GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
j"?
BT
HET ERNSTIG ON
GELUK TE HAALDE-
REN BIJ BEMMEL
Leeft aan 4 personen
het leven gekost. Hier
naast drie der slacht
offers, v.l.n.r.: J. Wil
ting en Antonia Wil
ting, beiden uit Haal-
deren en Willy Hey-
men uit Bemmel.
Het ingestorte huis in de Bouwelouwensteeg. B.
en W. zijn er de schuld van, zegt de heer Kooistra.
Twee nieuwe scholen. Moeten de slachthuista
rieven ook voor de slagers verlaagd worden? B.
en W. gevoelen er niets voor, doch de raad wenscht
zich te beraden. De architecten voor den Stadhuis
bouw -ook nog altijd in beraad bij B. en W.
LATE IJSPRET. Terwijl in het Noorden en Westen van ons land de
dooi was ingetreden, genoot den Bosch nog even van de wintervreugde.
Het ingestorte huis in de
Bouwelouwesteeg.
11. Interpellatie van den heer Kooistra
inzake het instorten van een huis in de
Bouwelouwensteeg.
De heer Kooistra heeft in verband
met de instorting van het huis in de Bou
welouwesteeg de volgende vragen gesteld:
le. Is het B. en W. bekend, dat een be
woond huis door bouwvalligheid is inge
stort
2e. Achten zij het niet mogelijk dat nog
voor meer dergelijke woningen gevaar voor
instorting dreigt?
3e. Indien vragen 1 en 2 met ja worden
beantwoord, achten B. en W. het dan niet
gewc-nscht, onmiddellijk een onderzoek te
doen instellen of niet bij meer woningen
gebaar voor instorting aanwezig is en zoo
nordig maatregelen te nemen om de bewo
ners voor die gevaren te behoeden?
De v o o r z. antwoordt op vraag 1 en 2
bevestigend. Wat betreft vraag 3 wijst spr.
erop, dat Bouw- en Woningtoezicht steeds
zijn aandacht daarop gevestigd houdt en
dat aan eventueele klachten steeds een
willig oor wordt geleend.
De heer Kooistra vindt dit antwoord
wel heel sober. Spr. heeft in de jongste be-
grootingsdebatten nog aangedrongen op
saneering oa. van deze buurt, en hij kan
B. en W. niet van zorgeloosheid vrij pleiten.
B. en W. hebben met de wet in de hand
voldoende macht -om zulke instortingen te
voorkomen. De Bouwpolitie moet beter toe
zien. Zulke krotwoningen worden gewoon
lijk gekocht door eigenaren, die zich van
de woningen niets aantrekken. B. en W.
moeten daarom voldoende toezicht hou
den. Het huidige systeem van onbewoon
baar verklaring kan goed zijn als het goed
wordt toegepast, maar anders is het ver
keerd, Wanneer er maar voldoende wonin
gen worden gebouwd, waarnaar de krotbe
woners kunnen verhuizen, dan werkt het
systeem goed, maar nu er veel te weinig
worden gebouwd, werkt het verkeerd. Spr.
spreekt zelfs van sabotage van de Woning
wet. De voorz. zegt dat aan klachten de
volle aandacht wordt geschonken. Maar
klachten komen er van zulke krotbewoners
niet veel binnen; zij zijn er te veel aan
gewend.
Spr. beeft een rondgang gemaakt door
de gemeente en wijst eenige woningen aan,
waarnaar volgens spr.'s meening een onder
zoek noodzakelijk is, zooals aan de Minne
broersgracht, Waardgracht, Looierstraat,
Weverstraat, Kijfgraoht, Mirakelsteeg, enz.
Spr. wijst ook nog op een huis aan de Doe
lengracht, dat noodig „gestempeld" moet
worden. Spr. hoopt, dat B. en W. het ini
tiatief zullen nemen tot dit onderzoek. Hij
dient een motie in, waarin B. en W. wor
den uitgenoodigd om zulk een onderzoek
in te stellen en daarvan den raad rapport
uit te brengen.
De voorzitter ontkent, dat B. en W.
schuld treft. De heer Kooistra gaat van
een verkeerd standpunt uit. De eigenaar
en niet de gemeente heeft de plicht te zor
gen voor den goeden toestand van het huis.
Bouw en Woningtoezicht heeft een andere
taak en kan zich onmogelijk belasten met
zulk een controle als de beer Kooistra
DINSDAG 16 FEBRUARI 1932
pr-T
DE LEIDSCHE COURANT
Op de nieuwe be
graafplaats te Gin-
neken heeft Maan
dag de begrafenis
plaats gehad van
het stoffelijk over
schot van luite
nant-generaal G.
C. A. FABIUS.
De gepensioneerd
luitenant-generaal
van Everdingen
spreekt aan de
groeve.
heffing van een belasting onder den naam
van Marktgeld in de gemeente Leiden;
c. om de desbetreffende adressen van
de Yereeniging van Varkensfokkers en
Mesters te Leiden en van de Leidsche
Marktcommissie, vertegenwoordigende
den Zuid-Hollandschen Bond van Veehan
delaren, als afgedaan te beschouwen.
Z. h. st. goedgekeurd.
13. Verordening, houdende wijziging
van de verordening van 25 September 1922
(Gem.blad No. 56), op de Veemarkt.
Z. h. st. goedgekeurd.
14. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 26 Mei 1898 (Gem.blad
no. 10), op de Markten.
Z. h. st. goedgekeurd.
School met den Bijbel.
15. Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden
ten behoeve van de stichting van een
school voor gewoon L. O., door de Ver-
eeniging tot stichting en instandhouding
van scholen met- den Bijbel te Oegstgeest;
b. tot overdracht ten behoeve van den
bouw der sub a bedoelde school van
een terrein, gelegen aan de overzijde van
de langs de villa „Toerie" geprojecteerde
zijstraat van den Bijnsburgerweg.
De heer Bosman kan zijn stem aan
dit voorstel niet geven, en hij betreurt het,
dat in dezen benarden tijd weer 94.000
voor deze weinig noodzakelijke school moet
worden beschikbaar gesteld. Het terrein
acht spr. wegens het drukke verkeer bo
vendien allerminst geschikt.
Wethouder T e p e betreurt eveneens, dat
op dit oogenblik gelden gevraagd worden,
doch daaraan is niets te doen. Dat deze
school echter weinig noodzakelijk zou zijn,
daarmee kan spr. niet instemmen. Wan
neer B. en W. den indruk hebben, dat een
school overbodig is, zullen zij alles in het
werk stellen om het schoolbestuur van zijn
plannen af te brengen. Ook kan spr. niet
inzien, dat de school ongunstig gelegen is;
de straat is uiterst rustig.
De heer v. E s meent, dat de heer Bos
man te vroeg is. Beter lean hij tegen punt
16 stemmen, wanneer hij zulke bezwaren
heeft tegen onnoodige uitgaven in dezen
tijd.
De heer Bosman neemt genoegen
met de verklaring van wethouder Tepe,
dat de school wel noodig is.
De heer Knuttel ziet de noodzake
lijkheid van dezen schoolbouw nog niet
in. Afgezien daarvan wenscht hij overigens
toch geen steun te verleenen aan dergelijk
confessioneel onderwijs.
De heer Groeneveld herinnert er
aan, dat zijn fractie vroeger tegen dezen
schoolbouw was. Sindsdien hebben Ged.
Staten een andere beslissing genomen en
derhalve is het nutteloos daarover nog
langer te praten.
Het voorstel wordt daarop aangenomen
met 29 tegen 3 stemmen. Tegen de heeren
Knuttel, Vos en Bosman.
16. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van den bouw en de
inrichting van een openbare bewaar
school aan de Verlengde Atjehstraat
hoek Verlengde Sumatrastraat.
Een bewaarschool.
De heer Bosman vraagt of het niet
mogelijk is, dezen schoolbouw wat uit te
stellen in verband met de moeilijke finan
cieel e omstandigheden.
De heer Groeneveld heeft bezwaar
niet tegen het voorstel, maar tegen de te
kleine afmetingen van de speelplaats.
De heer Knuttel ondersteunt deze
opmerking. Hij vraagt bovendien, waarom
het indienen van dit voorstel zoo lang is
uitgebleven.
Wethouder Tepe constateert, dat B. en
W. volgens den heer Bosman te vlug en
volgens den heer Knuttel te laat zijn, zoo
dat hij concludeert, dat B. en W. precies
op tijd zijn. Wat de urgentie van deze
school betreft, dat acht spr. een kwestie
van inzicht. Doch de Raad heeft nu een
maal besloten tot een bewaarschool in dat
kwartier en spr. ziet den toestand nog
niet zóó zwart in, om de uitvoering van dat
besluit nog langer uit te stellen. De speel
plaatskwestie houdt ook verband met de
financiën, hier kan beter nog wat gewacht
worden.
De heer v. E s gaat met het voorstel
mee, doch hij hoopt, dat de wethouder van
onderwijs spoedig gereed zal komen met
zijn verordeningen, waardoor de gelegen
heid ook voor bijzondere bewaarscholen
wordt geopend om met gemeentegeld te
bouwen.
De heer Huurman wijst op het ver
derfelijke van een houding als van den
heer Bosman. Als men ieder werk uitstelt,
dan drijft men steeds meer arbeiders naar
het crisis-comité. (Geroep: Zeer juist.).
De heer M e y n e n herinnert er aan, dat
spr.'s fractie zich zoo lang mogelijk heeft
verzet tegen dezen schoolbouw, doch nu
het raadsbesluit eenmaal is gevallen, hand
haaft spr.'s fractie niet langer haar bezwa
ren.
De heer S c h 11 e r sluit zich aan bij
den heer Huurman. De Vrijheidsbond
stuurt stelselmatig aan op het vergrooten
van de werkloosheid.
Spr. protesteert eveneens tegen een on
langs verschenen circulaire van B. en W.
waarin eenzelfde houding wordt aangeno-
mgn.
De heer Bosman vindt het verblijdend
dat er volgens den wethouder genoeg fi
nanciën zijn om dezen schoolbouw te be
kostigen. Het is niet zijn bedoeling de
werkloosheid te vergrooten, doch hij
vraagt slechts of Leiden op deze wijze
niet vast loopt. Hoe de heer Schüller be
weren kan, dat de Vrijheidsbond stelsel
matig de werkloosheid vergrooten wil, be
grijpt spr. niet.
Het voorstel wordt daarna z.h.st. aan
genomen.
17. Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden
ten behoeve van de inrichting van een
terrein ten Noorden van den Lagen Rijn
dijk als kinderspeeltuin;
b. tot ingebruikgeving van het sub a
bedoelde terrein aan de Speeltuinvereeni-
ging „Oosterkwartier", als kinderspeel
tuin;
c. tot beschikbaarstelling van gelden
ten behoeve van de demping van slootge-
deelten in de terreinen, grenzende aan
het terrein sub a bedoeld.
Z.h.s. aangenomen.
18. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 22 Januari 1923 (Gem.
blad no. 4), regelende de heffing van be
lastingen voor het gebruik van het Open
baar Slachthuis te Leiden.
Slachthuistarieven
onder het mes.
De heer Bergers meent, dat de sla
gers onrechtvaardig worden behandeld,
wanneer alleen aan de fabrikanten verla
ging der tarieven wordt toegestaan. De
middenstand heeft toch al zoo'n zware
strijd te voeren tegen het grootbedrijf. Do
slagers worden gedwongen te slachten op
het Slachthuis, doch de groote fabrikanten
kunnen een eigen slachtplaats inrichten.
Zelfs al zou het de gemeente een offer
kosten, dan zou het nog gerechtvaardigd
zijn, als de tarieven zoo laag mogelijk wer
den gesteld. Spr. wijst op de tariefregeling
in Den Haag en Rotterdam, welke heel
wat billijker is. Spr. zou niet gaarne een
industrie uit Leiden wegjagen en daarom
heeft spr. een soort bemiddelingsvoorstel
ingediend. Bij aanneming daarvan zijn de
fabrikanten hier niet duurder uit dan el
ders, zoodat er geen aanleiding is voor 'b
dreigement van weg loopen. Voor de sla
gers beteekent spr.'s voorstel ook een ver
laging. In totaal zullen daardoor de baten
van het Slachthuis verminderen met
3000.
De heer Coster meent, dat re wel wat
al te veel gedreigd wordt met wegloo-
pen. Dat mag echter geen reden zijn om
een billijke tariefregeling tegen te hou
den.
TWEEDE BLAD PAG. r
wenscht. Worden de bewoners er dan maar
aan gewaagd? Neen, zij kunnen zich be
klagen en dan wordt onmiddellijk een on
derzoek ingesteld. Er komen dan ook wel
degelijk klachten in, ongeveer 200 k 300 per
jaar en iedere klacht wordt behandeld.
Bovendien ontdekten Bouw en Woning
toezicht zelf ook vele gebreken en spr. kan
dan ook niet inzien, dat B. en W. nalatig
zijn geweest. Het gaat niet aan, dat B. en
W. alle oude huizen controleeren en dan
zelf zorgen voor de bewoonbaarheid. In
verband met de saneeringsplannen zijn in
den laatsten tijd verschillende onderzoe
kingen ingesteld.
De heer Knuttel geeft toe, dat Bouw
en Woningtoezicht niet altijd zulk een toe
zicht kan uitoefenen, dat instorting wordt
voorkomen. Wat de heer Kooistra eigenlijk
bedoelde, was: verwondering uit te spre
ken dat zulke krotwoningen nog altijd zijn
bewoond. En daarop moet de aandacht
vallen. De voorzitter heeft gewezen op de
plicht van den huiseigenaar. Heeft in het
geval van de Bouwelouwensteeg de eige
naar de schade aan het meubilair vergoed.
Wist het gezin, welke rechten het had te
genover den eigenaar? Ook spr. gelooft dat
er wemig klachten komen van de zijde der
krotbewoners en hij zoekt de oorzaak van
de weinige klachten in het tekort aan
goedkoope woningen.
De voorz. antwoordt, dat in het Bou-
welouwensteeg-geval beroep is gedaan op
art. 1405 B.W.
De heer Kooistra meent, dat vele
krotbewoners in hun toestand berusten,
omdat zij er aan gewend zijn. Spr. geeft
toe, dat bij den eigenaar op de eerste
plaats de plicht is om het huis voor bouw
valligheid te behoeden, maar hij wijst op
art. 17 van de Woningwet, waarin B. en \V.
de bevoegdheid wordt verleend om tot ver
beteringen te dwingen. Het is spr.'s bedoe
ling niet, dat Bouw- en Woningtoezicht alle
woningen zal gaan inspecteeren, doch
slechts die woningen, die voor zulk eon on
derzoek in aanmerking komen. Spr. wijst
ook op het z.g. „mensohenpakhuis", waar
geen kachel kan worden gebrand en waar
o.a. menschen zijn ondergebracht, die daar
reeds 2 jaar wonen, omdat zij huurschuld
hebben.
De voorz. wijst er nogmaals op, dat
bewoners, die klachten hebben, steede bij
Bouw- en Woningtoezicht terecht kunnen.
Voor het gezin uit de Bouwelouwensteeg
is thans gezorgd. Hun is aangeboden een
gemeentewoning in de Alexanderstraat. Zij
hebben echter gekozen een woning in het
Transvaalhof.
Maatsch. Hulpbetoon heeft him 50.
gegeven om zich in te richten.
De motie-K o o i s t r a wordt daarna ver
worpen met 19 tegen 13 stemmen. Voor:
de S.D.A.P. en de heeren Vos en Knuttel.
12. Voorstel:
a. tot vaststelling van de verordening
tot wijziging van de verordening van 15
Mei 1922 (Gem.blad No. 38), houdende
aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen
voor het houden van de verschillende
markten en van veilingen van ooft;
b. tot vaststelling van de verordening
tot wijziging van de verordening van 17
Mei 1920 (Gem-blad No. 23), regelende de
De Geertekerk der Nederlandsch Hervormde Gemeente te
Utrecht zal gerestaureerd worden. DEZE KERK -DATEERT
UIT DE DERTIENDE EEUW.
Dr. N. WATERMAN, de bekende kan
ker-geleerde zal 20 Febr. a.s. den dag
herdenken waarop hij voor 25 jaar tot
dokter in de geneeskunde promoveerde.