GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 22 MAART 1932 DE LE1DSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 Een goed gevulde agenda. - Terloops de ka pitaalpositie der gemeente besproken. Verbetering van den Zijlsingel. Leeraren tijdelijk gekort in hun salaris. Wegaanleg in werkverschaffing. Een recreatiegebouw voor Endegeest Krotten en saneeringsplannen. Bouwt meer woningen! De Raad gevoelt weinig voor het erfpachtstelsel. Een belangrijk aanbod van grond. Voortuintjes en financieels duisternis. 9. Voorstel tot aankoop, respect. tot overneming om niet van verschillende aan den Zijlsingel gelegen voortuinen, stoepen cn straatgedeelten en tot beschikbaarstel ling van gelden voor de uitvoering van het eerste gedeelte van de werken voor de verbetering van den Zijlsingel. De heer Groeneveld wensckt niet te berusten in het feit, dat sommige eige naren niet bereid zijn hun voortuinen ai te staan. Spr. wijst daarbij ook op den Haar lemmerweg, waar één voortuin is blijven liggen en nu een meter in den rijweg steekt. "Wat dit laatste geval betreft, wil spr. een onteigemngsproces doorzetten. De heer M a n d e r s keert zich even eens tegen het pessimisme van den heer Bosman. In Amerika zijn zelfs clube opge richt, met het doel het geld te Laten rol len. Dat moeten wij in Leiden ook doen. De heer v. E c k vindt de denkbeelden van den heer Bosman gevaarlijk. Wanneer wij iets kunnen doen, dan is dat het doen uitvoeren van nuttige openbare werken. De gemeente kan haar geld niet beter be steden. De heer Bosman is bevreesd, dat de ge meente over 5 jaar haar schuld niet zal kunnen aflossen. De omstandigheden zijn thans ernstig genoeg om daarover niet al te bevreesd te zijn. Mocht het inderdaad een noodtoestand worden, dan moeten de gegoeden inspringen of anders maar het Kijk. Hoe kan de heer Bosman alle lasten laten drukken op hen, die toch al zoo wei nig kunnen dragen. De heer de Keede is het met de be schouwingen van den heer Bosman voor een deel eens, doch hij geeft den heer v. Eek gelijk, wanneer deze zegt, dat men in de zen tijd met al te veel rekening moet hou den met de financieele aspecten. Zoolang het nog mogelijk is geld te vinden, zullen wij onze werkzaamheden moeten voprtzet- ten. Spr. zelf ziet de toekomst met zoo don ker in. Velen durven hun geld thans met te beleggen, doch dat kan men met blij ven volhouden en dan krijgen de solide ge meenten met hun obligaties een kans. Geen stopzetting van werken, integendeel opvoe ring van het uitvoeringstempo, is spr. s meening. Wethouder Splinter zegt, dat „be rusten" in het feit, dat niet alle tuintje® konden worden aangekocht, niet wil zeg gen: stilzitten. Onderhandelingen zijn nog gaande. Wat den toestand van den Haarlemmer weg betreft, zegt spr., dat er nog steeds hoop op overeenstemming met den eige naar is. Wethouder G o s 1 i n g a wenscht met diep m te gaan op de kapitaalspositie van de gemeente, omdat de raad op zoo'n debat niet is voorbereid. De Zijlsingel moet ver beterd worden, mede in verband met de centrale rioleering. De rioleering wordt be streden uit den kapitaaldienst, maar de verdere verbetering uit het fonds van e tads ver be tering. Deze gelden zijn in con tanten aanwezig. Ook al zou de kapitaals positie van de gemeente nog zoo slecht zijn, dan zouden deze voorstellen toch. verant woord zijn. De heer Bosman is niet tegen het uit voeren van openbare werken, maar hij moet aandringen op een goed financieel beheer. De heeren Knuttel en v. Eek staan nu een maal op ander standpunt. Zij willen het geld halen bij de bezitters, maar er zijn grenzen. De heer S c h 11 e r constateert, dat de Vrijheidsbond systematisch aanstuurt op stopzetting der openbare werken. Zoo niet, dan stelt de heer Bosman geen vertrouwen meer in het beleid van B. en W. Spr. blijft er bij, dat bij tijdige onderhan delingen betere resultaten te verwachten zijn. De heer Knuttel meent, dat niemand krasser dan de heer Bosman had kunnen zeggen, dat het kapitalisme bezig ie zich hopeloos vast te werken. De heer Groeneveld kan niet in zien, hoe het met onderhandelingen aan den Haarlemmerweg nog in orde kan ko men. Om een lapje grond. Het voorstel wordt daarna z. h. st. aan genomen. Voorstel tot verkoop van een terrein ge legen aan de Javastraat, hoek Borneo- straat, Sectie N no. 815 ged., aan C. Phi- lippo. De heer Groeneveld stelt voor dit punt aan te houden. Dit ie het eerste geval, dat in de Kooi een stukje grond wordt af gestaan aan een particulier. Wethouder Splinter ziet geen reden om dit punt aan te houden. De heer Groeneveld ziet echter on- gewenschte consequenties voor de Woning bouw vereenigingen opduiken en houdt vast aan uitstel, temeer omdat het voorstel is De heer Schüller steunt het voorstel tot uitstel. Wethouder Splinter begrijpt de op positie van de S. D. A. P. niet. Het is een kwestie van niet meer dan 162 M2., een •tuk grond, dat geen invloed uitoefent. De heer Schüller: "Waarom moet er nu zoo'n spoed mee gemaakt worden! An dere duurt het maanden I De heer Huurman: Waartoe dienen de commissies van bijstand nu? Alle com missies hebben gunstig geadviseerd, er wordt niet® nieuws naar voren gebracht. Waarom moet er dan uitstel verleend wor den! De heer Groeneveld: Dit heele com plex is bestemd voor de woning bouw ver eenigingen. Waarom moet een particulier er nu een willekeurig stuk uitkiezen? Het voorstel-Groeneveld wordt ver worpen met 22 tegen 11 stemmen. Voor: de S. D. A. P. en de heer Knuttel. Een Leidsch kortingswetje. 10. Voorstel in zake korting op de be zoldiging van bet onderwijzend personeel aan bet Gymnasium, de beide Hoogere Burgerscholen en de Kweekschool voor on derwijzeressen. De heer Vos zegt, dat de maatregelen der regeering om te komen tot verlaging der ambtenaren-salarissen algemeen een gevoel van wrevel hebben doen ontstaan. Er zit evenwel weinig anders op, dan mee gaan, hetgeen spr. dan ook zal doen, zij het met tegenzin. De heer Groeneveld zal zijn stem aan dit voorstel niet geven. Op die manier wordt het voor de gemeente werken met het mes op de keel. De regeering bepaalt waar het stadhuis moet komen en nu weer welke salarissen de gemeente moet uit-kee- ren. Laat de minister zelf hier komen zitten. De heer Knuttel zal eveneens tegen stemmen. Wanneer de salarissen der min der gesitueerde ambtenaren aan de orde komen zal spr. een dankbaarder gelegen heid hebben om er meer over te zeggen. De heer M a n d e r s verklaart zich eveneens tegen, omdat dit voorstel een eer ste stap is op den weg naar een algemeene salarisverlaging. Wethouder T e p e herinnert aan de rede van minister Verschuur, die er op wees, dat er verband moet zijn tusschen sociale maat regelen en het economisch mogelijke. Men kan in 't algemeen salarisverlaging onder de huidige omstandigheden afkeuren en toch gedwongen zijn daartoe plaatselijk over te gaan. Ook B. en W. gaan daartoe slechts noodgedwongen over. Spr. heeft overigens een soort enquête ingesteld onder de betrokken leeraren en daaruit blijkt, dat de leeraren de salaris- korting onder de gegeven omstandigheden uit sociale overwegingen billijk vinden. Mevr. B r a g g a a r-d e Does: Zij moe ten tegen zichzelf beschermd worden. De heer Knuttel: Nu zal ik niet tegen stemmen. Ik wil den heeren geen salaris opdringen. De heer Groeneveld zal het voor beeld van den heer Knuttel niet volgen. Spr. heeft geen lust de eerste stap op een verkeerden weg te zetten. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen met 20 tegen 11 stemmen. Tegen: de S. D. A. P. en de heer Maa- ders. Uitstel. 1L Prae-advies op het voorstel van den heer Van Stralen, om de bepaling in het steunréglement dat losse transportarbei- beiders slechts gedurende 42 dagen per jaar steun kunnen ontvangen, tijdelijk bui ten werking te stellen. Dit voorstel wordt aangehouden, omdat de heer v. Stralen, die hierbij een voorstel had ingediend, wegens familie-omstandig heden de vergadering had moeten verlaten. Het schrikbeeld der werk verschaffing. 12. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den aanleg van een weg tusschen den Rijnsburgerweg en den Maredijk bij wijze van werkverschaf fing. De heer Schüller had liever gezien, dat dit werk niet als werkverschaffing zou worden uitgevoerd. Als het de bedoeling is, dit werk uit te voeren uitsluitend om reden van werkverschaffing, dan zou spr. liever het geld in kas houden of anders besteden voor demping van het Levendaal. Wil de gemeente dezen weg toch aan leggen, dan zal zij, volgens spr.'s fractie, het loon van de C.A.O. moeten uitkeeren. Werkverschaffing drukt het algemeene ar beidsloon en helpt wel de ongeschoolde ar beiders, maar de geschoolde krachten blij ven aan den kant staan. Verder beschul digt spr. de aannemers, firma v. d. Geer en Stuyfzand, dat zij haar arbeiders vaak nog op het land laat werken vóór en na den dagtaak in gemeentedienst. Spr. dient een voorstel in om het karak ter van werkverschaffing uit het voorstel te schrappen. De heer Groeneveld bekijkt het voorstel uit het oogpunt van het verkeer. De Maredijk is ongeschikt voor het ver keer. Men kan beter de Oegstgeesterlaan doortrekken, of den voorgenomen Vee- marktweg aanleggen. De heer Manderg meent, dat het be ter is, dit werk, waarvan de voorbereiding klaar is, alvast te doen uitvoeren, dan het te verschuiven. Andere genoemde werken kunnen toch bovendien uitgevoerd worden. De heer Wilmer geeft toe, dat de loo- nen in werkverschaffing te laag zijn. Maar als het rijk niet bijspringen zou, zou het onverantwoord zijn een dergelijk onbelang rijk werk te doen uitvoeren. Het eenige re sultaat van een verwerping van dit voor stel zou beteekenen, dat dezelfde menschen, die nu loon krijgen, verder van de steun blijven trekken, welke in ieder geval lager is. Het is demagogie het voor te stellen, alsof er bij verwerping van dit voorstel an der werk komt met hooger loon. De heer Knuttel constateert, dat de heeren Schüller en Groeneveld al een aar dig eindje in de richting van den heer Bosman zijn gekomen. Zij hebben blijkbaar van te voren de openbare werken reeds be perkt. Spr. is tegen deze werkverschaffing omdat het loon te Laag is. Hij noemt dat zelfs een allerschandelijkste aanslag op het loonpeil. De heer Wilbrink wil de rioleering niet in het midden van den weg laten, maar brengen naar de zijde, welke bebouwd zal worden. Ook heeft spr. bezwaar tegen het geprojecteerde ruiterpad. Spr. begrijpt niet, hoe de S. D. A. P. zoo bezorgd is voor die 80.000, die beter voor iets andere oe- steed zouden zijn, terwijl zij zelf gestemd hebben tegen de salarisverlaging der lee raren, hetgeen voor een gemeente een be sparing geeft van ongeveer 80.000. Wethouder Goslinga: Per jaarl De heer Wilbrink geeft toe, dat de loonen laag zijn, maar aan den anderen kant is het werk te onbelangrijk om de rijkssubsidie te riskeeren. De beschuldigin gen van den heer Schüller aan het adres van de aannemers acht spr. overdreven. De heer Coster meent, dat B. en W. al eerder met dit plan hadden kunnen ko men. Tegen het leegloopen. Wethouder R o m ij n erkent, dat het werk niet noodzakelijk is en B. en W. zou den nooit met dit voorstel zijn gekomen, wanneer er niet de kwestie van de werk verschaffing aan vast was gekoppeld. Spr. aoht het een onjuiste tactiek, alle mogelijke voorstellen af te stemmen en de aldus vrij gekomen gelden op te potten voor het Le vendaal. De oppositie van de S. D. A. P. be treft voornamelijk het loon. Spr. meent, dat het de eerste plicht van het gemeentebe stuur is de menschen van het leeg loopen af te houden. Men kan dat doen door ver strooiing, maar arbeid is wel de meest ge schikte vorm van afleiding. De minister heeft het loon bepaald op 42 ct. per uur, hetgeen evenwel niet het maximum is. Commentaren daarover zijn overbodig; het is te aanvaarden of te verwerpen. Maar vast staat, dat men met die 42 ct. den men schen meer geeft, dan de steun geven kan. Het voornaamste blijft echter de wering van het leegloopen. Spr. wijst er nog op, dat B. en W. reeds bezig zijn met een der gelijke werkverschaffing, n.l. aan bet Aca demisch Ziekenhuis en aan den Hortus, in samenwerking met het Rijk. Daar zijn de loonen ook laag, maar de menschen zijn blij, dat zij tenminste werk hebben. De heer Schüller wenscht het karakter van werkverschaffing te schrappen, doch in dat geval zouden B. en W. het voorstel in trekken. Wethouder Splinter beantwoordt de technische opmerkingen. De keuze van de zen weg langs de Leidsche Hout is nog niet zoo slecht als de heer Groeneveld meent. Het is de bedoeling de rioleering te leggen zoo dicht mogelijk langs het trot toir. Het ruiterpad past geheel in het pro ject van de Leidsche Hout. De heer Schüller komt nog eens te rug op de uitbuiting van de arbeiders door de aannemersfirma v. Geer en Stuyfzand. Spr. heeft liever, dat een werk niet wordt uitgevoerd, als dat gaan moet in werkver schaffing. Wel worden eenige guldens meer verdiend, maar de uitgaven zijn dan ook weer zooveel hooger. Spr. vraagt nadere inlichtingen omtrent de werkverschaffing aan het Acad. Ziekenhuis en den Hortus. De raad weet daar niets van. Spr. wijst op het rapport van den directeur van Ge meentewerken, waarin deze vaststelt, dat het eindbedrag aan loon even hoog is bij werkverschaffing als wanneer bij contract loon wordt gewerkt, omdat het werk dan vlugger af is. Het ooilege drukt blijkbaar graag het loon. Mevr. Braggaar-de Does ontkent, dat het eenige doel van werkverschaffing bezigheid is; het moet ook zijn: levenson derhoud, en dat wordt niet bereikt. De heer Knuttel wijst erop, dat B. en W. zich verschuilen achter de landsregee- ring, maar dat hun politieke partijgenoo- ten in de Kamer de houding der regeering nimmer hebben afgekeurd. De heer Groeneveld blijft op zijn standpunt staan. Er zijn nog verschillende andere objecten, welke beter gekozen had den kunnen zijn. Na repliek van de heeren Wilbrink en Coster zegt wethouder R o m ij n, dat er heel wat menschen blij zullen zijn, dat zij werk zullen krijgen. Men kan het loon laag vinden, maar spr. wijst erop, dat in het Bloembollenbedrijf slechts weinig hoo ger loonen worden uitbetaald. Wat de werkzaamheden aan Hortus en Acad. Zie kenhuis betreft, zegt 6pr. dat deze werk zaamheden urgent waren en dat het te laat was om de kwestie in den Raad te brengen. De heer Schüller komt daar tegen op. De raad heeft het recht in financieele kwesties gehoord te worden. Het voorstel-S c h 11 e r wordt verwor pen met 20 tegen 12 stemmen. Voor: de S. D. A. P. en de heeren V09 en Knuttel. Het voorstel van B. en W. wordt daarna aangenomen met 20 tegen 12 stem men. Tegen: de S. D. A. P. en de heeren Vos en Knuttel. Recreatiezaal wenschelijk of noodzakelijk? 13. Voorstel om de Commissie ran Be heer over de gestichten „Endegeest, Voor- geest en Rhijngeest" te maohtigen tot den bouw en de inriohting van een recreatiege bouw met rijwielbergplaats ca. op het terrein van het gesticht „Endegeest*. De heer Wilbrink vond het gevraag de bedrag van 83.000 aanvankelijk wel heel hoog voor dit doel, maar bij nader in zien is het moeilijk daarop nog verder te bezuinigen. Hij zal, hoewel noode, voor stemmen. De heer Bosman vraagt of de gelden beschikbaar zijn of dat de gemeente ze moet verschaffen. Wethouder Goslinga zal zijn stem aan dit voorstel niet geven. De bouw van een dergelijk gebouw is wel geweuscht, maar op dit oogenblik niet noodzakelijk. Men kan maar niet doorgaan met het vo- teeren van gelden alsof er geen vuiltjo aan de lucht is. De commissie van Endegee3t heeft eerst een som van 138.000 noodig geoordeeld, hetgeen than® is teruggebracht tot 83.000. Met veel zorg is de begrooting van de commissie dus blijkbaar niet samen gesteld. Het geld is niet in contanten aanwezig, de gemeente zal het moeten leenen. Het fonda voor de gestichten dient als bedrijfs kapitaal. De heer Wilmer verklaart, als lid van de desbetreffende commissie, de zaak ern stig overwogen te hebben. Na rijp beraad acht spr. de uitgave verantwoord. Bij den huidigen stand van de krankzinnigenver pleging is een recreatiezaal meer een on derdeel van de geneeswijze. De wethouder vraagt of het nu de tijd is, om dergelijke uitgaven te doen, maar spr. vraagt zich af of het nu reeds de tijd is, om te gaan bezui nigen op gelden voor zieken en vooral voer dergelijke zieken. Wanneer men een be- grooting op bezuinigingen gaat nazien, is er altijd wel wat te bezuinigen. Dat is geen bewijs van mindere zorg. In ieder geval is zoo'n wijziging beter dan een eventueele verhooging, zooals bij de begrooting van de radiodistributie noodig was. (Gelach). De heer Huurman begrijpt niet, dat de heer Goslinga kan zeggen, dat deze uit gaaf niet noodzakelijk is. Hij is op dit ge bied niet deskundig. Als de wethouder de vertoogen van den geneesheer-directeur ge hoord had, zou hij andere gesproken heb ben. De meeste patiënten komen trouwens van buiten de gemeente en als in Ende geest niet geboden wordt, wat elders ook geboden wordt, zal Endegeest zijn goeden naam verliezen. Wat de begrootingen van verbouwen betreft, i® de commissie voor de Gestichten aangewezen op het bureau van Gemeentewerken. Bovendien acht spr. een rijwielbergpLaats meer dan noodig. Mo menteel is er geen plaats voor de ongeveer 150 rijwielen, waarvoor plaats had moeten zijn. De heeren Bergers en Meijnen ver klaren zich vóór het voorstel. De heer Kooistra meent, dat de ge meente niet behoeft te profiteeren van de ziekte der patiënten. Heel wat baten zijn reeds gevloeid in de kas der gemeente; het is onhebbelijk deze patiënten verstoken te laten van een behoorlijke recreatie-gelegen heid, waarvoor zij n.b. zelf betaald hebben. Over 10 jaar zijn reeds meer dan 600.000 in de gemeentekas gevloeid. De heer t. Es schrok aanvankelijk ook van het bedrag, doch hij is het eens met den heer Wilmer. Er is den Laatsten tijd veel veranderd in de krankzinnigen-verple- ging, waartoe de Roomsch-Katholieke en Christelijke gestichten den grooten stoot hebben gegeven. Spr. waarschuwt evenwel tegen de zucht van versohillende ziekenin- richtingen om elkaar te overvleugelen. Wethouder R o m ij n volstaat wegens het late uur met zich bij degenen, die het voorstel hebben verdedigd, aan te sluiten. Wethouder Goslinga constateert, dat hij zich nimmer verzet heeft tegen uitga ven, welke noodzakelijk waren ten bate van Endegeest. Hij wil ook niet bezuinigen, doch verzet zich alleen tegen uitgaven, welke hij wel wenschelijk dooh niet nood zakelijk acht. Laten wij wachten tot betere tijden. Want óf het kapitalisme leeft weer op en dan wordt het beter, óf de heer Knuttel wordt de baas en dan wordt het ook beter; dat zegt hij zelf. (Hilariteit). De begrooting is omlaag gegaan, een bewijs, dat het aanvankelijk aangevraagde niet noodzakelijk was. De heer Huurman: De wethouder stelt het verkeerd voor. Als hij doorgaat, zal ik namen noemen van ambtenaren. Wethouder Goslinga: U moogt alle namen noemen. De verpleging in Ende geest is tot nu toe altijd behoorlijk geweest. Heb kan beter, maar noodzakelijk is dat niet. Het voorstel wordt aangenomen met 30 tegen 2 stemmen. Tegen Btemden de heeren v. Rosmalen en Goslinga. De vergadering wordt te kwart voor 6 geschorst tot 's avonds 8.15 uur. AVONDZITTING. Krotten. Na heropening der zitting was aan de orde: lo. Voorstel: a. tot onbewoonbaarverklaring van ver schillende woningen gelegen in de Lange Paradijssteeg en de Lange Bouwelouwen- steeg; b. tot voorloopige goedkeuring van een plan tot onteigening van perceelen gele gen aan en tusschen de sub. a bedoelde stegen. De heer Kooistra heeft met zeer veel genoegen kennis genomen van dit voorstel. De heer Wilbrink: Dat hooren we niet dikwijls. I De heer Kooistra: Wij zijn dank- 1 -baar, maar niet voldaan. Wij hopen n.l. Jat de wethouder bet er niet op een bepaald l punt bij zal Laten zitten, maar zal doortas ten in het belang van de volkshuisvesting. Spr. i« niet gerust over de aanwijzing van de bewoners van de 75 woningen, welke ge bouwd worden door „Werkmanswoningen Spr. heeft het oog op de bewoners van het „mensohen-pakhuis" die wegens huurschuld nergens een woning kunnen krijgen. Het ware beter geweest, als B. en W. tevens gekomen waren met een nieuw bouwplan voor de "bewoners der onbewoonbaar te verklaren krotwoningen. Verder wil spr. dezen maatregel niet laten afhangen van nog niet verkregen rijkssteun. De heer Knuttel sluit zich daarbij aan. Hij heeft weinig vertrouwen, dat da in uitzicht gestelde maatregel der sanee ring ook werkelijkheid wordt, gezien de houding van den wethouder van financiën. De heer Schüller is het met p.g. Kooistra eens, dat het voorstel van B. en W. slechts een half voorstel is. Van de in de stukken genoemde 75 woningen in de Medusa-straat zijn slechte 20 beschikbaar voor de krotbewoners. Verder wijst spr. erop, dat 80 pet. der krotwoningen van Bouwelouwensteeg en Paradijssteeg besmet zijn. B. en W. zullen voor ontsmetting moe ten zorgdragen. Ook meent spr. dat te wei nig aandacht wordt geschonken aan het woning-type, dat gewoonlijk te klein ia. In heb mensohen-pakhuis wonen z.g. a-sociale gezinnen, maar de gemeente heeft nog nooit iets voor die menschen gedaan. In Leiden zijn nog 54 onbewoonbaar verklaar de woningen; het moesten er minstens 540 zijn, doch men gaat blijkbaar niet door, omdat er toch geen nieuwe woningruimte ie. Men heeft nu met groote woorden bet aaneeringspLan aangekondigd, doch alles hangt nog in de lucht, behalve de voorge stelde onbewoonbaar verklaringen. Wethouder Splinter wijst erop, dat B. en W. evenals de heer Kooistra dank baar zijn, maar niet voldaan. Men zegt, dat si echts 20 woningen beschikbaar zijn voor de krotbewoners. Het is ook niet de be doeling alle krotbewoners te huisvesten in de woningen in de Mecfcisastraat; men moet een opschuifsysteem toepassen. Op het oogenblik is er geen behoefte aan nieuwe woningen; vandaar dat B. en W. daartoe geen voorstel hebben gedaan. Ook het col lege van B. en W. ib overtuigd, dat er ver andering moet komen in het menschen- pakhuis, maar hoe, is nog de vraag. Steeds wordt toegezien, dat geen besmette inboe dels naar de gemeente woningen worden overgebracht. Spr. heeft alle hoop, dat de regeenug medewerking zal willen verlee- nen, zoodat het plan der saneering door zal kunnen gaan. De heer Wilbrink: Ik vrees toch, dat het mis zal loopen. Wethouder Splinter ontkent tegen over den heer Schüller dat het gemeente bestuur laksch optreedt. Wethouder Goslinga zegt, dat het Rijk geld beschikbaar wil stellen en wel tegen een laag percentage n.l. 4% pet. Dit is geheel in de lijn van den heer v. Eek, en daarom verwondert het spr. dat nu weer niet deugt. De heer Kooistra: Al® er wel geld komt van de regeering zijn wij gerust, maar kan de heer Goslinga verzekeren, dat bet geld er komt? Spr. had liever gezien, dat de gemeente gezegd had: „als er geen geld komt, doen wij het toch". Wethouder Goslinga: Dat moet je toch niet van te voren zeggen. De heer Kooistra begrijpt niet, hoe de wethouder zeggen kan, dat er geen be hoefte aan nieuwe woningen is. Voor de bewoners van het mensch-pakhuis is geen plaats; nieuwe saneeringsplannen zijn in uitzicht. Al® de wethouder niet vooruit zorgt, komen wij nooit uit de misera De heer Schüller meent, dat de groo te fout is het gebrek aan een overzicht door middel van een kaartsysteem. Zoo nu en dan doet de gezondheidscommissie maar een greep. Spr. ontkent, dat de inboedel® steeds ontsmet worden. Het is begrijpelijk, dat B. en W. hun fout niet graag erkennen, doch spr. moet dan maar weer opkomen voor de belangen der burgers. De heer Bergers: Je bent onbetaal baar. De heer Schüller haalt een ambtelijk rapport aan, waaruit blijkt, dat de ontsmet ting onvoldoende is. Wethouder Splinter zegt, dat dit rapport geen verband houdt met de ont smetting der inboedels. Deze geschiedt n.L niet door den gemeentelijken ontsmettings- dienst, maar door particulieren. De ge zondheidsdienst onderzoekt stelselmatig de geheele »tad; B. en W. hebben wel de gelijk een overzicht over de geheele stad. Wanneer dit saneeringsplan tot stand komt, zijn wij al een heele stap in de goede richting. Daarna z. h. st. aangenomen. 15. Voorstel in zake verkoop van percee len bouwterrein aan den Lammenschans- weg en de Verlengde Bloemistenlaan bij openbare inschrijving, tevens prae-advies op de verzoeken van de Federatie van te Leiden en Omstreken gevestigde woning- bouwvereenigingen, in zake bestemming van terreinen voor meerdere wonmbouw en de verstrekking van gelden daarvoor, en van P. P. de Koning ca., in zake het ver- leenen van gemeentelijken steun voor particulieren woningbouw. Hierbij komt aan de orde een amende ment van den heer Schüller om den grond in erfpacht te geven. De heer Kooistra herinnert er aan, dat B. en W. een onderzoek naar de wo ningbehoefte hebben Laten instellen, naar aanleiding van het adres van de Federatie van woningbouw vereenigingen. Wanneer wij hier een woningbeure hadden gehad, was dit onderzoek niet noodig geweest. Volgens spr. is er nog wel degelijk gebrek aan woningen; het systeem van statistiek aoht spr. hier onjuist. Volgens zijn cijfers komt spr. tot een tekort van meer dan 500 woningen. Oük is spr. het niet eens met de conclusie van B. en W. dat zij ongeveer 360 woningen willen doen bouwen door de bouw vereenigingen „mits het Rijk een voor schot geeft".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9