SPORT LUCHTVAART DINSDAG 16 FEBRUARI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 De heer v. d. Beyden wenscht de zaak te bekijken niet uit slagersoogpunt. De vleeschwarenfabrieken kunnen in het Noorden van het land beter en goedkoo- per werken dan hier in Leiden en daarom is het dreigement van weggaan niet denk beeldig. Verlaging voor do fabrikanten is niet slechts wenschelijk, doch zelfs nood zakelijk. Met alle macht moeten wij ver hinderen dat de vleeschwarenfabrieken on ze stad verlaten of hun bedrijf inkrimpen. De heer de Beede acht niet bewezen, dat de tarieven voor de slagers te hoog zijn. De gemeente gaat door dit voorstel een belangrijk bedrag aan inkomsten mis sen, een vermindering, welke alleen ge rechtvaardigd is door de omstandighe den. De firma Tioleman en Dros loopt niet zoo gauw weg, doch het gevaar is inder daad groot, dat het bedrijf wordt inge krompen. Wanneer het bedrijf van T. en D. wordt stop gezet, is bovendien de geheele winst van het Slachthuis weg. Verder wijst spr. er op, dat men niet gedwongen is, om in het Slachthuis te slachten, zoodat men alles moet doen om de groote gebrui kers tegomoet te komen. De zaak moet nader bekeken worden. De heer Wilmer noemt dit voorstel een be'angrijk voorstel. De inkomsten van het Slachthuis zullen belangrijk worden verlaagd. De vermindering van de firma T. en D. bodraagt ongeveer 50 pet. Doch ook de slagers staan niet buiten dit voorstel. De mogelijkheid van tariefsverlaging wordt hierdoor n.l. kleiner. Daarom zal de raad goed doen alle aandacht te schen ken aan de amendementen van den heer Bergers. Wat de heer B. voorstelt is niet onbillijk en kan beide partijen bevredigen. Spr. kan de merites van het voorstel van den heer B. evenwel niet beoordeelen, te meer daar hij het niet schriftelijk heeft ingediend, en wenscht daarom de zaak aan te houden teneinde de Comm. v. h. Slacht huis de gelegenheid te geven de amende menten te bestudeeren. De heer Stralen steunt het denk beeld van den heer Wilmer. Wethouder G o s 1 i n g a releveert de geschiedenis van dit voorstel. In 1927 is een duidelijke scheiding gemaakt tusschen de tarieven van de slagers en van de vleeschwarenfabrieken met de bedoeling om deze tak van industrie te trekken. Op dezen weg wordt thans voortgegaan. De concurrentie kan door de fabrikanten bij de huidige tarieven niet worden volgehou den. Zij moeten concurreeren met andere plaatsen, terwijl de Leidsche slagers geen concurrenten hebben dan hun eigen col lega's te Leiden. De heer v. E e c k eHet vleeseh is voor de fabrikanten grondstof, voor de slagers niet. Dat is het onderscheid en dat wordt niet gezegd. Wethouder Goslinga wijst er op, dat de slagers een zeer behoorlijk jaar hebben gemaakt, terwijl de firma T. en D. over dit jaar geen dividend heeft uitgekeerd. De di recteur van het slachthuis zegt, dat de sla gers een koe aan een koe en een kalf aan een kalf verdienen. De heer Bergers: Dan weet hij er niets van Wethouder Goslinga houdt toch vol, dat de slagers door de slachttarieven niet in hun bestaan bedreigd worden. Verder wijst spr. er op, dat het bestaan van de firma T. en D. een gTOot voordeel is voor de slagers; anders zouden de tarieven n«-g hooger zijn. B. en W. gevoelen niets voor het voorstel-Bergers. Het heeft eco nomisch geen ut, omdant het een onvol doende verlichting voor T. en D. geeft en een ongemotiveerd cadeau aan de slagers. Bovendien wordt de inkomsten verminde ring nog met ƒ3000 vergroot. Vergeleken met andere plaatsen zijn de Leidsche ta rieven nog niet zoo slecht. Spr. verzet zich dan ook tegen het denkbeeld van de hee- ren Wilmer en v. Stralen om het voorstel- Bergers alsnog te bestudeeren. De raad beraadt zich. De beer Wilmer wü den raad in de gelegenheid stellen zich alsnog te beraden. Spr. zelf is niet van plan om het voorstel van B. en W. af te stemmen, doch wenscht zich Dog eens te beraden of de verlaging voor de vleesehwarenfabrikanten wel zoo ver moet gaan en of een verlaging ook niet kan worden bereikt voor de slagers. Spr. dient een voorstel in om de behan deling van dit punt te schorsen. De heer de Reede meent, dat een uitstel weinig zin zal hebben. Er is geen gelegenheid meer voor loven en bieden. Do voorz. merkt op, dat het voorstel- Bergers wel ter elfder ure is ingediend. Is dat nu een reden om de zaak maar weer uit te stellen. De heer B. had zijn voorstel eerder kunnen indienen. De heer Bergers ontkent dat. De late indiening was afhankelijk van een late fractievergadering. Hij licht nog eens zijn amendement toe. Het voorslel-W i 1 m e r wordt aange nomen met 1815 stemmen. Voor: S D. A. P. en de Katholieken. De heer S c h 11 e r: Dat was de uiter ste noodzaak(Gelach). De behandeling wordt derhalve ge schorst De Gehoorzaal voor de werkloozen. I Spoedeischend wordt daarna aan de orde gestcid een voorstel, om B. en W. te mach- I tigen, de Stadsgehoorzaal op verzoek van 1 het desbetreffnd sub-comité van het Leid- I sche Crisi3-Coimté beschikbaar te stellen voor een concert eu verdere ontspanning I voor de Leidsche werkloozen. Hiertoe wordt z.h.s. besloten. RONDVRAAG. De heer S c h 11 e r vraagt in welk sta dium de voorbereiding bij B. en W. ver keert van de voordracht tot benoeming van een viertal architecten, welke belast zul len worden met het maken van teekenin- gen voor het niew te bouwen stadhuis. De voorz. antwoordt, dat deze voor dracht nog bij B. en W. in beraad is. De heer S c h 11 e r is met dat antwoord niet tevreden. B. en W. beraden zich nu al maanden lang. De voorz.: Ik kan u geen ander ant woord geven. Dn heer v. Stralen heeft gelezen, dat de minister de verzoeken van den raad om bepaalde verbeteringen in de rijkssteunre geling aan te brengen, zonder nadere mo- tiveering beeft afgewezen. Zullen B. en W. daar genoegen mee nemen 1 Inplaats van de gewenschte verbeteringen aan te bren gen heeft de minister de steunregeling zelfs nog op twee punten verslechterd. Vervolgens vraagt spr. hoe het staat met de plannen inzake de ontwikkeling en ont spanning van jeugdige werkloozen. De voorz. antwoordt, dat over de eer- ste kwestie beter gesproken kan worden in de volgende vergadering, wanneer de steun regeling voor de transportarbeiders ter sprake komt. Wat de tweede kwestie betreft, deelt spr. mede, dat de vertraging veroorzaakt wordt door het uitblijven van de ministe- rieele toestemming. De heer Groeneveld vestigt de aan dacht op den onhoudbaren toestand van het bruggetje in den Haagweg bij de spoor- haven. (Hierop had ook reeds een schrijven van de K. N. A. C. gisteren door ons gepu bliceerd, gewezen). Spr. dringt aan op stap pen bij dc Spoorweg-Mij. teneinde daarin verbetering te krijgen. Ook dringt hij aan op verbetering van de Potgieterslaan. De voorz. antwoordt, dat dit bruggetje geen gemeente-eigendom is en dat onder handelingen met de Spoorweg-Mij. tot nu toe nog weinig hebben uitgehaald. De heer Kuiper wil de verkeersagen ten op koude dagen „centraal" laten ver- De voorz. heeft den commissaris van politie reeds attent gemaakt op de kou, waaraan de verkeersagenten bloot staan. De oplossing zal gezocht worden in een ver korten diensttijd. Daarna gaat de Raad in geheime zit ting. VOETBAL. DE WEDSTRIJD BELGIE—NEDERLAND Het passeeren van de grens per auto. In verband met het te verwaohten druk ke auto-verkeer over de Nederlandsch Belgische grens, ter gelegenheid van den internationalen voetbalwedstrijd België Nederland, te Antwerpen op Zondag 20 Maart a.s., heeft de A. N. W. B. Toeristen bond voor Nederland tot de Belgiache Re geering het verzoek gericht om vereen voudiging op dien dag van de formaliteiten voor grensoverschrijding per auto. Bovendien is verzocht, het Belgische grensverkeer Wuestwezel, dat het drukst9 verkeer heeft, op den dag van den wed strijd te voorzien van een dubbele bezet ting, om te voorkomen, dat, zooals verle den jaar het geval was, een onvoldoende bezetting van dat grenskantoor groot op onthoud veroorzaakt. DE WEDSTRIJD NEDERLAND— BELGIE. Wat anderen zeggen. De „Sportkroniek" schrijft o. m. het volgende In wedstrijden tusschen gelijkwaardige tegenstanders is het vaak de geluksfactor die den doorslag geeft. Het geluk nu is wel een beetje aan de zijde van de Belgen geweest, want nu mag het waar zijn, dat een wedstrijd 90 minu ten duurt, als men 5 minuten voor tijd met 12 achter staat, moet het toch wel een beetje meeloopen als 't dan plotseling nog een 32 overwinning wordt. Te meer is dat opgevallen, omdat aan het gelijkma kende doelpunt een periode van zeer spre kend Nederlandsch overwicht was vooraf gegaan. Dat toen één van de vele kansen niet benut is, waardoor de wedstrijd naar alle waarschijnlijkheid definitief in het voordeel van Holland beslist geweest zou zijn, dient vooral achteraf betreurd te wor den, maar 't beteekende tevens een groo te tekortkoming van de Hollanders. Vóór de bewuste laatste vijf minuten was er inmiddels niets dat er op wees, dat de Belgen in staat zouden zijn in zoo kor ten tijd tweemaal te scoren. Him spel was juist in hooge mate improductief geweest. Het gemis van Voorhoof, die wegens een opgeloopen blessure door Noëth vervangen werd, deed zich geducht voelen, want met hem was alle schot uit den aanval ver dwenen. Het opbouwen van 't spel was van Belgische zijde wel wat beter geweest dan bij de Hollanders, wier aanvallen evenwel, overeenkomstig de verwachting, veel ge vaarlijker waren. Het aantal angstige mo menten voor het Belgische doel was dan ook veel grooter geweest dan voor 't Ne- derlandsche, maar.... 't benutten van de kansen stond ditmaal niet in het woorden boek der Hollandsche voorspelers. Zoo ooit, dan is in dezen wedstrijd „the uncertainty of the game" dus wel naar vo ren gekomen. Iets gebeurt echter niet „van zelf", ook een nederlaag niet; men dient de oorzaken dus op te speuren. Velen zijn geneigd op te merken, dat met Van der Meulen deze wedstrijd gewonnen was. Nu is dit een „als" en het woordje als is een leelijk ding, óók in 'n voetbalwed strijd. Voorts is het onbillijk tegenover zijn opvolger en ten slotte is 't heelemaal niet zeker, dat het waar is. Immers twee jaar geleden stonden we ook 6 minuten voor tijd met 21 voor en toen moesten we met 'n 22 genoegen nemen, 't Gaat er ook niet om, dat Van der Meulen wellicht de tweede goal voorkomen had en dat dan mogelijk de andere ook niet gemaakt zou zijn, maar men moet toch eerlijk vaststel len, dat noch onzen doelman en zeker even min onze verdediging en middenünie de nederlaag aangewreven kan worden. Een enkel foutje maakt iedereen wel eens en dat heeft ieder van de zes spelers van ons verdedigingsblok gisteren stellig wel ge maakt ook, maar dat is niet te vergelijken met de tekortkomingen van onze voorspe lers, die geen Belgische doelpunten op hun geweten hebben, maardie minder Hol landsche gemaakt hebben dan redelijker wijze had kunnen en moeten geschieden. O.i. is het binnentrio van onze voorhoe de dè groote teleurstelling van dezen wed- f strijd geweest. We laten hieronder nog enkele meenin gen over den wedstrijd van Zondag j. L volgen. Het „Vaderland" schrijft, dat een neder laag voor het Nederlandsche elftal geens zins noodig was geweest. Gebrek aan schotvaardigheid bij het binnentrio in on zen aanval en een onbegrijpelijke inzinking in de laatste minuten van den strijd zijn de voornaamste oorzaken geweest van deze nederlaag. De geheele wedstrijd stond op een zeer middelmatig peil, ook al moet er kend worden, dat er vrij snel werd ge speeld, hetgeen vermoedelijk ook een ge volg was van de terreinomstandïgheden. Ondanks het feit dat het Nederlandsch elftal over het geheel genomen het meest in den aanval is geweest heeft het ons inziens toch een een zeer matigen wed strijd gespeeld, welke tot de slechtste van de laatste jaren moet worden gerekend. In de voorhoede zat maar heel weinig ver band en door het falen van Lagendaal bleef er van het samenspel al heel weinig over. Zooals reeds gezegd, schoot de mid denlinie tekort in haar aanvallende taak, terwijl zij ook verdedigend een spel toonde dat niet weinig de taak van de beide ach terspelers verzwaarde. Het spel der Bel gen was daarbij vergeleken veel aantrek kelijker, vooral waar de ploeg een veel beter geheel vormde, maar ook hier misten wij in de voorhoede een schutter, die onzen Hollandschen doelverdediger eens wat meer aan den tand had kunnen voelen. Het „Handelsblad" vat het vertoonde aldus samen. Ziedaar dan een verloren wedstrijd, waar wij niet anders gedacht hadden, ge zien het verloop van den wedstrijd, dan dat onze Nederlandsche ploeg zou zegevieren. Een nederlaag, geboren op een oogenblik juist van grooter kracht van ohs elftal, in een periode van beslist overwicht. Een ne derlaag, die derhalve daarom des te pijn lijker is. Niet, dat wij dezen wedstrijd ge speeld hebben op een wijze, die onze be wondering afdwingt. Daarvoor waren er te veel fouten, daarvoor was het spel dik wijls te mat. Er ging maar heel weinig van uit. Trouwens dat was bij beide ploegen het geval en daarom viel het misschien minder op. Geen van beide ploegen was brillant. Geen van beide kon ons met uitzondering van enkele korte periodes in vervoering brengen door buitengewoon vlot en mooi voetbalspel. De „groote stijl" ontbrak. Ons elftal heeft een wedstrijd gespeeld zooals een goed eerste klas elftal zou ge speeld hebben, maar meer was het zeker niet. En omdat er onder die elf geen en kele eigenlijk was misschien moeten wij Van Heel uitzonderen die bepaald met hoofd en schouders boven de andere spe lers uitstak, daar lag dan over dat spel een egaal waas: een gelijkheid, die misschien oorzaak werd van het voor ons zoo gun stige verloop. Want al raakt men soms in vervoering voor een speler van buitengewone hoeda nigheden, dan kan de rest van het elftal nog zoo er uit zijn, dat de nederlaag een zekerheid wordt en dan is er aan het spel ook al weer niet veel. Maar hier was alles van een behoorlijke middelmatigheid, alles. En daardoor kwam het dat er saamhoorig- heid was en samenwerking. Die vooral in het onderling verband der linies tot uiting kwam. En daarom ook zullen wij van dit elftal mogen zeggen, dat het een behoor lijken, zij het dan geen uitzonderlijk goe den wedstrijd gespeeld heeft. Die indruk van middelmatigheid heeft ons ook bij de Belgen in niet geringe mate getroffen. Ook daar was niet die gevrees de rapheid, maar ook daar was een geza menlijk optrekken naar het doel der tegen partij waardoor het uiteindelijk resultaat beter werd dan het wellicht bij andere ge legenheid geworden zou zijn. Van de Belgische bladen citeeren we nog de volgende: „La Dernière Heure" noemt de over winning voor België eenigermate gelukkig Met een gelijk spel had België ook tevre den mogen zzijn. Het is van beide ploegen een slechte wedstrijd geweest. Er waren twee zwakke voorhoeden in het. veld. die de kunst van schieten niet machtig waren. Bij België werd het gemis van Voorhoof heel sterk gevoeld. „Le Soir" noemt de overwinning ver diend, omdat de tactiek van België beter was dan van Nederland. De Hollandsche voorhoede speelde zonder eenig systeem. Van bijzondere kwaliteit was de Belgische achterhoede. Voorhoof werd ten zeerste I gemist. De Hollandsche voorhoede heeft teleurgesteld, en van Lagendaals schot heeft men niets gezien. Wels alleen was goed. Als geheel vormde België een betere ploeg. „Het Laatste Nieuws" is van meening, dat de wedstrijd heel erg is tegengevallen. Het spel is bijna geen moment boven het middelmatige uitgegaan. De doelpunten noemt het blad onbenullig. Aan beide kanten was de verdediging beter dan de voorhoede. Hooydonx was veruit de beste van allen. De middellinie van Nederland was ster ker dan die der Belgen, maar het samen spel der Belgische voorhoede was beter dan bij de Oranjehemden. Nouwens, Versijp en Noëth zijn mede op den voorgrond getreden. De geduchte Lagendaal schijnt zijn dag niet te hebben gehad, maar het veld was voor zijn spel een hinderlijke factor. „Neptune" verstaat de ontgoocheling van het Nederlandsche publiek. Het doel punt van Versijp 6loeg de tegenstanders knock down. De Nederlandsche combinatie was de zwakste sinds den oorlog. Het Bel gische spel was soms mooi, maar niet pro ductief; het Nederlandsche daarentegen primitief, maar geestdriftig. „Le Matin" noemt het een onverdiende overwinning. De 'Nederlanders waren strijd lustiger dan de Belgen, die technisch be ter en sterker waren maar erg onbeslist voor doel. „Sportwereld": Na de mooie prestatie tegen Weenen werden onze verwachtingen beschaamd. Wij hebben nooit dergelijk spel van de Roode Duivels gezien on ook het Hollandsche was maar flauwtjes." „La Libre Belgique": Een Nederlandsche overwinning ware onbetwistbaar verdiend geweest. Het blad noemt zelfs de Holland sche techniek beter. Het spelpeil was niet van internationale waarde. Het „Handelsblad van Antwerpen": De manier waarop wij gewonnen hebben is niet doorslaande genoeg geweest. Het Ne derlandsche elftal vertoonde na de rust een snel en besluitvaardig spel. Er werd wel aardig maar niet heel precies naar de vleugels gecombineerd en het beste dat de Nederlanders toonden bereikte niet het beste wat de Belgen getoond hebben. De wedstrijd Nederland—België op de sprekende film. Voor een aantal persvertegenwoordigers werd gisteren in „Cinema Royal" te Am sterdam een geluidsfilmpje vertoond, voor stellende eenige hoofdopnamen uit den interlandwedstrijd NederlandBelgië. De film is vervaardigd door de Polygoonfa- brieken te Haarlem en is de eerste ge luidsfilm van een internationale voetbal wedstrijd. Er zijn ongetwijfeld aardige mo menten opgenomen, de drukte voor den aanvang, het langzaam vullen der vakken cp de tribunus. de entree der beide ploe gen, de verslagenheid van menigeen na de fatale laatste minuten, dat alles geeft voor den bioscoopbezoeker een aangena me herinnering aan een paar, misschien minder (1) aangename uren, waarin hij de ontmoeting heeft bijgewoond of wellicht in de huiskamer per radio den wedstrijd heeft gevolgd. Duidelijk toont de film de fout van Odijk. toen de Belgen het eer ste punt maakten en onze doelman ver keerd uitliep. De welwillende medewerking van de K. N. V. B.-aiitoriteiten werd bij de opnamen op hoogen prijs gesteld. R. K. S. V. „Jeanne d'Arc." Zondagmiddag speelde een combinatie van Jeanne d'Arc-leden en adsp. leden Jeanne d'Arc-Zwaluwen gedoopt, een par tijtje voetbal tegen de Kol ping Boys. De opstelling was als volgt: Doel: P. Develing; achter: P. Meers hoek en P. de Lande; midden: B. Wijs man, K. van Velsen. Fr. Raaphorst; voor: J. Raaphorst. J. van Nierop, J. Bekkering, W. Houps en W. Raaphorst. Kolping-Boys trapte af Na eenig heen en weer getrap, zette Kolping-Boys een aanval op, welke met een schot, dat doel trof, besloten werd. Vlak hierop maakte J. Bekkering voor Jeanne d'Arc bij een schermutseling voor het vijandelijke doel met een goed schot gelijk. Een tijd lang golfde het spel op en neer, maar de ver dedigingen hielden stand. Eindelijk nam Jeanne d'Arc de leiding door een goed hoekschot van J. van Nierop. Een penalty tegen Jeanne d'Arc werd door den keeper gestopt. Nog voor de rust hadden de Boys succes met een hunner schoten. Na de thee stond J. van Nierop onder de lat. Eenige malen kwamen de palen den keeper der tegenpartij te hulp. Een hoeksohop tegen de Boys werd voor goal geplaatst, waar een van hen in eigen doel schoot. Met dezen stand (32) eindigde dezen prettig gespeelden wedstrijd. De politie-competitie. Morgenochtend te 10 uur speelt de Leid sche Politie een competitiewedstrijd op haar terrein aan den Zoeterwoudsche Sin gel tegen de Haagsche Politie Sportver- ceniging. ROEIEN De Oxford—Cambridge-wedstrijd. Dit jaar wordt voor de 84ste maal de traditioneele roeiwedstrijd gehouden tus schen de universiteitsploegen van Oxford en Cambridge op den klassieken afstand tusschen Puthey en Mortlake op Zaterdag 19 Maart a.s. Reeds maanden zijn de voorbereidingen voor dezen belangrijken roeiwedstrijd aan den gang en momenteel is men nu zóó ver, dat de beide ploegen met de eigenlij ke training aanvangen. De ploeg van de Ca mb rid ge-acht is reeds definitief vastge steld. Het Oxford-team is nog niet definitief samengesteld. Naar men weet won de Cambridge-achfc met uitzondering van 1923 na 1918 steeds den wedstrijd. WIELRENNEN DE ZESDAAGSCHE TE BERLIJN. De gebroeders Van Kempen op de derde plaats. De stand van den Zesdaagsohen Wieler wedstrijd luidde hedenmorgen om zes uur bij de neutralisatie als volgt: 1. Schön Goebel 121 punten; 2. Broccardo— Tietz 115 punten. Óp één ronde achterstand: Ge broeders Van Kempen 227 punten; 4. KrollFunda. Op twee ronden achter stand: 6. CharlierDeneef; 7. Rausph Huertgen 170 punten. Dc overige koppels zijn verschillende ronden achter. SCHIETEN Leidsche Politie Schietver. „Burgemeester de Gijselaar". De uitslag van den gehouden onderlin- gen schietwedstrijd luidt als vo^gt: le prijs Grolleman, 415 punten; 2e pr. Im- pelmans 412; 3e pr. Mulder 387; 4e pr. Uitendaal 381; 5e pr. Holleman 376; 6e pr. Dijkstra 364; 7e pr. v. Drumpt 356; 8e pr. Harte veld 355; 9e pr. Mom 354; 10e pr. Bruins 353; 11e pr. Barlo 353; 12e pr. Beens 325; 13e pr. R. v. d. Berg 318; 14e pr. Schutte 310; 15e pr. v. Gennip 309; 16e pr. Olde Junink 307; 17e pr. Berend&en 306; 18e pr. Eve.eens 304; 19e pr. Dragt 293; 20e pr. v. d. Laan 289; 21e pr. Huisman 231; 22e pr. Lagerweij 203; 23e pr. de Groot 202 24e pr. v. d. Heijden 193; 25e pr. V. Dorp 190. Houder van den C. P. Kok-wisselbeker werd voor het jaar 1932 Impelmans. met 84 punten; houder voor het jaar 1931 was M. J. Mulder. OLYMPISCHE SPELEN DE OLYMPISCHE WINTER SPELEN TE LAKE PLACID. WEDEROM EEN SUCCES VOOR AMERIKA. In de vierpersoons bobs. LAKE PLACID, 15 Febr.. (Reteur Spe cial). Zeven ploegen namen heden aan de uitgestelde finale vierpersoons bobs deel. De baan was vrij snel, er lag veel sneeuw en de ijslaag had zich vannacht gevormd. De gemaakte tijden waren als volgt: 1. Fiske (Amerika) 1.57.41, 2. Kilian (Duitschland)) 1.58.19, 3. Homberger (Ame rika) 1.58.56, 4. Capadrutt (Zwitserland) 2.01.47, 5. Von Mumin (Duitschland) 2.07.89, 6. Pa pa na (Roemenië) 2.07.92, 7. Di Monte- lera (Italié) 2.07.95. Nederland en de Olympische Spelen. Wij vernemen, dat het Nederlandsch Olympisch Comité op Vrijdag 18 Maart a.s. des avonds te half'acht te Amsterdam in buitengewone vergadering zal bijeenko men. Op de agenda van deze vergadering staat de verkiezing van een bestuurslid wegens het tusschentijdsch bedanken van den heer C. A. W. Hirschman, terwijl ver der mededeelingen zullen worden gedaan omtrent de deelneming van Nederland sche athleten aan de Olympische Spelen te Los Angeles. DE VERDWAALDE VLIEGER. De heer Schmidt Crans op onderzoek uit* Het blijkt achteraf, dat de jeugdige vlie genier, de heer Weber, die Zondagmorgen vanaf Schiphol te zamen met zijn zuster een tochtje naar het Gooi wilde maken en langen tijd me te van zich liet hooren, in Noord-Frankrijk, in Herguies, is gedaald. De heer H. M. Schmidt Grans, chef-instruc teur van de Nationale Luchtvaartsohool is gistermiddag per trein naar Hergnies ver trokken om de verdwaalden naar hms en haard terug te vliegen. Mej. Weber, de zus- ter van den vlieger, die den avontuurlijken tocht meemaakte, ia geen onbekende in zwemkringen. De oppasser tegen den ondeugenden olifant: „Wou jij mij nat spuiten! Wacht maai vriendje."-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6