SPORT
LUCHTVAART
DINSDAG 16 FEBRUARI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
De heer v. d. Beyden wenscht de zaak
te bekijken niet uit slagersoogpunt. De
vleeschwarenfabrieken kunnen in het
Noorden van het land beter en goedkoo-
per werken dan hier in Leiden en daarom
is het dreigement van weggaan niet denk
beeldig. Verlaging voor do fabrikanten
is niet slechts wenschelijk, doch zelfs nood
zakelijk. Met alle macht moeten wij ver
hinderen dat de vleeschwarenfabrieken on
ze stad verlaten of hun bedrijf inkrimpen.
De heer de Beede acht niet bewezen,
dat de tarieven voor de slagers te hoog
zijn. De gemeente gaat door dit voorstel
een belangrijk bedrag aan inkomsten mis
sen, een vermindering, welke alleen ge
rechtvaardigd is door de omstandighe
den.
De firma Tioleman en Dros loopt niet
zoo gauw weg, doch het gevaar is inder
daad groot, dat het bedrijf wordt inge
krompen. Wanneer het bedrijf van T. en D.
wordt stop gezet, is bovendien de geheele
winst van het Slachthuis weg. Verder
wijst spr. er op, dat men niet gedwongen
is, om in het Slachthuis te slachten, zoodat
men alles moet doen om de groote gebrui
kers tegomoet te komen.
De zaak moet nader
bekeken worden.
De heer Wilmer noemt dit voorstel
een be'angrijk voorstel. De inkomsten van
het Slachthuis zullen belangrijk worden
verlaagd. De vermindering van de firma T.
en D. bodraagt ongeveer 50 pet. Doch ook
de slagers staan niet buiten dit voorstel.
De mogelijkheid van tariefsverlaging
wordt hierdoor n.l. kleiner. Daarom zal de
raad goed doen alle aandacht te schen
ken aan de amendementen van den heer
Bergers. Wat de heer B. voorstelt is niet
onbillijk en kan beide partijen bevredigen.
Spr. kan de merites van het voorstel van
den heer B. evenwel niet beoordeelen, te
meer daar hij het niet schriftelijk heeft
ingediend, en wenscht daarom de zaak aan
te houden teneinde de Comm. v. h. Slacht
huis de gelegenheid te geven de amende
menten te bestudeeren.
De heer Stralen steunt het denk
beeld van den heer Wilmer.
Wethouder G o s 1 i n g a releveert de
geschiedenis van dit voorstel. In 1927 is
een duidelijke scheiding gemaakt tusschen
de tarieven van de slagers en van de
vleeschwarenfabrieken met de bedoeling
om deze tak van industrie te trekken. Op
dezen weg wordt thans voortgegaan. De
concurrentie kan door de fabrikanten bij
de huidige tarieven niet worden volgehou
den. Zij moeten concurreeren met andere
plaatsen, terwijl de Leidsche slagers geen
concurrenten hebben dan hun eigen col
lega's te Leiden.
De heer v. E e c k eHet vleeseh is voor
de fabrikanten grondstof, voor de slagers
niet. Dat is het onderscheid en dat wordt
niet gezegd.
Wethouder Goslinga wijst er op, dat
de slagers een zeer behoorlijk jaar hebben
gemaakt, terwijl de firma T. en D. over dit
jaar geen dividend heeft uitgekeerd. De di
recteur van het slachthuis zegt, dat de sla
gers een koe aan een koe en een kalf aan
een kalf verdienen.
De heer Bergers: Dan weet hij er
niets van
Wethouder Goslinga houdt toch vol,
dat de slagers door de slachttarieven niet
in hun bestaan bedreigd worden. Verder
wijst spr. er op, dat het bestaan van
de firma T. en D. een gTOot voordeel is
voor de slagers; anders zouden de tarieven
n«-g hooger zijn. B. en W. gevoelen niets
voor het voorstel-Bergers. Het heeft eco
nomisch geen ut, omdant het een onvol
doende verlichting voor T. en D. geeft en
een ongemotiveerd cadeau aan de slagers.
Bovendien wordt de inkomsten verminde
ring nog met ƒ3000 vergroot. Vergeleken
met andere plaatsen zijn de Leidsche ta
rieven nog niet zoo slecht. Spr. verzet zich
dan ook tegen het denkbeeld van de hee-
ren Wilmer en v. Stralen om het voorstel-
Bergers alsnog te bestudeeren.
De raad beraadt zich.
De beer Wilmer wü den raad in de
gelegenheid stellen zich alsnog te beraden.
Spr. zelf is niet van plan om het voorstel
van B. en W. af te stemmen, doch wenscht
zich Dog eens te beraden of de verlaging
voor de vleesehwarenfabrikanten wel zoo
ver moet gaan en of een verlaging ook niet
kan worden bereikt voor de slagers.
Spr. dient een voorstel in om de behan
deling van dit punt te schorsen.
De heer de Reede meent, dat een
uitstel weinig zin zal hebben. Er is geen
gelegenheid meer voor loven en bieden.
Do voorz. merkt op, dat het voorstel-
Bergers wel ter elfder ure is ingediend. Is
dat nu een reden om de zaak maar weer
uit te stellen. De heer B. had zijn voorstel
eerder kunnen indienen.
De heer Bergers ontkent dat. De late
indiening was afhankelijk van een late
fractievergadering. Hij licht nog eens zijn
amendement toe.
Het voorslel-W i 1 m e r wordt aange
nomen met 1815 stemmen.
Voor: S D. A. P. en de Katholieken.
De heer S c h 11 e r: Dat was de uiter
ste noodzaak(Gelach).
De behandeling wordt derhalve ge
schorst
De Gehoorzaal voor de
werkloozen.
I Spoedeischend wordt daarna aan de orde
gestcid een voorstel, om B. en W. te mach-
I tigen, de Stadsgehoorzaal op verzoek van
1 het desbetreffnd sub-comité van het Leid-
I sche Crisi3-Coimté beschikbaar te stellen
voor een concert eu verdere ontspanning
I voor de Leidsche werkloozen.
Hiertoe wordt z.h.s. besloten.
RONDVRAAG.
De heer S c h 11 e r vraagt in welk sta
dium de voorbereiding bij B. en W. ver
keert van de voordracht tot benoeming van
een viertal architecten, welke belast zul
len worden met het maken van teekenin-
gen voor het niew te bouwen stadhuis.
De voorz. antwoordt, dat deze voor
dracht nog bij B. en W. in beraad is.
De heer S c h 11 e r is met dat antwoord
niet tevreden. B. en W. beraden zich nu
al maanden lang.
De voorz.: Ik kan u geen ander ant
woord geven.
Dn heer v. Stralen heeft gelezen, dat
de minister de verzoeken van den raad om
bepaalde verbeteringen in de rijkssteunre
geling aan te brengen, zonder nadere mo-
tiveering beeft afgewezen. Zullen B. en W.
daar genoegen mee nemen 1 Inplaats van
de gewenschte verbeteringen aan te bren
gen heeft de minister de steunregeling
zelfs nog op twee punten verslechterd.
Vervolgens vraagt spr. hoe het staat met
de plannen inzake de ontwikkeling en ont
spanning van jeugdige werkloozen.
De voorz. antwoordt, dat over de eer-
ste kwestie beter gesproken kan worden in
de volgende vergadering, wanneer de steun
regeling voor de transportarbeiders ter
sprake komt.
Wat de tweede kwestie betreft, deelt
spr. mede, dat de vertraging veroorzaakt
wordt door het uitblijven van de ministe-
rieele toestemming.
De heer Groeneveld vestigt de aan
dacht op den onhoudbaren toestand van
het bruggetje in den Haagweg bij de spoor-
haven. (Hierop had ook reeds een schrijven
van de K. N. A. C. gisteren door ons gepu
bliceerd, gewezen). Spr. dringt aan op stap
pen bij dc Spoorweg-Mij. teneinde daarin
verbetering te krijgen.
Ook dringt hij aan op verbetering van
de Potgieterslaan.
De voorz. antwoordt, dat dit bruggetje
geen gemeente-eigendom is en dat onder
handelingen met de Spoorweg-Mij. tot nu
toe nog weinig hebben uitgehaald.
De heer Kuiper wil de verkeersagen
ten op koude dagen „centraal" laten ver-
De voorz. heeft den commissaris van
politie reeds attent gemaakt op de kou,
waaraan de verkeersagenten bloot staan.
De oplossing zal gezocht worden in een ver
korten diensttijd.
Daarna gaat de Raad in geheime zit
ting.
VOETBAL.
DE WEDSTRIJD BELGIE—NEDERLAND
Het passeeren van de grens per auto.
In verband met het te verwaohten druk
ke auto-verkeer over de Nederlandsch
Belgische grens, ter gelegenheid van den
internationalen voetbalwedstrijd België
Nederland, te Antwerpen op Zondag 20
Maart a.s., heeft de A. N. W. B. Toeristen
bond voor Nederland tot de Belgiache Re
geering het verzoek gericht om vereen
voudiging op dien dag van de formaliteiten
voor grensoverschrijding per auto.
Bovendien is verzocht, het Belgische
grensverkeer Wuestwezel, dat het drukst9
verkeer heeft, op den dag van den wed
strijd te voorzien van een dubbele bezet
ting, om te voorkomen, dat, zooals verle
den jaar het geval was, een onvoldoende
bezetting van dat grenskantoor groot op
onthoud veroorzaakt.
DE WEDSTRIJD NEDERLAND—
BELGIE.
Wat anderen zeggen.
De „Sportkroniek" schrijft o. m. het
volgende
In wedstrijden tusschen gelijkwaardige
tegenstanders is het vaak de geluksfactor
die den doorslag geeft.
Het geluk nu is wel een beetje aan de
zijde van de Belgen geweest, want nu mag
het waar zijn, dat een wedstrijd 90 minu
ten duurt, als men 5 minuten voor tijd
met 12 achter staat, moet het toch wel
een beetje meeloopen als 't dan plotseling
nog een 32 overwinning wordt. Te meer
is dat opgevallen, omdat aan het gelijkma
kende doelpunt een periode van zeer spre
kend Nederlandsch overwicht was vooraf
gegaan. Dat toen één van de vele kansen
niet benut is, waardoor de wedstrijd naar
alle waarschijnlijkheid definitief in het
voordeel van Holland beslist geweest zou
zijn, dient vooral achteraf betreurd te wor
den, maar 't beteekende tevens een groo
te tekortkoming van de Hollanders.
Vóór de bewuste laatste vijf minuten
was er inmiddels niets dat er op wees, dat
de Belgen in staat zouden zijn in zoo kor
ten tijd tweemaal te scoren. Him spel was
juist in hooge mate improductief geweest.
Het gemis van Voorhoof, die wegens een
opgeloopen blessure door Noëth vervangen
werd, deed zich geducht voelen, want met
hem was alle schot uit den aanval ver
dwenen. Het opbouwen van 't spel was van
Belgische zijde wel wat beter geweest dan
bij de Hollanders, wier aanvallen evenwel,
overeenkomstig de verwachting, veel ge
vaarlijker waren. Het aantal angstige mo
menten voor het Belgische doel was dan
ook veel grooter geweest dan voor 't Ne-
derlandsche, maar.... 't benutten van de
kansen stond ditmaal niet in het woorden
boek der Hollandsche voorspelers.
Zoo ooit, dan is in dezen wedstrijd „the
uncertainty of the game" dus wel naar vo
ren gekomen. Iets gebeurt echter niet „van
zelf", ook een nederlaag niet; men dient
de oorzaken dus op te speuren.
Velen zijn geneigd op te merken, dat met
Van der Meulen deze wedstrijd gewonnen
was.
Nu is dit een „als" en het woordje als
is een leelijk ding, óók in 'n voetbalwed
strijd. Voorts is het onbillijk tegenover
zijn opvolger en ten slotte is 't heelemaal
niet zeker, dat het waar is. Immers twee
jaar geleden stonden we ook 6 minuten
voor tijd met 21 voor en toen moesten we
met 'n 22 genoegen nemen, 't Gaat er
ook niet om, dat Van der Meulen wellicht
de tweede goal voorkomen had en dat dan
mogelijk de andere ook niet gemaakt zou
zijn, maar men moet toch eerlijk vaststel
len, dat noch onzen doelman en zeker even
min onze verdediging en middenünie de
nederlaag aangewreven kan worden. Een
enkel foutje maakt iedereen wel eens en
dat heeft ieder van de zes spelers van ons
verdedigingsblok gisteren stellig wel ge
maakt ook, maar dat is niet te vergelijken
met de tekortkomingen van onze voorspe
lers, die geen Belgische doelpunten op hun
geweten hebben, maardie minder Hol
landsche gemaakt hebben dan redelijker
wijze had kunnen en moeten geschieden.
O.i. is het binnentrio van onze voorhoe
de dè groote teleurstelling van dezen wed-
f strijd geweest.
We laten hieronder nog enkele meenin
gen over den wedstrijd van Zondag j. L
volgen.
Het „Vaderland" schrijft, dat een neder
laag voor het Nederlandsche elftal geens
zins noodig was geweest. Gebrek aan
schotvaardigheid bij het binnentrio in on
zen aanval en een onbegrijpelijke inzinking
in de laatste minuten van den strijd zijn
de voornaamste oorzaken geweest van deze
nederlaag. De geheele wedstrijd stond op
een zeer middelmatig peil, ook al moet er
kend worden, dat er vrij snel werd ge
speeld, hetgeen vermoedelijk ook een ge
volg was van de terreinomstandïgheden.
Ondanks het feit dat het Nederlandsch
elftal over het geheel genomen het meest
in den aanval is geweest heeft het ons
inziens toch een een zeer matigen wed
strijd gespeeld, welke tot de slechtste van
de laatste jaren moet worden gerekend. In
de voorhoede zat maar heel weinig ver
band en door het falen van Lagendaal
bleef er van het samenspel al heel weinig
over. Zooals reeds gezegd, schoot de mid
denlinie tekort in haar aanvallende taak,
terwijl zij ook verdedigend een spel toonde
dat niet weinig de taak van de beide ach
terspelers verzwaarde. Het spel der Bel
gen was daarbij vergeleken veel aantrek
kelijker, vooral waar de ploeg een veel
beter geheel vormde, maar ook hier misten
wij in de voorhoede een schutter, die onzen
Hollandschen doelverdediger eens wat
meer aan den tand had kunnen voelen.
Het „Handelsblad" vat het vertoonde
aldus samen.
Ziedaar dan een verloren wedstrijd,
waar wij niet anders gedacht hadden, ge
zien het verloop van den wedstrijd, dan dat
onze Nederlandsche ploeg zou zegevieren.
Een nederlaag, geboren op een oogenblik
juist van grooter kracht van ohs elftal, in
een periode van beslist overwicht. Een ne
derlaag, die derhalve daarom des te pijn
lijker is. Niet, dat wij dezen wedstrijd ge
speeld hebben op een wijze, die onze be
wondering afdwingt. Daarvoor waren er te
veel fouten, daarvoor was het spel dik
wijls te mat. Er ging maar heel weinig van
uit. Trouwens dat was bij beide ploegen
het geval en daarom viel het misschien
minder op. Geen van beide ploegen was
brillant. Geen van beide kon ons met
uitzondering van enkele korte periodes
in vervoering brengen door buitengewoon
vlot en mooi voetbalspel.
De „groote stijl" ontbrak.
Ons elftal heeft een wedstrijd gespeeld
zooals een goed eerste klas elftal zou ge
speeld hebben, maar meer was het zeker
niet. En omdat er onder die elf geen en
kele eigenlijk was misschien moeten wij
Van Heel uitzonderen die bepaald met
hoofd en schouders boven de andere spe
lers uitstak, daar lag dan over dat spel een
egaal waas: een gelijkheid, die misschien
oorzaak werd van het voor ons zoo gun
stige verloop.
Want al raakt men soms in vervoering
voor een speler van buitengewone hoeda
nigheden, dan kan de rest van het elftal
nog zoo er uit zijn, dat de nederlaag een
zekerheid wordt en dan is er aan het spel
ook al weer niet veel. Maar hier was alles
van een behoorlijke middelmatigheid, alles.
En daardoor kwam het dat er saamhoorig-
heid was en samenwerking. Die vooral in
het onderling verband der linies tot uiting
kwam. En daarom ook zullen wij van dit
elftal mogen zeggen, dat het een behoor
lijken, zij het dan geen uitzonderlijk goe
den wedstrijd gespeeld heeft.
Die indruk van middelmatigheid heeft
ons ook bij de Belgen in niet geringe mate
getroffen. Ook daar was niet die gevrees
de rapheid, maar ook daar was een geza
menlijk optrekken naar het doel der tegen
partij waardoor het uiteindelijk resultaat
beter werd dan het wellicht bij andere ge
legenheid geworden zou zijn.
Van de Belgische bladen citeeren we
nog de volgende:
„La Dernière Heure" noemt de over
winning voor België eenigermate gelukkig
Met een gelijk spel had België ook tevre
den mogen zzijn. Het is van beide ploegen
een slechte wedstrijd geweest. Er waren
twee zwakke voorhoeden in het. veld. die
de kunst van schieten niet machtig waren.
Bij België werd het gemis van Voorhoof
heel sterk gevoeld.
„Le Soir" noemt de overwinning ver
diend, omdat de tactiek van België beter
was dan van Nederland. De Hollandsche
voorhoede speelde zonder eenig systeem.
Van bijzondere kwaliteit was de Belgische
achterhoede. Voorhoof werd ten zeerste
I gemist. De Hollandsche voorhoede heeft
teleurgesteld, en van Lagendaals schot
heeft men niets gezien.
Wels alleen was goed. Als geheel vormde
België een betere ploeg.
„Het Laatste Nieuws" is van meening,
dat de wedstrijd heel erg is tegengevallen.
Het spel is bijna geen moment boven het
middelmatige uitgegaan. De doelpunten
noemt het blad onbenullig. Aan beide
kanten was de verdediging beter dan de
voorhoede. Hooydonx was veruit de beste
van allen.
De middellinie van Nederland was ster
ker dan die der Belgen, maar het samen
spel der Belgische voorhoede was beter
dan bij de Oranjehemden.
Nouwens, Versijp en Noëth zijn mede
op den voorgrond getreden. De geduchte
Lagendaal schijnt zijn dag niet te hebben
gehad, maar het veld was voor zijn spel
een hinderlijke factor.
„Neptune" verstaat de ontgoocheling
van het Nederlandsche publiek. Het doel
punt van Versijp 6loeg de tegenstanders
knock down. De Nederlandsche combinatie
was de zwakste sinds den oorlog. Het Bel
gische spel was soms mooi, maar niet pro
ductief; het Nederlandsche daarentegen
primitief, maar geestdriftig.
„Le Matin" noemt het een onverdiende
overwinning. De 'Nederlanders waren strijd
lustiger dan de Belgen, die technisch be
ter en sterker waren maar erg onbeslist
voor doel.
„Sportwereld": Na de mooie prestatie
tegen Weenen werden onze verwachtingen
beschaamd. Wij hebben nooit dergelijk spel
van de Roode Duivels gezien on ook het
Hollandsche was maar flauwtjes."
„La Libre Belgique": Een Nederlandsche
overwinning ware onbetwistbaar verdiend
geweest. Het blad noemt zelfs de Holland
sche techniek beter. Het spelpeil was niet
van internationale waarde.
Het „Handelsblad van Antwerpen": De
manier waarop wij gewonnen hebben is
niet doorslaande genoeg geweest. Het Ne
derlandsche elftal vertoonde na de rust
een snel en besluitvaardig spel. Er werd
wel aardig maar niet heel precies naar de
vleugels gecombineerd en het beste dat de
Nederlanders toonden bereikte niet het
beste wat de Belgen getoond hebben.
De wedstrijd Nederland—België
op de sprekende film.
Voor een aantal persvertegenwoordigers
werd gisteren in „Cinema Royal" te Am
sterdam een geluidsfilmpje vertoond, voor
stellende eenige hoofdopnamen uit den
interlandwedstrijd NederlandBelgië. De
film is vervaardigd door de Polygoonfa-
brieken te Haarlem en is de eerste ge
luidsfilm van een internationale voetbal
wedstrijd. Er zijn ongetwijfeld aardige mo
menten opgenomen, de drukte voor den
aanvang, het langzaam vullen der vakken
cp de tribunus. de entree der beide ploe
gen, de verslagenheid van menigeen na
de fatale laatste minuten, dat alles geeft
voor den bioscoopbezoeker een aangena
me herinnering aan een paar, misschien
minder (1) aangename uren, waarin hij de
ontmoeting heeft bijgewoond of wellicht
in de huiskamer per radio den wedstrijd
heeft gevolgd. Duidelijk toont de film
de fout van Odijk. toen de Belgen het eer
ste punt maakten en onze doelman ver
keerd uitliep. De welwillende medewerking
van de K. N. V. B.-aiitoriteiten werd bij
de opnamen op hoogen prijs gesteld.
R. K. S. V. „Jeanne d'Arc."
Zondagmiddag speelde een combinatie
van Jeanne d'Arc-leden en adsp. leden
Jeanne d'Arc-Zwaluwen gedoopt, een par
tijtje voetbal tegen de Kol ping Boys.
De opstelling was als volgt:
Doel: P. Develing; achter: P. Meers
hoek en P. de Lande; midden: B. Wijs
man, K. van Velsen. Fr. Raaphorst; voor:
J. Raaphorst. J. van Nierop, J. Bekkering,
W. Houps en W. Raaphorst.
Kolping-Boys trapte af Na eenig heen
en weer getrap, zette Kolping-Boys een
aanval op, welke met een schot, dat doel
trof, besloten werd. Vlak hierop maakte
J. Bekkering voor Jeanne d'Arc bij een
schermutseling voor het vijandelijke doel
met een goed schot gelijk. Een tijd lang
golfde het spel op en neer, maar de ver
dedigingen hielden stand. Eindelijk nam
Jeanne d'Arc de leiding door een goed
hoekschot van J. van Nierop. Een penalty
tegen Jeanne d'Arc werd door den keeper
gestopt. Nog voor de rust hadden de Boys
succes met een hunner schoten. Na de thee
stond J. van Nierop onder de lat. Eenige
malen kwamen de palen den keeper der
tegenpartij te hulp. Een hoeksohop tegen
de Boys werd voor goal geplaatst, waar
een van hen in eigen doel schoot. Met
dezen stand (32) eindigde dezen prettig
gespeelden wedstrijd.
De politie-competitie.
Morgenochtend te 10 uur speelt de Leid
sche Politie een competitiewedstrijd op
haar terrein aan den Zoeterwoudsche Sin
gel tegen de Haagsche Politie Sportver-
ceniging.
ROEIEN
De Oxford—Cambridge-wedstrijd.
Dit jaar wordt voor de 84ste maal de
traditioneele roeiwedstrijd gehouden tus
schen de universiteitsploegen van Oxford
en Cambridge op den klassieken afstand
tusschen Puthey en Mortlake op Zaterdag
19 Maart a.s.
Reeds maanden zijn de voorbereidingen
voor dezen belangrijken roeiwedstrijd aan
den gang en momenteel is men nu zóó
ver, dat de beide ploegen met de eigenlij
ke training aanvangen. De ploeg van de
Ca mb rid ge-acht is reeds definitief vastge
steld.
Het Oxford-team is nog niet definitief
samengesteld.
Naar men weet won de Cambridge-achfc
met uitzondering van 1923 na 1918 steeds
den wedstrijd.
WIELRENNEN
DE ZESDAAGSCHE TE BERLIJN.
De gebroeders Van Kempen op de derde
plaats.
De stand van den Zesdaagsohen Wieler
wedstrijd luidde hedenmorgen om zes uur
bij de neutralisatie als volgt: 1. Schön
Goebel 121 punten; 2. Broccardo— Tietz
115 punten. Óp één ronde achterstand: Ge
broeders Van Kempen 227 punten; 4.
KrollFunda. Op twee ronden achter
stand: 6. CharlierDeneef; 7. Rausph
Huertgen 170 punten. Dc overige koppels
zijn verschillende ronden achter.
SCHIETEN
Leidsche Politie Schietver. „Burgemeester
de Gijselaar".
De uitslag van den gehouden onderlin-
gen schietwedstrijd luidt als vo^gt:
le prijs Grolleman, 415 punten; 2e pr. Im-
pelmans 412; 3e pr. Mulder 387; 4e pr.
Uitendaal 381; 5e pr. Holleman 376; 6e pr.
Dijkstra 364; 7e pr. v. Drumpt 356; 8e pr.
Harte veld 355; 9e pr. Mom 354; 10e pr.
Bruins 353; 11e pr. Barlo 353; 12e pr. Beens
325; 13e pr. R. v. d. Berg 318; 14e pr.
Schutte 310; 15e pr. v. Gennip 309; 16e pr.
Olde Junink 307; 17e pr. Berend&en 306;
18e pr. Eve.eens 304; 19e pr. Dragt 293; 20e
pr. v. d. Laan 289; 21e pr. Huisman 231; 22e
pr. Lagerweij 203; 23e pr. de Groot 202 24e
pr. v. d. Heijden 193; 25e pr. V. Dorp 190.
Houder van den C. P. Kok-wisselbeker
werd voor het jaar 1932 Impelmans. met 84
punten; houder voor het jaar 1931 was M.
J. Mulder.
OLYMPISCHE SPELEN
DE OLYMPISCHE WINTER
SPELEN TE LAKE PLACID.
WEDEROM EEN SUCCES VOOR
AMERIKA.
In de vierpersoons bobs.
LAKE PLACID, 15 Febr.. (Reteur Spe
cial). Zeven ploegen namen heden aan de
uitgestelde finale vierpersoons bobs deel.
De baan was vrij snel, er lag veel sneeuw
en de ijslaag had zich vannacht gevormd.
De gemaakte tijden waren als volgt:
1. Fiske (Amerika) 1.57.41, 2. Kilian
(Duitschland)) 1.58.19, 3. Homberger (Ame
rika) 1.58.56, 4. Capadrutt (Zwitserland)
2.01.47, 5. Von Mumin (Duitschland) 2.07.89,
6. Pa pa na (Roemenië) 2.07.92, 7. Di Monte-
lera (Italié) 2.07.95.
Nederland en de Olympische Spelen.
Wij vernemen, dat het Nederlandsch
Olympisch Comité op Vrijdag 18 Maart
a.s. des avonds te half'acht te Amsterdam
in buitengewone vergadering zal bijeenko
men.
Op de agenda van deze vergadering
staat de verkiezing van een bestuurslid
wegens het tusschentijdsch bedanken van
den heer C. A. W. Hirschman, terwijl ver
der mededeelingen zullen worden gedaan
omtrent de deelneming van Nederland
sche athleten aan de Olympische Spelen te
Los Angeles.
DE VERDWAALDE VLIEGER.
De heer Schmidt Crans op onderzoek uit*
Het blijkt achteraf, dat de jeugdige vlie
genier, de heer Weber, die Zondagmorgen
vanaf Schiphol te zamen met zijn zuster
een tochtje naar het Gooi wilde maken en
langen tijd me te van zich liet hooren, in
Noord-Frankrijk, in Herguies, is gedaald.
De heer H. M. Schmidt Grans, chef-instruc
teur van de Nationale Luchtvaartsohool is
gistermiddag per trein naar Hergnies ver
trokken om de verdwaalden naar hms en
haard terug te vliegen. Mej. Weber, de zus-
ter van den vlieger, die den avontuurlijken
tocht meemaakte, ia geen onbekende in
zwemkringen.
De oppasser tegen den ondeugenden
olifant:
„Wou jij mij nat spuiten! Wacht maai
vriendje."-