'AMES RUBRIEK VOORJAARS-MANTELCOSTUUMS. Dat het voorjaar in aantocht is staat vast en ik zou haast hetzelfde zeggen van de mantelpakken. Wat is het heerlijk de winterman tel voor goed op te kunnen bergen en met een zonnige dag zoo'n' frisch mantelpakje aan te trekken. Het eer ste is gedacht van havannakleurige Engelsche stof. De rok bestaat uit plooien en heeft voor een groote stolpplooi, welke van boven nauwer toeloopt. De voorpanden worden niet over elkaar gesloten, doch heb ben onder aan de lange revers, die tevens de kraag vormen, een twee ling knoop, een soort smokingknoop sluiting, terwijl aan beide kanten een zakje is aangebracht. Het tweede model is van donker blauwe wollen stof en is iets meer getailleerd. De kraag is hier smal doch lang en loopt in een paar los- vallende einden uit, de mouw is ge heel glad zonder manchet. De rok heeft alleen aan de rechterzijde twee plooien. Een lichte jumper aan de hals afgezet met een smal donker biesje, geeft iets vlugs aan het man telpak. We zullen wel heel spoedig de mantelcostuums weer overal zien dragen als het voorjaar zijn intrede eenmaal heeft gedaan. DE BLOUSE. Dat de blouse meer en meer ter rein verovert, is een uitgemaakte zaak. Wat staat trouwens gezelliger op een donkere rok dan "een licht ge kleurde blouse. De hier afgebeelde is gedacht van crème crêpe de chine en heeft half lange mouwen. De flat- teerende plissee kraag is op origineele wijze aangebracht. Wanneer wij de blouse midden voor tot op 15 c.m. vanaf de taille doorknippen en het aldus ontstane split laten omvallen, vormt dit vanzelf de revers, waar onder de strook is bevestigd. Nu zal het aanbrengen van de plissee geen enkele moeilijkheid meer met zich meebrengen. Natuurlijk zorgs men er voor de plissee vooral niet te nauw te nemen, aangezien de kraag anders zou gaan trekken. De blouse wordt aan den onderkant met een elastiek afgemaakt en in de rok gedragen. ONZE DESSOUS. Door de niet meer zoo dikke por- temonnaies van tegenwoordig zien wij ook op het gebied van ons onder goed een groote versobering te voor schijn komen. Een jaartje geleden droeg haast iedere vrouw zijden on dergoed, doch tegenwoordig is het lingerie-katoen en nansoek een zeer gezocht en gewild artikel. Deze stof fen hebben het voordeel veel ster ker te zijn dan de zijden materialen en ook in de wasch vereischt het aanmerkelijk minder zorg. Onze teekening laat U een garni tuur zien, dat men billijk kan maken van nansoek. De chemise bestaat uit een stuk, de naad valt in de linker zijde. Onder aan den zoom is een smal valenciennekant aangebracht, terwijl aan de bovenkant een dito breede pas is bevestigd. Een gebor duurd motief in dezelfde tint als de stof waarvan de chemise is gemaakt, staat wel zeer verzorgd doch als men dit borduurwerk achterwege laat, is het hemd daarom niet minder mooi. Men kan op de taillehoogte een lint rijgen, wat men bereikt door aan den binnenkant een smal reepje nan soek te stikken, waardoor men het lint trekt, dat door een knoopsgat naar voren wordt gebracht. Noodig is dit lint echter niet en kan heel goed achterwege blijven. Verder vertoont het prentje u een bijbehoorende nachtjapon. De pyama heeft nog wel niet heelemaal afge daan, maar meer en meer zien wij toch de nachthemden weer te voor schijn komen. Dit nachthemd valt ruim en tamelijk lang. De kanten pas heeft een overslag tot het mid del. Ook deze heeft een lint in de taille, terwijl langs de armsgaten een smalle kant loopt. Ook op het nacht hemd kan men als men over veel vrijen tijd beschikt, borduurwerk aanbrengen. DE GESTIKTE DEKEN. Zoo langzamerhand breekt de tijd van de z.g. groote schoonmaak" weer aan. Alvorens echter tot de eigenlijke schoonmaak over te gaan, doet men er goed aan vooraf eens een rondgang door het huis te ma ken en critisch na te gaan wat er al- zoo voor nieuws noodig is of welke herstellingen moeten worden uitge voerd. Vooral in dezen tijd van be zuiniging zal men veelal gedwongen zijn met het spreekwoord ,,doe geen oude schoenen weg voordat gij nieu we hebt" in praktijk te brengen. En wat geeft het een groote voldoening om datgene wat wij eerst wilden af danken, eens onderhanden te nemen en om te tooveren tot iets nieuws Zoo ziet b.v. de deken er niet fraai meer uit; laten stoomen is de moeite niet meer waard. Welnu, wij hebben toch al zoo lang een gestikte deken willen hebben en hier doet zich de gelegenheid voor. Waarom zouden wij onze oude deken niet zelf over trekken? Men wascht de oude de ken nu zelf, daar het nu niet hinderf of hij .iets krimpt of verkleurt. Het ligt er nu geheel aan hoe men over zijn beurs kan beschikken: zuiver satinet is duurder dan cretonne. Neemt men geheel satinet, dan staat het vroolijk de deken in twee ver schillende tinten te maken b.v. zwart- goudgeel, met aan den buitenkant een baan van zwart van ongeveer 20 c.m. in het vierkant; dan een baan geel weer van 20 c.m. Het middenvak wordt nu weer zwart. Voor het doorstikken gebruikt men koord-zijde en kan hiermede het middenstuk van alle mogelijke figuren voorzien. Vindt men zwart te somber, dan zijn er altijd nog andere kleuren ge noeg, als b.v. bleu-goudgeel licht en donkergroen enz. Cretonne is veel gemakkelijker te verwerken, daar men dit meestal gebloemd aantreft Men neemt hiervoor tweemaal de grootte van den deken en naait deze verschillende malen op afstanden van 25 c.m. door. Zoodoende krijgt men een alleraardigst effect. Men kan ook als men b.v. stukken deken heeft, deze aan elkaar zetten en dan overtrekken of b.v. twee heel oude dunne dekens tezamen gebiuiken. Men krijgt dan een heerlijke warme winterdeken. Onze teekening geeft u eenige voorbeelden ONZE ZONEN. Voor de gelukkige bezitsters van een paar heerlijke kwajongens geven wij hier een tweetal gemakkelijk te maken pakjes, het eerste een z.g. kruippakje van bleu popeline, het tweede pakje een soort padvinders idee. Beide pakjes zijn gemakkelijk te wasschen, wat de jeugd des te meer zal waardeeren naarmate zij naar hartelust kan spelen en op den grond kruipen zonder iederen keer verboden te worden. Het kleinste pakje is een nieuw idee van een matrozenpakje. Het broekje heeft aan de rechterzijde drie donker blauwe tr'esbanden over de geheele lengte van het pijpje, dat wij voor het vlugge aanzien van het pakje vooral niet te lang moeten maken. De blouse heeft een echte matrozenkraag en ceintuur. Wanneer wij nu op het lijfje een blauw scheep je borduren of er dit opnaaien, zal hij wel verrukt van zijn nieuwe pak zijn. Het tweede pakje is van beige- bruine travers met aan den kraag afgezet met een tweekleurigen band. De half lange mouwen kunnen heel goed door lange vervangen worden, doch ongetwijfeld zal de jeugd de korte mouw prefereeren. Koud? zult u zeggen? Weineen Moeders, een Hollandsche jongen kent geen koude en daarbij zijn we weer op weg naar het voorjaar. En de korte mouwen hebben nog dit voor, dat het schoone pakje er niet dadelijk vies en onoog lijk uitziet, omdat de mouwen na tuurlijk het eerst vuil zijn. Zoo on dervangen we tevens een heele masr sa standjes en waarschuwingen, waar aan een jongen in het vuur van zijn spel toch niet denkt. Van dit pakje heeft de broek aan den bovenkant een paar lusjes waar doorheen een riem wordt getrokken, om het broekie, dat ten overvloede ook nog met knoopen aan de blouse is vastgeknoopt, op te houden. DE VAZEN. Nu wij bijna aan de groote schoon maak beginnen en wij van tevoren ons huis eens heelemaal doorloopen om te zien wat er alzoo gebeuren moet, ver dient het wellicht aanbeveling om ook onze vazen eens na te zien. Want nu de uitvoer van snijbloemen zooveel moeilijkheden met zich brengt, heeft 't er allen schijn van, dat de bloemen de zen zomer wel heel goedkoop zullen worden. Trouwens op het oogenblik kan men ook al voor een paar kwartjes zijn huis vol tulpen of narcissen heb ben. De vazen zijn tegenwoordig voor werpen van belang, waaraan wij onzen aandacht besteden moeten. Het gaat niet meer aan om een bos bloemen, die stijf in elkaar gedraaid worden, zoo maar als een bloemkool in een vaas te zetten, die al of niet past, vaak veel te groot is, zoodat de bloemen tegen den rand hangen of te klein, waardoor de stelen niet voldoende water kunnen krijgen. Er zijn uit den ouden tijd in vele huisgezinnen nog massa's vazen voorhanden* die uit piëteit worden be waard, maar waarvan wij o zoo graag af zouden zijn. Vooral die vazen waar op steenen bloemetjes, blaadjes, stelen enz. in haut-relief zijn aangebracht, zijn ware stofnesten en de meeste huis vrouwen zullen ze dan ook wel veilig achter in een dieoe kast hebben weg gestopt. De moderne kunstnijverheid brengt trouwens voor heel weinig geld mooie, sierlijke en ook zeer practische modellen in den handel van glas en aardewerk. Maar wij hebben misschien op zolder of in den kelder wel voorwerpen staan, die zoo goed voor vaas geschikt zijn. b.v. kleine inmaakpotten van bruin aardewerk zün zoo alleraardigst om er dalia's zonnebloemen enz. in te zetten. Om de inmaakpot meer het idee van een vaas te geven, kunnen wij hem. als hij terdege schoongemaakt is. beschil deren met een modern motief of met een takje bloemen, wat wij maar het mooist vinden. Zoo bestaan er ook van die donker-groene glazen inmaakpot ten. vierkant en met een betrekkelijk wijde halsopening. Ook dit zijn ideale vazen voor tulpen, rozen enz. Deze flesschen kunen wij zoo laten of wel ook met een of ander aardig motiefje beschilderen. Zoo zijn er nog mande- flesschen en dergelijke die zeer bruik baar zijn en het altijd toch nog beter doen dan de mooie opgewerkte vazen van vroeger. KNIPPATRONEN. Knippatronen maken is niet ieders werk. Als wij zelf een japonnetje ma ken zoeken wij meestal het patroon uit een modeblad, waarvan de papieren patronen gemakkelijk in de meeste za ken verkrijgbaar zijn, of wij laten ons een patroon aanmeten. Veel vrouwen schrikken er van terug om dikwijls een patroon te koopen, daar deze nogal duur zijn. Met een weinig handigheid kunnen wij echter zelf best een patroon teekenen; niet te ingewikkeld natuur lijk, doch een eenvoudig patroon, dat, mits het goed past, als grondpatroon voor bijna elk model van japon kan worden gemaakt. Hoofdzaak is dat de maten nauwkeurig worden genomen. Hoe de maat moet worden genomen kan men zien op bijgaand plaatje. De lijnen stellen de volgende maten voor: A-B schouder. B-C gebogen arm. C polswijdte. D-E hals tot taille. E-F roklengte. E-E taillewijdte. J-K rug H-H rondom heupen. HET LUCHTEN VAN ONS HUIS. Hoewel tegenwoordig de menschen niet zoo bang meer zijn voor frissche lucht als vroegere hoort men toch vaak: „Dop gauw de deur dicht voor de tocht". Doch wat is eigenlijk tocht? Tocht ontstaat alleen als men in het huis aan voor- en achterkant een raam of deur heeft openstaan, waardoor de lucht door het huis heen trekt. Het tocht echter niet als men alleen het raam van een kamer open heeft. Hier door komt een koude frissche lucht stroom naar binnen, dringt tot zelfs in de hoeken van de kamer en verdringt de benauwde kamerlucht. De kamer lucht heeft minstens eens per dag be hoefte aan een flinke reiniging, want de lucht is al spoedig verontreinigd door allerlei omstandigheden. Brandt 's winters de kachel, dan krijgt men allicht wat kolendamp in de kamer, terwijl door de ademhaling van mensch en dier de aanwezige zuurstof, die door de gesloten ramen niet kan wórden aangevuld, spoedig geheel verbruikt is. Het is heel gezond met het raam open te slaoen, tenminste als de in- st.roomende frissche lucht ons niet da delijk kan. bereiken, want als men slaapt is men veel vatbaarder voor kouvatten dan wanneer men in bewe ging is. Het overdrijven van een hoog opgeschoven raam. zelfs midden in den wmter. kan dan ook noo't goed zijn. Met potdichte ramen en deuren slapen is evenmin wenschelijk. Vaak heeft men dan 's morgens een dof en zwaar gevoel in het hoofd, dat nas wegtrekt, als men zich in de frissche lucht be vindt Overdetf verdient het echter wel aanbeveling de ramen in de kamers waar men niet b^oeft te komen, fb'nk open te zetten. Tegen den avond als vooral in den winter buiten damn op stijft. doet men verstandig de ram»n te sluiten en daardoor de vochtige lucht bu'ten het hu's te houden daar deze nattigheid n;et bevorderlijk is voor onze huisraad. WIJ ZELF EN ANDEREN. Wij zijn soms zeer scherp en cri- I tisch in ons oordeel over anderen en worden eerst toegevend als we zelf toegevendheid noodig hebben, i Wij oordeelen het mildst over die i fouten van anderen, welke ook ónze fouten zijn of eens de onzen waren, maar de onvolmaaktheden, die ons vreemd ziin, veroordeelen wij streng in een ander. Laten we deze goede gewoonte tot de onze maken: Streng oordeelen wanneer het ons-zelf betreft, maar een zacht oordeel uitspreken, wan neer het den evenmensch betreft. Er is meer vreugde in gelegen mensch- lievend te zijn, dan onbarmhartig. Wie vrede brengt, zal zelf vrede vin den. Dus, zijt ge in gezelschap, ver geet dan de gebreken van anderen en tracht ze te bedekken en zijt ge alleen, durf eigen gebreken indach tig te zijn en streef naar verbetering!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 14