DE TOESTAND
IN HET
JAAR 1799
DE LEIDSCHE COURANT
Deze Heerlijkheid werd verdeeld in Oude
Wetering, Nieuwe Wetering, Rijpwetering,
Roelofarendsveen, Oude Ade, het Lage
Land en de Kaag.
Ten gerieve van de lezers zullen we van
deze Heerlijkheid eerst een algemeene be
schrijving geven om daarna ieder dorp en
iedere buurt afzonderlijk te behandelen.
Alkemade ligt in het hoogheemraad
schap van Rijnland en grenst ten Noorden
aan het Kager-meer, ten Oosten van het
Brasemer-meer, ten Zuiden aan de Heer
lijkheden van Esselijkerwoude én Hoog-
made en ten Westen aan die van Warmond
en de Boekhorsten, zoodat de Noord- en
Oostzijde bijna geheel door water omgeven
zijn en alleen de Westkant met het vaste
land. verbonden is, terwijl het dorp de
Kaag er geheel van afgezonderd ligt.
OORSPRONG VAN DEN NAAM.
In de taalkundige aanteekeningen van B.
Huidecoper vindt men, dat het woord Mae,
Mat, Made of Maade niets anders betee-
kent dan een stuk land, een vlak land, ook
wel een gemeenschappelijk land. Het woord
Alk zou afgeleid zijn van Alke, dat Elk
moet beteekenen. Verder redeneerend komt
men tot de gevolgtrekking, dat Alkemade
vroeger Eikemade moet geheeten hebben,
derhalve een gemeenschappelijk stuk land,
een land, dat aan ieder, zonder onderscheid
toebehoorde. De heeren, die dezen grond in
eigendom bekwamen, namen den geslachts
naam Alkemade aan. Zoo vindt men reeds
in 't jaar 1320 een zekeren Hendrik van
Alkemade vermeld, die de eerste van 't ge
slecht der Alkemades schijnt geweest te
zijn en uit Poelgeest afkomstig was.
STIOHTING EN GROOTTE.
Het jaar der stichting van Alkemade is
niet bekend, doch uit de ligging naast
Warmond meent men te mogen besluiten,
dat het van zeer hoogen ouderdom is.
De grootte stelt Van Leeuwen in zijn
„Costume van Rhijnland" op 2560 morgen
en 233 roeden. Het „Geapprobeerde regle-
ment van Rhijnland'' van den lOden Febru
ari 1796 berekent het op 2390 morgen en
413 roeden. Ons oude manuscript vermeldt
2609 morgen en 133 roeden. De „Tegenwoor
dige Staat van Holland" teekent wel de
zelfde grootte aan, doch voegt er aan toe,
dat de Staten van Holland op den 2den
Augustus 1729 een redelijke vermindering
van verponding (belasting) aan deze Heer
lijkheid verleend hebben, omdat er telkens
stukken lands door „de Meer" verzwolgen
werden.
Een groot gedeelte van Alkemade's gron
den bestaat uit veen, dat voortdurend afge
graven wordt, zoodat hier veel droogmake
rijen gevonden worden, waartoe ook de
„Goger polder'' behoort, die in 1711 reeds
drooggelegd was. De overige gronden zijn
meestal beste weilanden en tuinderijen, die
zeer vruchtbaar zijn.
Op de oude lijst der verponding vonden
we voor Alkemade 407 huizen opgeteekend,
welk getal in 1732 aangegroeid was tot 493
benevens 4 korenmolens. Volgens een an
dere telling bleken er 505 te zijn, die als
volgt over de verschillende buurten en dor
pen verdeeld waren: Oude Wetering 107
huizen; Googer polder 13; Roelofarends
veen 113; Rijpwetering 68; Oude Ade 27;
Meerhuyzen 2; Koppoelderbon 4; Lageland
16; Zevenhuizen 7; Nieuwe Sloot 7; de
Kaag 82; Lijnegas Slooten 6; Kleypoel 11;
Nieuwe Wetering 38; Jan Duykerspoldre 4;
samen 505 huizen.
Het getal inwoners bedroeg in de jaren
1795 en 1798 telkens 2776 zielen, waaruit
blijkt, dat de grootte van deze Heerlijk
heid zeer aanzienlijk was.
KERKELIJKE EN OOnsDIENSTIGE
GEBOUWEN.
Voor de Gereformeerde gemeenten wor
den hier thans twee kerken gevonden, na
melijk een te Oude Wetering en een in de
Kaag. In eerstgenoemde plaats is ook een
Remonstrantsche kerk en te Roelofarends
veen, alsmede te Rijpwetering staat een
Roomsche kerk.
WERELDLIJKE GEBOUWEN.
Allereerst vermelden we het rechthuis
van Alkemade, dat in het dorp Oude Wete
ring staat. Het is een flink gebouw, waar
van een gedeelte tot- gevangenis is inge
richt.
Ook vindt men in het zelfde dorp de
Waag van Alkemade en aan den oever van
„de Leydsche Meer" een houten vuurbaak,
die des nachts voor de scheepvarenden
brandend werd gehouden.
WERELDIJKE REGEERING.
Alkemade is vele jaren een eigendom
van Woude en Warmond geweest en daar
na van het geslacht Wassenaar, aan welk
geslacht het thans nog behoort, zoodat de
baron van Wassenaar tevens vrijheer van
Alkemade is.
De hooge of crimineele justitie werd uit
geoefend door de baljuw en de welgeboren
mannen van Alkemade. bijgestaan door een
secretaris.
De civiele (burgerlijke) regeering bestond
uit schout en schepenen, met de daartoe
behoorende colleges en bedienden.
Met het water of heemreeht behoort Al
kemade onder het hoogheemraadschap
Rijnland, alwaar het ingeschreven is bij de
hoofdplaats Leiderdorp.
VOORRECHTEN EN VERPLICH
TINGEN.
Aan de gereformeerden van Oude- en
Nieuwe Wetering, die sedert de reformatie
in Leimuiden ter kerke gingen, werd, in
1648 vergund een eigen predikant aan te
stellen, die boven zijn jaarlijksch inkomen
nog f 100 ter vergoeding van huishuur zou
ontvangen, om reden dat er te Oude We
tering geen geschikte pastorie bestond.
Deze twee gemeenten moesten evenwel, elk
voor een bedrag van dertig gulden blijven
bijdragen in de lasten van de kerk te Lei
muiden, weshalve er dan ook altijd een
kerkmeester uit de Wetering te Leimuiden
benoemd was en de rekening en verant
woording van de kerkgelden ten overstaan
van den schout van Alkemade moest af
gelegd worden.
In de Kaag had men zoo ongeveer het
zelfde. De Kaag behoorde kerkelijk aan
Sassenheim. Bij besluit van Gecommiteer-
de Raden, gedateerd 10 Mei 1608, werd den
Kagenaars wel toegestaan een eigen pre
dikant aan te stellen, doch alleen onder
voorwaarde, dat de kerk van Sassenheim
door die afscheiding geenerlei inkomsten
zou derven. Vandaar dat zij hun dooden
aldaar moesten blijven begraven en de
kerk helpen onderhouden. Om die reden
trof men in Sassenheim dan ook een Ka-
genaar als kerkmeester aan en moesten
ontvangsten en uitgaven verantwoord wor
den aan den schout van Alkemade.
De gereformeerde ingezetenen van 'Roe
lofarendsveen en Rijpwetering, die vroeger
kerkelijk tot Rijnzaterwoude behoorden,
zijn nu bij de Oude Wetering ingelijfd. De
inwoners van deze plaats zijn echter ver
plicht hun dooden op het eerste dorp te
laten begraven. Een zelfde bepaling dus als
die we in de Kaag vonden ten opzichte van
Sassenheim. Verder moeten zij tweederden
in het onderhoud van kerk, pastorie en kos
terswoning voor hun aandeel dragen.
Tot 1795 toe bezat de vrijheer van deze
Heerlijkheid zeer veel rechten. Hij benoem
de den predikant en den schoolmeester;
stelde schout, schepenen en baljuw aan,
kortom, hij had het recht bijna alle ambten
en bedieningen te begeven.
De ingezetenen zelf hadden van oudsher
vrijdom van alle grafelijke en Wassenaar-
sche tollen, mits ze één jaar in Alkemade
hadden gewoond.
Na deze algemeene beschouwing kunnen
we overgaan tot de beschrijving van de
dorpen, die tot Alkemade behooren en be
ginnen met
HET DORP OUDE-WETERING,
zoo genoemd naar de Wetering (eigenlijk
watering), waaraan het ligt en die als de
oudste wetering in deze streek bekend
staat. Het ligt, de kerk als middelpunt ne
mend, 6158 roeden van Leiden, 450 roeden
van de Brasemermeer en 768 roeden va^i
Rijnzaterwoude. De Leidsche meer stroomt
voor een deel langs het dorp en geeft veel
vertier alsmede welvaart aan de ingezete
nen door de scheepvaart, want langs het
dorp ligt de waterweg naar Haarlem, Am
sterdam en Noord-Holland. Ook varen er
dikwijls schepen langs met vracht bestemd
voor Gelderland, Overijsel, Zeeland, Bra
bant, Vlaanderen, ja zelfs voor Keulen. Te
water kan men van dit dorp naar alle rich
tingen gaan, doch de gelegenheid te land
is daartoe veel minder, omdat de wegen
slecht te berijden zijn. Zelfs wordt er tus-
schen de Does en de Zijl tot aan deze
plaats geen rijweg gevonden.
Wanneer dit dorp ontstaan is, kan niet
met zekerheid gezegd worden. Volgens de
laatste opgave (dit was op 't eind der 18de
eeuw) vindt men hier 107 huizen, terwijl
het getal inwoners van het dorp en de pol
ders 493 bedroeg.
Voor eenige jaren werd het dorp overal
verlicht door lantarens, doch toen de schip
pers erover klaagden, dat die lichten hen
verhinderden de vuurbaak te onderscheiden
en hen op een verkeerden weg brachten,
werden de lantarens weer verwijderd.
KERKELIJKE GEBOUWEN.
Volgens de „Oudheden van Rhijnland"
door Van 'R'hijn, schijnt hier geen parochie
kerk bestaan te hebben, maar wel een ka
pel, die onder Rijnzaterwoude behoorde.
Sedert de reformatie was aan de kapel
geen vaste pastoor verbonden. Alleen op
hooge feesten kwam er wel eens een pries
ter den dienst verrichten. Des Zondags en
op heiligedagen kwam men te zamen in een
daartoe geschikt Kuis om voor een kruis
beeld te bidden en te luisteren naar een
predikatie, die uit een boek werd voorge
lezen.
Na de reformatie werd deze gemeente
met die van Leimuiden gecombineerd en
het duurde tot 1648, voordat ze een eigen
predikant kreeg.
De gereformeerde kerk is niet groot,
maar een net vierkant gebouw met een
spits torentje voorzien van een klok en een
uurwerk. Het kerkhof wordt evenals de
school zeer goed onderhouden.
De remonstrantsche gemeente heeft hier
eveneens een goed kerkgebouw, waarnaast
de woning van den predikant gebouwd is.
De gereformeerde gemeente wordt be
stuurd door den predikant, twee ouderlin
gen en twee diakenen. Als predikant vin
den we hier sedert 1782 de eerw. heer
Philippus Specht, behoorende tot de clas
sis van Woerden en O ver-Rijnland.
Beide kerken, de protestantsche en de
remonstrantsche worden door de kerkmees
ters in goede orde gehouden.
De R. K. ingezetenen behooren kerkelijk
onder de parochie Rijpwetering.
BEZIGHEDEN.
Landbouw, tuinbouw, scheepstimmer
werven, zeilmakerijen, ambachten en win
kels, waar men alle waren voor dagelijksch
gebruik of benoodigdheden voor de scheep
vaart kan bekomen, vormen de middelen
van bestaan. Ook worden er verscheidene
herbergen aangetroffen.
DE NIEUWE WETERING.
Dit is geen kerkdorp, maar slechts een
buurt met 38 huizen en, als men de polder-
bewoners er bij rekent, 308 zielen.
Deze buurt heet „Nieuwe Wetering5', om
dat de wetering, waaraan ze ligt, later ge
graven is dan de „Oude wetering".
Kerkelijk behooren de katholieken tot
Rijpwetering, de gereformeerden tot Oude
Wetering.
DE RIJPWETERING.
Ten Westen van de Nieuwe Wetering
vinut men üe Rijpwetering. Men weet niet
precies te zeggen, waarom deze buurt de
„jaïjpwetering genoemd wordt. Sommigen
beweren, aat de naam aikonit van een man,
genaamd Rijp, die de wetering, waaraan
ueze buurt ugt, zou hebben rnten graven.
Ais getal inwoners vindt men 581 aange-
teeüend, die 68 huizen in gebruik hebben.
Kerjieijjk benooren de gereiormeerden
van deze buurt tot Oude-Wetering.
Als eerste pastoor van Rijpwetering
woint genoemd de eerw. heer Antiiony van
der fraai, een zeer godvrucntig priester,
die aiaaar den 17aen Augustus 1678 m Uoo-
gen ouderuom overleden is. Men vernaait
van hem, dat hij eens een scnoenmaxer,
Lauwerens genaamd, een man van goude
loos gedrag, met aneen bekeerd, heetc, maar
hem ook in de Orieascne en Rebreeuwscne
talen groiiaig onderwezen heett. „Onder
den dienst van dezen godvrucntigen man
zoo vervolgt oiize dorpneschrijver, „werd er
in den polder van de „Adeof „Oud Ade"
een roomscne kerk gesticht, met huis en
tum voor den pastoor
Thans vindt men den eerw. heer Petrus
Hallman als pastoor van Oude Ade en Rijp
wetering, die sedert 1768 deze waardigheid
bekleedt.
R OELOFATJENDS VEEN.
Een zekere Roelof Arendsz moet den
veenpolder ingedijkt hebben, waarin boven
genoemde plaats ligt, die naar hem ge
noemd wordt. Het ligt niet ver van de Bra
semermeer aan het zoogenaamde Padde-
gat en telde op 't eind der achttiende
eeuw 113 huizen en 996 inwoners. De huizen
zijn van den weg gescheiden door eep sloot,
waarlangs een heining geplant is van taxis-
en palmboomen. Allerlei figuren vindt men
in die heining geknipt: menschen en dieren.
Ja, zelfs is er een, waarin de geschiedenis
van het lijden Onzes Heeren is uitgesneden,
hetgeen getuigt van den vromen zin van
den man aan wien die heining behoort.
In ouden tijd stond hier een kapel, die
toegewijd was aan St. Petrusbanden. Deze
kapel is voor eenige jaren afgebroken om
plaats te maken voor de school, die er nu
staat.
Na de reformatie moesten de R. K. be
woners zich naar Rijnzaterwoude begeven
om aldaar de kerkdiensten bij te wonen,
doch de meergenoemde pastoor Plaat zorg
de er voor, dat hier een R. K. kerk kwam.
De eerste pastoor was de eerw. heer Fran-
Qois van Berkel, die den llden Mei 1678 al
daar overleed.
Toen het Jansenisme in deze streek het
hoofd opstak, namen de jansenisten haar
in bezit, doch nadat de kerk omstreeks 1778
geheel afgebrand was, kwam ze na weer
opgebouwd te zijn, weer aan de roomschen
terug. Sedert 1783 was de eerw. heer Joan
Baptiste Muyzers pastoor der parochie.
MIDDELEN VAN BESTAAN.
Tot de voornaamste middelen van be
staan moet zeer zeker de tuinbouw gere
kend worden. Ook geven boerderijen en
boomkweekerijen aan vele handen werk.
Een bezigheid, die verscheidenen menschen
een bestaan oplevert, is het bewerken van
de mest voor de teeilanden. Die mest be
staat voor een groot deel uit kroos, dat uit
de slooten wordt gevischt en op stalen op
gehoopt wordt om na rotting over het land
gespreid te worden. Op deze mest groeien
de sappigste boonen en peulvruchten, die in
de omstreken en in de steden gretig aftrek
vinden.
Dit zijn de voornaamste bijzonderheden,
die we aangaande Roelofarendsveen ver
meld vonden. We zouden er nog aan kun
nen toevoegen, dat het wapen van deze
plaats hetzelfde is als van Alkemade, na
me.ijk een zwarte klimmende leeuw, met
goud geharnast, op een zilveren veld.