TECHNIEK
EN KUNST
KERKNIEUWS
WOENSDAG 11 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
IWEEDE BLAD PAG. 6
DE PERSOON VAN LEBRUN.
De correspondent van de „Msb." noemt
den nieuw gekozen president een eenvoudig
man. Zijn figuur is bij nadering aantrekke
lijk, maar niet opvallend en doet niet de
buitengewoon actieve carrière vermoeden,
die hem den eersten vertrouwenspost in den
lande waardig heeft gemaakt. Een vijftiger
zou men zeggen, vlot in zijn bewegingen, ge
woon zaken af te doen en niet terug te
deinzen voor dezulke, welke hoofdbrekens
en zorgen kosten, die vroeg doen grijzen.
Hij is niet van een type, waarover de ca-
ricat-uristen zich zullen verheugen, evenmin
heef* hij een figuur, die door heel Parijs
wordt opgemerkt. Men kan er op rekenen,
dat er zelfs veel Parijzenaars zullen zijn,
die zich niet precies kunnen voorstellen,
hoe Lebrun er uitziet In de parlementaire
milieus had de heer Lebrun reed® tiental
len jaren grooten invloed kunnen uitoofenen
en dat op grond van zijn voornaam en kuns
tig werk. Om die kundigheid hadden de
Maasbewoners hem reeds twintig jaar ge
leden naar de kamer gezonden en men
weet, dat die Lotharingers.ernstig zijn in
hun keuze. Zij hadden hun gewestgenoot
toen reeds een dozijn jaren hun geweste
lijke bestuurszaken toevertrouwd en hem
bij den aanvang van zijn politieke loopbaan
geroepen, omdat hij ook in zijn beroepsbe
zigheden zich een bekwaam bestuurder had
betoond. De heer Lebrun is dan ook niet
een weinig bekende, maar een ernstig ge
waardeerde figuur.
Lebrun werd geboren te Mercy in het
Meurthe-departement op den 29en Augus
tus 1871. Zijn studiën voerden hem naar de
groote scholen van Parijs waar hij na do
befaamde „Ecole Polytechnique" de „Ecole
des Mines'' bezocht om daarna, eenmaal
lijn ingenieursdiploma's verworven, naar
de Ecole Superieure de Commerce, de han
delsuniversiteit te gaan, maar als profes
sor.
Politiek hield hij niet van uitersten. Hij
was een democraat en progressist en teen
hij in 1910 door de kiezers van zijn geboor
testreek naar de kamer werd gezonden,
nam hij plaate in de „gauohe democratique"
den meest vooruitstrevend den vleugel van
de rechter kamerhelft.
Dc heer Lebrun, die in de kamer eenige
jaren tot de vice-pre9identen heeft behoord
heeft zich in 1911 voor het eerst een porte
feuille toegewezen gezien. Caillaux koos
hem tot minister van koloniën in het minis
terie 19111912. Toen Poincaré daarop het
ministerie vormde verzocht hij den heer Le
brun voort te gaan, het departement van
koloniën te leiden en in 1913, toen Poincaré
naar het Elysée vertrok «n Doumergue de
leiding van hot kabinet nam, hield ook
deze den heer Lebrun in zijn ministerie.
Toen Millerand naar het Elysée werd
gezonden en Poincaré het ministerie van
nationale unie tfbrmde, dus in 1921, ver
trouwde laatstgenoemde den heer Lebrun
de portefeuille van oorlog toe, die vooral
met het oog op de legerhervormingen en
reorganisatie der legerwerktuigcn, groote
technische eischen stolde.
Toen Doumer verleden jaar tot president
gekt zen werd, volgde Lebrun hem op als
voorzitter van den Senaat, weinig vermoe
dend, onder hoe tragische omstandigheden
hij hem ook zou opvolgen als president.
DUITSCHLAND
KABAAL IN DEN RIJKSDAG.
Gröner overschreeuwd.
In tegenstelling tot eergisteren had de
Rijksdagzitting van gisteren een verre van
rustig verloop. Bij de voortgezette debat
ten en stemming over de amortisatiewet,
die in eerste en tweede lezing werd aange
nomen, hield de Duitsche volksvertegen
woordiging zich nog aan de goede parle
mentaire vormen, doch daarna, bij de be
handeling van het verbod der nat.-soc.
stormtroepen, kwam het weer tot de be
kende lawaaiige tooneelen.
De nat.-soc. afgevaardigde Göring kreeg
bij de debatten over het S. A. verbod als
eerste spreker het woord. In een lange uit-
eenzetting eischte hij de opheffing van het
verbod. Toen spreker de sociaal-demoera
ten van landverraad beschuldigde, brak 't
eerste lawaai van dezen dag los. De door
Göring gestelde vraag, of de Duitsche ge
zant te Parijs niet door telegrammen de
opheffing der stormtroepen alB zijnde
noodzakelijk voor de buitenlandsche poli
tiek had geëischt, werd door rijkskanselier
dr. Brüning direct ontkennend beant
woord. Toen de Berlijnsche vioe-hoofdcom-
missaris van politie in de buurt van de ta
fel van den Rijksraad gezien werd, begroet
ten de nat.-socialisten hem met luide pro
testen. Herhaaldelijk moest vice-president
Esser ingrijpen.
Vergeleken bij het kabaal, dat bij de nu
volgende rede van minister Gröner her
haaldelijk losbarstte, was het tot dusver
nog rustig geweest. Minister Gröner ver
dedigde 't besluit van de regeering en
betoogde, dat in het belang van de autori
teit van den staat het verbod onvermij
delijk was, want het was niet langer te
tolereeren, dat zulk een groote schare
jonge op daden beluste menschen ter be
schikking van een enkelen man stond. Op
gewonden verklaart minister Gröner te
moeten protesteeren tegen verschillende
uitlatingen van Göring.
Gröner onverstaanbaar.
Een tijdlang kan minister Gröner zich
niet verstaanbaar maken. Nat.-socialisten
schreeuwen naar de socialisten en deze
naar de nat-.soc. Frick riept dreigend
naar links: „Infame kwajongen". Met veel
moeite weet de vice-president eindelijk de
noodige rust voor Gröner te verkrijgen.
Gröner zijn rede voortzettend, zegt niet
al het materieel te kunnen voorlezen, dat
de regeering in handen is gevallen. Een
enkel ding moet echter gememoreerd
worden. Er staat zwart op wit: „Kleine
Poolsche benden moeten geweerd worden.
Zoodra een opmar6ch van de geregelde
troepen plaats heeft, rukken de S. A. naar
baar stellingen op." Als reden wordt opge
geven: „Wij willen de S. A. zonder eenig
voorbehoud ter beschikking van onze lei
ders houden." Hierop interrumpeeren de
Hitlerianen: „In elk geval niet te uwer
beschikking".
Van links wordt hier geantwoord: „Dat
is landverraad bekennen".
Gröner gaat weer voort: Wanneer onze
grenzen bedreigd worden, dan moeten wij
van eiken Duitscher eisohen, dat hij zich
ter beschikking van het rijk stelt; dat
geldt ook voor de stormtroepen en voor
Hitier. (Bijval bij de meerderheid, lachen
en onrust bij de nazi's). Tot den herfst
1930, vervolgt Gröner, was de S. A. be
trekkelijk onschuldig. Pas met het optre
den van kapitein Röhm kwam er een nieu
we beweging in de stormtroepen. (Groote
vroolijkheid bij réchts). Het verbod der
S. A. was noodzakelijk voor de staats-
autoriteit. De eisch van ontbinding van de
Reichsbanner is daarom niet gegrond, om-
dab de S. A. tegenover het rijk staat en
de Reichsbanner daarentegen voor den
staat is. (Lawaai bij de nat.-soc.).
Wanneer afgevaardigde Göring beweert
aldus minister Gröner, dat er zonder de
stormtroepen geen rust en orde in Duitsch-
land kan zijn, dan antwoord ik: Zonder
de stormtroepen zouden wij ai sinds jaren
ru6t en orde in den staat hebben gehad.
(Stormachtige bijval bij de meerderheid).
Wanneer afgevaardigde Göring, besloot
apr., het monopolie van de vaderlandslief
de voor zijn partij opeischt, dan is dat een
ongehoorde aanmatiging. De vaderlands-
liede is in alle partijen vertegenwoordigd,
en ik zal er voor zorgen, dat zij in het ge-
heete Duitsche vouk steeds sterker wordt.
(Applaus bij de middenpartijen, lawaai en
gelach bij de nat.-socialisten).
Een helsch kabaal.
Hierop roept afgevaardigde Strasser
(nat^soc.): Ik stel voor, dat deze rede
van Gröner op gramofoonplaten in
Duitschland wordt verspreid (vroolijkheid)
en dat het Kabinet gelegenheid wordt ge
geven om te beslissen, of deze man verder
de openbare veiligheid en het leger in
Duitschland in handen kan hebben. Deze
woorden van Strasser werden door de nat--
socialisten met luid gelach en geklap ont
vangen.
Vice-president Esser wijst hierna Stras
ser wegens zijn aanval op den minister
uit de zaal. Deze maatregel wordt door de
nat.-socialisten met een helsch kabaal be
antwoord Strasser blijft in de zaal en zijn
vrienden brullen luid: „Heil, heil". Onder
oorverdoovend lawaai verlaat de vice-pre
sident zijn zetel en schorst daardoor de
zitting.
Bij heropening van de zitting trekt de
vice-president het bevel, dat Strasser de
zaal moet verlaten, in en vergenoegt zich
met het geven van een waarschuwing.
De storm is geluwd, en in volmaakte
rust kan de Centrum-afgevaardigde dr.
Bell het standpunt van zijn partij uiteen
zetten, waarna de debatten tot Woensdag
worden verdaagd. Heden zal dr. Brüning
in den Rijksdag een groote rede houden.
BUITENL. BERICHTEN.
ONGELUKKEN.
ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN.
EEN VROUW EN EEN MEISJE
GEDOOD.
In den omtrek van Leuven, te Terbank
heeft zich een vreeselijk auto-ongeval voor
gedaan. Bij het passeeren van twee auto's
verpletterde een der auto's een 60-jarige
vrouw, Maria van Bever, die met haar
twee kleinkindertjes op de tram stond te
wachten.
De vrouw en een negenjarig meisje wer
den gedood. Het andere kind, dat vijf jaar
oud is, werd zwaar gewond naar het zie
kenhuis overgebracht.
TWEE PERSONEN IN EEN AUTO
VERBRAND.
Gisterenavond had op den straatweg bij
Neuss een botsing plaats fcusschen een par
ticulieren auto en een vrachtauto, waarbij
de particuliere auto tengevolge van een
ontploffing van de benzinetank in brand
geraakte.
Van den drie inzittenden zijn een heer
en een dame in de vlammen omgekomen.
Hun lijken waren geheel verkoold. De
chauffeur kon met zware brandwonden
worden gered.
TORNADO TEISTERT
BENGALEN.
Talrijke dooden.
Het district Mymensingh in Bengalen i9
gisteren door een tornado geteisterd, die
enorme schade heeft aangericht en talrijke
menschenlevens geëischt.
De kracht van den wind was zóó gewel
dig, dat in de stad Mymensingh zelf de ge
vangenis met den grond gelijk werd ge
maakt, waarbij de cipiers en gevangenen
onder de puinhoopen werden bedolven.
Twee en twintig gedetineerden en gevan
genbewaarders kwamen bij de ramp om eet
leven, terwijl omstreeks 100 personen wer
den gewond. De paniek werd nog verer
gerd, doordat onmiddellijk na de instorting
van het gebouw brand uitbrak. Men vreest
dan ook, dat van de slachtoffers vele le
vend in de vlammen zijn omgekomen.
Tweehonderd gevangenen konden in de
verwarring ontsnappen. Tot dusver is men
er niet in geslaagd, hen weer te grijpen.
Ook in de omliggende dorpen werden
door den tornado groote verwoestingen
aangericht.
Een onderhoud met
Beeld". Houdt
met de techniek v
Dat de hedendaagsehe samenleving on- 1
noemelijk veel te danken en ook te wij
ten! heeft aan de weergaloos snelle om
wikkeling der moderne techniek is een
feit, zooals b.v. de Gijzelaarsbank er een
is voor iederen Leidenaar. Met dit kleine
verschil echter dat een stelletje vlijtige ge
meentewerklieden in enkele uren het
laatstgenoemde feit van den aardbodem
zouden kunnen doen verdwijnen, torwijl het
eerstgenoemde door niemand of niets meer
ongedaan kan worden gemaakt. Tot groote
vreugde van een deel der menschheid, dat
van de hoogbloei der techniek de gouden
vruchten plukt en tot minder groote vreug
de om geen onwellevende termen te ge
bruiken van een ander deel der menscb-
heid, dat er de bittere vruohten van plukt
in den vorm van honger, werkloosheid, in
validiteit, ontijdigen dood door bedrijfs-
ongeiukken, zenuwlijden tengevolge van
het idioot opgevoerde arbeidstempo etc.
Dat deze eenerzijds zoo enthousiast beju
belde en anderzijds vaak zoo bitter ver-
wenschte technieK ook nog het ontstaan
van een nieuwe kunst zou mogelijk maken,
was vooral voor degenen, die zioh al dan
met beroepsmatig oceupeeren met de
kunst, iets dat zeer dwaas en ongerijmd
6cheen, weshalve de beoefenaren der
schoonheid, die het land hebben aan dwaze
en ongerijmde dingen, deze vinding hun
artistieken ruggen toedraaiden. De kunste
naar heeft altijd een instinctmatigen afkeer
gohad van de techniek en haar doode, me
chanische voortbrengselen. Het verleden
had voldoende geleerd, dat in de nuchter-
kritisehe sfeer van laboratorium of fabriek
het wondere proces der zuivere schoon
heidsopenbaring niet tot volledige ontwik
keling kon komen. Een technicus, of hij
zich vermaakte met de toepassing van be
paalde wetten der mechanica of der phy-
sica, kon door den kunstenaar slechts ma
tig geapprecieerd worden. Zijn waardee
ring ging meestal niet verder dan de er
kenning, dat de technicus zijn vak, Zijn
eerzaam handwerk goed verstond. Met
kunst hadden de voortbrengselen van den
naarstig experimenteerenden en rusteloos
onderzoekenden technicus niets te maken.
De fotografie, een der vele resultaten van
den onderzoeking6drang van den techni
cus, stond bij den kunstenaar dan ook in
het verdomboekje. Zoo ook de film, die
tenslotte niets anders was dan een snelle
opeenvolging van een reeks doode, tech
nische procedé's. Hierbij kwam nog, dat de
film van het eerste oogenblik van haar be
staan zeer nauwe betrekkingen onderhield
met het groot-kapitaal en de groot-indus-
trie. Nu was het voor een kunstenaar een
vaststaand feit, dat uit de hebzuchtige sa
menwerking van groot-kapitaal eu indus
trie alles zou kunnen voorkomen, behalve
dat éóne, wat voor hem uitsluitend waar
de had: een zuiver kunstwerk. Zoo koester
de de kunstenaar en met hem de criticus,
twee groote antipathieën tegen de film. Up
de eerste plaats was de film een te over
wegend technisch procédé en op de twee
de plaats ontstond de film in een omgeving,
waarop te duidelijk het stempel der
machinale vervaardiging, der industrie
stond gedrukt. Zoo was do toestand een
dertigtal jaren geleden bij den aanvang
van de filmindustrie. Gedurende de eerste
tiental jaren vooral, ontwikkelde de film
zich in een richting, die maar al te 2eer
bewees, dat een op louter winstbejag afge
stemde samenwerking tussohen kapitaal en
industrie nu juist niet iets opleverde, dat
bepaald kunstzinnig genoemd kon wor
den. In dien tijd verloochende de film haar
ietwat vulgaire afkomst niet. Dat zou ech
ter anders worden. Hier en daar ontdekte
een zeldzame figuur, waarin voor het eerst
het conflict kunstenaar-technicus opgelost
ging worden, dat met deze wonderlijke uit
vinding nog wel iets anders bereikt kon
worden, dan de vertooning van allerlei
wandelende, springende of wonderlijke ge-
sticuleeronde menschen, die den argeloozen
toeschouwer aldus trachtten duidelijk (e
maken, dat zij öf héél bedroefd óf érg blij
waren.... In deze zeldzame figuren ging
zich het wonder der bewustwording vau
een nieuwe kunst voltrekken. Zij kregen de
WEER EEN DOODVONNIS }N MOSKOU
Vroegere Poolsche afgevaardigde
gefusilleerd.
Naar uit Moskou vernomen wordt, is de
voormalige Poolsche afgevaardigde Woje-
dowski eenige dagen geleden te Moskou
gefusilleerd. In Warschau heeft dit dood
vonnis een geweldige opschudding teweeg
gebracht.
Wojedowski werd destijds uit Polen ver
bannen wegens zijn felle communistische
propaganda. Hij vluchtte toen naar Rus
land, waar hij door de sovjets belast werd
met het bestuur van de Poolsche commu
nistische partij, die vanuit Rusland steeds
haar instructies kreeg.
Thans is Wojedowski gefusilleerd, omdat
hij weigerde, de opdrachten te vervullen,
die hem gegeven waren in verband met de
leiding der Poolsche communistische partij.
STUDENTEN-ONLUSTEN TE
SARAGOSSA.
Gisteren hebben te Sarragossa wederom
studentenonlusten plaats gehad. De stu
denten hadden zich gebarricadeerd in de
universiteit en toen de politie arriveerde,
werd zij met een regen van steenen ont-
\angen, terwijl er later ook werd geschoten.
Een politie-officier werd gedood en twee
studenten gewond. Zeventig personen wer
den gearresteerd.
den organisator van „Klank en
e flimkritiek te weinig rekening
i het film vraagstuk?
overtuiging, dat de film, mits op zeer bij
zondere wijze toegepast, tot nog toe onge
kende schoonheidsontroeringen zou vermo
gen op te wekken. Hiermede voldeed de
film dan tevens aan den elementairsten
eisch, die aan iedere opzettelijk daartoe
verrichte handeling hetzij geestelijk, het
zij lichamelijk gesteld wordt om onder
de rubriek „kunst" ondergebracht te kun
nen worden. Zoo ontstond uit het won
derlijke mengsel van moderne techniek,
groot-kapitaal en industrie een der groot
ste wonderen van onze eeuw: de nieuwste
kunst, de Filmkunst. Eerst stom, vervolgeus
eenige onsamenhangende klanken brabbe-
ledde, waarover de technicus zeer ver
heugd, maar de kunstenaar hoogelijk ont
steld was en tenslotte een hoogtepunt van
volmaaktheid bereikende, welke op het
oogenblik niet meer verbeterd kan wor
den, zonder dat geheel nieuwe en nog niet
voorziene wegen op electro-accoustisch ge
bied worden ingeslagen. Tot deze conclu
sie kwamen wij in een' gesprek, dat wij on
langs met den heer G. Knap hadden, den
organisator van de Internationale Tentoon
stelling „Klank en Beeld", die tot en met
14 Mei iu het R.A.I.-gebouw te Amsterdam
gehouden wordt. De heer Knap is boven
dien secretaris-generaal van het Algemeen
Europeesch Filmverbond, zoodat bij een
alleszins bevoegd beoordeelaar genoemd
mag worden. Wij merkten hierbij eohter op,
dat die volmaaktheid dan toch alleen nog
maar geldt voor den technicus. Voor den
criticus, die do film uitsluitend op haar
artistieke waarde schat, is die volmaakt
heid nog verre van bereikt. Het antwoord,
dat de heer Knap hierop gaf is van belang
voor de filmkritiek. De heer Knap gaf als
zijn meening te kennen, dat in het algemeen
de kritiek te hooge eischen stelt aan de
geluidsfilm, omdat men zioh geen voldoen
de rekenschap geeft van den huidigen stand
der geluidsfilm-techniek. Het zwaartepunt
wordt hoofdzakelijk op het artistieke ge
legd, waardoor het technische verwaar
loosd wordt.
Dat deze wijze van kritiek echter, his
torisch beschouwd, zeer verklaarbaar is,
zal na lezing van het bovenstaande wel
duidelijk zijn. Maar hoe het ook zij, in ieder
geval zal de kritiek vrede moeten nemen
met het feit, dat de filmkunst er een ie, die
moer dan de andere kunsten afhangt van
de feillooze werking van een zoor ingewik
kelde en hoogstgevoelige technische appa
ratuur. Dit inzicht zal den goeden criticus
er toe brengen zioh op de hoogte te stel
len en te houden van do technische zijde
van het filmvraagstuk, hoezeer dit ook
moge mdruiscken tegen zijn artistieken
aanleg. Dit laatste geldt ook, zij het in
mindere mate, voor den regelmatigen be
zoeker van het filmtheater. Over het alge
meen weet de bezoeker van een bioscoop
veel teweimg van de wijze, waarop het
voorwerp zijner speciale belangstelling, do
film, ontstaat. Eenige elementaire begrip
pen daaromtrent zijn hoogstgewensebt.
Hierdoor zal hij beter in staat zijn z'n
houding tegenover sommige filmproducten
te bepalen. Met het juistere begrip zal in
veel gevallen dan ook wel een beter iu-
zioht komen, dat er op zijn beurt weer
toe zal leiden niet alle hopelooze onzin, die
er jaar in jaar uit geproduceerd wordt, zon
der meer te slikken!
Een zeldzame gelegenheid om zich al
thans van de technische zijde van het film-
vraagstuk eenig denkbeeld te vormen,
biedt de zoo-even genoemde tentoonstel
ling „Klank en Beeld". Deze tentoonstel
ling staat m het teeken van de technische
triomfen, die de mensch heeft behaald op
het gebied van de mechanische weergave
van klank en beeld. Voor den ontwikkel
den mensch is het zeer zeker van belang
kennis te nemen van de resultaten eener
reeds ontdekkingen en uit/vindingen, die
meer dan iets anders hun karakteristiek
teeken hebben gedrukt op de cultureele en
artistieke manifestatie's van een samen
leving, waarin de machine een zoo groote,
wellicht 'al tè groote rol is gaan speleu
H. v. d. DEENECAMP.
Millionair verdwenen.
Sinds eenige dagen is geen spoor meer
te bekennen van den 83-jarigen millionair
Charles liussal Flint, te Washington woon
achtig, die bekend is onder den bijnaam
van den „vader van de trusts", in verband
met zijn uitgebreide financieele relaties.
Hij is directeur van 22 maatschappijen.
Zijn echtgenoote heeft de politie mee
gedeeld, dat Flint Zondagmorgen j.l. in
een taxi was gestapt om een kennis op te
zoeken in een hospitaal te Baltimore, maar
dat hij niet te Baltimore was aangekomen.
Men heeft sedert dien niets meer van
hem gehoord.
De vermiste trad eenige malen op als
vertrouwensman van regeeringen bij deu
aankoop van oorlogsschepen.
Sneeuw en vorst in de Beiersche Alpen.
In de Beiersohe Alpen is het opnieuw
gaan sneeuwen. Op den Nebelhorn is 40
c.M., op sommige plaatsen zelfs 50 c.M.
sneeuw gevallen. Gisterochtend werd een
temperatuur van 8 graden onder 0 geme
ten.
VAN M'N BOEKENTAFEL
Het Schild. Apologetisch Maand
schrift. Uitg. der A.V. Petrus Cani-
sius.
Het Schild is een verdedigingsgeschrift,
dat tot doel heeft de vurige pijlen der
tegenstanders der H. Kerk op te vangen en
te dooven. Zoo richt het zich tot vriend en
„vijand", tot geloofsgenoot en andersden
kenden, om den een te eterken in 't geloof
en de vooroordeelen van den ander recht
t© zetten. Ook hierbij geldt echter het
spreekwoord: Woorden wekken, voorbeel
den strekken. En daarom is het goed ge
zien van de redactie van het Schild, zoo nu
en dan de geschiedenis van een bokoering
tusschen haar artikelen op te nemen. De
jongste Schild-aflevering bevat zelfs twee
van zulke geschiedenissen. De eerste is een
herinnering van Jan Taal aan een gestor
ven vriend, die de lichtende poorten der
waarheid zag, doch deze niet mocht bin
nengaan, terwijl de tweede de geschiedenis
van ^en geloovig Protestant is, die zich
door vele ingewortelde vooroordeelen heen
een weg geworsteld heeft naar de Moeder
kerk.
Uit beide artikelen blijft treffend de
groote kracht, welke van de H. Eucharis
tie uitgaat, die zelfs niot-geloovigen op dc
knieën dwingt, en tevens de heilzame in
vloed van heb gebed tot de Smeekende Al
macht, de H. Moedermaagd.
In dit nummer beëindigt dr. L. Bender
zijn beschouwingen-reeks over de Huwe
lijksbeletselen en behandelt hij thans de be
letselen van Bloedverwantschap, Aanver
wantschap, Openbare Eerbaarheid en Gees
telijke Verwantschap. De graden-berekening
van al deze relaties ziet er nogal ingewik
keld uit, doch dr. Bender weet alles dui
delijk uiteen te zetten. Ongetwijfeld heeft
de geleerde schrijver een zeer goed werk
gedaan met de glasheldere uiteenzotting
van het Katholieke standpunt inzake de
huwelijksbeletselen. Wie deze artikelen be
waard heeft, heeft er een korte, zakelijke,
in z'n beknoptheid echter toch voldoende
handleiding aan ter orienteering op dit ter
rein, waar eenige bekendheid toch geen
overbodige luxe mag heeten.
In de Rubriek „Op den Uitkijk" vinden
wij warempel weer een bekeering6geschie-
denis, waarschijnlijk daarom onder deze
rubriek geplaatst omdat de schrijver nog
op den uitkijk staat naar het Beloofde Land
en zijn weg erheen nog niet gevonden heeft.
De overige rubrieken, zooals Vragenbus,
Boekbespreking en. Correspondentie, leve
ren dezen keer weinig stof tot bespreking.
LETTEREN EN KUNST
LITURGIE EN KUNST.
Voor het ontwerpen van een religieus
artistieke titel-pagiaa voor het wekelijksch
missaal Bron van Christelijken Geest wa
ren, na raadpleging van den deken van heb
St. Bernulphusgilde, eenige Nederlandscho
katholieke kunstenaars uitgonoodigd. Do
bedoeling van deze uitnoodiging was, dat
de kerkelijke kunst blijvend haar mede
werking zal gaan verleenen aan dit litur
gisch werk, om aldus door de toepassing
van dc kunst de beoefening van de litur
gie in beteekenis en waarde te doen stijgen.
Van de uitgenoodigde zes kunstenaars
hebben er 5 een of meer ontwerpen inge
zonden. Van deze werd het door den kunst
schilder Lou Asperslagh- te 's-Graveuhage
gemaakte ontwerp het meest geschikt ge
oordeeld voor de bevrediging van gods
die n s tig-ke rke 1 ijk-smaakge v oei
Het nieuwe ontwerp zal het eerst met de
Pinksterdagen worden toegepast. Het is
van algemeenen aard eu geeft een symboli-
sohe saamvatting van het H .Misoffer.
Daarnaast zullen ontwerpen vervaardigd
worden, betrekking hebbende op den litur-
gi?chen jaarkring en voor bijzondere feest
dagen. Het zal nader een punt van overwe
ging uitmaken, of de verdere ontwerpen
aan een en denzelfden kunstenaar worden
opgedragen dan wel of uitnoodigingen ge
richt worden aan meerdere hunner.
Ook op dit terrein zal groei van ontwerp
bij den artist en ontwikkeling van het
kunstgevoel bij den gebruiker van heb
Zondagsinissaal moeten samengaan om het
beoogde doel te verwezenlijken, n.l. dat de
kerkelijke kunst het liturgisch leven onder
steunt.
Nationale Noveen ter eere der klein
H. Theresia.
Pinksteren valt dib jaar op 15 Mei, de
Noveen ter eere der kleine H. Theresia be
gint den 3en Pinksterdag. Zoo zal 't dus de
twee voorlaatste dagen moeilijk zijn 'n
massa plaatjes aan deelnemers te verzen
den, ook onze geestelijke oefeningen zij a
talrijker en langduriger op de groote feest
dagen.
Daarom zijn we genoodzaakt allen die
nog willen deelnemen dringend te verzoe
ken hun intentie en verzoek tot deelname
u i t e r 1 ij k 14 Mei in ons bezit te doen
zijn. Zoo hopen we ieder tevreden te stel
len en tijdig te antwoorden.
Moge de Geest der Liefde ons vereend
houden in die dagen en aan alle bidden-
den verhooring schenken!
Zrs. Karmelitessen
Heerenweg, Egmond a. d. Hoef, N.-H.
Giro No. 39730.