Woensdag 9 maart 1932 DE VERSCHILLENDE POLITIEKE STROOMINGEN. UIT DE OMGEVING de leidsche courant tweede blad pag. (Van onzen Parijschen diplomatieken medewerker). PARIJS, 5 Maart 1939. Den Iaatsten tijd hebben twee soorten onderhandelingen weer de aandacht ge vraagd voor den geheelen Europeeschen toestand en hebben de noodzakelijkheid aangetoond dat, wanneer men de groote vredespolitiek wil beoefenen met eerbiedi ging der verdragen, men volgens een be paalde methode te werk moet gaan en w^- ten moet, welk doel beoogd wordt. Vooreerst bedoe.en wij de onderhande lingen tusschen de na-buurstaten van Sov jet-Rusland en de Sovjets, (aan welke Frankrijk zijn goedkeuring hechtte), en •vervolgens de eerste gedachten wisselingen tusschen Tsjecho-Slowakije en zijn bondge- nooten eenerzijds en Oostenrijk en Honga rije anderzijds met het doel zoo mogelijk te komen tot een economische entente. Men weet, dat de onderhandelingen wel ke wij het eerst hebben genoemd nog blij ven steken in een formule, waarover Mos kou ën Boekarest het niet eens zijn. Het gaat erom hoe de termen, die be trekking hebben op de conflicten, welke tusschen beide landen bestaan of nog kun nen ontstaan, zullen worden gekozen. Zul len zij in positieven zin uitvallen of zullen zij het stilzwijgend voorbijgaan, dat er een verschil van opvatting bestaat aangaande het politieke statuut van Bessarabie. Zoolang men het te Boekarest nog niet over dezen tekst eens is, zullen Polen. Letr land, Estland en Finland en zelfs Frank rijk hunne besprekingen met de Sovjets niet definitief kunnen afhandelen, ofschoon de overeenkomst tusschen Frankrijk en Rusland reedB 24 Augustus j.l. en die tus schen Polen en 'Rusland op 25 Januari j.l. geparafeerd is. Deze bijzonderheden vormen niet het we ien van de kwestie; van belang is slechts te weten, of dit soort overeenkomsten nut tig is en weldadig, ofwel dat het volkomen overbodige manifestaties zijn. Een deel van de Fransch^ ~--enbare meening, vooral aan de rechterzijde, heeft hevig stelling genomen tegen elk accoord met de Sovjets. Het betreft hier dagbladen en politieke kringen, die, schijnbaar om hun vriend schap jegens Polen aan te toonen, dit land onder alle omstandicheden lessen willen geven en beter dan dit land zelf willen we ten wat strookt met zijn belangen. Afzien van den oorlog als instrument van nationale no itiek, zich onthouden van elk agressief optreden waardoor de inte griteit en de onschendbaarheid van gebie den en de politieke onafhankelükhei-d van de andere partij wordt aangetast: ziedaar de woorden en opvattingen die heelemaal geen zin hebben, wanneer zij in betrekking worden gebracht met een mogendheid als de Sovjet-Unie welke geen vertrouwen verdient daar zij tenslotte geen staat, maar een broeinest van propaganda is. Deze re deneeringen zijn van een bijzonder karak ter, dat misleidend zijn zal. Ik geef toe dat ik. zoo ik door een eigen aardig toeval werd benoemd tot chef van den Poolschen Generalen Staf, niet maar gerust zou gaan sa pen en afzien van mijn verdedigingsmiddelen in goed vertrouwen op deze overeenkomst. Maar intusschen het toekennen van een absolute waarde aan een overeenkomst en haar reeds van te vo ren beschouwen als van nul en geener waarde ligt waarlijk een groote afstand, en het gezond verstand vindt wellicht nog wel een middenweg.v Wat zou voor den huidigen toestand van Europa bijzonder ernstig en rampzalig zijn? Dit zou zijn. dat. wanneer de partij der gewe'dadige herziening in het Reich de overwinning behaalt, zij onmiddellijk hier en daar in Europa steun zou vinden. Zij kan deze vinden in een medeplichtig heid van den Sovjetstaat, in wraakgevoe-? lens en irredentisme-bewegingen, in een slecht gestabiliseerd eri naar verandering uitziend Centraal Europa, eventueel in een behoefte aan dolzinnige expansie, welke Italië zou aanzetten tot een vijandige hou ding jegens Frankrijk. Neemt men*de derde van deze mogelijkheden en beschouwt men deze van naderbij, dan ziet men dat zij niet erg waarschijnlijk is. Dat Ttalië ontevreden is en zijn plaats onder de zon wenscht- uit te breiden is waar, maar ik betwijfel, of Italië zich daar om zal werpen in een oorlogsonderneming, waarbij Frankrijk op zijn minst kan reke nen op de welwillende neutraliteit van het Britsche Rijk. Het tweede gevaar ligt in de houding der Sovjet-Unie. Hierover plegen de menschen in het algemeen niet veel na te denken, al vorens daarover te schrijven. Aan den eenen kant zeggen zij, dat de Sovjet-Unie geen staat is als de anderen, aangezien haar imperialisme niet de triomf van een politieke macht, doch van een leer wil ver zekeren^ en aan den anderen kant veron derstellen zij bij haar oogmerken, die in overeenstemming zijn met de oude diploma tieke tradities. Dit is in strijd met elkaar: ofwel de der de internationale heeft de overhand in Rusland en dan zal deze haar uur afwach ten. het uur namelijk van den chaos en de besluiteloosheid, want zij zal in dit ge val nooit haar krachten in den strijd wer pen om de eene kapitalistische Mogend heid over den anderen te laten triomphee- ren; ofwel Stalin is het hoofd van een im perialistisch Rusland en dan kunnen zijn verlangens naar gebiedsuitbreidingen, wan neer Rusland die koestert, slechts betrek king hebben op Azië of op de Zee-engten. In elk geval kan men thans niet inzien wat men zou verliezen bij het sluiten van een non-agressiepact wanneer het effect hiervan, zonder de waakzaamheid te doen verslappen, een herleving met zich zou brengen van een vertrouwen, dat meer ac tieve economische betrekkingen in de hand werkt. De handel tusschen Polen en Rus land ia op het oogenblik zeer verminderd daar nog maar twee percent van den Pool- sche uitvoer naar Rusland gaat. Toch zou den zekere halfproducten als gietijzer en bepaalde eindproducten als textielwaren ingeruild kunnen worden tegen grondstoffon. Wanneer, een overeenkomst dezen ouden. handel zou doen herleven, kan men haar niet nutteloos noemen. Wat het derde gevaar betreft, n.l. dat een Duitsche revanche-beweging voor Euro pa fataal zou kunen worden, dit is te wij ten aan de nooddruftige en onzekere toe standen in Centraal Europa. 'Hier is men aan het werk om verbeteringen aan te brengen; reeds hebben belangwekkende conferenties tusschen Hongaarsche en Tsjechische persoonlijkheden plaats gehad. Tijdens mijn jongste reis in Hongarije, en kele weken geleden, maakte het idee snelle vorderingen in Hongaarsche kringen, zoo wel in de legitimistische als in de liberale. Weliswaar schijnt Graaf Bethlen een an dere politiek to volgen, die er op gericht zou zijn de kleine entente te dwarBboomen door een om zoo te zeggen diagonaal loo- pende alliantie met Italië en Roemenië. De oud-premier heeft er zelf een begin mee gemaakt dit plan twee maanden geleden tijdens een jacht aan Koning Carol uiteen te zetten, wien hij te verstaan gaf dat een personeele Unie tusschen Hongarije «n Roemenië onder Carol's scepter er het ge lukkige gevolg van zou kunnen zijn. Maar de meeste Hongaren zijn het hier niet mede eens. Deze zijn ontgoocheld door de politieke betrekkingen van hun land met Italië evenals overigens door de be trekkingen met al degenen, die Hongarije hébben trachten te verleiden door het den onmogelijken droom voor te spiegelen van een herziening der grenzen in de naaste toekomst. Wanneer Polen zich losmaakt van een instinctief misnoegen, dat van zelf ontstaat bij de gedachte aan de mogelijkheid, dat er zich aan zijn Zuiderflank een belangrij ken statenbond-zou kunnen vormen, zal het bij eenig nadenken opmerken, dat het daar een afzetgebied en vooral een omvangrijke consolidatie zal vinden van zijn territoria.e veiligheid. Zoodra Duitschland zou weten dat, in geval van een conflict met Polen, Oosten rijk ep Hongarije zich om wille hunner be langen en uit solidariteit niet in avontu ren zouden storten, zal Duitschland een zeer ernstig motief hebben om zich te oriënteeren naar de gezonde regelen der wijsheid en met naar die der dwaasheid. En wie slechts om Polen bekommerd is, heeft hierin een eersterangs troef. Daar dus eenerzijds de besprekingen met Moskou verre van onbelangrijk zijn en anderzijds een consolidatie van Midden- Europa een waarborg van werkelijke waar de beteekent, lijdt het voor mij geen twij fel of de wijze en helderziende Minister van buitenlandsche zaken te Warschau, Zaleski, neemt alle 'kansen waar op beide terreinen om tot het sluiten van een en tente te Lomen. Met het oog op de moge lijkheden van troebelen in Europa mag men zich niet tevreden stellen met zuch ten en alarméeren, doch zoodra zich moge lijkheden voordoen om gunstiger aspecten te verkrijgen, daaraan met alle krachten medewerken. Het zou kortzichtige politiek zijn deze combinaties in Midden- en Oost-Europa van belang ontbloot te achten voor de neu trale landen van West-Europa. Alles wat aan Europa een weinig stabiliteit kan teruggeven is een element in den econo- mischen opbouw, dien, naar wij hopen, vol gen zal op de wereldcrisis. Een bewoner van Amsterdam zou kunnen zeggen: laat Midden-Europa zich orgamseeren, laat men min of meer platonische verdragen sluiten met de Sovjets, het zal geen verandering brengen, noch in de prijzen van de rubber noch in die van de petroleum in Nedor- landsch-Indië. Dit is een dwaling II Uit zulke verdragen en combinaties tyun- nen weer anderen ontstaan, de angst en de malaise kunnen er geleidelijk door ver dwijnen, 150 millioen menschen, die thans zeer weinig rubber en petroleum gebrui ken, kunnen zich verheffen tot een levens peil, waarop het gebruik dezer producten aan de orde komt. En de bewoner van Am sterdam zal er van prof i tee ren. RIJNSATERWOUDE. De heer Dorrepaal bij Ged. Staten. In een openbare vergadering van Gede puteerde Staten van Zuid-Holland is be handeld het beroep van den heer W. Dor repaal, lid van den Raad dezer gemeente, tegen het besluit van den Raad tot toela ting van J A. de Bruyn, P. Jansen en R. Kroon, als leden van dien Raad. Voor de Raadsverkiezing, waarvan de uitslag van 10 Juni 1931 dateert, bevat lijst 3 de namen van de volgende candi- daten: 1. J. A. de Bruyn, 2. P. Jansen, 3. C. van Tol. 4. W. Dorrepaal, 5. R. Kroon, 6. E. Gecrtsema, 7. Joh. van Iperen en 8. P. E. Donker. Van dezen werden de eer ste vier gekozen. De eerste drie echter hebben niet tijdig hun geloofsbrieven in gezonden. zoodat hun plaatsen opnieuw zijn opengevallen Toen zijn benoemd de nummers 5, 6 en 7. Van deze drie nam R. Kroon No. 5 zijn benoeming aan, 6 en 7 niet. Op 10 Augustus 1931 besloot de Raad tot toelating van R. Kroon. Reeds had de voorzitter van het cen traal stembureau in de vacaturen Geert- sema (6) en van Iperen (7) bij zijn be sluit d.d. 6 Augustus 1931 benoemd Donker (8) en de Bruyn (1), den laatste voor de tweede maal. Tegen de toelating van Kroon kwamen eenige heeren in beroep bij Gedeputeer den, bij wier besluit d.d. 2427 Augustus 1931 het raadsbesluit vernietigd en Kroon niet als raadslid toegelaten werd, daar de wijze van benoeminz in strijd was met art. 17 der Gemeentewet. Bij Koninklijk besluit d,d, 11 December 1931 is het beroep van den gemeenteraad tegen het besluit van Gedeputeerden on gegrond verklaard, o.a. op grond hiervan dat niet heeft plaats gehad de loting als bedoeld in art. 42 der gemeentewet. Door de uitspraak van Gedeputeerden, bevestigd door de Kroon, zijn alle hande lingen, gepleegd door den voorzitter van het Centraal Stembureau van 10 Juli tot en met 8 Augustus 1931, vernietigd of on gedaan gemaakt, waardoor wederom in den Raad ontstonden de volgende vacatu ren: De Bruyn (l) Jansen (2) en van Tol (3). Ook werd bij besluit van Gedeputeerden d.d. 212 September 1931 ambtshalye uit spraak gedaan inzake toelating van de Bruyn, die voor de tweede maal was be noemd, en het desbetreffende raadsbesluit d.d 1 September 1931 vernietigd. Na de uitspraak van de Kroon heeft de voorzitter een zitting uitgeschreven van het hoofdstembureau, op 18 Januari '32, in welke zitting de loting werd gehouden, ah bedoeld in art. 42 der gemeentewet, waar van de uitslag was als volgs: 2, 1 en 3. In de vacature Jansen (2) waren be noemd de Bruyn (1), in de vacature-De Bruyn (l), Jansen (2) en in de vacature van Tol (3), Kroon (5), daar No. 4 reeds lid van den raad was. De heer H. van Boeijen, lid van Gedepu teerde Staten, bracht over deze zaak rap port uit. in hét licht stellende, dat de be slissingen van Gedeputeerde Staten en van den raad onherroepelijk waren, voor dat het Koninklijk Besluit bekend was, en dat in den gedachtengang van appellant Dorrepaal het stembureau ertoe had moe ten Vovergaan om te voorzien in de vaca tures. waarop die beslissingen betrekking hadden. Het hoofdstembureau wachtte echter op het K.B., omdat dit zou leeren, hoe de juiste wetstoepassing moest zijn. De gemeenteraad acht de cpvatting van appellant, vo'gens welke met benoemin gen had moeten worden doorgegaan, voor dat het K. B was afgekomen, weinig steekhoudend, omdat de benoemingen in strijd waren met de wet en op den inge slagen weg niet moest worden voortge gaan. De Kroon heeft den raad in het ongelijk gesteld, maar het was evengoed mogelijk geweest, dat Gedeputeerden in het ongelijk waren gesteld. Voor appellant Dorrepaal trad on mr. A. Korver, advocaat te Alphen aan den Rijn. Pleiter merkte op, dat de verhoudingen te R ijnsa ter woud e heel scherp zijn tusschen katholieken en protestanten in den raad en <Jat de striid soms fel wordt gevoerd, maar verklaarde, zelf buiten dien strijd te staan. Hij ging het gebeurde na en deed uitkomen dat toen 5, 6 en 7 waren be- neomd, Rijnsaterwoude te hoop liep en afgesproken werd. dat allen bedanken zou den. waardoor het alsnog mogelijk zou worden, dat vervuld werd de wensch der kiezers, die immers eerst 1, 2 en 3 hadden gekozen. No. 5 hield zich echter niet aan den uitslag van de bespreking. PI. merkte voorts op. dat, doordat ge wacht is op het K B. ten opzichte van lio. 5 van de lijst, de raad eenige maanden onvoltallig is geweest Toen het K B. af kwam, waren er 3 vacaturen, maar dat waren geen gelijktijdig opengevallen plaatsen als waaron art. 42 der gemeente wet betrekking heeft. Waarom had geen loting moeten plaats hebben. Met de lo ting zou pl. zich nog wel hebben kunnen verzoenen, maar vergeten is. dat alleen de volgorde door het lot wordt aangewezen. Volgens'het stembureau kon No. 3 niet worden aangewezen, omdat? hij dan in zijn eigen plaats kwam. maar aldus pl., er was geen bezwaar om 1, 2 en 3 in de openge vallen plaatsen te benoemen, aangezien het lot alleen de volgorde bepaalt. Volgens pl. was zeer eenvoudig deze oplossing: 1, 2 en 3 moesten komen in hun eigen vaca tures en nu wijst het lot de volgorde aan. Op deze wijze waren te voldoen aan den eisch der wet en aan den wensch der kie zers. B. en W. zeggen wel. dat gewacht werd. omdat het K B nog niet was afge komen, maar de wet schrijft voor, welke houding de voorzitter van het hoofdstem bureau heeft aan te nemen. De burgemeester, de heer J. A. Bakhui zen, optredende als gemachtigde namens den raad. wees er op, dat volgens appel lant Dorrepaal de benoeming van De Bruyn, Jansen en Kroon bij raadsbesluit van 18 Februari onwettig is op grond van het feit, dat voor hun benoeming hebben bedankt Geertsema (6) en van Iperen (7) in wier plaatsen Donker (8) en De Bruyn (1) werden benoemd en tot op heden in deze beide vacaturen nog niet werd voor zien. Ook maakte appellant den voorzitter van het Centraal Stembureau er een grief van, dat deze begin Augustus de benoe mingen heeft gestaakt en eerst in Januari de loting, bedoeld in art. 42 der gemeente wet, ging toepassen, welke volgens hem plaats had kunnen hebben van 8 tot 22 Juli. Spr. gaf een opsomming van de hier boven reeds vermelde gebeurtenissen en merkte op, dat het zeer verklaarbaar is, dat gedurende den tijd, dat de Kroon nog geen uitspraak had gedaan, geen verdere benoemingen door den voorzitter van het" Centraal Stembureau geschied zijn, daai eerst afgewacht moest worden, hoe de Kroon uitspraak zou doen. en eerst moest vaststaan, of de Kroon al dan niet zou worden toegelaten, voordat met benoe mingen kon worden doorgegaan. Daarom twintig millioen werkloozen. DE ECONOMISCHE TOESTAND IN DUITSCHLAND. Alleen internationale samenwerking zal de wereld verbetering brengea (Van een specialen V.D.-corrospondent), LEIPZIG, 7 Maart 193J. Het is juist een jaar geleden, dat de pre sident van de Duitsche KSjksbank dr. Lu ther, ter gelegenheid van de Leipziger Voorjaarsme8se een indrukwekkende rede gehouden heeft over de noodzakelijkheid van internationale samenwerking om uit de destijds vooral nog financieele moeilijkheden te komen. Sindsdien is de crisis in hevigheid toegenomen, ondanks 't Hoover-moratorium en juist het omgekeer de van hetgeen volgens deskundigen noo- dig is, geschiedde: inplants van interna tionale samenwerking zijn op economisch gebied sinds het vorig jaar de tegenstellin gen nog grooter geworden en hebben tal van landen ook Nederland maatrege len genomen, die den internationalen han del nog meer bemoeilijken. Van dit alles bemerkt men bij een opper vlakkige beschouwing van het verloop van dezo Leipziger Voorjaarsmesse gedurende de eerste dagen niets De belangstelling uit binnen- en buiten land, vooral ook uit Nederland, is grooter dan men heeft durven hopen. Evenmin merkt men in Leipzig waar tijdens de Messe alle politieke demonstraties en op tochten verboden zijn iets van de gewel dige politieke spanning in Duitschland, die elders o&. te Berlijn, reeds aanleiding is geworden tot bloedige botsingen. Bij nade re beschouwing blijkt evenwel de geweldi ge omvang van de economische wereldcri sis. Want het staat nu reeds vast, dat bij voorbeeld de aankoopen der Vereenigde Staten op deze Messe belangrijk minder zullen zijn dan het vorig jaar, waarvan ook Nederland zeer zeker den invloed zal on dervinden, omdat juist hier te Leipzig de Amerikanen vooral onze Goudsche cera- miekproducten plegen te koopen. Nog duidelijker evenwel krijgt men een inzicht in den werkelijken omvang van den noodtoestand der geheele wereld wanneer men met aandacht kennis neemt van de mededeelingen, die de Oberbürge- meister van Leipzig dr. Goerdeler, de Duit- sohe Rijkscommissaris voor de Prijzenvast- stebing, den journalisten bij de gebruike lijke entvangst op den eersten avond der Messe heeft gedaan. Hij heeft ter uitvoe ring van de hem opgedragen taak, toe te zien op de vaststelling der prijzen in Duitschland, een omvangrijke studie ge maakt niet alleen van den toestand in Duitschland, doch ook van de economische omstandigheden in andere landen. Hoe is de toestand in Duitschland? De productie is. wanneer men den toestand van 1 Januari 1927 op 100 stelt, tot 1 Januari 1928 gestegen tot een hoogtepunt van 113, Zij is tot einde 1931 gedaald tot 65. dus in totaal met 43%. Het Duitsche volksinko men is gedurende de zelfde periode vermin derd van 76 tot 55 milliard per jaar. Het arbeidsinkomen der arbeiders, beambten, en ambtenaren is gedaald van 43 tot 33 milliard mark per jaar. dus met bijna 25% en het aantal werkloozen is gedurende den zelfden tijd gestegen van 1.7 millioen tot 5.7 mil loen. Meer dan een vierde deel der Duitsche arbeiders en beambten is werk loos. terwijl nog ongeveer drie millioen ar beiders slechts gedeeltelijk werken Dr. Goerdeler zag voor Duitschland de oorzaak van dezen toestand in den verlo ren oorlog, waardoor Duitschland behalve land en inwoners heeft moeten afstaan on geveer 40 milliard aan goederen en kapi taal, 13 1/2 milliard aan schadevergoeding verzocht spr. aan Gedeputeerden, Dorre- paal's beroep ongegrond te verklaren. Mr. Korver repliceerde. De beslissing van Gedeputeerden volgt later. HILLEGOM. De gemeente-secretaris gaat heen. De gemeentesecretaris, mr. J. B. Sens, is benoemd tot oomraies-griffier, pl.v. se cretaris, ter secretaris te Nijme^yn. De ht er Sens is ongeveer zes jaar to Hille- gom werkzaam geweest. N00RDWIJK. Crisis-comité. Naar aanleiding van de circulaire van het Nationaal Crisis-co mité, warain werd mededeeling gedaan, dat aan landbouwers, tuinders en bloe misten, welke hiervoor in aanmerking kwamen, goedkoop© kunstmeststoffen zou den worden verstrekt, wer ddoor meerdere leden van de afd. Ned. Mij. van Tuinbouw en Plantenkunde via het bestuur een aan vrage ingediend. De uitslag hiervan is slechts zeer mager, daar een vijfde van het gevraagde is toegewezen tot een to taal van 805 kg. Geboren Elisabeth Maria Rachele, dochter van E. C. Urlus en M. Gozzi Anna Theresia, dochter van Q. Warmer- hoven en A. Vink. Overleden Antonius Bernardus Calen 88 jaar wednr. van Ida Meijer Pieter Kloos 15 jaar, Philomena Catha- rina van Schoot en 55 jaar geh. met A. v. d. Veeken Catharina Ruigrok 79 jaar wed. van A. C. de Graaff Gertruida Maria v. d. Laar 66 jaar Johanna Ca tharina Jacoba v. d. Horst 87 jaar. heeft betaald en tengevolge van de inflatie het grootste deel van zijn mobiel kapitaal heeft verloren. Maar al te graag heeft het buitenland toen crediet gegeven om er weer boven op te komen met als resultaat, dat thans een buitenlandsche schuld van 29 milliard op hot Duitsche eoonomische leven drukt. Dr. Goerdeler wees in dit verband op de absolute, noodzakelijkheid voor Duitsch land een actieve handelsbalans te behou-' den, daar anders de buitenlandsche schul den niet kunnen worden betaald. Geen an dere mogelijkheid bestaat er vook Duitsch land op de wereldmarkt te blijven ooncur- reeren dan door verlaging der prijzen over de geheele linie en in dit verband gaf bij een overzicht van de maatregelen, die op grond van de noodverordening van Decem ber zijn genomen. Andere maatregelen, zooals in het bui tenland zijn genomen, kan Duitschland niet toepassen. Het loslaten van den gouden standaard zou den laBt der buitenlandsche?. schulden, die alle op goudbasis zijn aan gegaan, nog zwaarder maken. En boven dien: in Engeland schijnt deze maatregel reeds te zijn uitgewerkt, want na een korte periode van daling van het aanta-l werk loozen is thans weer een stijging ingetre den. Als burgemeester van Leipzig gaf hij eenige schrille cijfers: in het jaar 1931 kon den de scholen in Leipzig slechts eenmaal met water cn zeep gereinigd worden. In 1932 zal de maximum-opbrengst der belas tingen te Leipzig 38 millioen mark bedra gen, waarvan niet minder dan 34 millioen of ongeveer 90% noodig is voor de steun aan werkloozen en armlastigen. Reeds dreigt in Duitschland het spook, dat men niet meer in staat; zal zijn, de werkloozen te voeden. Doch ook in andere landen is de toestand niet veel beter. In het jaar 1931 is in Italië het aantal werkloozen met meer dan 50% in Frankrijk met meer dan 550% gestegen. In Amerika bedraagt het aantal werkloo zen ongeveer acht millioen. In totaal bedraagt het aantal werkloozen in de Vereenigde Staten en in de belang rijkste Europeesohe landen ongeveer twin tig millioen. Elk land tracht thans door verschillende maatregelen den invoer te beperken en den uitvoer te bevorderen, waarbij echter uit het oog wordt verloren, da.t hierdoor de geheele internationale handel wordt be perkt en de koopkracht verloren gaat. De wereld zal echter ondervinden, dat het ver lies aan koopkracht door af te zien van een vruchtbaar economisch verkeer tus schen de landen grooter moet zijn en snel ler intreedt dan de winst aan binnenland- sche koopkracht kan zijn en bereikt kan worden. Al zal dit gif zelf het tegengif voortbren gen, Dr. Goerdeler gaf als zijn overtuiging te kennen, dat eenerzijds de koopkracht moet worden versterkt en niet door het bijdrukken van bankpapier en dat aan den anderen kant de politiek de tussohen de landen verbroken economisohe banden moe^ herstellen. Internationale samenwer king is noodzakelijk. Dr. Goerdeler besloet zijn zeker van his torische beteekenis zijnde verklaringen al dus: „Nog is het uur van den ondergang van het Avondland niet gekomen. Nog sluime ren in het Avondland ongekende geeste lijke en physieke krachten van allerlei soort, die leven en hun leven willen geven. Nog heeft het Avondland een schat van er varingen, welke nog slechts in weinig we- rolddeelen in dezelfde mate aanwezig zijn. En hoewel ongetwijfeld gedurende de laat ste eeuw de positie van Europa tegenover die van de landen buiten Europa belang rijk gewijzigd is, toch heeft dit Europa nog veel te geven en komt mij zijn levenskracht, wanneer wij het geloof in ons zelf, ieder volk naar zijn vermogen, bewaren en ieder voor zich het beste doet, onverwoestbaar voor 1" VOORSCHOTEN. Sport voor werkloozen. De R. K. Sportvereeniging V. V. L. beeft besloten in hare vergadering, dat het voetbalter rein drie middagen in do week ter be schikking wordt gesteld voor de werkloo zen om te voetballen en wel Dinsdag, Donderdag en Zaterdagmiddag. De spe lers moeten echter zelf voor een bal zor gen. De leden van V. V. L. hebben na tuurlijk recht op de heele week, maar zij moeien zorgen steeds hun oontributie- kaart bij zich to hebben- Wanneer van deze beschikkingen misbruik wordt ge maakt, zal het bestuur van V. V. L. deze regeling intrekken. Verloron. Een autopomp, een bank biljet. Gevonden. Een ceintuur. Geboren: Elizabeth d. v. A. Hoger- vorst en N. Zwaan. Jacobus Antonius Maria d. v. J. W. Knijnenburg en A. M. van der Geest, Jacobus Wilhelmina d. v. L. Klaassen en G. E. Langeveld. Overleden: J. van der Kooy geb. v. d. Togt 61 j. A. Brauckman 48 j. G etrouwd: A. J. Duymaer van Twist en A. M. Pieron. Ingekomen: J. van Damme én gezin, Veurscheweg 21 van 's-Gravenhage. G. J. Schuitemaker, Loidscheweg 69 van Wasse naar. D. J. Dolderman en echtgen. Pa pelaan 166, van Woerden. R. Uilkema, Leidscheweg 226 van Idaarderadeel. L. J. Fortien, Schoolstraat lOg, van Amster dam. C. M. van der Burg, Molonlaan 33a, van 's-Gravenhage. Vertrokken: A. M. Bouwmeester Hillcnaar naar 's-Gravenhago. Moj. F. Maijer, na.r 's-Gravenhage. Mej. A. M. Pieron, naar Lisse. J. A. van der Stok, naar Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7