAL IN DEN RIJKSDAG. Gröner overschreeuwd. In tegenstelling tot eergisteren had de Rijksdagzitting van gisteren een verre van rustig verloop. Bij de voortgezette debat ten en stemming over de amortisatiewet, die in eerste en tweede lezing werd aange nomen, hield de Duitsche volksvertegen woordiging zich nog aan de goede parle mentaire vormen, doch daarna, bij de be handeling van het verbod der nat.-soc. stormtroepen, kwam het weer tot de be kende lawaaiige tooneelen. De nat.-soc. afgevaardigde Göring kreeg bij de debatten over het S. A. verbod als eerste spreker het woord. In een lange uit- eenzetting eischte hij de opheffing van het verbod. Toen spreker de sociaal-demoera ten van landverraad beschuldigde, brak 't eerste lawaai van dezen dag los. De door Göring gestelde vraag, of de Duitsche ge zant te Parijs niet door telegrammen de opheffing der stormtroepen alB zijnde noodzakelijk voor de buitenlandsche poli tiek had geëischt, werd door rijkskanselier dr. Brüning direct ontkennend beant woord. Toen de Berlijnsche vioe-hoofdcom- missaris van politie in de buurt van de ta fel van den Rijksraad gezien werd, begroet ten de nat.-socialisten hem met luide pro testen. Herhaaldelijk moest vice-president Esser ingrijpen. Vergeleken bij het kabaal, dat bij de nu volgende rede van minister Gröner her haaldelijk losbarstte, was het tot dusver nog rustig geweest. Minister Gröner ver dedigde 't besluit van de regeering en betoogde, dat in het belang van de autori teit van den staat het verbod onvermij delijk was, want het was niet langer te tolereeren, dat zulk een groote schare jonge op daden beluste menschen ter be schikking van een enkelen man stond. Op gewonden verklaart minister Gröner te moeten protesteeren tegen verschillende uitlatingen van Göring. Gröner onverstaanbaar. Een tijdlang kan minister Gröner zich niet verstaanbaar maken. Nat.-socialisten schreeuwen naar de socialisten en deze naar de nat-.soc. Frick riept dreigend naar links: „Infame kwajongen". Met veel moeite weet de vice-president eindelijk de noodige rust voor Gröner te verkrijgen. Gröner zijn rede voortzettend, zegt niet al het materieel te kunnen voorlezen, dat de regeering in handen is gevallen. Een enkel ding moet echter gememoreerd worden. Er staat zwart op wit: „Kleine Poolsche benden moeten geweerd worden. Zoodra een opmar6ch van de geregelde troepen plaats heeft, rukken de S. A. naar baar stellingen op." Als reden wordt opge geven: „Wij willen de S. A. zonder eenig voorbehoud ter beschikking van onze lei ders houden." Hierop interrumpeeren de Hitlerianen: „In elk geval niet te uwer beschikking". Van links wordt hier geantwoord: „Dat is landverraad bekennen". Gröner gaat weer voort: Wanneer onze grenzen bedreigd worden, dan moeten wij van eiken Duitscher eisohen, dat hij zich ter beschikking van het rijk stelt; dat geldt ook voor de stormtroepen en voor Hitier. (Bijval bij de meerderheid, lachen en onrust bij de nazi's). Tot den herfst 1930, vervolgt Gröner, was de S. A. be trekkelijk onschuldig. Pas met het optre den van kapitein Röhm kwam er een nieu we beweging in de stormtroepen. (Groote vroolijkheid bij réchts). Het verbod der S. A. was noodzakelijk voor de staats- autoriteit. De eisch van ontbinding van de Reichsbanner is daarom niet gegrond, om- dab de S. A. tegenover het rijk staat en de Reichsbanner daarentegen voor den staat is. (Lawaai bij de nat.-soc.). Wanneer afgevaardigde Göring beweert aldus minister Gröner, dat er zonder de stormtroepen geen rust en orde in Duitsch- land kan zijn, dan antwoord ik: Zonder de stormtroepen zouden wij ai sinds jaren ru6t en orde in den staat hebben gehad. (Stormachtige bijval bij de meerderheid). Wanneer afgevaardigde Göring, besloot apr., het monopolie van de vaderlandslief de voor zijn partij opeischt, dan is dat een ongehoorde aanmatiging. De vaderlands- liede is in alle partijen vertegenwoordigd, en ik zal er voor zorgen, dat zij in het ge- heete Duitsche vouk steeds sterker wordt. (Applaus bij de middenpartijen, lawaai en gelach bij de nat.-socialisten). Een helsch kabaal. Hierop roept afgevaardigde Strasser (nat^soc.): Ik stel voor, dat deze rede van Gröner op gramofoonplaten in Duitschland wordt verspreid (vroolijkheid) en dat het Kabinet gelegenheid wordt ge geven om te beslissen, of deze man verder de openbare veiligheid en het leger in Duitschland in handen kan hebben. Deze woorden van Strasser werden door de nat-- socialisten met luid gelach en geklap ont vangen. Vice-president Esser wijst hierna Stras ser wegens zijn aanval op den minister uit de zaal. Deze maatregel wordt door de nat.-socialisten met een helsch kabaal be antwoord Strasser blijft in de zaal en zijn vrienden brullen luid: „Heil, heil". Onder oorverdoovend lawaai verlaat de vice-pre sident zijn zetel en schorst daardoor de zitting. Bij heropening van de zitting trekt de vice-president het bevel, dat Strasser de zaal moet verlaten, in en vergenoegt zich met het geven van een waarschuwing. De storm is geluwd, en in volmaakte rust kan de Centrum-afgevaardigde dr. Bell het standpunt van zijn partij uiteen zetten, waarna de debatten tot Woensdag worden verdaagd. Heden zal dr. Brüning in den Rijksdag een groote rede houden. BUITENL. BERICHTEN. ONGELUKKEN. ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN. EEN VROUW EN EEN MEISJE GEDOOD. In den omtrek van Leuven, te Terbank heeft zich een vreeselijk auto-ongeval voor gedaan. Bij het passeeren van twee auto's verpletterde een der auto's een 60-jarige vrouw, Maria van Bever, die met haar twee kleinkindertjes op de tram stond te wachten. De vrouw en een negenjarig meisje wer den gedood. Het andere kind, dat vijf jaar oud is, werd zwaar gewond naar het zie kenhuis overgebracht. TWEE PERSONEN IN EEN AUTO VERBRAND. Gisterenavond had op den straatweg bij Neuss een botsing plaats fcusschen een par ticulieren auto en een vrachtauto, waarbij de particuliere auto tengevolge van een ontploffing van de benzinetank in brand geraakte. Van den drie inzittenden zijn een heer en een dame in de vlammen omgekomen. Hun lijken waren geheel verkoold. De chauffeur kon met zware brandwonden worden gered. TORNADO TEISTERT BENGALEN. Talrijke dooden. Het district Mymensingh in Bengalen i9 gisteren door een tornado geteisterd, die enorme schade heeft aangericht en talrijke menschenlevens geëischt. De kracht van den wind was zóó gewel dig, dat in de stad Mymensingh zelf de ge vangenis met den grond gelijk werd ge maakt, waarbij de cipiers en gevangenen onder de puinhoopen werden bedolven. Twee en twintig gedetineerden en gevan genbewaarders kwamen bij de ramp om eet leven, terwijl omstreeks 100 personen wer den gewond. De paniek werd nog verer gerd, doordat onmiddellijk na de instorting van het gebouw brand uitbrak. Men vreest dan ook, dat van de slachtoffers vele le vend in de vlammen zijn omgekomen. Tweehonderd gevangenen konden in de verwarring ontsnappen. Tot dusver is men er niet in geslaagd, hen weer te grijpen. Ook in de omliggende dorpen werden door den tornado groote verwoestingen aangericht. Een onderhoud met Beeld". Houdt met de techniek v Dat de hedendaagsehe samenleving on- 1 noemelijk veel te danken en ook te wij ten! heeft aan de weergaloos snelle om wikkeling der moderne techniek is een feit, zooals b.v. de Gijzelaarsbank er een is voor iederen Leidenaar. Met dit kleine verschil echter dat een stelletje vlijtige ge meentewerklieden in enkele uren het laatstgenoemde feit van den aardbodem zouden kunnen doen verdwijnen, torwijl het eerstgenoemde door niemand of niets meer ongedaan kan worden gemaakt. Tot groote vreugde van een deel der menschheid, dat van de hoogbloei der techniek de gouden vruchten plukt en tot minder groote vreug de om geen onwellevende termen te ge bruiken van een ander deel der menscb- heid, dat er de bittere vruohten van plukt in den vorm van honger, werkloosheid, in validiteit, ontijdigen dood door bedrijfs- ongeiukken, zenuwlijden tengevolge van het idioot opgevoerde arbeidstempo etc. Dat deze eenerzijds zoo enthousiast beju belde en anderzijds vaak zoo bitter ver- wenschte technieK ook nog het ontstaan van een nieuwe kunst zou mogelijk maken, was vooral voor degenen, die zioh al dan met beroepsmatig oceupeeren met de kunst, iets dat zeer dwaas en ongerijmd 6cheen, weshalve de beoefenaren der schoonheid, die het land hebben aan dwaze en ongerijmde dingen, deze vinding hun artistieken ruggen toedraaiden. De kunste naar heeft altijd een instinctmatigen afkeer gohad van de techniek en haar doode, me chanische voortbrengselen. Het verleden had voldoende geleerd, dat in de nuchter- kritisehe sfeer van laboratorium of fabriek het wondere proces der zuivere schoon heidsopenbaring niet tot volledige ontwik keling kon komen. Een technicus, of hij zich vermaakte met de toepassing van be paalde wetten der mechanica of der phy- sica, kon door den kunstenaar slechts ma tig geapprecieerd worden. Zijn waardee ring ging meestal niet verder dan de er kenning, dat de technicus zijn vak, Zijn eerzaam handwerk goed verstond. Met kunst hadden de voortbrengselen van den naarstig experimenteerenden en rusteloos onderzoekenden technicus niets te maken. De fotografie, een der vele resultaten van den onderzoeking6drang van den techni cus, stond bij den kunstenaar dan ook in het verdomboekje. Zoo ook de film, die tenslotte niets anders was dan een snelle opeenvolging van een reeks doode, tech nische procedé's. Hierbij kwam nog, dat de film van het eerste oogenblik van haar be staan zeer nauwe betrekkingen onderhield met het groot-kapitaal en de groot-indus- trie. Nu was het voor een kunstenaar een vaststaand feit, dat uit de hebzuchtige sa menwerking van groot-kapitaal eu indus trie alles zou kunnen voorkomen, behalve dat éóne, wat voor hem uitsluitend waar de had: een zuiver kunstwerk. Zoo koester de de kunstenaar en met hem de criticus, twee groote antipathieën tegen de film. Up de eerste plaats was de film een te over wegend technisch procédé en op de twee de plaats ontstond de film in een omgeving, waarop te duidelijk het stempel der machinale vervaardiging, der industrie stond gedrukt. Zoo was do toestand een dertigtal jaren geleden bij den aanvang van de filmindustrie. Gedurende de eerste tiental jaren vooral, ontwikkelde de film zich in een richting, die maar al te 2eer bewees, dat een op louter winstbejag afge stemde samenwerking tussohen kapitaal en industrie nu juist niet iets opleverde, dat bepaald kunstzinnig genoemd kon wor den. In dien tijd verloochende de film haar ietwat vulgaire afkomst niet. Dat zou ech ter anders worden. Hier en daar ontdekte een zeldzame figuur, waarin voor het eerst het conflict kunstenaar-technicus opgelost ging worden, dat met deze wonderlijke uit vinding nog wel iets anders bereikt kon worden, dan de vertooning van allerlei wandelende, springende of wonderlijke ge- sticuleeronde menschen, die den argeloozen toeschouwer aldus trachtten duidelijk (e maken, dat zij öf héél bedroefd óf érg blij waren.... In deze zeldzame figuren ging zich het wonder der bewustwording vau een nieuwe kunst voltrekken. Zij kregen de WEER EEN DOODVONNIS }N MOSKOU Vroegere Poolsche afgevaardigde gefusilleerd. Naar uit Moskou vernomen wordt, is de voormalige Poolsche afgevaardigde Woje- dowski eenige dagen geleden te Moskou gefusilleerd. In Warschau heeft dit dood vonnis een geweldige opschudding teweeg gebracht. Wojedowski werd destijds uit Polen ver bannen wegens zijn felle communistische propaganda. Hij vluchtte toen naar Rus land, waar hij door de sovjets belast werd met het bestuur van de Poolsche commu nistische partij, die vanuit Rusland steeds haar instructies kreeg. Thans is Wojedowski gefusilleerd, omdat hij weigerde, de opdrachten te vervullen, die hem gegeven waren in verband met de leiding der Poolsche communistische partij. STUDENTEN-ONLUSTEN TE SARAGOSSA. Gisteren hebben te Sarragossa wederom studentenonlusten plaats gehad. De stu denten hadden zich gebarricadeerd in de universiteit en toen de politie arriveerde, werd zij met een regen van steenen ont- \angen, terwijl er later ook werd geschoten. Een politie-officier werd gedood en twee studenten gewond. Zeventig personen wer den gearresteerd. den organisator van „Klank en e flimkritiek te weinig rekening i het film vraagstuk? overtuiging, dat de film, mits op zeer bij zondere wijze toegepast, tot nog toe onge kende schoonheidsontroeringen zou vermo gen op te wekken. Hiermede voldeed de film dan tevens aan den elementairsten eisch, die aan iedere opzettelijk daartoe verrichte handeling hetzij geestelijk, het zij lichamelijk gesteld wordt om onder de rubriek „kunst" ondergebracht te kun nen worden. Zoo ontstond uit het won derlijke mengsel van moderne techniek, groot-kapitaal en industrie een der groot ste wonderen van onze eeuw: de nieuwste kunst, de Filmkunst. Eerst stom, vervolgeus eenige onsamenhangende klanken brabbe- ledde, waarover de technicus zeer ver heugd, maar de kunstenaar hoogelijk ont steld was en tenslotte een hoogtepunt van volmaaktheid bereikende, welke op het oogenblik niet meer verbeterd kan wor den, zonder dat geheel nieuwe en nog niet voorziene wegen op electro-accoustisch ge bied worden ingeslagen. Tot deze conclu sie kwamen wij in een' gesprek, dat wij on langs met den heer G. Knap hadden, den organisator van de Internationale Tentoon stelling „Klank en Beeld", die tot en met 14 Mei iu het R.A.I.-gebouw te Amsterdam gehouden wordt. De heer Knap is boven dien secretaris-generaal van het Algemeen Europeesch Filmverbond, zoodat bij een alleszins bevoegd beoordeelaar genoemd mag worden. Wij merkten hierbij eohter op, dat die volmaaktheid dan toch alleen nog maar geldt voor den technicus. Voor den criticus, die do film uitsluitend op haar artistieke waarde schat, is die volmaakt heid nog verre van bereikt. Het antwoord, dat de heer Knap hierop gaf is van belang voor de filmkritiek. De heer Knap gaf als zijn meening te kennen, dat in het algemeen de kritiek te hooge eischen stelt aan de geluidsfilm, omdat men zioh geen voldoen de rekenschap geeft van den huidigen stand der geluidsfilm-techniek. Het zwaartepunt wordt hoofdzakelijk op het artistieke ge legd, waardoor het technische verwaar loosd wordt. Dat deze wijze van kritiek echter, his torisch beschouwd, zeer verklaarbaar is, zal na lezing van het bovenstaande wel duidelijk zijn. Maar hoe het ook zij, in ieder geval zal de kritiek vrede moeten nemen met het feit, dat de filmkunst er een ie, die moer dan de andere kunsten afhangt van de feillooze werking van een zoor ingewik kelde en hoogstgevoelige technische appa ratuur. Dit inzicht zal den goeden criticus er toe brengen zioh op de hoogte te stel len en te houden van do technische zijde van het filmvraagstuk, hoezeer dit ook moge mdruiscken tegen zijn artistieken aanleg. Dit laatste geldt ook, zij het in mindere mate, voor den regelmatigen be zoeker van het filmtheater. Over het alge meen weet de bezoeker van een bioscoop veel teweimg van de wijze, waarop het voorwerp zijner speciale belangstelling, do film, ontstaat. Eenige elementaire begrip pen daaromtrent zijn hoogstgewensebt. Hierdoor zal hij beter in staat zijn z'n houding tegenover sommige filmproducten te bepalen. Met het juistere begrip zal in veel gevallen dan ook wel een beter iu- zioht komen, dat er op zijn beurt weer toe zal leiden niet alle hopelooze onzin, die er jaar in jaar uit geproduceerd wordt, zon der meer te slikken! Een zeldzame gelegenheid om zich al thans van de technische zijde van het film- vraagstuk eenig denkbeeld te vormen, biedt de zoo-even genoemde tentoonstel ling „Klank en Beeld". Deze tentoonstel ling staat m het teeken van de technische triomfen, die de mensch heeft behaald op het gebied van de mechanische weergave van klank en beeld. Voor den ontwikkel den mensch is het zeer zeker van belang kennis te nemen van de resultaten eener reeds ontdekkingen en uit/vindingen, die meer dan iets anders hun karakteristiek teeken hebben gedrukt op de cultureele en artistieke manifestatie's van een samen leving, waarin de machine een zoo groote, wellicht 'al tè groote rol is gaan speleu H. v. d. DEENECAMP. Millionair verdwenen. Sinds eenige dagen is geen spoor meer te bekennen van den 83-jarigen millionair Charles liussal Flint, te Washington woon achtig, die bekend is onder den bijnaam van den „vader van de trusts", in verband met zijn uitgebreide financieele relaties. Hij is directeur van 22 maatschappijen. Zijn echtgenoote heeft de politie mee gedeeld, dat Flint Zondagmorgen j.l. in een taxi was gestapt om een kennis op te zoeken in een hospitaal te Baltimore, maar dat hij niet te Baltimore was aangekomen. Men heeft sedert dien niets meer van hem gehoord. De vermiste trad eenige malen op als vertrouwensman van regeeringen bij deu aankoop van oorlogsschepen. Sneeuw en vorst in de Beiersche Alpen. In de Beiersohe Alpen is het opnieuw gaan sneeuwen. Op den Nebelhorn is 40 c.M., op sommige plaatsen zelfs 50 c.M. sneeuw gevallen. Gisterochtend werd een temperatuur van 8 graden onder 0 geme ten. VAN M'N BOEKENTAFEL Het Schild. Apologetisch Maand schrift. Uitg. der A.V. Petrus Cani- sius. Het Schild is een verdedigingsgeschrift, dat tot doel heeft de vurige pijlen der tegenstanders der H. Kerk op te vangen en te dooven. Zoo richt het zich tot vriend en „vijand", tot geloofsgenoot en andersden kenden, om den een te eterken in 't geloof en de vooroordeelen van den ander recht t© zetten. Ook hierbij geldt echter het spreekwoord: Woorden wekken, voorbeel den strekken. En daarom is het goed ge zien van de redactie van het Schild, zoo nu en dan de geschiedenis van een bokoering tusschen haar artikelen op te nemen. De jongste Schild-aflevering bevat zelfs twee van zulke geschiedenissen. De eerste is een herinnering van Jan Taal aan een gestor ven vriend, die de lichtende poorten der waarheid zag, doch deze niet mocht bin nengaan, terwijl de tweede de geschiedenis van ^en geloovig Protestant is, die zich door vele ingewortelde vooroordeelen heen een weg geworsteld heeft naar de Moeder kerk. Uit beide artikelen blijft treffend de groote kracht, welke van de H. Eucharis tie uitgaat, die zelfs niot-geloovigen op dc knieën dwingt, en tevens de heilzame in vloed van heb gebed tot de Smeekende Al macht, de H. Moedermaagd. In dit nummer beëindigt dr. L. Bender zijn beschouwingen-reeks over de Huwe lijksbeletselen en behandelt hij thans de be letselen van Bloedverwantschap, Aanver wantschap, Openbare Eerbaarheid en Gees telijke Verwantschap. De graden-berekening van al deze relaties ziet er nogal ingewik keld uit, doch dr. Bender weet alles dui delijk uiteen te zetten. Ongetwijfeld heeft de geleerde schrijver een zeer goed werk gedaan met de glasheldere uiteenzotting van het Katholieke standpunt inzake de huwelijksbeletselen. Wie deze artikelen be waard heeft, heeft er een korte, zakelijke, in z'n beknoptheid echter toch voldoende handleiding aan ter orienteering op dit ter rein, waar eenige bekendheid toch geen overbodige luxe mag heeten. In de Rubriek „Op den Uitkijk" vinden wij warempel weer een bekeering6geschie- denis, waarschijnlijk daarom onder deze rubriek geplaatst omdat de schrijver nog op den uitkijk staat naar het Beloofde Land en zijn weg erheen nog niet gevonden heeft. De overige rubrieken, zooals Vragenbus, Boekbespreking en. Correspondentie, leve ren dezen keer weinig stof tot bespreking. LETTEREN EN KUNST LITURGIE EN KUNST. Voor het ontwerpen van een religieus artistieke titel-pagiaa voor het wekelijksch missaal Bron van Christelijken Geest wa ren, na raadpleging van den deken van heb St. Bernulphusgilde, eenige Nederlandscho katholieke kunstenaars uitgonoodigd. Do bedoeling van deze uitnoodiging was, dat de kerkelijke kunst blijvend haar mede werking zal gaan verleenen aan dit litur gisch werk, om aldus door de toepassing van dc kunst de beoefening van de litur gie in beteekenis en waarde te doen stijgen. Van de uitgenoodigde zes kunstenaars hebben er 5 een of meer ontwerpen inge zonden. Van deze werd het door den kunst schilder Lou Asperslagh- te 's-Graveuhage gemaakte ontwerp het meest geschikt ge oordeeld voor de bevrediging van gods die n s tig-ke rke 1 ijk-smaakge v oei Het nieuwe ontwerp zal het eerst met de Pinksterdagen worden toegepast. Het is van algemeenen aard eu geeft een symboli- sohe saamvatting van het H .Misoffer. Daarnaast zullen ontwerpen vervaardigd worden, betrekking hebbende op den litur- gi?chen jaarkring en voor bijzondere feest dagen. Het zal nader een punt van overwe ging uitmaken, of de verdere ontwerpen aan een en denzelfden kunstenaar worden opgedragen dan wel of uitnoodigingen ge richt worden aan meerdere hunner. Ook op dit terrein zal groei van ontwerp bij den artist en ontwikkeling van het kunstgevoel bij den gebruiker van heb Zondagsinissaal moeten samengaan om het beoogde doel te verwezenlijken, n.l. dat de kerkelijke kunst het liturgisch leven onder steunt. Nationale Noveen ter eere der klein H. Theresia. Pinksteren valt dib jaar op 15 Mei, de Noveen ter eere der kleine H. Theresia be gint den 3en Pinksterdag. Zoo zal 't dus de twee voorlaatste dagen moeilijk zijn 'n massa plaatjes aan deelnemers te verzen den, ook onze geestelijke oefeningen zij a talrijker en langduriger op de groote feest dagen. Daarom zijn we genoodzaakt allen die nog willen deelnemen dringend te verzoe ken hun intentie en verzoek tot deelname u i t e r 1 ij k 14 Mei in ons bezit te doen zijn. Zoo hopen we ieder tevreden te stel len en tijdig te antwoorden. Moge de Geest der Liefde ons vereend houden in die dagen en aan alle bidden- den verhooring schenken! Zrs. Karmelitessen Heerenweg, Egmond a. d. Hoef, N.-H. Giro No. 39730.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6