3)e fteidóohaOowemd 23ste Jaargang ZATERDAG 30 APRIL 1932 No. 7190 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN De nieuwe parochiekerk der Kruisheeren te Zoeterwoude. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal Franco per poet f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. TEL.. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel. Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarir betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. TWEEDE KAMER DE WINKELSLUITINGSWET Treedt morgen in werking. De gemeenten zijn niet gereed om de Winkelsluitingswet op 1 Mei a.s. toe te passen. Dat was de korte inhoud van het eerste deel van het betoog des heeren Boon (V.B.), toen hij heden den Minister van Arbeid interpelleerde over de invoe ring der Winkelsluitingswet op 1 Mei a.s. Hij adstrueerde dit betoog met een uit voerige opsomming van tal van gemeenten, waaronder zoo belangrijke als Amsterdam en Utrecht, die nog niet gereed zijn met hare verordening op grond van artt. 6 en 9 dezer wet. En dus gelden de bepalingen dezer wet op 1 Mei ongetemperd voor de winkeliers in die gemeenten. Hoe komt het, dat die gemeenten niet gereed zijn? Is dat hare schuld of de schuld der Regeering. De een beschuldigt de an der. Maar zelfs iemand als prof. v. d. Grin ten heeft openlijk geschreven, dat de ge meenten goed zouden doen een circulaire van den Minister, die als vademecum voor de Toepassing der wet was bedoeld, niet uit te voeren en naast zich neer te leggen, omdat deze circulaire niet in overeenstem ming is met de bepalingen der wet. Kan men het den gemeenten kwalijk nemen, dat zij zich aan zulk een advies houden? Ove rigens: ook spreker is van oordeel, dat die circulaire onjuistheden bevat o.a. ten aan zien van artikel 9. Én ook ten aanzien van de Joodsehe winkeliers is er nog geen re geling. In Amsterdam is dit nu soepel toe gepast ten aanzien van „Conglomeraten van Joden", maar dit zegt nog weinig. Spr. wil zich niet in de schuldvraag be geven. Hij blijft daarbuiten. Maar de twist tusschen Rijk en Gemeenten over de kwes tie der schuld wordt uitgevochten op kos ten der winkeliers, die niet weten, waaraan zij toe zijn. En dat is spr.'s groote bezwaar. Daarom vraagt hij den Minister of het niet wenschelijk is, de wet op een later datum dan 1 Mei in te voeren met het oog op de bijzondere plaatselijke omstandig heden. Spr.'s tweede motief om de invoering der wet uit te stellen is de heftig toegenomen crisis. De wet is aangenomen in het begin van de crisis, toen niemand dacht dat het zóó erg zou worden. De groote Midden standsbonden verzoeken uitstel. Jamin adresseert en toont een geweldige daling van den omzet aan. Men moet nu de rnen- schen met rust laten en de invoering der wet uitstellen tot een gunstiger tijdperk, als er weer normale omstandigheden zullen zijn. Minister Verschuur zegt, dat de Regeering al heeft gedaan wat de in- terpellant vroeg. Zij heeft op 20 Febr. 1.1. toen haar bleek, dat vele gemeenten ver ordeningen wilden maken, doch daarmede nog niet gereed warën, besloten de wet Jiiet op 1 Maart doch op 1 Mei in te voeren. Na die aanschrijving is er toen wat méér beweging in de gemeenten gekomen; en op 15 Maart had spr. 354 verordeningen, thans zijn er 580 aan het departement waarvan er 120 zijn goedgekeurd. Doch in vele gemeenten wordt gespeculeerd op de gedachte, dat re nog wel een nader uitstel zou komen. In deze om standigheden zou het een res mali exempli, om niet te zeggen een res pessj- mi exempli zijn de invoering der wet nog weer uit te stellen. Dat door de crisis de consumptie vermindert het tweede mo tief van den heer Boon kan toch geen reden zijn om de invoering eener vervroeg de "winkelsluiting uit te stellen, waarop duizenden hunne hoop hebben gesteld, zoo als spr. uit tal van brieven en adressen is gebleken. De Minister leest een dezer brieven van een eenvoudig man voor, va der van 8 kinderen, die zich beklaagt, dat De dagen van de retraite geven rust en verkwikking voor ziel en lichaam. SI. Clemensretrailenhuis Ie Noordwijkerhout. 21—24 Mei Mannen n 6.50 24—27 Mei Politiebond 6.50 28—31 Mei Jonge Mannen 6.50 31 Mei3 Juni Gehuwde Vrouwen 6.50 6—9 Juni Overheidspersoneel 6.50 11—14 Juni Leiders Jeugdvereen. 6.50 25—28 Juni Gehuwde Mannen 6.50 28 Juni—1 Juli Heeren Middenst. 10.— 2—5 Juli Meisjes 6.50 58 Juli Geh. Dames Middenst. 10. AANMELDING BIJ DE DIRECTIE TELEFOON 6048. zijn vrouw, met groote huishoudelijke zor gen, om half 10 nog in den winkel moet staan en „beste Minister Verschuur' smeekt de invoering der wet toch niet uit te stellen. Voor den heer Boon waren dergelijke particuliere Uitingen niet bewijskrachtig tegenover de adressen der organisaties. Eu dat er van de 580 ingekomen verordeningeu pas 120 zijn goedgekeurd vele zijn aan de gemeenten teruggezonden is het beste bewijs, dat het te vroeg is, om de wet op 1 Mei in te voeren. Spr. stelde twee moties voor. De eerste motie wil de Kamer doen uit spreken, dat do invoering der Winkelslui tingswet op een later datum dan 1 Mei behoort plaats te vinden, omdat vele ge meentelijke verordeningen aangaande art. 6 en 9 dezer wet nog niet zijn vastgesteld of goedgekeurd. De tweede motie wil, dat de Kamer zal verklaren, dat de heftige economische cri sis ook den Middenstand ernstig treft en het wenschelijk maakt de invoering der winkelsluitingswet uit te stellen tot een tijdstip, waarop de welvaart eenigszins zal zijn hersteld. De Minister acht beide moties met elkaar in strijd; de eene wil een kort uit stel, de ander tot het einde der crisis, d.w.z. ad calendas graecas. Alleen als gij meent, dat deze crisis eeuwig zal duren, dupliceerde nog de heer Boon. Maar de Kamer voelde er blijk baar weinig voor zich over deze zaak druk te maken. Geen enkel lid meldde zich voor het debat aan. In stemming gebraoht werden de beide moties verworpen met 13 tegen 39 stem men. Hierna is het wetsontwerp op een ta baksbelasting in Nederlandsch-Indië goed gekeurd. Vervolgens is behandeld een wetsont werp tot het treffen van 50 pet. op het in voerrecht op katoenen stoffen; in deze be handeling is de Kamer blijven steken. (Foto Slegtenhorst.) De groote gebeurtenis, de consecratie van de nieuwe parochiekerk van de H. Kruisverheffing, op Dinsdag 4 Mei a.s., wordt nu zoowel in de nieuwe als in de oude parochie met grooten ijver voorbereid. In vroeger tijden werd het feest van de H. Kruisverheffing op den dag van de H. Kruisvinding gevierd. Als een mooi sa mentreffen zal nu de wijding der nieuwe kerk op dezen dag plaats hebben. Zooals men weet, is een gedeelte van de eeuwenoude parochie van den H. Joannes den Dooper Onthoofding gevormd tot een nieuwe parochie. Z. H. Ex. den Bisschop van Haarlem zal a.s. Maandag de reis uit de Bisschopsstad langs een omweg maken n.l. langs den Weipoort, om dan vanuit de oude parochie de nieuwe parochie te kun nen betreden. Maandagavond te voren zal Mgr. te ze ven uur arriveeren aan het Patronaatsge bouw aan den Schenkel weg om vandaar in een kleurigen stoet naar het klooster der Eerw. Kruisheeren te gaan. Als de Bisschop in Zoeterwoude komt dan eischt de traditie dat Mgr. wordt „in gehaald". De ruiterstoet zal geformeerd worden door de paardrijdende jongelingschap, uit sluitend van de nieuwe parochie, geheel volgens de oude gebruiken, zonder eenige moderniseering. De St. Jansfanfare zal voor de eerste keer voor den Bisschop het koper doen schallen en de Graal zal nu ook voor het eerst de Bisschop mogen begroeten. St. Joseph-Gezellen, Patronaat en Sportier- eeniging zullen in de stoet meetrekken om hunne frissche krachten te demonstreeren voor het hooge kerkelijke gezag. Op den grooten dag beginnen reeds vroeg, te halfacht, de plechtigheden van de wijdingen. Wij kunnen reeds vermelden, dat gezorgd zal worden voor boekjes waarin alle litur gische plechtigheden worden verduidelijkt. Om negen uur zal de processie met de relequien plaats hebben, waarbij de geloo- vigen in de kerk worden toegelaten. Te half elf begint de pontificale H. Mis, opgedragen door Z. H. Ex. den Bisschop van Haarlem. Des avond half acht zal een pontificaal Lof gecelebreerd worden door Mgr. van Dinter, Magister-Generaal van de orde van de Eerw. Kruisheeren, waarna de sluiting met een plechtig Te Deum volgt. Het zal overbodig zijn te verzoeken aan alle parochianen der oude en der nieuwe parochie om te vlaggen. Molenaars en schippers worden ook ver zocht de driekleur in wieken en masten te hijschen. BINNENLAND UITSLUITING IN DENEMARKEN. Export-slachterijen stilgelegd. Voor de Nederlandsche vee houders kan dit conflict van groote beteekenis zijn. Gisteren is in Denemarken de uitslui ting van varkensslagers geproclameerd. Hierdoor zijn zesduizend arbeiders zonder werk gekomen.\ De uitsluiting is een ge volg van de weigering der arbeiders om een loonsverlaging van twintig procent te aanvaarden. Deze uitsluiting is aldus „Vooruit" voor ons land van meer dan gewoon be lang. Indien het conflict van langeren duur mocht zijn, dan zal de Deensche uit voer van vleesch belangrijk inkrimpen, waardoor een prijsstijging op de wereld markt niet onmoglijk schijnt. Denemarken levert het grootste gedeel te van den Engelschen invoer van varkens- vleeschin de week van 714 April voerde Denemarken 133.080 varkens naar dit land uit, terwijl Nederland er slechts 15.756 le verde. Een geringe vermindering van den Deenschen aanvoer in Londen zou dus on middellijk een prijsstijging ten gevolge kunnen hebben. CONTINGENTEERING VAN BOTER. WETSONTWERP INGEDIEND. TEN EINDE ONGEWENSCHTEN OPSLAG TE VOORKOMEN. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot regeling van den invoer van boter. Aan de Memorie van Toelich ting ontleenen wij het volgende: Van de Commissie van Advies, ingesteld ingevolge art. 2 van de Crisisinvoerwet, ontving de minister van Arbeid, H. en N. reeds bij schrijven van 5 April advies over het onderhavig onderwerp, welk advies echter bij schrijven van 14 April door een nader advies gevolgd werd, nadat van den minister een verzoek daartoe was uit gegaan in verband met de omstandigheden, waarvan de commissie aanvankelijk geen kemiis kon dragen. Overeenkomstig het laatste advies der commissie zijn bij Kon. Besluit van 18 April 1932 regelen gesteld tot beperking van den invoer van boter, alsmede regelen, volgens welke aan die contingenteering uitvoering zal worden gegeven. Het aldus bij K.B. ge regelde moet dus in een wetsvoorstel wor den neergelegd. De beweegreden, welke den minister or toe geleid heeft, aan de commissie een na der advies te vragen, is gelegen in de ui- diening van het wetsontwerp, houdende tij delijke maatregelen tot hulpverleening aan de melkveehouderij. Het was namelijk te verwachten, dat, zoodra de toen aanhangig zijnde plannen bekend zouden worden, op ruime schaal boter zou opgeslagen worden. Deze voor- raad vorming zoude wellicht eenige prijs stijging teweegbrengen, welke prijsstijging op haar beurt buitenlandsche boter zou aantrekken, ten gevolge waarvan voor den biimenlandschen producent aanvankelijk het met de thans voorgestelde steunrege ling beoogde doel afbreuk zou kunnen go- daan worden. Ten einde dit te voorkomeii, is terstond de totstandkoming van een con- tingenteeringmaatregel bevorderd, waar door de invoer van boter voorloopig voor een tijdvak van 3 maanden wordt beperkt tot 100 pet. van den gemiddelden drie- maandelijkschen invoer gedurende de jaren 1928, 1929 en 1930. Waar de genomen maatregel uitsluitend een uitvloeisel is uit de thans in overwe ging zijnde maatregelen tot hulpverleening aan de melkveehouderij, zal, zoodra deze in werking zal zijn getreden, onderzocht worden in hoeverre alsnog de noodzakelijk heid van een contingenteering van den in voer van boter aanwezig zal blijken te zijn. MAATREGELEN TEGEN BUITEN LANDSCHE LOTERIJEN. De minister van Justitie heeft, blijkens mededeeling in het Algemeen Politieblad, een circulaire gericht tot den procureur- generaal bij de gerechtshoven in zake do prikplanken en buitenlandsche loterijen. Wat de prikplanken betreft, deelt de mi nister mede, dat deze planken in winkels geëxploiteerd worden met en zonder zoo- genaamden sleutel, die aanwijzingen geeft, die ter kennis van het publiek behooren te worden gebracht en aan de hand waarvan het mogelijk heet te zijn, de plaats der prijsnummers te bepalen. Het is duidelijk, dat de exploitatie van prikplanken zonder sleutel, waarbij het ge heel en al van het toeval afhangt of men al dan niet een prijsnummer prikt, een overtreding van de Loterijwet 1905 is. Met betrekking tot de prikplanken met sleutel dient rekening te worden gehouden met het arrest van den Hoogen Raad, dd. 27 October 1930. Volledigheidshalve teekent de minister er bij aan, dat het niet uitgesloten schijnt, dat bij bepaalde systemen onder omstandighe den de strafbepalingen in zake hazardspel van toepassing zou kunnen zijn. De minister verzoekt te willen bevorde ren, dat door de justitie en politie, voor zoover zulks nog niet mocht zijn geschied, spoedig en met kracht tegen bedoelde over tredingen der wet, die ook overigens tot on- gewenschte toestanden aanleiding blijken te geven, wordt opgetreden. Voorts vestigt de minister nog de bijzon dere opmerkzaamheid voor een richtige toepassing der Loterijwet 1905 op den ver koop der loten van allerlei buitenlandsche loterijen. De minister verzocht te willen be vorderen, dat krachtig tegen den verkoop worde opgetreden, in de eerste plaats ware daartoe noodig op de z.g. gelukskan- toren en loterijagenten ten deze het noo- dige toezicht uit te oefenen. Voorts zal zooveel mogelijk zijn in te grij pen betreffende buitenlandsche loterijen in luer te lande verschijnende bladen; maar bijzonder trekken de aandacht die in zake de Deensche koloniale klassenloterij. Dit nummer bestaat uit vijf bladen waaronder geïllustreerd Zondags blad. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De bomaanslag te Sjanghai. (2de blad). Generaal Uriburu overleden. (2de blad). BINNENLAND. Contingenteering van boter. (1ste blad). Het invoerrecht op boter: besprekingen met Duitschland (1ste blad). DE GRAAL EN DE D. H. G. B. Aan den WelEerw. Heeren Districls-adviscurs en afdee- lings-adviseurs der R.K. Sport- yereenigingen. L. S., Bij besluit van G Maart 1932 heeft Z. H Excellentie de Bisschop van Haarlem be kend gemaakt, dat de „damesafdeelingen" van den D.H.G.B. moeten overgaan naar de Graal''. Hot is ons gebleken, dat omtrent dit be sluit, bij do afdeelingen van don D.H.G.B., verschillende misverstanden bestaan, voor al wat betreft de practischo toepassing, waardoor velen zich noodeloos ongerust ma ken. Het kan dus zijn nut hebben, een nadere ujteenzeting te geven van enkele punten, waardoor zeer zeker verschillende moeilijk heden weg zullen vallen. Op de eerste plaats zal deze overgang vooral een kwestie zijn van organisatorisch verband. De plaatselijke groepen, kunnen als groep blijven bestaan met eigen leeraar en eigen localiteit. Het Graalbcstuur heeft dit altijd zoo bedoeld, cn in verschillende vergaderingen niet het bestuur der D H. G.B., ook duidelijk naar voren gebracht. Do clubs kunnen dus aangenomen dat zij bereid zijn, con amore aan den overgang mee te werken blijven bestaan inel hun eigen leden, leeraar en clubgebruikenal leen wordt er de Graalvlag op geplant, het Bestuur komt in handen van de Graal. Verder wordt door het Graalbestuur niet gcëischt, dat alle leden nu ook onmiddellijk ingewijd Graallid zouden willen worden, of alle gebruiken van dc Graal zouden willen naleven. Op de derde plaats zal in dc toekomst aan de leden hetzelfde worden geboden, wat in het verleden kon worden genoten. Ook voor een finanlieelc regeling, bij z.g. dubbele vereenigingen (dames- en heeren- afdeclingcn) is de Graal bereid een schik king to treffen Ondcrgetcekenden, resp. Voorzitter en Geestelijk adviseur van den D.H.G.B, heb ben zich bereid verklaard, con amore mee te werken aan de uitvoering der Bisschop pelijke bepalingen. Terwijl zij dit, zoover mogelijk, trachten te bewerken, doen zij hierbij een beroep op U, opdat gij niet Uw bestuur en met het Graalbestuur over den overgang der damesafdeelingen zoudt overleggen. Waar door Mgr. uitdrukkelijk gewezen wordt op de noodzakelijkheid van plaatse lijk overleg, meenen wij terecht een beroep to kunnen doen op de Districtsadviseurs die niet alleen het voetbal, maar ook dc gymnastiek hebben te verzorgen, opdat zij met de afdeelingsadviseurs alle pogingen in liet werk zullen stellen, om het contact te leggen tusschen hunne vereenigingen en het Graalbestuur, om aldus tot bevredigen de resultaten te kunnen komen. Tenslotte zij er nog eens uitdrukkelijk op gewezen, dat de overgang geleidelijk moet plaats hebben, en alle plaatselijke af deelingen dus rustig kunnen blijven be staan en werken, zooals zij tot nu toe ge woon waren, tot door het Graalbestuur met die afdeelingen contact wordt gezocht, en onderhandelingen aangeknoopt. w. get.: H. GORIS. Rector BRAAKMAN. van den Dioccsancn Mei aanbeveling Jeugdraad J. H. NIEKEL, Voorzitter. 's-Gravenhage, 19 April 1932. „St. Bavo".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1