DE HEILIG GRAFKERK
TE JERUSALEM
ZATERDAG 12 MAART 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
DE H. PLAATSEN LEVEN VOORT IN DE TRADITIE.
II.
Toen generaal Gordon Pacha, de geniale
verdediger van Khartoum, te Jerusalem
kwam en de H. Grafkerk aldaar bezocht,
kon hij er zich maar niet mee vereenigen,
dat deze zóóver binnen de muren ligt, dat
zij het middelpunt der stad kan heeten.
terwijl de Evangelies duidelijk zeggen, daL
Jezus buiten den stadsmuur gekruisigd en
begraven werd. Zoo ging hij dan zoeken en
vond hij buiten den muur een nieuwen
kruisberg, die er uitzag als een schedel of
doodshoofd, met gaten en holten daarin
voor neus en oogen. De Engelsche generaal
vergat daarbij echter drie dingen: dat de
kruisiging nu 1900 jaar geleden plaats
greep; dat de huidige stadsmuur dagtee-
kent van de XVlde eeuw; en dat de gaten
in het heuveltje, dat hij voor de Schedel
plaats" of Kalvarié hield, van nog jongei
dagteekemng zijn. En toen hij dan ook.
door konmgin Victoria ontvangen, haar
verslag deed van zijn ontdekkingen, hoorde
de vorstin hem aan met de beleeidheid die
hooggeplaatste personen eigen is; maar
kon zij toch in 't eind met nalaten hem toe
te toegen: „met alle waardeering voor uw
scherpzinnigheid, generaal, denk ik, dat ik
het voortaan nog maar zal houden met
de opvatting van mijn koninklijke zuster
Sint Helena".
Binds David heeft Jerusalem zich altijd
naar het 'noorden toe uitgebreid, waar in
Pilatus dagen de plek Golgotha buiten
den stadsmuur lag. Uf de latere stadsmuur
nu door Hadrianus of door keizer Oommo-
dus (1SU192) gebouwd werd, doet hier
niets ter zake: in elk geval liep deze zóó
ver naar het noorden toe, dat de Kalvarie-
berg binnen zijn gordel kwam te liggen.
Wij, Keuerlanders, die ons een berg voor
stellen als een suikerbrood, hebben van den
Kalvarieberg meestal een geheel vaische
voorstelling. Spreekt Vondel ook met van
een „kruisberg hard van steen", aisol dit
een hooge rots was? Als kinderen denken
wij onwillekeurig daarbij aan een berg als
een toren, zooais primitieve schilders dat
veroeeid hebben: en nog altijd wordt een
„kruisweg helst aangelegd tegen een neli-
vei, om dan, ais op de H. Landstichting, te
eindigen m een hoogeu top.
Maar Golgotha, wat wij den Kalvarie
berg noemen, is niet meer geweest dan
een glooiing van het terrein, een klein9,
rotsacutige verhevenüeid, die des te meer
„reiiek' verkreeg, omdat er Lussclien dit ge
steente en het verdere, rotsachtige verloop
van het landschap een klooi of verdieping
lag. Langs die kloof lagen tuinen tegen de
helling aan, en in een van deze tuinen had
Jozei van Arimathea een nieuw graf in de
rots laten uitkappen. Dit graf bestond uit
twee kamertjes. in het tweede was een nis
gerond over een steenen bank, naar Joodsch
gebruik. Up die bank werd het lijk neerge
legd. De ingang, w den vorm eener lage
deuropening, werd gesloten door een rou-
den steen, als een molensteen, die daar
voor gerold werd.
üp schilderijen ziet men dikwijls, dat de
vrome vrouwen die Christus begeleidden
naar het graf, de doeken, de nagels en de
doornenkroon des Heeren meedragen. Deze
relieken zouden dan aldus bewaard zijn.
Maar waar bleef het H. Kruis na den dood
des Heeren?
De Romeinsche Wet bepaalde, dat de
schandpaal waaraan een misdadiger ge
storven was, uit den weg moest geruimd
yorden als onzuiver. Deze werd geen twee
den keer gebruikt voor een terechtstelling.
De foltertuigen werden weggenomen, wel
licht langs den weg geworpen. Kwamen zij
ter plaatse in een kloof of kuil terecht?
Daar schijnt zich memand om bekommerd
te hebben. Moesten de vrome vrouwen met
gruwen, bij de gedachte alléén al aan het
schandehout der wreede martelie?
J.'oen de Apostelen .overtuigd waren van
Christus verrijzenis en wisten, wat hun
levenstaak was, hadden zij wel over an
dere dingen na te denken dan, over het ver
zamelen van relieken. De eerste kerk had
geen materieele bekommernissen. Zij leid
de een geheel geestelijk leven. En als Pau-
lu9 het Kruis verheerlijkte, bedoelde hij
dit als symbool der verlossing alleen. Daar
enboven was heel de aandacht en gods
vrucht der eerste christenen gericht op de
heerlijkheid van den triomfeerenden God-
mensch, en met, of veel minder, op de
smartelijkheid van den lijdenden Zalig
maker.
Jacobus, een neef des Heeren, leidde als
eerste bisschop der Heilige Stad alhier de
christengemeente. In het jaar 62 stierf hij
er den marteldood en werd opgevolgd door
zijn broeder Simeon. Deze leidde, vóór de
komst van Titus, zijn kudde naar Pella, in
het over-Jordaansche, vanwaar zij terug
keerden na de verwoesting der stad. De
Romeinen hadden heel de pracht van vroe
ger binnen de muren verwoest. Jerusalem
was een puinhoop gelijk. Maar buiten de
poort lagen Golgotha en Jozefs grafspelonk
onaangetast.
Simeon, de bisschop, leefde tot het jaar
107: met hem leefde de herinnering aan
Jezus dood en opstanding voort. Zij werd
overlevering in den mond zijner opvolgers.
Na het jaar 135 wordt den Joden verboden
het stadsgebied te betreden. Maar dan zijn
er reeds Greoo-romemen die christen zijn.
Voor dezen gold het verbod niet, of ook
werden de dekreten niet in dezelfde stren
ge mate op hen toegepast; en deze christe
nen, die heidenen geweest waren, bleven
met de gekerstende Jod^n m trouwe ver
binding. Tegen het jaar 190 is een zekere
Narcissus, bisschop van Jerusalem, gene
ren m 96 en van Gneksch-Romeinsche af-
DOOR
DR. FELIX RUTTEN.
komst, hetgeen pleit voor de eenheid der
christenen van toen. Hij beleefde de twee
de verwoesting van het antiek Jerusalem.
Maar reeds vóór zijn bisschopswijding wa-
reg pelgrims naar de H. Stad gekomen met
het doel om te bidden op de plaatsen, waar
de Heiland Zijn voetspoor had gedrukt. En
onder zijn opvolger Alexander werd de>.e
toevloed nog grooter. Alexander was be
vriend met Origines, en de bisschop wak
kerde zelf de eerste topografische onder
zoekingen in het verwoest Jerusalem aan.
Toen hij den marteldood stierf, ging tegen
265 Eusebius van C'esarea geboren worden,
die de H.H. plaatsen methodisch codificeer
de. Men had ze niet uit het gezicht verlo
ren.
Hadrianus' Romeinsche stad
waar Jerusalem stond.
Intusschen hadden groote veranderingen
te Jerusalem plaats gegrepen. Een hooge-
priester der Joden had er weer den vroe-
geren eeredienst hervat, en een vaische
Messias was er opgestaan. Een opstand der
Joden brak uit. Nu was het Julius 8e ver us,
die de opstandelingen versloeg. Misschien
verscheen keizer Hadrianus wel zelf op net
gevechtsterrein. Jerusalem werd opnieuw
ingenomen. In 135 was de opstand- gedempt
en werden duizenden Joden verkocht als
slaven.
De H. Stad werd met den bodem gelijk
gemaakt. Zelfs de naam Jerusalem moest
verdwijnen. Een nieuwe Romeinsche stad
werd gebouwd, waar de hoofdstad van het
Joodsche rijk gestaan had, en deze heette
voortaan Aelia Capisalina.
Het werd een stad met forum en thea
ters. Hadrianus' beeld stond op het oude
tempelplein en een Kapitool werd gebouwd,
waar Golgotha lag. Voor Hadrianus was er
geen verschil tusschen Christenen en Jo
den. Hinderde het hem, dat dezen naar de
tempelplaais hun handen hieven, en genen
knielden op Calvarië? Eusebius en S. Hie-
ronymus beweren, dat hij beiden sarren
wilde. Maar misschien spotte de scepticus
met alle teergevoeligheid op het gebied van
godsdienst, te meer waar het hier over
wonnenen gold. Kortom: hij liet den grond
slechten, waar Golgotha lag en de rotsige
helling met het Graf des Heeren. Daar
stichtte hij het kapitool der nieuwe Ro
meinsche stad, toen de esplanade er klaar
was. Zij zal ommuurd geweest zijn en De-
plant met myrtenboschjes. Want Venus
kreeg haar beeld waar het H. Graf door
de aarde bedolven was en Jupiter het zij
ne, waar vroeger het Golgotha-heuveltje
oprees, dat het Kruis gedragen had. Zoo
was het geloof der Joden weggevaagd van
het plein, voortaan ontwijd door s keizers
eigen beeltenis; en het geloof der christe
nen werd onder het opgehoopte zand en de
fundamenten van het Romeinsche kapitool
met zijn afgoden begraven.
Wat Hadrianus niet gewild, of niet ge
dacht had, geschiedde: in den trouwen
grond bleven verder èn Graf èn Kruisberg
ongeschonden bewaard, tot een volgend
geslacht er na ongeveer 180 jaren de hei
lige plaatsen zou terugvinden.
Keizer Constantinus en
Jerusalem.
Een nieuwe tijd begint voor Jerusalem
evenals voor de christenheid, wanneer een
keizer op den troon van Rome het doopsel
ontvangt. Het edikt van Milaan, door Con-
stantinus geteekend, schenkt de kerk de
volledige vrijheid. Macarius, bisschop der
H. Stad, ontmoet den keizer bij het con
cilie van Nicea en verkrijgt van hem het
verlof, om de bouwwerken van Hadrianus
op te ruimen en de H. plaatsen op te gra
ven. Na het concilie begint de bisschop
aanstonds de werkzaamheden. En nu
spoedt St." Helena, 's keizers eigen moeder,
zich naar het heilig Land, om er Jesus voet
sporen te vereeren. Het spreekt van zelf,
dat de koninklijke bedevaartgangster voor
deze opgravingen de levendigste belang
stelling koesterde. De Golgotharots kwam
aan het licht, de H. Grafkerk werd bloot
gelegd tijdens haar verblijf in Jerusalem
omtrent dien tijd. Maar wat niemand zocht
werd toen tevens gevonden.
In een nis of spleet van den Golgotha
ontdekte men drie kruisen, waaronder den
balk met Pilatus inschrift: „I. N. R. L"
Niemand had er zich te voren op be-
-
73e. SokrM1* t
roemd het Kruis des Heeren te bezitten.
Een legende was alsdan zelfs verbreid lie
meende, dat dit heilig werktuig der verlos
sing in den hemel was opgenomen, daar
niemand waardig heeten mocht, het op
aarde te bezitten; den 25sten Augustus 326
is het concilie ten einde, en St. Cyrillus van
Jerusalem deelt mede, dat 347 partikels
van het H. Kruis reeds over de geheele we
reld verspreid zijn. Zoo de legende ook het
H. Hout in de armen legt der gekroonde
vrouw, die het volvereering omgeeft met
haar parelen mantel, het lijdt geen twijfel
dat het niet door haar en wonderlijk her
kend als dat de legende wil, gevonden werd
bij Macarius' opgravingswerk.
De ontroerende Kruisvinding wordt het
eerst aan Helena toegeschreven door S.
Ambrosius in 395. In 329 was dé vrome
vrouw zelf gestorven. Chrysostomus en Am
brosius vermelden beiden, dat het kruis als
zoodanig herkend werd door het opschrift,
waarvan het evangelie spreekt.
Helena zelve liet een basiliek bouwen op
den Olijfberg, en de nog grootendeels be
staande te Bethlehem, mede op aansporing
van den keizer. Deze zond zelf twee archi
tecten uit Byzantium, om een derde kerk
aldaar te bouwen, en wel boven Golgotha
en het H. Graf. Deze werd reeds in 335 in
gewijd. De feesten duurden zeven dagen,
van den veertienden tot den een-en-twin-
tigsten September. Zij zetten in met de
plechtige vertooning van het weergevon
den kruis des Heeren; en op dezen dag
viert de heele Kerk nog altijd het feest
van Kruisverheffing.
Nog altijd heette de stad nu Aelia. Maar
met het aantal der christenen, dat er
groeide binnen de stadsmuren, die „de pe'!-
grim van Bordeaux" er in 333 zag, kwam
ook langzaam de oude naam terug. Naar
mate het heidendom afnam, werd Jerusa
lem weer zich zelf. Tevergeefs trachtte Ju-
liaan de Afvallige den tempel der Joden
te herbouwen. Op het einde der vierde
eeuw was Jerusalem een der groote steden
van het christendom, waar vorsten en pel
grims uit alle oorden verschenen, kerken en
pelgrimshuizen toenamen en het geloof
steeds nieuwe wonderen werkte. De komst
van duizenden, uit Perzië en Klein-Azië, uit
Arabië en Afrika, als de wijding der H.
Grafkerk herdacht werd, bracht er wei
vaart en bloei. De heele Oriëntaalsche han
del vond er zijn brandpunt.
Verwoestingen door Perzen,
Joden en Moslims.
Geen driehonderd jaar duurden vrede en
voorspoed. In 614 verschijnt Chosroës II in
Palestina met een woeste horde van Per--
zen. Zij namen Jerusalem in en richtten er
een vreeselijk bloedbad aan. De geschied
schrijvers spreken van 33000 dooden. De
inwoners die een handwerk uitoefenden,
werden in ballingschap weggevoerd. Ook
de patriarch en de kruisreliek werden naar
Perzië overgebracht. De kerken van Jeru
salem, aan den Perzischen vuurgod gewijd,
gingen in vlammen op. Wat niet verwoest
was door de Perzen, vernielden na hen de
Joden. Deze waren het, die de poorten der
stad geopend haddeu voor den vijand.
Wéér is Jerusalem gedeeltelijk verwoest,
half uitgemoord. Eerst in 627 trekken de
Perzen terug, als keizer Heraciius ze \er-
slaat en Chosroës sterft. In 630 brengt de
keizer het H. Kruis naar Jerusalem terug
en begint de monnik Modestes er de H.
Grafkerk te herstellen. Zes jaren later ma
ken de Arabieren zich meester van de H.
Stad.
Deze Arabieren waren altijd gevaarlij
ke buren geweest. Mahomeds leer stempel
de hen tot vijanden der christenen. Van
Byzantium was geen hulp te verwachten.
In 638 betreedt Omar, hun kalif, Jeru
salem. Hij bidt in de H. Grafkerk, daar
Christus voor den Saraceen een profeet is
ara aiar.oined. Tot het jaar 1099 blijft het
H. Land nu in de macht van den Islam.
Dan wekt Urban u-s II tot den kruistqcht
op, uit deernis met de H. Plaatsen, ont
steld over hun verval.
Keizer Constantijn had over Golgotha en
het Heiiig Graf samen een groote basiliek
gebouwd, naar het klassieke type van een
weelderige Romeinsche woning. Maar er
waren belangrijke- grondwerken noodig ge
weest om hier, na de gedane opgravingen
zulk een groot gebouw op te richten. De
grafkamer zelf werd uit de rots gehouwen
en vrijgelegd, het omringend terrein m
ringvorm gelijk gemaakt. Zoo werd ook de
Golgotha-hoogte naar drie zijden afgekapt,
zoodat van de vroegere verhevenheid nog
maar iets als een kubus overbleef. Het II.
Graf, met marmer ombouwd, werd door een
koepelbouw overwelfd: daarbij sloot een
lang schip aan, dat den Golgotha-kubus om
sloot en over de krypte van S. Helena,
waar het kruis gevonden was, heenreikte,
in de. langzijde afgesloten door atrium en
voorhal.
De monnik Modestes had dit alles zoo
goed mogelijk hersteld. Maar in 935 veran
derden de Muzelmannen een gedeelte der
oude basiliek in een Moskee, omdat kalif j
Omar er gebeden had. Moslims en Joden
staken er in 966 den brand in, die het dak
verwoestte, waarbij de patriarch Johannes
levend verbrand werd. In 976 was alleen
nog maar de koepel hersteld. De rest der
kerk Lag nog tien jaren daarna open. Dan,
in het onheilsjaar 1009 beval kalif Hakem
bi-amr Illah de systematische vernietiging
der basiliek. Zij werd nu geheel afgebro
ken, zoover de hechtheid der benedenge
deelten zich niet daartegen verzetten. Maar
wat er nog van het H. Graf stond, werd
met ijzeren hamers stukgeslagen. Alleen de
grondstukken en de bank waarop 's Heeren
Lichaam gerust had, bleven over. De ver
nietiging was overigens grondig doorge
voerd.
Nu is het patriarch Nicephorus die den I
mo^d vindt om een herstelling te begin
nen. Maar hij kon alleen denken aan het
herstel van de koepelruimte die het H.
Graf beveiligen moest. Zelfs mochten de
christenen weer openlijk bidden in het
schamel herstelde kerkgebouw. In 1030
krijgt de keizer van Byzans de toestem
ming, om het heiligdom te herstellen op zijn
kosten. Daar werpt een aardbeving de ker
ken van Jerusalem omver. Tot het jaar 1042
aanbrak. Nu was het een rijk man uit Je
rusalem zelf, die door de keizerlijke bijdra
gen gesteund, uit eigen middelen het her
stel bekostigde. In 1048 welfde zich dan op
nieuw een koepel over 's Heeren. geschon
den graf. Maar de groote basiliek van Con
stantijn werd niet meer hersteld. Er kwam
een veel kleinere ruimte voor in de plaats
die aansloot bij den koepelbouw en den
Golgotha overhuift. Deze kerk werd naar
den keizer die van Constantinus Monoma-
gus genoemd. En deze was het, die de
kruisvaarders vonden.
Onder den grond, maar nu geheel buiten
het verkleinde heiligdom gelegen, bleef de
krypte van S. Helena voortbestaan. Pre
cies zooals deze er nog altijd uitziet, met
haar ongelijke, plompe zuilen en zware
hoofdgestellen, is deze wel onveranderd ge
bleven in den toestand waarin de restau
ratie van keizer Monomagus haar gebracht
had in 1048. Ook de Golgothakapel zien wij
heden nog, zooals zij er uitzag in de tweede
helft der Xlde eeuw. Alleen was deze toen
met mozaïekwerken bekleed. Maar men zag
er de rots en de rotsspleet als heden ten
Doch met de komst der kruisvaarders zou
de basiliek een nieuwe gestalte krijgen:
een derde H. Grafkerk, die nagenoeg de
kerk van heden is, ging verrijzen. Een nieu
we tijd brak aan.
(Wordt vervolgd).
vtfi/v\ 33^„.C/u.
1
De HelKy (jejuni n Jn/«*«-
I 2)e. trtAX-Cyvij
JT J)t vim S. ✓jf&fe/wtfi-*.
JL -&c
mi Ktlfi t-e- H a
iTAiCMnrp der wrrir
PASSIE-ZONDAG.
ZONDAG 13 Maart. Passie-Zondag. Mi*.
2e gebed voor Kerk of Paus. Credo. Kleur:
Paars.
Vandaag begiet de eigenlijke Lijdenstijd.
Ten teeken van rouw zijn de kruisbeelden
en de beelden van den Zaligmaker en van
de heiligen met een paarsen doek bedekt.
Christus, ter dood veroordeeld, vraagt
aan God zijn zaak te bepleiten en de waar
heid van Zijne onschuld te doen uitstralen,
(lntroitus). Hoewel onschuldig, moet Hij
toch lijden, 't ls de wil van den Vader, dat
Hij als Middelaar van het Nieuwe Verbond,
als Hoogepriester, Zijn eigen Goddelijk
Bloed aanbiedt tot zuivering en verlossing
der menschheid. (Epistel).
Mensch gelijk wij, huivert Christus voor
het lijden. God moge Hem daarvoor ver
lossen uit de handen Zijner vijanden. Maar
toch: de H. Wil des Vaaers geschiede. Heer
leer mij uwen H. Wil volbrengen (Gra<-
duale; Tractus).
In het H. Evangelie doet Christus Zich
duidelijk kennen als de Zoon van God,
waardoor nog meer uitkomt de waarde vau
Zijn H. Lijden. Hoe billijk is het toch, dat wij
God voor de levenbrengende weldaad der
verlossing, voor het geüachtenisteeken van
Christus' Lijden, het Allerheiligst Sacra
ment, loven uit geheel ons hart en Zyue
henige geboden onderhouden. (Offertorium;
Cominunio).
MAANDAG 14 Maart. Mis v. d. Maandag
in de Passieweek: Miserere. Gebed als gis
teren (in Amsterdam v. h. octaaf v. h. H.
Sacrament van Mirakel). Kleur: Paars.
DIN8DAG 15 Maart. Mis v. d. Dinsdag
in de Passieweek: Exspecta. 2e gebed als
gisteren, (in Amsterdam 2e gebed ale giste
ren). Kleur: Paars.
WOENSDAG 16 Maart. Feestdag (Ln
Amsterdam Octaafdag) v. h. H. Sacrament
van Mirakel te Amsterdam. Mis: Cibavit.
(Zie in het ieesteigen v. h. Bisdom). Glo
ria. 2e gebed en laatste Evangelie v. d.
Woensdag. Credo. Prefatie van Kerstmis.
Kleur: Wit.
Of: De H. Mis v. d. Woensdag, Liberator.
2e gebed v. r. H. Sacrament v. Mirakel.
Kleur: Paars.
DONDERDAG 17 Maart. Mis v. d. H.
Gertrudis, Maagd: Vultum. Gloria. 2e ge
bed v. d. H. Patritius; 3e v. d. Donderdag.
Laatste Evangelie v. d. Donderdag. Kleur:
Wit.
De H. Gertrudis is één der meest popu
laire heiligen geweest van ons vaderland.
De „dronk van St. Geertrui" of „St. Geer-
trui's minne" was bij onze voorouders een
geliefkoosde toost. Geen reiziger of pel
grim begon zijn tocht, zonder dat men hem
onder St. Geertrui's „aanroeping" of „min
ne" een voorspoedigen rei» en gelukkigen
terugkeer had toegedronken.
Of: de H. Mis v. d. Donderdag: Omnia.
2e gebed v. d. H. Gertrudis; 3e v. d. H.
Patritius. Kleur: Paars.
VRIJDAG 18 Maart. Feestdag van de
Zeven Smarten van Maria. Mis: Stabant.
Gloria. 2e gebed v. d. H. Cyrillus van Je
ruzalem; 3e v. d. Vrijdag. Credo. Prefatie
v. Maria (invullen: En U om de doorbo
ring). Kleur: Wit.
Of: de H. Mis v. d. Vrijdag: Miserere.
2e gebed en laatste Evangelie v. d. Zeven
Smarten; 3e v. d. H. Cyrillus.
ZATERDAG 19 Maart. Feestdag v. d. H.
Joseph, Bruidegom der Allerheiligste
Maagd. Mis: Justus. Gloria. 2e gebed en
laatste Evangelie v. d. Zaterdag. Credo.
Prefatie v. d. H. Joseph. Kleur: Wit.
N.B. De H. Mis v. d. Zaterdag is n i e t
geoorloofd.
Van den H. Joseph, vandaag bijzonder
vereerd als de Bruidegom der Allerheilig
ste Moedermaagd, staat slechts in het H.
Evangelie opgeteekend^ dat hij „rechtvaar
dig" was. 't ls weinig, maar het zegt alles.
Allerrechtvaardigste Joseph bid voor ons.
N.B. Als niet andei» wordt aangegeven
geen Gloria en geen Credo. De Prefatie v.
h. H. Kruis.
In de H. Mis v. d. dag vervalt in het
voetgebed de Psalm „Judica". Na de ln
troitus en na het gebed bij de handwas-
sching (de Lavabo) de „Gloria Patri".
IN DE KERKER DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender v. h.
Bisdom, behalve:
ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Agnellus van
Pisa. -
MAANDAG. 2e gebed v. d. Overbrenging
v. d. H. Bonaventura.
DONDERDAG. Mis v. d. H. Patritius,
Bisschop en Belijder: Statuut. Gloria. 2e
gebed en laatste Evangelie v. d. Donder
dag. Kleur: Wit.
Of: de H. Mis v. d. Donderdag: Omnia.
2e gebed v. d. H. Patritius.
VRIJDAG. 2e gebed v. d. Z. Salvador
van Horta; 3e v. d. H. Cyrillus; 4e v. d.
Vrijdag.
Of: de H. Mis v. d. Vrijdag: Miserere.
2e gebed (en laatste Evangelie) v. d. Ze
ven Smarten; 3e v. d. Z. Salvator van H.ir-
ta; 4e v. d. H. Cyrillus.