CODE NO. 2. ZATERDAG 27 FEBRUARI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. f door EDGAR WALLACE. De „Geheime Dienst" is een merkwaar dig departement en van de merkwaardige mannen die er hun dienst vervullen was Schiller zeker niet de minst-merkwaardige Hij was een schrandere, jonge Zwitser, met een bijna hartstochtelijke belangstel ling voor vreemde talen. Hij kende alle duistere elementen van Londen, duister van politiek standpunt dan en was daar door een bruikbaar werktuig van den op persten chef. Sir John Grandon. Toch werd Schiller buiten het „groote 6pel" gehou den, hoeveel moeite hij ook deed om erin to komen. Maar als onderdaan van een vreemde mogendheid, al was het dan ook geen groote, had hij geen kans. Op een of andere mysterieuze manier was Schiller er achter gekomen dat Reg gie Batten was doodgeschoten, toen hij in München betrapt was bij het oopieeren van de mobilisatie-orders van het Veer tiende Beiersche legercorps. Zijn dood was volgens de officieele lezing natuurlijk het gevolg van een noodlottig ongeval. Maar wat Schiller niet wist, was dat Bland de onderdirecteur van den dienst, op het kantje af ontsnapt was. Toen Bland weer op het bureau terug kwam. vroeg Schiller direct om een on derhoud. Bland hoorde hem glimlachend aam en zei vriendelijk: U vergist U, Mr. Schiller, ten opzich te van Mr. Batten. Die had mets met on zen dienst uit to staan en dus kan ik U zijn functie niet geven. Hij is het slachtof fer geworden van een vliegongeluk. Schiller boog beleefd. Neemt u me niet kwalijk. Sir, zei hij, dan ben ik verkeerd ingelicht. Toen probeerde hij het op etm andere manier en deed een weloverlegden aanval op den Chef. Sir John was echter ook geen kind, vergrijsd in den dienst als hij was. Het gewicht van zijn verantwoordelijk ambt culmineerde in „Code no. 2", een document dat geen sterfelijk oog dan het zijne ooit had aanschouwd. Ze lag op den bodem van de brandkast in zijn privé-kan- toor, in een met meteal beslagen band, bladzijde na bladzijde in zijn eigen keurig handschrift. Code no. 2 is een buitengewoon geheim staatsstuk. Het is de code die de „groote agenten" gebruiken. Ze is niet gedrukt, er bestaan geen gesohreven copieën van, de inhoud wordt geleerd onder leiding van den Chef in hoogst eigen persoon. De mannen die Code no 2 kennen, beroemen zich niet erop; hun leven hangt aan een zijden draad, zelfs in vredestijd. Ze leven overal verspreid in de wereld en waar zij zich bevinden is slechts aan drie mannen in het Yereenigd Koninkrijk bekend, waar van twee niet eens tot de „Secret Service" behooren. Sir John mocht Schiller graag lijden. Hij vertelde hem van zijn vroegere avon turen en Schiller luisterde dan steeds met gespannen aandacht. Hij was een zeer presentabel jongmensch en Sir John invi teerde hem vaak bij zich thuis. Bij een van deze bezoeken bracht Schiller ter loops Code no. 2 ter sprake. Hij sprak er over op een toon. alsof hij er een heele- boel van wist en Sir John liet- zich verlei den om op het onderwerp in te gaan. Hij vertelde zijn gast dat de Code in een brandkast in zijn privé-bureau werd be waard. dat zij uit een aantal losse bladen bestond, die tot zijn groote ergernis steeds door elkaar lagen. Hij had iederen dag de code noodig en liet het laatst gebruikte blad dan steeds bovenop liggen, zoodat er van de alphabetische volgorde^ niet veel overbleef. De jonge man had met een onschuldig gezicht het voorstel gedaan om iederen avond in zijn vrijen tijd in Sir John's bu reau de bladen van de code weer in de goede volgorde te leggen, maar de ander had welwillend geglimlacht en gezegd dat het niet noodig was. Op een dag liet Bland zijn assistent Grigsby vragen om even in zijn werkkamer te komen. Die Schiller, begon hij, is zoo op het oog een aardige jongen en heel bruik baar, maar ik vertrouw hem niet. Hij is bezig een nieuw draadloos ont vangtoestel uit te vinden en hij heeft de baas ervoor warm weten te maken. Den beelen dag prutst hij eraan in zijn eigen kamer en 's avonds brengt hij het ding raar het bureau van Sir John en dan wordt het plechtig in de brandkast weggesloten. Het is natuurlijk te dwaas om te veronder stellen dat dat ding het is zoowat zoo groot als een beschuitblik in die stijfge- sloten kast kwaad kan in verband met de code, maar toch is er in de hëele historie iets dat me niet aanstaat Grigsby haalde de schouders op. Ik zal niet ontkennen dat Schiller een pien tere baas is, maar ik kan me toch moeilijk voorstellen, dat hij een draadloos ontvan- toestel kan construeeren dat geheime stuk ken leest en verraadt in een gesloten brandkast! Maar Bland was niet overtuigd. Hij stuur de een boodschap naar May Prince en die kwam direct. Een slank, lenig meisje, dat er uitzag als achttien en in werkelijkheid tien jaar ouder was, met aardige, verstan dige grijze oogen en een sterken, energie ken en toch niet onvriendelijken mond. Ik heb je laten komen, May omdat Schiller in de gaten moet worden gehou den. De volgende week krijg je hier aan Dezer dagen werd in Engeland begra ven de beroemde Engelsche roman schrijver Edgar Wallace, die tijdens een verblijf te Hollywood aldaar overleed. De tallooze romans van dezen ro mancier en zijn talrijke novellen zijn over de geheele wereld bekend. Wij geven hier ter zijner nagedachtenis een zijner spannende novellen uit den groo- ten wereldoorlog. 't departement je ontslag wegens plichts verzuim. Dan doe je of je vreeselijk ver ontwaardigd bent en vertelt aan Sohiller, met wien je zorgt in geregeld contact te blijven, dat ik een beest van een vent ben en dat ik een hoop geld heb verloren bij de rennen. Ik zal je een paar rekeningen van bookmakers bezorgen en die laat je hem op een discrete manier zien. Moet hij U afpersen. Voor zoover ik kijk op zijn karakter hob, zal hij dat niet doen. Maar hij zal vertrouwen in ruil voor vertrouwen geven, snap je. Tot ziens 1 En met een knik van begrijpen verliet May het bureau. Het scheen geruimen tijd te kosten voor Schiller's uitvinding voltooid was. Maar hij was steeds vol enthousiasme over de mogelijkheden die zij opende en hij was erin geslaagd iets van zijn geestdrift op den Chef over te brengen. In zijn vrijen tijd zat hij altijd aan zijn toestel te wer ken en geregeld iederen avond om vijf mi nuten voor zessen bracht hij het myste rieuze kistje naar de kamer van Sir John, waar hij zijn last neerzette op het ijzeren rooster dat de eenige plank van de brand kast vormde, waarna de kast zorgvuldig gesloten werd. En May Prince wist niets bijzonders te vertellen. Drie dagen vóór den fataJen eersten Augustus, die de' hel in Europa ontketen de, ging Bland naar de kamer van Sohiller om hem iets te vragen over een dienst- aangelegenheid. Bland kwam niet dan bij hooge uitzondering in de kamers van zijn ondergeschikten, maar deze zaak was van te vertrouwelijken aard per telefoon af te doen. Schiller's kamer was op slot en Bland klopte ongeduldig. Direct werd de deur geopend en Schiller ontving den adjunct- directeur met een vriendelijken glimlach. De tafel was bedekt met- spoelen draad, electrische batterijen, gereedschap en schroeven, maar van hetontvangtoestel was geen 6poor te bekennen. Zoekt u naar mijn wonderdoos? vroeg de Zwitser, toen hij zag dat Bland onder zoekend in de kamer rondkeek. Die staat op het oogenblik in een kast. Bland luisterde niet; hij stond recht op. mot zijn gezicht opgeheven., en snoof. Er was een vaag-zoetige geur in de ka mer, de lucht van kamfer en nog wat. Schiller keek met half-gesloten oogen op merkzaam naar zijn bezoeker. H'm, was alles wat Bland zei. Hij draaide zich om en verliet het vertrek. Toen hij weer in zijn bureau kwam lag er een telegram in cijferschrift op zijn tafel gebracht tijdens zijn korte afwezigheid. Hij ontcijferde het en last „Schiller is agent van de Centrale Mogendheden. Hoofd van de afdeeling voor geheimschrift. Heb bewijzen. MAY.' Bland trok haastig een lade van zijn schrijfbureau open, greep een automatisch pistool en rende de trappen weer op. Schiller's deur stond thans open; de vo gel was gevlogen. Hij had het gebouw niet door den hoofd ingang verlaten, maar een van de beamb ten had hem door een zijdeur naar buiten zien gaan en gehoord dat hij gejaagd een rijtuig aanriep. Bland ging naar zijn kamer terug en belde de politie op. Hij gaf het signalement van August Schiller en verzocht alle ver trekkende treinen en booten in het oog te houden en als het mogelijk was den vluchteling te arresteeren. Het is een vervelende geschiedenis, zei Sir John, toen het nieuws hem werd meegedeeld, maar ik geloof niet dat hij iets van beteekenis kan hebben meegeno men. Heeft hij zijn uitvinding achtergela ten? Die heeft hij bij zijn overhaast ver trek tnoeten laten staan, zei Bland grim mig. Ik heb dat ding in handen en als u het goedvindt zullen we vanavond eens kijken wat er gebeurt. Maar u denkt toch niet? Bland knikte ernstig. Ik heb hot nog niet uit elkaar gehaald, omdat ik er eerst een proef mee wil nemen, maar ik heb met een microfoon geluisterd en het staat vast dat er een uurwerk inzit. Het tikt bijna onhoorbaar, maar ik heb het geluid toch kunnen vaststellen. Het komt me voor dat we het toestel op zijn gewone plaats moeten zetten, de brandkast openlaten en dan maar eens afwachten. Sir John voelde in dit voorstel een on uitgesproken afkeuring van zijn gedrag te genover den Zwitser, maar zijn plichtsbe sef was te groot dan dat hij zich tegen het voorstel van zijn onderchef wilde verzet ten. Om zes uur werd de doos in de brand kast gezet. Is dat de plaats waar hij altijd stond? informeerde Bland. Ja, ik zette hem altijd op het ijzeren rooster. Precies boven Code no. 2. Ik zie het! U hebt gelijk, zei de directeur lang zaam en nadenkend. Nu herinner ik me opeens dat toen ik op een keer de doos een beetje aan den kant had gezet, Schiller hem naar het midden schoof wat ik toen nogal brutaal van hem vond. De beide mananen schoven een paar armstoelen aan en gingen voor de open brandkast zitten. Hun geduld zou bijna eindeloos op de proef worden gesteld. Het werd acht uur, negen uur, tien uur; er ge beurde niets. Ik geloof dat het waanzin is, wat we hier doen, zei Sir John wiens geduld uit geput raakte, toen de klok op den schoor steenmantel kwart voor elf sloeg. Zoo lijkt het, antwoordde Bland, maar wacht U nog eens af.... Kijk Sir John keek; zijn mond wijd-open in ontzetting. Recht onder de doos lag Code no. 2 in een leeren band, waarvan de hoeken voor de duurzaamheid met metaal waren ver stevigd. Langzaam rees de band van het boek omhoog voor de verbijsterde oogen van de beide toeschouwers. De band verhief zich tot hij recht overeind stond en met het boek zelf een hoek van 90 graden vormde. De beide mannen hoorden een klik en het inwendige van de brandkast werd ver licht door een groenig schijnsel. Het licht scheen op de.bovenste bladzijde van de Code en bleef daarop ongeveer een minuut rusten. Toen doofde het uit en de kaft van het boek viel omlaag. Bland floot even nadenkend. Daarop lichtte hij de doos behoedzaam uit de brandkast en zette hem op het schrijfbu reau van zijn chef. Hij onderzicht den on derkant lang en nauwkeurig,' zette het toestel toen weer neer. Code no. 2 is in handen van den vijand, Sir, kondigde hij aan. De dag was aangebroken toen ze hun onderzoek voltooid hadden. Het grootste deel van het 'inwendige van de doos bleek te worden ingenomen door een paar accumulatoren. Die lever- I den den stroom voor een sterke electro- magneet, die de met metaal beslagen kaft van de oode oplichtte en voor de kleine lampjes, die de in het toestel verborgen camera juist genoeg licht verschaften om eon duidelijke opname tot stand te bren gen. Het uurwerk diende natuurlijk om op den door den spion gewenschten tijd de magneet in werking te stellen, de lam pjes te ontsteken en de lens van de camera te openen en te sluiten. Mijn vermoeden, dat er een foto-toe stel in het spel was^ zei Bland, werd op gewekt toen ik in zijn kamer de lucht van films in mijn neus kreeg. Sir John, bleek en uitgeput, knikte. Zie, dat je de boel in orde krijgt. Bland, zei hij dof. Aan het eind van het jaar zal ik ontslag nemen. Ik word te oud voor dit werk. Hij liep onrustig de kamer heen en weer en vervolgde: Het leven van dertig mannen is in Schiller's hand; hun namen en adressen staan in de oode. Ik vrees, dat hij die heelemaal gezien heeft. Ik ben zoo onvoor zichtig geweest, dat ik de volgorde van de bladzijden bijna iederen dag veranderd heb en de schurk is bijna negen maanden aan het werk geweest. Vrijwel iederen avond lag een ander blad bovenop. Ik zal mijn best doen, Sir, was alles wat Bland zei. Schiller was veilig en wel verdwenen voor de oorlog was verklaard. Hij was in Holland gezien en in Keulen gesignaleerd. Er was geen gelegenheid meer om de code te veranderen en de mededeelingen van de agenten begonnen reeds binnen te ko men. Bland deed een stouten stap. Door be middeling van een vertrouwd agent in Denemarken, wist hij met Schiller in ver binding te komen en deed hem een hoog bod als hij zich van iedere actie wilde ont houden. Maar Schiller was niet te koop- De Deensche bemiddelaar telegrafeerde: Schiller ontvangt een enorm bedrag van de vijandelijke regeering voor het ontcijferen van draadlooze mededee lingen van uw agenten. Hij is de eeni ge die de oode kent. Bland bood in een nieuw telegram even eens een enorm bedrag. „Ontmoet me in Holland", eindigde de denêche. En het antwoord van den brutalen mees ter-verspieder luidde: „Ontmoet me in België en we zullen zien. Een krankzinnig voorstel, want België was door de Duitschers bezet, maar Bland had vaker in zijn leven voor heete vuren gestaan. Hij stopte een langen glas-dolk in zijn handtasch en vertrok denzelfden 'avond nog naar het Vasteland. - Hij kwam door de achterdeur België bin nen en na een omslachtige reis, waarbij natuurlijk de grootste omzichtigheid ge boden was belandde hij op de plaats waar Schiller hem rendez-vous had gegeven: in het estaminet ..De Gouden Leeuw" in Ha- zebruille. een dorp aan den weg van Gent naar Rijssel. - U bent een dappere kerel, Mr. Bland, complimenteerde Schiller hem. en ik zou wel willen dat ik aan uw verlagen kon voldoen. Maar dat kan ik tot mijn spijt niet. Waarom liet je mij dan hier komen? Dat zal ik u zeggen. Ik heb een ze kere oode in mijn bezit; ik heb die com pleet op enkele gedeelten na. Om u do waarheid te zeggen; ik mis drie blandzij- den hoeveel moet u ervoor hebben? Bland wist zich bij deze grandiose bru taliteit uitstekend te beheerschen en vroeg rustig: Voor welke oode heb je zooveel inte resse? No. 2. Ik dacht.... Bland viel hem in de rede. Oode no. 2, zei hij terwijl hij van zijn bier dronk. (Hij was verkleed als een Belgische boer), dat is natuurlijk onzin. Jij noch ik kennen code no. 2; de oode die jij gestolen hebt was no.3. Schiller liet een lachje van meerder heid hooren. Als u in Londen terug bent, zei hij, vraag dan uw chef maar eens of „Aga- ta" niet beteekent: Er worden trans portschepen geladen op Borkum. Dat kun je toevallig hier of daar op gevangen hebben, zei Bland geringschat tend. Vraag hem dan of „outique" niet wil zeggen: „De Keizer ie naar Dresden ge gaan", ging Schiller kalm voort. Bland keek hem peinzend aan. Je weet veel vriend.! zei hij na een lange pauze. Een poosje later kwam de eigenares van het estaminet binnen. Bland zat kalm aan een groote boereche sigaar te zuigen, zijn ellebogen op de tafel gesteund. De vrouw wierp een glimlachenden blik op de gestalte van Schiller. Hij is moe, zei Bland, terwijl hij zijn glas leegdronk, laat hem maar door slapen. Zorg dat ze hem niet storen. Sohiller lag languit op de bank aan het einde waarvan Bland zat; zijn gezicht was naar den muur gekeerd en bedekt met een grove, blauwe zakdoek. Ze zullen hem niet storen, zei de vrouw, terwijl ze het geldstuk aannam dat Bland haar reikte. ALs hij wakker wordt, zei Bland bij de deur, zeg hein dan dat ik naar Gent ben gegaan. Drie uur later nam een Duiteche land stormsoldaat, die zijn avondkoffie kwam drinken, de blauwe zakdoek weg van 'het gezicht van den slaper en stotterde: Gott!.... Schiller was dood en was al drie uur ge leden dood geweest. En het duurde een heelen tijd eer de dokter de punt van den glasdolk in zijn hart vond. Een week later stond Bland zich op zijn kamers te verkleeden voor bet diner' toen Grigsby bij hem kwam binnenvallen. Bland was dien middag na een lange en moeilijke reis van zijn Belgisch „uitstapje" terugge komen en was nog niet op de hoogte van het laatste Londensche nieuws. De code is in Londen, deelde Grigsby lakoniek mee. Bland keek zijn bezoeker vragend aan. Zoodra Schiller dood was, vertelde deze laatste verder, werd door de auto riteiten in Brussel een telegram naar Val paraiso gestuurd, dat we hebben onder schept en dat wa,9 geadresseerd aan een zekeren Von Hooch; hier heb je het. Hij haalde een stuk papier uit zijn por tefeuille en legde het op tafel. De tekst was in het Spaanscb. Schiller's kamers in Londen luidde de telegrafische boodschap. Dat wordt een puzzle, zei Bland. Schiller heeft de code niet overgeschre ven, daar was hij veel te snugger voor. En toch moet hij de autoriteiten de garantie hebben gegeven dat het geheim niet ver loren zou gaan ale hij kwam te vallen. Waarschijnlijk hebben ze afgesproken dat hij een derde persoon dat zal deze man in Zuid-Amerika wel zijn ervan op de hoogte zou brengen hoe de code verborgen is. Misschien is het fotografisch facsimile onder zijn particuliere papierenmaar dat zou toch onvoorzichtig geweest zijn, eindigde Bland peinzend en onvoldaan. Maar boe dan ook, voorkomen moeêt worden, dat de code opnieuw in handen viel van den vijand. Het onderzoek op Schillers kamers in Soho had echter niet veel resultaat. Veertien dagen achtereen waren de schranderste mannen van den geheimen dienst op Schiller's étage aan het werk, sloopten meubelstukken uit el kaar, braken vloeren op, in het kort, ze lieten om zoo te zeggen, „geen steen op den anderen" maar vinden deden ze niets. Ik durf er een eed op te doen, dat er wat moet zijn, verzekerde Bland. We moeten iets over het hoofd gezien hebben. Waar is May Prince? Heeft op het oogenblik een belang rijke afdeeling op het hoofdbureau van de oensuur. Vraag of ze hier komt. May k<vam met iets van triomf. Ik dacht wel dat u me tènslotte zou laten halen. Ik had u een hoop moeite kun nen besparen. Bland putte zich uit in excuses. Ik heb je schandelijk verwaarloosd May. Weet je wel dat ik niets meer van je gemerkt heb nadat je me dat telegram over Schiller hebt gestuurd? Ze knikte. Sohiller is dood, hè? Je krijgt een hoop onder de oogen bij de oensuur. On schuldige Hollandsche brieven, met be richten tusschen de regels, die met on zichtbare inkt geschreven zijn en die aan het licht komen als je ze met het juiste chemische procédé behandelt. Schiller was een merkwaardige jongen; zijn vader was één' van de grootste geleerden van Zwit serland.. Hij was blind, wist u dat? Bland vertelde haar van de code no. 2 zooveel als noodig was, maar ook geen woord meer. Hoe wist je overigens dat hij een agent van den vijand was? vroeg hij tenslotte. Ik ontdekte z ij n code, antwoordde het meisje geheimzinnig. Samen met de beide mannen ging May Prince naar de étage in Soho. De vloeren waren dichtgemaakt en de kamers zagen er weer bewoonbaar uit. May maakte een rondgang over de flat en ten slotte ging zo terug naar de eetkamer. Dit is de kamer waar de code is, zei ze beslist. Het was een aardige kamer, in warme donkerbruine tinten gehouden. De muren waren behangen met papier, waarop een eenvoudige dessin op een bruinen achter grond met de hand geschilderd was en de lambriseering was in een daarmede harmonieerende kleur. Aan de zoldering hing een electrische lamp en daar keek May terloops naar. Die hebben we eraf gehad en de lara- briseering is ook los geweest, vertelde Bland, maar we hebben niets gevonden. Wilt u me een paar minuten hier al leen laten? vroeg May. De beide mannen trokken zich terug, maar ze waren nauwelijks de kamer uit of het meisje liep ze achterna, haar oogea stralend door de vreugde van de ontdek king. Ik heb het, hoor! Ik had het wel ge dacht! Waar is het? vroeg Bland snel en stom-vei baasd. Wacht even. Wanneer verwacht u dien man uit Zuid-Amerika? Morgen. De kamer zal natuurlijk be waakt worden en hij zal geen kans heb ben om hier rond te snuffelen. We zullen kijken! Ik denk dat er morgen een heel vrijmoedige en openharti ge bezoeker uit Valparaiso komt en ik ver zoek u vriendelijk me te laten roepen als hij er is. Wilt u weten hoe hij heetl Hij heet Raymond Viztelli.... Wel allemachtig, weet je dat allang? vroeg de verbijsterde Grigsby. Het meisje schudde het hoofd; Ik kwam er achter toen ik daar net alleen in de kamer was maar wat ik u verder vertel is giswerk. Ik denk dat hij zijn hulp zal aanbieden om de oode te ont dekken; hij za) u vertellen dat er een ge heim paneel in den muur en dat het da gen zal duren om de code te vinden. En ik vermoed ook dat hij u zal vragen om bij zijn onderzoek tegenwoordig te zijn. Dat hoeft hij niet speciaal te vragen, dat - gebeurt ook zonder zijn verzoek, zei Bland eenigszins geprikkeld. Maar ik vind dat je erg geheimzinnig doet, May, al moet ik toegeven dat ik geloof dat je het bij het rechte eind hebt. Voor ze wegging had. May nog een kort onderhoud met de kamer verhuurster. Mr. Schiller heeft zelf de decoraties in de eetkamer gemaakt, nietwaar? Ja, miss. En hij heeft de huur vooruit betaald. Zbker miss. En hij heeft gezegd dat er niets aan de kamer moest gebeuren tot hij terug kwam? 1 Zoo is het precies, miss. Dat dacht ik wel, besloot May filoso fisch. Den volgenden morgen om tien urn* werd Bland, in zijn bureau een visitekaartje over handigd Senor X. Bertramo Silva stond er op en in een hoekje was geschre ven: uit Valparaiso. Bland belde en even later kwam Grigsby en May in de kamer. De bezoeker werd binnengelaten. Het was een stevige, kleine man met een punt baard, die vloeiend Engelsch sprak. Hij viel met de deur in huis. Ik zal heel openhartig tegen u zijn, Mr. Bland, zei hij. Bland gaf May een snellen blik en hij zag een triomfantelijk lachje in de oogen van het meisje, omdat haar voorspelling al direct uitkwam. Ik ben een tijdlang agent van de Cen- tralen geweest. De bedoeling was dat men niet buiten Zuid-Amerika een beroep op mijn diensten zou doen behalve in één bij zonder geval. Maar een paar weken gele den kreeg ik een telegram, dat onderschept werd door de Britsche autoriteiten. Uit dit telgram begreep ik, dat het eenige geval waarvoor ik mijn hulp ook in Engeland zou moeten verleenen, zich had voorge daan. Ik moest namelijk nasporingen doen naar een zeker document en de plaats waar dat verborgen was, stotnd in het be wuste telegram aangegeven. Direct na mijn komst ben ik nu bij u gekomen om u te zeggen, dat ik het spel opgeef en niet lan ger in dienst wensch te zijn van de Cen trales Lk heb genoeg van dat gevaarlijke werk en ik wil u zooveel mogelijk helpen om het bewuste document te ontdekken. Ik hoop dat u mij daarna zult toestaan naar Zuid-Amerika terug te keeren. B.and was buiten zichzelf van verbazing. Het was al emaal precies zooals May voor spel had. Hij keek opnieuw naar het meisje en zij knikte hem even toe. U begrijpt dat Uw onderzoek.... be gon B'.and. Zal plaats hebben onder toezicht van de politie, wilt U zeggen, antwoordde de man uit Valparaiso. Dat is mij ze.fs bij zender aangenaam. U wilt waarschijnlijk direct beginnen? veronderstelde Bland. Hoe eerder hoe liever. Eén oogenb'ik! Het was het meisje dat thans sprak. U hebt een heel goed geheugen, Se nor? Een ondeelbaar oogenblik week de ge noeglijke g.imlach uit de oogen van de vreemdeling. Ik heb een uitstekend geheugen. Ma dame, antwoordde hij kort. Zij gingen met elkaar in een taxi naar het huis in Soho en betraden de woning. Hebt U een theorie? vroeg Biand toen ze in de hall stonden. Ja. antwoordde de Zuid-Amerikaan snel, ik denk dat het document verbor gen is in een holte in den muur achter een i geheim paneel. Het kan wel een week duren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6