23ste Jaargang
MAANDAG 15 FEBRUARI 1932
No. 7127
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
MADRIDS BISSCHOP OVER
SPANJES HEDEN EN TOEKOMST
KERKNIEUWS
DE VEELBESPROKEN GEBEURTENIS
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal
Franoo per post f2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regeL
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ea
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
V Kamerleden van de eigen
partij.
Het „Volk" had. een beschouwing gehou
den over cumulatie van pensioenen en non-
activiteitstractementen met het Kamerlid
maatschap.
De „Avondpost" reageerde daarop met
de vraag: „Waarom geven de betrokken so
cialistische Kamerleden niet vrijwillig het
goede voorbeeld?" Het liberale blad herin-
nrde er aan, dat het reeds meermalen op
denzelfden „wantoestand" gewezen heeft.
Hierop weet het „Volk" op zijn beurt
weer te zeggen:
„Waarom geven dan echter de liberale
Kamerleden niet vrijwillig het goede voor
beeld? Op den weg van het liberale blad
het het veeleer gelegen dit te vragen.
Waarom geeft b.v. het liberale Eerste-
Ka-merlid Fock niet vrijwillig het voorbeeld
door niet langer tegelijk zijn pensioen als
Kamerlid, minister en gouverneur-generaal
te innen? Waarom niet? Om dezelfde re
den, waarom ook zeer vermogende leden
van Tweede Kamer, gemeenteraden, Baad
van State enz. hun vergoeding, presentie
geld, salaris enz. plegen te innen. Omdat,
gelijk wij reeds schreven, 't euvel niet in de
personen, doch in de wet ligt. Omdat elke
critiek op personen in dezen de aandacht
slechts van den wettelijken misstand af
leidt en als gevolg zou hebben, dat slechts
op de vertegenwoordigers van één enkele
partij druk uitgeoefend zou worden en de
vertegenwoordigres van andere partijen in
hun vuistje lachen".
Zóó draait men genoegelijk om de kwes
tie heen; en 't blijft, zooals het is
Men kan niet alléén in de socialisti
sche perswel 'ns constateeren, dat Ka
merleden van de eigen partij, bij een pers
beschouwing over een of andere verkeer
den toestand in de politiek, heel erg worden
ontzien.
Zoo hier weer in het „Volk".
Als het blad nu die bedoelden toestand
van cumulatie werkelijk verkeerd vindt
en deze meening kan oi. ongetwijfeld heel
goed gemotiveerd wordenwaarom dan
niet aan de vertegenwoordigers der partij
in de Tweede Kamer, gevraagd, desge-
wenscht „gevraagd" met aandrang, om te
trachten, op welke wijze dan ook, daarin
wijziging en verbetering te brengen?
Waarom niet?
Omdat enkele vertegenwoordigers, die
zelf profiteeren van dien verkeerden toe
stand, dan boos op hün blad zouden wor
den Zóó alleen kunnen wij de houding van
het „Volk" verklaren.
V Dwang is nöodig.
Naar aanleiding van de verwerping van
de pachtregeling in de Eerste Kamer
schrijft mr. Marchant o.m. in de „Vrijzinnig
Democraat":
Wat ons trof in sommige senatoriale
redevoeringen was ook dit, dat men
een beroep hoorde doen op de voor
beeldige verhouding tusschen hun zelf
zeer goed bekende eigenaren en der
zei ver pachtboeren. Wij nemen gaarne
aan, dat het beroep terecht werd ge
daan. Maar als dit zoo was, dan zal bij
zoodanige verhouding een dwingende
regeling overbodig blijken en zullen de
geschillen in der minne tot een oplos
sing komen. De keeren moeten toch be
denken, dat sociale wetgeving noodig
is niet voor de voorbeeldigen, die zon
der dwang handelen naar de eischen
der redelijkheid, doch voor hen, die on
redelijk gewin zoeken,'en die zijn er
ook. In een volmaakte samenleving is
dwingende wetgeving overbodig.
In deze bezwaren lag derhalve gee
nerlei grond om wetsontwerpen, die in
de Tweede Kamer na ampele beraads-
slaging met groote meerderheid waren
aanvaard, af t® wijzen alsof zij roode
smokkelwaar inhielden.
Wat de heer Marchant hier schrijft is vol
komen juist.
In onzen kring hoorden wij veel en hoo-
ren we ook nu nog wel 'ns de opmerking,
dat het vroeger toen al die sociale wet-
Onze bijzondere Spaansche
correspondent heelt een on
derhoud gehad met den Bis
schop van Madrid Alcala.
EEN PERIODE VAN
LOUTERING.
MADRID, 7 Febr. 1932.
Als ti den Bisschop deze week nog
wilt spreken, dan moet u er vlug bij wezen,
kwam mijn gedienstige Spaansche vriend
en collega mij vertellen. Hij gaat vanavond
op reis, en is zeker niet vóór Dinsdag te
rug. En vandaag is het juist zijn ontvang
dag.
Dat liet ik me geen twee keer zeggen.
Yoor het Dinsdag was, kon er al zooveel
gebeurd zijn bijvoorbeeld, dat ik aan den
anderen kant van de grens gezet werd,
vooral als ze in de gaten kregen, dat ik
nagenoeg iederen dag van hier een brief
naar Holland heb gestuurd (van bevoegde
zijde is me al eens gevraagd, wat ik hier
eigenlijk kwam doen)!
Een kwartier later was ik op het Bis
schoppelijk Paleis. Er waren er heel wat,
die vandaag vóór mij de ruime trappen
waren opgestegen, en thans in de eenvou
dige antichambre zaten te wachten. Maar
aan alles komt een eind en een uur later
kwam ik aan de beurt.
De audiëntie gaat daar zóó. Van de anti
chambre uit heeft men het gezicht op een
tweede zaal zit Monseigneur met zijn be
zen deuren gewoonlijk openstaan. In die
twede zaal zit Monstigneur met zijn be
zoeker. Is hij met dezen klaar, dan komt
hij met hem naar den ingang van de anti
chambre, bezoeker no. 1 verdwijnt, en no.
2 begeeft zich met Monseigneur weer in de
zaal. Monseigneur neemt plaats op een
stoel, en zijn bezoeker op een canapé.
U komt toch niet over politiek spre
ken? was Monseigneurs eerste vraag, na de
begroetting.
Zeker niet, Monseigneur. Ik zou alleen
graag wat van U hooren over het kerke
lijk leven in deze plaats, en wat daar a]
zoo mee samenhangt.
Bij deze woorden overhandigde ik mijn
hoogwaardigen Gastheer mijn kaart, met
begeleidend schrijven. Ik sloeg hem gade,
terwijl bij las. Ik had mij aanstonds aan
getrokken gevoeld door het goedige, echt
Zuidelijk, en tevens echt priesterlijke voor
komen van dezen prelaat. Toen hij gereed
was met lezen, klaarde zijn gezicht geheel
en al op. Hij zag het woord „college" staan,
dat ergens in den brief voorkwam, en zei:
Schrijft men dat bij u als regel met
een c, niet met een k?
Die vraag verwonderde mij niet. Mgr.
Dr. Eijlo y Garay, bisschop van Madrid-
Alcala, interesseert zich voor taalkundige
vraagstukken.
Als regel met een c, antwoordde ik.
Maar verscheldenen schrijven toch ook wel
een k. Dat is* wat meer modern.
Deze tijd is ietwat „modernista", zei
Mgr. schertsend.
Zou U mij misschien iets willen ver
tellen over het godsdienstig leven in deze
stad? vroeg ik nu. Hoe staat het met het
kerkbezoek?
Werkelijk goed. Ik zeg u de volle
waarheid heel wat beter, dan het vóór
deze moeilijke dagen geweest is.
Men kan dus zeggen, dat het niet al
leen vrouwen zijn, die in de Mis komen?
Zeker niet! En het aantal Communies
is zelfs groot te noemen.
De huwelijken worden dus ook kerke
lijk gesloten?
Nog niet één percent buiten de kerk.
En de kerkelijke begrafenis?
Wordt door 99 pet. beslist verlangd.
Men kan dus veilig aannemen, dat het
godsdienstig leven er niet op achteruit is
gegaan?
Integendeel. (Mgr. werd geestdriftig).
O, u moest eens weten, hoe de menschen
naar de kerk stroomen. Ook de man
nen, hoort u? Waarom? Omdat zij voelen,
dat hun Moeder is aangetast. Want in zijn
hart is dit volk innig Katholiek, al was het
tot dusver in zijn uitingen lauw. Ik heb
zelf meegemaakt, hoe iemand, die jarenlang
niet meer naar de kerk was geweest, en
zelfs de noodzakelijkste gebeden was verge
ten, met een ander meekwam, en tot hem
zeide: „Ik ben alles vergeten, maar zeg
me het „Salve, Eegina'' voor, dan zal ik
het herhalen". Het „Salve, Eegina" dat
is een gebed., dat iedere Spanjaard kent»!
En dan de jeugd. Het is een lust, om te
zien, hoe die zich nu organiseert. Ik zeg
u de waarheid!
Hoe is het toch mogelijk, dat slechts
enkelen aan de rest van het volk hun wil
kunnen opleggen? Is de macht der Loge
zóó vérstrekkend in dit land?
Helaas, ja. En toch zijn niet alle vrij
metselaars even groote vijanden van deu
godsdienst. Ik heb zelf menschen bij me
gehad, die zeiden: „Ik ben vrijmetselaar,
maar, dèt, wat nu gebeurt, gaat te ver".
Maar die vrijmetselaars zijn stellig
in de minderheid?
Natuurlijk. U moet ook wel beden
ken, dat tijdens de dictatuur van Primo de
Rivera de Loge zich geweldig heeft ontwik
keld, bij wijze van reactie, in het geheim,
tot zij de kans schoon zag.
Hoe is de houding van de Regeering
tegenover U persoonlijk?
Mgr. glimlachte.
Wij, bisschoppen, bestaan voor haar
niet, zei hij sarcastisch.
Monseigneur, wat U mij gezegd hebt,
en in het algemeen de indrukken, die ik
in dit land heb opgedaan, doen mij vermoe
den, dat de Katholieke zaak er niet zoo
slecht voorstaat, als men op het eerste ge-
zich zou zeggen.
Zoo is het inderdaad. Nog eens: wan
neer de Kerk wordt aangetast, voelt iedere
rechtgeaarde Spanjaard dat als een belee-
diging van zich zelf. Wij maken hier een
tijd van loutering door, waaruit wij met
Gods hulp als een andere gemeenschap te
voorschijn zullen komen.
Nog geruimen tijd, nadat ik van dezen
waardigen kerkvorst afscheid had geno
men, dacht ik over zijn woorden na. Ja,
werkelijk, de Spanjaard heeft een ontzet
tend geduld. Het vuur moet hem na aan
de schenen gelegd worden, vóór hij in actie
komt. Maar dan als hij ontwaakt! De
Spanjaard is ook een mensch van uitersten
hij kan heel plotseling doen en dan
gaat het er, wat men noemt, een beetje
naar toe....
ten er niet waren heel veel beter was, en
men wijst dan naar bepaalde verhoudingen,
die werkelijk goed waren en waarin de so-
siale wetgeving eerder verslechtering dan
verbetering heeft gebracht.
Maar den vergeet men hierbij, dat er
naast die bepaalde inderdaad: goede en
zelfs uitstekende verhoudingen véél meer
wantoestanden bestonden, die riepen en
schreeuwden om een verbetering, welke niet
zonder den dwang van de wetgeving kon
worden bereikt!
Mr. Marchant zegt dat in wat wij hier ei-
teeren heel goed.
MGR. LEMMENS.
Naar de „Msb." verneemt, heeft de
benoemde coadjutor van het bisdom
Roermond Mgr. J. H. G. Lemmens aan
de edelsmeden Brom te Utrecht op
dracht gegeven tot 'het ontwerpen van
Zijn bisschoppelijk wapen.
Dit zal bestaan uit één veld in wit en
blauw. Terwijl beneden wordt weergege
ven een woelige zee, schittert boven een
witte ster. In deze voorstelling is weer
gegeven het devies dat Monseigneur zich
gekozen heeft: „Stella Duce" onder lei
ding van de Ster.
Een en ander duidt op de onrustige,
woelige tijden waarin we leven en meer
in 't bijzonder op den toestand in Lim
burg, waar vreemde elementen hun in
vloed meer willen doen gelden en werken
op geloofsverflauwing en afval, stoken
van tweedracht onder het Katholieke
volk en het zaaien van ontevredenheid
in het industrieele gebied.
Maria, de Sterre der Zee, die in Maas
tricht, waar Mgr. Lemmens eenige jaren
als kapelaan in de St. Mathiasparochie
is werkzaam geweest, in het bijzonder
vereerd wordt, zal de Leidsvrouwe zijn
van den Bisschop bij het bestuur van
zijn diocees in deze moeilijke tijden.
De consecratie van Mgr. Lemmens tot
bisschop zal hoogstwaarschijnlijk plaats
hebben op 19 Maart, St. Jozefsdag, in de
kathedrale kerk van St. Ohristoffel te
Roermond.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De Memelkwestie voor den Volken
bondsraad. (Buitenl. 2e blad).
De toestand in Sjanghai wordt voort
durend ernstiger (Buitenl. 2de blad).
Een vlieger, die in de lucht ver
dwaalde. (Luchtvaart).
BINNENLAND.
IJs-ongelukken op tal van plaatsen.
Elf personen verdronken, waaronder twee
redders. (Gem. Ber. 3de blad).
Overal brandt het. (Gem. Ber. 3de
blad).
Meisje door den electrischen stroom
gedood. (Gem. Ber. 3de blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Nederland verliest den landen-voetbal-
wedstrijd tegen België. (2de blad).
De Olympische Winterspelen te Lake
Placid. De sluiting. Heden de laat
ste wedsrtijden. (2de blad).
Pijnenburg wint den Zesdaagsche te
Chicago. (2de blad).
ONZE ROMEINSCHE MEDE
WERKER SCHRIJFT OVER
HET BEZOEK VAN MUSSO
LINI AAN DEN PAUSBladz. 1
ONZE CORRESPONDENT TE
MADRID HEEFT EEN ON
DERHOUD GEHAD MET
DEN BISSCHOP ALDAAR Bladz. 1
DE BETEEKENIS VAN MUSSOLINI'S BEZOEK
AAN DEN PAUS.
(Van onzen Romeinschen Correspondent).
ROME, 11 Februari.
Waar nu al bijna drie jaar over gespro
ken was en wat op het laatst haast nie
mand meer wilde gelooven is nu toch be
waarheid geworden: Mussolini heeft een
plechtig bezoek aan den Paus gebracht.
Vanmorgen vroeg was het in de buurt van
het Yaticaan al te zien, dat er iets bijzon
ders ging gebeuren, er begonnen al men
schen rond te wandelen, van die heeren
met bolhoedjes en stemmige regenjassen,
aan wie je toch direct kunt zien, dat ze
deel "uitmaken van het uitgebreide leger
der „stille agenten", dat bij dergelijke ge
legenheden haast een talrijker toesohou-
werspubliek vormt dan de gewone toe
schouwers.
Maar ook de politie van de Vaticaanstad
was terdege op haar hoede, de Sint Pieter
bleef gesloten en werd gedurende den mor
gen tot in de uiterste hoekjes doorzocht, of
er misschien niet weer een helsche machi
ne verborgen was, die om een uur of twaalf
zou moeten ontploffen.
Tegen den bepaalden tijd kwamen van
alle kanten al belangstellenden aan, die
ten minste een glimp van de groote ge
beurtenissen wilden opvangen, maar de
politie was niet te vermurwen.
„Heeren, doorloopen" klonk het in de
straten die naar de Sint Pieter voeren. We
keken om en achter ons stond zoo'n voor
noemde heer in bolhoed en stemmige re
genpas. We gingen verder en beproefden
ons geluk, door ons bescheiden bij een zuil
aan de rand van het Sint Pietersplein op
te stellen. Maar nauwelijks stonden we er
of weer stapte een der talrijk aanwezige
„stemmige" heeren op ons af met de aan
maning tooh vooral te maken, dat we weg
kwamen. En op alle punten, vanwaar men
ten minste een schaduw van des Duee's
auto zou kunnen zien klonken dezelfde ver
maningen, zoodat menigeen van de in
groote getale opgekomen buibenlandsche
studenten de hoop maar opgaf, om in zijn
vaderland nog eene te kunnen vertellen, dat
hij Mussolini heel goed en van heel dicht
bij gezien had. Kortom het deed in alles
terugdenken aan drie jaar geleden, toen
het weer even koud en de regen even nat
was en toen ook een paar honderd studen
ten voor het paleis van St. Jan van Late-
ranen stonden te wachten, om de sluiting
van de vrede mee te maken, en na drie
uur wachten ook niets anders te zien kre
gen, dan een vergezicht op de auto van den
Duce, die heel hard wegreed.
De audiëntie.
Om half elf arriveerden de auto's van
Mussolini en zijn gevolg aan de grens van
de Vaticaansche stad, waar een afdeeling
van de Zwitsersche garde in groot tenue
gereed stond, en eenige auto's met Pause
lijke hofdignitarissen de stoet voorgingen
tot het „Cortile San Damaso". Hier werd
Mussolini verwelkomd door de comman
danten van de Pauselijke corpsen, en begal
men zich te voet langs de „Scala Nobile"
naar de Sala Clementina, terwijl overal
eerewachlen stonden van de pauselijke
gendarmerie en van de Palatijnsche garde,
die bij het voorbijkomen van Mussolini de
wapens presenteerden.
In de Sala Clementina werd de Duce
verwelkomd door Monseigneur Caccia Se
raf ini, de gouverneur van de Vaticaanstae.
Mgr. Caccia Dominioni geleidde den Duce
naar de particuliere bibliotheek van Zijne
Heiligheid, waar gedurende eenige tijd het
particulier onderhoud plaats had tusschen
den Paus en Mussolini.
Na dit onderhoud werd in de kleine
troonzaal het gevolg van den Duce aan den
Paus voorgesteld. Ook het gevolg deed te
rugdenken aan do historische gebeurtenis
sen van drie jaar geleden; er waren de mi
nister van Justitie en diens secretaris, die
beide bij de onderteekening van het ver
drag van Lateranen tegenwoordig waren;
de minister van Buitenlandsche Zaken wae
wegens de conferentie te Genève afwezig en
werd vertegenwoordigd door Zijn secreta
ris. Verder waren er nog de Italiaansche
gezant bij het Vaticaan en de perschef van
den Duce, benevens het personeel van de
ambassade.
Vervolgens begaf de Duce zich naar do
appartementen van Kardinaal Pacclli, den
staatssecretaris, die hem opwachtte, om
ringd door de verschillende ohefs van do
staatssecretarie. Ook hier had Mussolini
een langdurig onderhoud met den kardi
naal in diens particuliere vertrekkn.
Na dit onderhoud begaf de plechtige
stoet zich door de zalen en loggia's van het
Vaticaan, waar Mussolini de heerlijke
meesterwerken van de schilderkunst be
wonderde, naar de Sint Pieter, waar Mgr.
Pellizo met twee andere bisschoppen ter
begroeting aanwezig waren. Hier bracht
Mussolini eenigen tijd in gebed door voor
het Sacramentsaltaar en voor het graf
van den H. Apostel Petrus, en verliet daar
na door de sacristie langs de „scala Bras-
chi", die eigenlijk alleen voor vorston be
stemd is, de basiliek.
Met vorstelijke waardigheid.
Zooals men ziet, heeft het bezoek een
buitengewoon plechtig karakter gedragen,
en het protocol, waarmee anders eerste
ministers ontvangen worden is voor deze
gelegenheid verrijkt met bijzondere dis
tincties, zoodat het bezoek haast een vor
stelijk karakter kreeg. Deze distincties zijn
in acht genomen omdat Mussolini, met
Paus Pius XI de bewerker van het verdrag
van Lateranen geweest is. Naar wij echter
uit goede bron vernamen, is juist de kwes
tie, met welk protocol de Duce ontvangen
moest worden al sinds September het on
derwerp van langdurig© onderhandelingen
geweest.
De Paus der verzoening.
Het bezoek van Mussolini aan den Paus,
op den vooravond van den tienden verjaar
dag van de Pauskroning, kan als een tref
fende samenvatting van heel 't tienjarige
pontificaat van Pius XI opgevat worden.
De latere kerkgeschiedenis zal weliswaar
den tegenwoordigen Paus meerdere eere-
titels geven, maar vóór alles komt aan
dezen Paus de eer toe, dat hij tegen Italië
verzaakte aan de eisch van de wereldlijke
macht, en Italië weer met de Katholieke
Kerk verzoende. Toen Pius XI den zesden
Februari 1922, aanstonds na zijn keuze,
voor het eerst sinds 1870 vanaf het buiten
balkon van Sint Pieter, „Urbi et Orbi" aan
Rome, Italië en de wereld zijn eerste Paus-