HET HUIS DER VERSPIEDERS ZATERDAG 12 MAART 1932 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 1? DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND. B r a n d dood. Bij Briands doods baar rijst de figuur van den Franschen staatsman in onze herinnering op, zooais wij zijn markanten kop zoo vaak zagen af gebeeld in ontelbare foto's en karikaturen. Er was de laatste jaren geen nieuw Fransch kabinet of wij zochten en vonden op de foto's der nieuwe ministers de gebo gen figuur van Briand. Er was geen confe rentie in Genève of de aankomst of het vertrek van Briand stond afgebeeld in de geïllustreerde pers. in den Haag herkende iedereen den invloedrijksten man ter Her stelconferentie, als hij liep te wandelen of in zijn auto naar het Binnenhof reed. Van al die foto s en teekeningen staan ons twee het duidelijkste voor den geest, n.l. een foto van Briand op zijn doodsbed, en een teekcning van Kelen, waarop Briand staat afgebeeld als een Mbzes, schouwend naar het Beloofde Land, de Vereenigde Staten van Europa. Op de doodsbed-foto herkennen wij den levendigen Fransehmau nauwelijks; hij heeft geen sigaret in den mond en zijn snor is verzorgd, uitgekamd en geborsteld. Zóó zag men hem tijdens zijn leven nooit. Briand is dood-. Hij stierf ala Mozes, die het Land van Belofte zag, doch er niet zou binnengaan. Evenmin als zijn vriend Stresemann zou deze strijder voor den vrede het resultaat van zijn werken en streven aanschouwen. Hij stierf, nadat men hem als minister van buitenlandsche zaken had laten gaan eu met hel uitzicht op een onverkwikkelijk gekrakeel in het Verre Oosten. Vandaag is zijn stoffelijk overschot met al de pracht en praal van een nationale begraleiiis uitgedragen. Ook in de kerk is voor zijn nagedachtenis gebeden. De Kerk vergeldt den vader van de Fransche wet tot scheiding van Kerk en Staat kwaad met goed. Le bon Dieu de France moge veel vergeven. Posthume hulde. Naar aanlei ding van het overlijden van Briand wijdt do „Osservatore Komano" een uitvoerig artikel aan het politieke en parlementaire werk van den overleden staatsman. Briand, zoo schrijft het Pauselijk blad, was niet alleen de vrijwel permanente mi nister van buitenlandsche zaken van een groot land maar ook de vurige bezieler der verschillende vredespogingen door een rui me en hartstochtelijke waardeering van uet instituut van den volkenbond, door zijn voortdurend pogen, om alle moeilijkheden, die den vrede in den weg stonden te boven te komen en door zijn voortdurend streven, om voor altijd een herhaling van de groote wereldtragedie te voorkomen. Ook op het gebied der binnenlandsche politiek, zoo gaat de „Osservatore" voort, heeft Briand zich in de laatste tien jaren buitengewone verdiensten verworven. Bij zijn eerste optreden in het „palais Bourbonwas hij weliswaar een van de vu rigste voorstanders, ja zelfs de rapporteur van de z,g. scheidmgswet. Toch nam zijn figuur ui de jaren, waarin het ofiicieeie anti-clericalisme het felst was, een geheel eigen karakter aan, dat geheel verschilde van de anderen, die zelfs oen loutere geile van billijkheid en begrijpen met betrekking tot de Katholieke levensopvatting als een gevaarlijk element beschouwden voor de repubiikeinsche instellingen. In 1907 bracht Briand, bezield met de zen geest van verzoening, twee wetten in stemming, die de voortzetting der liturgi-. sche plechtigheden mogeiijk maakten, aan geestelijkheid, en geloovigen het gebriuk der kerken verzekerden en den weg open den voor de vorniing en erkenning door de kerkelijke autoriteiten van de diocesane organisaties, die in 1924 door de encycliek „Maxinxam gravissimamque" werden toe gestaan. Briand schaarde zich later, zoo gaat de „Osservatore" voort, definitief aan de zijde van hen, die een herstel van de betrekkin gen met den H. Stoel wenschten. Toen in 1920 een desbetreffend wetsontwerp in de kamer werd ingediend, improviseer le Briand's welsprekendheid een van de harts- fcochtelijkste en meest overtuigende rede voeringen, die hij tijdens zijn Lange parle mentaire loopbaan gehouden heeft. Hij sprak toen natuurlijk als een vertegen woordiger van het laicisme maar erkende toch het voordeel van vriendschappelijke relaties met de grootste geestelijke macut der wereld. Den 18en Mei 1921 vaardigde hij als minister van buitenlandsche. zaken een decreet uit, waarbij hij Jonnart tot bui tengewoon gezant bij den EL Stoel be noemde. Door deze daad, zoo schrijft de „Osser vatore", heeft Briand er ongetwijfeld toe bijgedragen, om zijn eerste parlementaire succes in 1907 te doen vergeten. Het is niet geoorloofd, zoo besluit het Pauselijk blad, met zoo beknopte gegevens over een lang leven en een zoo veelzijdige werkzaamheid thans reeds een oordeel te vormen, dat de geschiedenis mettertijd zal kunnen geven. Een ding is echter zeker: in de laatste jaren van zijn leven voelde Briand de kracht, de macht en wellicht de schoonheid van de godsdienstige idee en van de zending der Kerk. Toen hij zich in den herfst van verlèden jaar met Laval te Berlijn bevond, heeft hij tijdens een re ceptie langen tijd met den bisschop der Duitsche hoofdstad gesproken en woorden gezegd van oprechte bewondering voor net Hoofd der Katholieke wereld en voor het ontzaglijke, sublieme werk van den Opper herder voor den vrede onder de volken. Hij wist een „coefficient" van dien vrede te zijn door het hooge verantwoordelijke ambt, dat zijn vaderland hem had toever trouwd, maar zijn gedachte verhief zich verder omhoog, boven het meoschelijk we:k en de menschehjke activiteit uit, om hui-de te brengen aan den Vader van ahe zielen. Deze overwegingen, die in de laatste ja ren m zijn geest gloeiden, openden voor zijn gedachten ruimere en lichtender hori zonten. Het groote geheim van den dood, dat zich voor zoovelen helaas met een scha duw schijnt te bedekken, zal zich ook hem, zoo wenschen wij, in volle klaarheid ver toond hebben. Ook in- dit vrome vertrouwen brengen wij aan zijn nagedachtenis de verschuldig de hulde. De Valera. Wij hebben er eenige weken geleden reeds op gewezen, dat liet resultaat van de jongste verkiezingen in Ierland een overwinning beteekende voor de partij van de Valera. Zijn partij is de sterkste geworden in het parlement, zoo dat als consequentie daarvan de Valera deze week gekozen is tot president van bet uitvoerend bewind. Prof. de Valera heeft een avontuurlijk leven achter den rug. Hij was de ziel van het Iersche verzet tegen üe Engelscbo overheersching. Tweemaal werd hij ter •dood veroordeeld^ doch zoo'n vonnis was blijkbaar geen beletsel voor hem om net tot president van den lerschen Vrijstaat te brengen. Zijn ideaal is een geheel zelf standig Ierland, welk ideaal hij na zijn verkiezing tot president een stapje nader bij hoopt te brengen door de afschaffing van den eed van trouw aan den Engelschen koning en door de verwijdering van den Engelschen gouverneur-generaal, welke post den laatsten tijd wordt waargenomen door een Ier, om de Iersche gevoeligheden zooveel mogelijk te sparen. In 1913 gold hij reeds als een der vurig ste leiders en propagandisten van de be vrijdingsbeweging, waarbij hij ijverig re clame maakte voor het herstel van de oor spronkelijke Iersche taal als nationaal bindmiddel. Smdsdiens bleef hij onverdro ten in de bres staan voor de vrijheid van zijn land, waarbij hij met een niets ont ziend fanatisme te werk ging en zelfs niet voor een het land verwoestende burgeroor log terugschrok. Nadat de Engelsch-Iersche overeen komst, dank zij Lloyd George's optreden, was tot stand gekomen, onder afscheiding van het noordelijke Ulster, bleef hij zijn anti-Engelsche actie voortzetten en propa ganda voeren voor een republikeinsph Ier- p£.VALE RA] land, eerst buiten, later ook in het parle ment, waarin hij ten slotte zijn zetel innam, hoewel hij daartoe den eed aan den koning volgens de Iersche-grondwet moest afleg gen. Deze concessie was nochtans het eeni ge middel om den strijd in het parlement te kunnen voeren. Thans, nu De Valera aan het bewind is gekomen en de macht in handen heeft, zal deze eedskwestie waarschijnlijk spoedig ïq het geding komen en daarbij tot proefsteen worden voor de verhouding tusschen De Valera en Labour, op wier steun hij ten gevolge van de politieke constellatie in het parlement is aangewezen. Daarom ziet men in Ierland met span ning uit naar hetgeen de eerstvolgende we ken zullen brengen, aangezien daarin wel licht reeds de beslissing zal vallen over het al of niet voortbestaan van de Valera- regeering. D o n a u-b lok. Men is allerwegen bezig met plannen te maken teneinde te ontkomen aan den druk der financieele on economische moeilijkheden. Eenige dagen geleden heeft de Fransche premier Tardieu aan Oostenrijk, Hongarije en de kleine-enbentelanden voorgesteld de Donau-staten door een systeem van contin- genteering en voorkeursrechten uit den economischen nood te redden en aldus een betere toekomst voor dit gebied voor te bereiden. De hoofdgedachte bij dit plan is, dat door een nauwere economische samenwer king die landen, welke vroeger een aan na tuurlijkheid grenzende kunstmatige eenheid vormden, met behoud hunner politieke zelfstandigheid wederom een afgesloten eenheid zullen gaan uitmaken, óp beperkt terrein, maar ongetwijfeld met de dieper liggende gedachte dat aldus een Donau- federatie zal geschapen worden, welke twee overwonnenen: Oostenrijk en Hongarije,in het kader der kleine entente-politiek in schakelt. Het initiatief van Tardieu aldus de „Msb." is een voortzetting van de tac tiek, welke Parijs met het felle verzet le- gen de Duitsch-Óostenrijksche tolunie plan nen van 17 Maart van het vorig jaar heeft ingezet. Waren deze plannen, zooals wij destijds aangaven, een aanval van Berlijn op de bestaande hegemonie van Frankrijk, hetgeen Parijs nu onderneemt, is een her nieuwde poging om die hegemonie te be houden en te versterken en zelfs voor de toekomst onaantastbaar te maken. "In hoever het Fransche denkbeeld kans van slagen heeft, moet worden afgewacht. Het is toch niet voor het eerst, dat een poging wordt gedaan om aan de funeste gevolgen te ontkomen van de uiteenscheu ring van de Donaulanden door de vredes verdragen, waardoor het economisch ge heel werd vernietigd, dat in de monarchie was opgebouwd. Herhaaldelijk is beproefd in een of anderen vorm de economiscne Donau-eenheid te herstellen, welke geheel verbrokkeld was door de tariefmuren, wel ke schots en scheef door het vroegere eco nomische samenstel werden opgetrokken; doch tot dusver steeds te vergeefs. De po litieke tegenstellingen, ontstaan door de VERKEERSLESSEN VAN DEN A. N. W. B. 6e Les. Loop of speel niet op het rijwielpad 1 Spelen op den rijweg is gevaarlijk. Dat heeft de vorige les geleerd. Maar ook op een rijwielpad behoor je niet te loopen of te spelen. Versoheiden© wegen hebben naast den rijweg een afzonderlijk fietspad, dat uitslui tend voor de fietsers bestemd is. Auto's motorrijwielen, wagens en karren hooren op den rijweg thuis en de wandelaars op het trottoir of voetpad. Op het rechter plaatje spelen twee kin deren met hun autoped zooals het niet mag en dat zijn natuurlijk Piet en Anne- mie weer! Zij hebben zich gewaagd op het fietspad en dat is verkeerd, want nu kun nen de fietsers daar niet rijden. Zie maar hoe de voorste fietser wijst, dat ze naar rechts op' het voetpad moeten gaan, waar de jongen met zijn hoepel al is. Piet en zijn zusje veroorzaken dus gevaar, ten eer ste voor zich zelf, want ze geraken onder de fiets, als die moet uitwijken voor een auto op den weg en ten tweede zijn ze een .gevaar voor de fietsers, die kans loo pen op den rijweg door een auto te worden aangereden. Speel met je autoped, of met je hoepel niet op den rijweg en niet op het fietsnad; kies bij voor keur voor deze en andere spelen een speelterrein, of een gedee'te waar geen verkeer is en kom met de auto ped nooit in het drukke verkeer, ook niet op de trottoirs, want dan hebben de voet gangers er last van en dan kon de politie de autopeds wel eens heelemaal verbieden. Als er langs een weg wel een fietspad maar geen voetpad is, dan loopt de wan delaar het veiligst op den rijweg, of op het fietspad, maar dan moet hij de noodige ruimte laten aan het rijverkeer en moet hij van het fietspad afgaan op de tijd door waarschuwing van een wielrijder. territoriale bepalingen van de vredesver dragen, bleken telkens weer onoverkome lijke hinderpalen in den weg te leggen aan toenaderingspogingen, welke door belang hebbenden in het werk werden gesteld. Verwacht mag worden, dat van de zijde van Oostenrijk, hetwelk het water tot aan de lippen is gestegen, krachtige medewer king zal worden verleend aan Frankrijk's denkbeeld, waardoor het kans krijgt aan den dreigenden ondergang te ontkomen. Of de andere successiestaten een soortgelij ke houding zullen aannemen onder den druk der tijden, zoodat het onderlinge wan trouwen kan worden overwonnen, dient le worden afgewacht. Het Fransche initiatief opent mogelijk heden, die voor de toekomst van Europa van groote beteekenis kunnen worden. BROEDERS-CONGREGATIE O.L.VROUW VAN VII SMARTEN NOVICIAAT 1UVENAAT VOORHOUT MISSIE IN CHINA 1767 Opleiding vanaf 12 jaar voor jongen, die neiging gevoelen om Broeder te worden in verschillende ambachten bij het Lager On derwijs en Nijverheidsonderwijs. Kost- en leergeld nader overeen te komen. Prospectus wordt gratis op aanvrage toe- SPORT VOETBAL UIT HET KATHOLIEKE KAMP OVERZICHT. Van de zes voor de eerste klasse E der Federatie te spelen wedstrijden staan er morgen drie op het programma. Van veel belang zijn zij natuurlijk niet meer. S. J. O. gaat op bezoek bij den degradatie-oan- didaat D. O. N. K., die hiermede een goe de oefenpartij kan spelen. De Noord wijkers zijn natuurlijk aan hun positie verplichb zich niet door de Gouwenaars te laten kloppen. Graaf Willem ontvangt verder Leonidas en G. D. A. gaat op bezoek bij H. B. C. In de tweede klasse O. weer twee be langrijke wedstrijden voor de lcampioens- candidaten. Als zoodanig komen nl. nog alleen in aanmerking Wilhelmus en Lenig en Snel. De Voorburgsche club komt te Wasse naar op bezoek bij Leiden, die in Voor burg reeds een gelijk spel wist te bereiken. Daarop voortbouwende zou het thans dus een overwinning der Leidsche rood-zwar- ten moeten worden, maar voor Wilhelmus staat het kampioenschap op het spel, dus zal er hard gewerkt worden om een neder laag te ontgaan. Toch maakt Wilhelmus een mooie kans, temeer wijl Lenig en Snel de twee laatste wedstrijden moet winnen om gelijk te komen met Wilhelmus. Dat de Hagenaars intusschen morgen van hun stadgenoote Graaf Floris zullen winnen, gelooven we stellig. R. K. S. V. „LEIDEN." Ons eerste elftal speelt morgen zijn laat sten competitiewedstrijd van dit seizoen en wel tegen Wilhelmus, de club die een gooi naar het afdeelingskampioenschap doet. Bood-Zwarten, besluit deze compe titie waardig enhoudt de puntjes hier. De wedstrijd S. J. C. III—Leiden II wordt gespeeld op het Leiden-terrein. De wedstrijd vngt aan om 12.30 uur. Leiden reserves gaat ons eerste elftal in het goede voor; zoodat voor jullie ook de leuze geldt: „De punten blijven in Lei den". Om 1.30 vertrekt het derde elftal per fiets vanaf de Haarlemmertrekvaart naar Warmond, om een vriendschappelijken wedstrijd te spelen tegen S. M. C. II. Wij wenschen de derde-elftallers veel succes 1 Last not least, om 12.30 uur spelen elf oud-Leid en-spelers tegen een proef-elfta.1 der Scheidsrechters een medaille-wedstrijd De wedstrijd wordt door de welwillende medewerking van Rood-Wit op haar ter rein gespeeld. Oud-Leiden-spelers, wij ver wachten een nieuwe aanwinst voor onze medaillekast Ons lid J. v. d. Tuin is verhuisd, wil hij zijn adres even aan het secretariaat be kend maken? Een aanschrijving tegen S. M. C. ligt op hem te wachten! R. K. FEDERATIE. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Eerste klasse A. HeliosOhèvremont; R. K. O. N. S. Kerkrade; V. V. H.Caesar; Sitt. Boys- Ma rsa na; R. K. V. V. L.Volharding; KimbriaValkenburg. Eerste klasse B. WilhelminaR. K. T. V. V.; VenloVen- losche Boys; D. E.. V.Union; M. U. L. O. Gennep; Geel ZwartKolping. Eerste klasse O. ZwolleS. D. O. U. C. (beslissingsw.) Eerste klaöse D. De MeerP. V. C. Eerste klasse E. D. O. N. K.—S. J. C.; Graaf Willem— Leonidas; H. B. C.G. D. A. Tweede klasse O. Graaf FlorisLenig en Snel; Leiden— Wilhelmus. FEUILLETON. Uit het Engelsch van WARWICK DEEPING. Vertaald door R. de Bree. 50) De Rothan haalde zijn snuifdoos te voor schijn en nam doodbedaard een snuifje. Het is voor mij een groote voldoening dat u zelf erkent dat u een dwaas bent geweest. Als u mij thans toestaat, zullen we nu het pakje cijferschrift terugnemen, dat u in den afgeloopen nacht mijn vriend ontstolen hebdat is toch het goede woord niet waar? Dus de Rothan was gewaarschuwdJas per verwenschte nu het onbekookte zelf vertrouwen dat hem er toegedreven had om de zaak heelemaal alleen te willen op knappen. Geen wonder dat de Rothan hem een strik had gespannen. En het ellendig ste was dat bet pakket cijferschrift in de borstzak van zijn jas zat. Geef me de jas van dien meneer Francois. Een glans van duivelsch genot kwam op zijn gezicht toen hij in den zak voelde en Jerome's pakket cr uit ha-alde. Mr. Benham. ik ben u erkentelijk dat U zoo onnoozel bent. Dat bespaart u een heeieboel ellende. Bovendien bent n be- rrijd van de moeite en inspanning om deze berichten te moeten ontcijferen zonder code. Hij stópte het in zijn zak, terwijl hij Jas- peh komisch-tevreden toeknikte. U zult voor een poosje mijn gast moeten zijn, mr. Benham. We moeten ook naar uw gewonden arm laten zien. Het is misschien onaangenaam voor u, maar het kan niet anders geschikt worden. Ik moet zorgen dat u niet verder uw neus in mijn zake., steekt. Jasper zei niets. Zijn gedachten werkten snel en hij was niet bepaald tevreden over zichzelf. Gaston, jo moet daar een zijden zak doek hebben. We moesten mr. Benham die maar voor den mond binden hij mocht an ders eens te spraakzaam worden. Ze bonden zijn mond dicht en blinddoek ten hera. De duisternis was voor Jasper ge vallen De Rothan ging weer naar de open blek om toe te zien cf de knecht Francois Jas pers degen en pistolen had opgeraapt. Het bosch werd steeds donkerder. De Rothan zette zich tegen den voet van een boom, zijn degen over zijn knieën. Hij had Gaston weggestuurd om te verkennen of de breede laan veilig was. Het was zoo goed als donker toen Gas ton terugkwam.De Rothan en hij fluisterden samen. Jasper voelde dat hij opgetild werd en een paar meter verder werd gedragen. Zij zetten hem op een paard, bonden hem er met riemen stevig op vast en reden daarop weg in de duisternis Jasper voelde zich benauwd door den hoek om zijn mond; hij stikte half. Het was een lange zwijgen de rit; Jasper vroeg zich af wat ze met hem voor hadden. Hij hoorde de stem van de Rothan. Allons, Francois, ga vooruit en hou je oogen en ooren open. Ze gingen door een donkere laanGas ton bleef een weinig achter met Devil Dick. Hij gaf het dier een steek met een mes en joeg het in galop weer het bosch in. Daarop reed hij in vollen ren de Rothan achterop. Ondertusschen zat Nance op Stonehan- ger aan haar venster en luisterde. Het was baar alsof er iets beklemmends was in den stillen Juni-avond. Ze wachtte op Jasper om haar te zeggen dat alles goed was. XXVII. Jeremv Winter maakte zich ongerust dat Jasper niet terug kwam. Squire Kit was niet in een toestand om met opwindende berichten te worden lastig gevallen en Je remy, op de hoogte van Jasper's geheime plannen, voelde dat hij tot een leugen om bestwil zijn toevlucht zou moeten nemen. Hij ondervroeg Jack Bumpstead, maar de stalknecht kon hem niets anders vertel len dan dat Jasper op Devil Dick was uit gereden, gewapend met een degen en pis tolen. Jeremy's bezorgdheid scheen nog meer gerechtvaardigd toen een boerenarbeider op Rush Heath aankwam. Devil Dick aan den toom leidende. Hij vertelde dat hij het paard had gevonden, terwijl het aan het grazen was op een veld niet ver van Róck- hurst. Ik herkende het, direct. Het is be slist Master Jasper's paard. En kijkt u eens het is met een mes in den schouder gestoken Jeremy deed alsof hij de zaak niet heel ernstig vond. Ik denk dat de jonge baas een aardig avontuurtje heeft gehad en zijn paard voor wat beters in den steek heeft gelaten, lach te hij tegen de beide mannen. Maar Jack en de knecht deelden Jere my s optimisme niet. Mr. Jasper is gewapend uitgegaan dat doe je niet als je op een avontuurtje uit bent! repliceerde Jack. Het paard is met een mes gestoken, bracht de arbeider in het midden, of met de punt van een hartsvanger. Misschien opengereten aan een doorn struik Dan zou de wond er anders uitzien, sir. De zaak beviel Jeremy heelemaal niet, maar zijn voornaamste wensch was voor 't oogenblik om Squire Kit er buiten te hou den en den mond van deze beide praat grage heeren te snoeren. Hij vond het voor alle partijen ongewenscht, dat er op het oogenblik iets zou uitlekken. Hij nam de-i arbeider ter -zijde; de kerel moest tot el- ken prijs zijn mond houden. Jeremy legde het op zijn fijn-psyychologische manier aan en hij bereikte zijn doel. De man beloofde: Er zal geen woord over mijn lippen ko men, sir. Jij bent de soort kerel waar ik meo praten kan. We kunnen een man als jij hier misschien met een paar dagen gebruiken. Hoe je maar gereed. Jessie Saunders, is het niet? Ik zal je in mijn gedachten houden. Jack Bumpstead was een bang type dat geïntimideerd moest worden. Jeremy kende hem en wist dat een groote mond en een coinmandotoon de meeste uitwerking op hem hadden. Zadel mijn paard, Jack, als de weerlicht! en geen woord er over, dat Master Jasper er niet is, begrepen? Zeker, mr. Winter, natuurlijk niet. Ik zal doen wat u beveelt. Je moest het hart eens in je lijf heb ben om een mond open te doen 1 Wasch den wond van het paard en doe er' wat haar overheen. En nog eens: niemand mag iets merken. Jeremy reed weg. met pistolen in zijn zadeltasch verborgen. Om zijn mond was een strakke trek van wilskracht. Hij kende de streek vrij goed en hij vond het 't ver standigst om eerst maar eens de richting van Stonohanger uit te gaan. Jeremy was een beetje een cynicus. Zijn ervaring had hem de juistheid geleerd van de zegswijze: Cherchez la femmeEn hij ging dit voor schrift in den meest letterlijken zin in practijk brengen. Hij dacht aan Nance en zijn gedachten waren op dit oogenblik niet bijster vriendelijk. Hij naderde Stonehangó-r van de achter zijde en toen- hij voor de kleine poort stond zag hij juist een meisjesfiguur er uit komen. De bleekheid en de bezorgdheid van het meisjesgezicht troffen Jeremy bij den eersten oogopslag. Do angstige manier waarop ze keek wekte zijn argwaan. Hij nam zijn'hoed af. Miss Durell, ge loof ik? Jaik ben Nance Durell. Ik probeer iets gewaar to worden omtrent mr. Jasper Benham. Zijn paard kwam vanochtend thuis zonder hem. Ik heb zoo'n idee dat hij wel op Stonehanger ge weest kan zijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 13