23ste Jaargang DINSDAG 16 FEBRUARI 1932 No. 7128 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN HET UITGELEIDE DER PATERS JEZUÏETEN BINNENLAND DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 oent per week f 2.60 per kwartaal Franco per poet f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt it het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ea verhuur, koop en verkoop f 0.50. V Over uitgaan onder de Vasten en over de bioscoop. Er zijn twee redenen, die er ons toe be wegen, om het volgende te zeggen: 't Is een goede gewoonte, 't is in den geest der Kerk, dat de Katholieken in den Vastentijd als regel geen schouwburg- bios coop-voorstellingen e.d. bijwonen. Op de eerste plaats maken wij deze op merking, omdat die goede gewoonte dreigt te verslappen of, eerlijk gezegd, al heel erg verslapt is. En 't is toch zoo vanzelf sprekend, dat wie doen wil, wat de Kerk vooral in den Vastentijd verlangt, wie zich wil versterven door zich, op zichzelf geoor loofde, genoegens te ontzeggen, wie wil in dringen in de beteekenis van Christus' Ver lossingswerk en de toepassing daarvan op onze zielendat hij zich ook onthoudt van, of althans zich zeer matigt in ont spanningen als hier bedoeld. Er er is nog een tweede reden, waarom wij nu aan deze Katholieke levens versobe ring meenen te moeten herinneren; n.l. deze, dat men van meening zou kunnen zijn, dat de Katholieke courant, dat de „Leidsche Courant" het heelemaal breken met die goede gewoonte der Katholieken niet zoo erg vindt, zelfs in de hand werkt Men zou tot een dergelijke meening kun nen komen, omdat wij in tegenstelling met vroeger onze lezers ook onder de Vasten zij 't dan minder uitvoerig en niet op dezelfde wijze' op de hoogte hou den van wat er op het terrein van tooneel en bioscoop e.d. voorvalt, met inachtne ming van de regels der moraal, die den Katholiek per se en altijd binden. Wij meenen, evenals andere Katholieke bladen, dat voor 't volgen van deze gedrags lijn wel goede gronden kunnen worden aangevoerd; dat de hier bedoelde vermel dingen en besprekingen gewenscht zijn, omdat de Katholieke pers anders tijdens de Vasten de voorlichting in deze geheel aan anderen zou overlaten. Wij kunnen ons in deze meening vergissen. Maar erger zou zijn de vergissing van de lezers, die uit mededeelingen in de advertentie-rubriek of in het redactioneele gedeelte der cou rant zouden concludeeren een opwekking en aansporing of althans een goedkeuring om onder de Vasten uit te gaan Wij willen hier nu ook iets zeggen over de bioscoop-keuring in de courant. lederen Vrijdagavond worden door een viertal per sonen, die daarvoor bekwaam en geschikt mogen worden geacht, de films, welke van Vrijdagavond tot en met den volgenden Donderdagavond in de Leidsche bioscopen worden vertoond, voor onze courant „ge keurd" de beoordeeling wordt dan mede gedeeld in eenige daarvoor gekozen en ge ijkte termen en tevens wordt als regel een bespreking van de films gegeven. Hoewel de redactie onzer courant, die ten slotte voor den geheelen redactionee- len inhoud verantwoordelijk is, zich ook voor de onder moreel opzicht juiste beoor deeling een bespreking der films verant woordelijk stelt, kan zij niet garandeeren, dat in bepaalde gevallen meeningsverschil ook hierover uitgesloten is dat spreekt vanzelf Zoo is ons door enkele lezers medege deeld, dat zij het niet eens zijn met de be oordeeling in onze courant van de film „Zwei Menschen", welke deze week in Tria non draait. En naar aanleiding daarvan zijn ook wij 'ns gaan kijken en.... wij zijn het eens met degenen, die het niet met den recensent eens zijn! Hieraan willen wij wel toevoegen, dat deze film niet gehéél mag worden vereenzelvigd met de, helaas, veel gelezen roman „Zwei Menschen" van Richard Vosz, waarin van priester-roeping en priester-worden een voorstelling wordt gegeven, welke radicaal in strijd is met den wil en de practijk van de Kerk. Juist doordat die voorstelling wordt gegeven met schijnbaar veel piëteit voor de Kerk en haar gebruiken moet dit boek bij vele lezers een valsch denkbeeld geven van de priester-roeping in de Katholieke Kerk. Dat óók de film een strekking inhoudt, waardoor velen, vooral niet-Katholieken, op een dwaalspoor kunnen worden ge bracht, kan niet worden ontkend. Met belangstelling zullen onze lezers kennis nemen van de brieven van onzen bijzonderen Spaanschen correspondent. ROERENDE TOONEELEN. DE MOEILIJKHEDEN DER REGEERING. MADBID, 7 Febr. 1932. De overdracht der kerken en bezittingen van de Paters Jezuieten is overal in den lande in vollen gang. Geen enkele wan klank wordt vernomen. De Paters bepa len zich tot een fier protest, en de bevol king heeft zioh tot dusver rustig gehouden. Maar overal is den Paters Jezuieten een schitterend uitgeleide gedaan. Thans kan de Begeering tot haar beschaming zien, hoe zij met haar sectarische maatregelen vrijwel alleen staat tegenover de groote meerderheid van de bevolking. Ware het niet, dat de Begeering in de onderschei dene provincies een groote troepenmacht Ier beschikking van de plaatselijke over heid had gesteld, dan zou het, ondanks de dringende aanmaning van de Paters Je zuieten zelf, alom tot uitbarstingen zijn gekomen. Want zelfs aan de lankmoedig heid van een Spanjaard komt een eind. De conflicten, die zioh voor doen, zijn meer van vormelijken aard. Zoo verklaar de bijv. de directeur van het beroemde „Observatorio del Ebro", Pater Bodes, toen de plaatselijke overheid de inrichting in beslag kwam nemen, dat deze weten schappelijke instelling subsidie van den Staat genoot, zodat zij dus ten deele als een staatsinstelling was te beschouwen en de Staat kon toch moeilijk beslag leg gen op zijn eigen bezit! Meermalen doet zich ook het geval voor, dat de goederen Uer Jezuieten niet eens hun werkelijk bezit blijken te zijn. Bij de inbeslagneming ver schijnt dan de eigenlijke bezitter, en krijgt ten antwoord, dat hijzijn eigendom langs wettelijken weg kan terugeisohen Zoover mij bekend is, is nog slechts in één zoo'n geval volledige genoegdoening in uit zicht gesteld nl. inzake het seminarie (de „Universiteit", zooals men hier veelal zegt) van Oomillas, dat eigendom is van den H. Stoel, en dat Z.Exc. Mgr. Tedeschi- ni namens Z. H. den Paus in het memo randum, waarover ik u schreef, heeft op- geëischt. En dan zijn er nog gevallen, zooals dat van het college Santo Domingo te Orihuella (bij Murcia). Dit college is eigendom van het diocees. Op een avond verscheen de burgemeester met een ge weldige politiemacht, nam het gebouw in beslag, en joeg den rector eruit niette genstaande diens protest, en zonder dat er een notarieele acte van een en ander werd opgemaakt uitdrukkelijk in strijd dus met art. 8, eerste lid van het ontbin dingsdecreet. Er is terzake dan ook een krachtig protest tot de Begeering gericht, onderteekend door een aantal geneeshee- ren, advocaten en arbeiders. Waarlijk, de Commissie tot Liquidatie, die krachtens art. 7 met 'de uitvoering van het decreet belast is, en waartoe leden van vijf minis teries behooren, heeft wil van haar werk! Het fiere protest van den pater-overste der Jezuieten te Toledo, dat hij tegelijk met de sleutels van de door hem beheerde gebouwen aan den vertegenwoordiger van ae plaatselijke overheid overhandigde, mag ik niet onvermeld laten: „Als overste der Paters Jezuieten in deze stad breng ik te uwer kennis, dat ik heden het gebouw en de kerk ontruimd heb, om te voldoen aan het decreet der Begeering d.d. 23 Januari van dit jaar. Bij het overreiken van de sleutels van het gebouw wensoh ik vast te stellen, ten overstaan van den vertegenwoordiger der ^-egeeri~g, en om mij te kwijten van mijn gewetensplicht, de belangen der Orde, die mij waren toevertrouwd te verantwoorden: lo. dat de leden der Orde, die zioh in deze plaats zijn komen vestigen, nooit om eenige reden door de Overheid ter verant woording behoefden te worden geroepen; 2o. dat zij hun heilige bediening hebben uitgeoeTc-d met grooten ijver, en tot meer dere eer van God, en het heil der zielen, v aarbij zij zich steeds moeite gaven, om niet alleen goede Katholieken te vormen, maar ook goede burgers door kosteloos onder- ']s te verschaffen aan de werkende klassen en vele anderen op te leiden tot liefdewerk in gevangenissen, ziekenhuizen en in -de woningen der zieken zelf en in het algemeen door allen in te prenten het begrip van onderdanigheid en eerbied jegens de overheid, bezorgd als wij waren voor de grootheid en het aanzien van ons vaderland; wij hebben altijd het volk van Toledo liefgehad en die liefde was we- derkeerig; 3o. dat zij zich thans, onderworpen als ze zijn aan de gestelde overheid, genood zaakt zien, om afscheid te nemen, en hun kerk, hun huis en hun goederen verlaten; maar dat afscheid en dat achterlaten zijn niet vrijwillig, en bijgevolg doen zij geen afstand van de rechten, die zij als zonen en vertegenwoordigers der Katholieke Kerk, als burgers, en als leden van een vettig gevormde gemeenschap, thans en in de toekomst bezitten rechten, die hun verleend zijn door de wetten van dit land; en 4o. dat zij hun hartelijken dank uit- spreken jegens de stad Toledo voor de be wijzen van genegenheid en eerbied, die zij sltijd van haar ontvangen hebben, meer in hef bijzonder van de waardige overheden, zoowel kerkelijke als burgerlijke en mili taire, waarmee zij op de meest hartelijke wijze hebben omgegaan; en voorts aan hun vele weldoeners, voor al de weldaden die zij van hen ontvangen hebben; en aan hun ontelbare en dierbare vrienden in deze stad die wij allen uit naam van God zegenen." Roerend ook was het afscheid, dat deze week plaats vond op het college van O. L. Vr. „del Recuerdo" te Chamartin de la Rosa, in de onmiddellijke nabijheid van Madrid. Daar waren in den vroegen mor gen samengekomen de leerlingen, voorma lige studenten, en hun familieleden, om afscheid te nemen van hen, die tot dusver de meesters en opvoeders van zoovelen ge weest waren. Na de H. Mis, waaronder al len tot de H. Tafel naderden, richtte pa ter Martinez diep ontroerd het woord tot zijn leerlingen, en wekte hen op, dt zij, nu men misschien voor altijd afscheid ging nemen, hun heele leven zouden blijven in richten naar de deugden, die zij hier ge leerd hadden, en toch nooit deze muren zouden vergeten, waarbinnen zij tezamen geleefd hadden, en zich altijd zouden her inneren de spreuk, die op het portaal bij de trap te lezen stond: „Onder uw heili gen mantel heeft mijn moeder mij bevolen" Nadat de zegen gegeven was, en men voor het laatst den lofzang ter eere van de H. Maagd gezongen had, verlieten allen diep onder den indruk de kapel, terwijl velen hun tranen niet konden bedwingen. In het college van de „Onbevlekte Ont vangenis" te Madrid had eenzelfde plech tigheid plaats. Zonder dat een bijzondere uitnoodiging verzonden was, hadden alle leerlingen, en tal van voormalige studen ten, zich in de kapel vereenigd. Ook hier werd een plechtig H. Mis opgedragen, en de H. Communie aan honderden leerlingen en oud-leerlingen uitgereikt. Het was één getuigenis van katholiek geloof, en van aanhankelijkheid en dankbaarheid jegens de paters, die gedurende meer dan een kwart-eeuw in dit college hun werk van beschaving en opvoeding hebben verricht. Een der paters nam minzaam afscheid van zijn leerlingen in dezer voege: „vandaag hoeven we de lijst niet af te roepen jul lie bent er allemaal er is niemand af wezig!" Intusschen reizen regeeringsambtenaren rond, om de nu verlaten ooileges aan hun nieuwe bestemming en bezetting te doen beantwoorden. En niet zelden staan zij voor de grootste moeilijkheden. Daar is bijvoorbeeld de Upiversiteit van Bilbao, waar de regeering thans ontzettend mee aan het tobben is. Er is een commissie be noemd, die propaganda moet maken voor de „neutrale" universiteit, die in het ge bouw van de katholieke zal worden inge richt. De gelegenheid tot inschrijving van leerlingen is geopend. En men zal het een week afwachten. Kan men in dien tijd 50 pet. bijeen krijgen van het aantal stu denten, die vroeger de universiteit bezoch ten, dan zal de regeering de faculteit CONTINGENTEERING CONFECTIE- ARTIKELEN. Wijziging en aanvulling der Kon. Besluiten van 5 dezer. Verschenen zijn een drietal Kon. Beslui ten tot wijziging en aanvulling der beslui ten van 5 Februari j.l., nos. 3, 4 en 5, re gelende de contingenteering van wollen stoffen, confectie-artikelen en tricotage. Het eerste der thans verschenen Kon. Besluiten betreft de wijziging en aanvulling van het Kon. Besluit No. 4 vaa 5 Februari j.l., waarbij gedurende het tijdvak van 1 Februari j.l. tot en me 1 Mei aj. verboden werd de invoer uit ieder land van manufac turen, stoffen en weefsels van wol of van halfwol, voor zoover deze meer bedraagt dan 62.5 pet. van hetgeen gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 van die goederen is ingevoerd, bere kend naar de waarde dier goederen. De thans afgekondigde wijziging be treft allereerst art .2 van dit besluit, dat thans als volgt moet worden gelezen: Artikel 2. 1. Met ingang van den dag, waarop dit besluit in werking treedt, zal de invoer der in het vorig artikel bedoelde goederen slechts zijn toegestaan, indien daarbij wordt overgelegd een daartoe door of van wege onzen minister af te geven vergun ning. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet bij den invoer van de in dit besluit ge noemde goederen wordt aangetoond, dat zij vóór een nader door onzen minister te bepalen datum ten rechtstreekschen uit voer naar Nederland zijn verzonden. 3. Vergunningen, bedoelde in het eer ste lid, worden slechts verstrekt aan hem, wiens handelszaak in het Handelsregister is ingeschreven en die blijkens deze in schrijving mede het bedrijf van importeur van de in dit besluit genoemde goederen uitoefent en tot een hoeveelheid, in totaal in waarde gelijkstaande aan ten minste 55 ten hoogste 62.5 ten honderd van het gemiddelde der door hem gedurende het het vorig artikel genoemde tijdvak der en 1928, 1929, 1930 ingevoerde hoeveel heid, naar de waarde berekend. 4. De waarde van de in dit besluit genoemde goederen, ingevoerd door den in het derde lid bedoelden importeur van 1 Febr. af tot op den datum van inwerking treding van dit besluit, alsmede de waarde der in dit besluit genoemde goederen, in het tweede lid bedoeld, strekt in minde ring van de totale waarde, vastgesteld in gevolge het derde lid van dit artikel. Voorts moet artikel 3, lid 1, van het hier genoemde besluit worden gelezen als volgt: 3. Hij, die de in dit besluit genoemde goederen wenscht in te voeren, dient daar toe eene door hem zelf of door zijn ge machtigde onderteekende schriftelijke aan vrage om vergunning in bij Onzen Minis ter, houdende opgave van de totale waarde op welke hij overeenkomstig het bepaalde in het derde lid van het vorig artikel aan spraak kan maken, de soort en het land van herkomst de in te voeren goederen, de waarde der gedurende het in het vorig ar tikel genoemde tijdvak der jaren 1928, 1929 en 1930 door hem ingevoerde goederen, zoomede van de waarde der ingevolge het twede lid van het vorig artikel ingevoerde goederen. Artikel 5 van het besluit van 5 Febr. wordt vervangen door een nieuw artikel, luidende: 1. Indien de aanvrage daartoe aanlei ding geeft, wordt daarop voor het in arti kel 1 genoemde tijdvak door of namens Onzen Minister een toewijzing verleend, gesteld ten name van den aanvrager. 2. Op vertoon van een toewijzing, als bedoeld in het vorig lid, worden vanwege Onzen Minister schriftelijke vergunningen op naam van den houder van de toewijzing verleend, waarbij telkens op de toewijzing het bedrag, waarvoor vergunning wordt verleend, wordt afgeschreven; indien het Dit nummer bestaat uit drie bladen VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Rede van onzen minister van buitenland- sche zaken op de Ontwapeningsconferentie. (Buitenl., 2de blad). Hindenburg stelt zich opnieuw beschik baar voor het rijkspraesidium. (Buitenl., 2de blad). BINNENLAND. De onderhandelingen in de Kleeding- industrie. (late blad). Wijziging in de contingenteeringsbeslui- ten. (lste blad). Te Amsterdam is een maker van valsche rijksdaalders gearresteerd. (Gem. Ber., 3de blad). Bij een vechtpartij te Amsterdam werden twee agenten en een burger gewond. (Gem. Ber., 3de blad). Verscheidene ernstige verkeersongeluk ken. (Gem. Ber., 3de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Wat de pers van den wedstrijd Neder land—België zegt. (Sport, 2de blad). BRIEF VAN ONZEN COR RESPONDENT IN SPANJE Bladz. 1 EEN ONDERHOUD MET MUSSOLINI Bladz. 2 der rechtsgeleerdheid oprichten! Alleen dezeI De sommen, die voor een en ander noo- dig zijn, zullen, over het geheele land ver over de in beslag genomen „rijkdommen" der Jezuieten heengaan. Maar er is reeds een heerlijk wetsontwerp betreffende en kele nieuwe belastingen! Intusschen blijft de peseta dalen, en groeit het ontzettend leger van bedelaars, die men hier in iedere straat, bij iedere kerk, in elk station van spoor of metro, bij tweeën of drieën tege lijk aantreft moeders met zuigelingen, vaders met twee of drie kinderen onge- lukkigen, die geen armen of geen beenen meer hebben, en hun lichamelijke gebreken dikwijls op stootende wijze aan de voorbij gangers vertoonen. totale bedrag is bereikt, wordt de toewij zing ingehouden. 3. Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat hij, aan wien een toewijzing is ver leend, gehouden is deze, voor zoover zij niet reeds ingevolge het eerste lid van dit arti kel op de toewijzing gestelden termijn, aan hem in te zenden. 4. Het model van de toewijzing, alsme de dat van de vergunning, wordt door On zen Minister vastgesteld. In art. 6 van het oude besluit, luidende: Ter bestrijding van kosten, aan de uit voering van dit besluit verbonden, wordt bij de afgifte van de vergunning een door Onzen Minister te bepalen bedrag geheven van ten hoogste 2 ten honderd van de bij den invoer te declareeren waarde, njet een minimum van 2.50 per zending, vervallen deze. Wijzigingen en aanvullingen van gelijke strekking zijn getroffen ten aanzien vdn het Kon. Besluit van 5 Febr. j.l., No. 3, re gelend de contingenteering van den invoer uit ieder land van bovenkleoding en onder- kleeding, geheel gebreid of uit tricotstof vervaardigd, zonder rubber (geen kousen of sokken) alsmede ten aanzien van het Kon. besluit No. 5 van 5 dezer, strekkende tot regeling der contingenteering van den invoer 'uit ieder land van: a. bovenkleeding voor man nen en jongens, vrouwen, meisjes en kleine kinderen, geen gebreide en tricotgoederen en niet vervaardigd van weefsels met caoutchouc en b. bovenkleeding, vervaar digd van weefsels met caoutchouc; De hier vermelde wijzigingen en aan vullingen treden met ingang van heden in werking. UIT DE R. K. STAATSPARTIJ. Het Partijbestuur heeft de navolgende drie sprekers bereid gevonden om op de a.s. Amerfoortsche Politieke Bijeenkomst het onderwerp: „Wat beteekent hot parle mentaire stelsel nu en in de toekomst voor het welzijn van het Nederlandsche Volk?", in te leiden: Prof. Mr. Dr. J. J. van der Grinten, Hoogleeraar in het Staatsrecht a. d. Katholieke Universiteit te Nijmegen; M. J. M. van Poll, Lid van de Tweede Ka- mr der Staten-Generaal te Helmond en A. J. M. val Dal, doct.s in de Nederland sche letteren te Nijmegen. De data der a.s. Partijraadsvergadering, welke te Nijmegen wordt gehouden, zijn thans definitief bepaald op 27 en 28 Mei 1932. De agenda zal later worden bekend. CRISIS EN GEMEENTEBEDRIJVEN Te Amsterdam blijft het met de tram slecht gaan. Over Januari leverde zij *ti ver lies op van f 95.000. Ook het gasbedrijf on dergaat den invloed der tijdsomstandighe den. Over Januari was de opbrengst 8 pCt. lager; over Februari vreest men een achteruitgang van 20 pCt. En het e'ectrici- teitsbedrijf vertoont ok al een ongunstig beeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1