STADSNIEUWS
DE 357STE VERJAARDAG DER
LEIDSCHE UNIVERSITEIT
UIT DE RIJNSTREEK
MAANDAG 8 FEBRUARI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 11
PROV. BOND VAN GEITENFOKVER. IN
ZUID-HOLLAND.
Vijftiende jaarvergadering.
Vrijdag hield bovengenoemde Bond in
oen der zalen van ,.Zomerzorg" haar 15e
jaarvergadering. De belangstelling was
zeer goed: vrijwel alle afdeelingen waren
vertegenwoordigd. Ook de weleerw. Bonds
adviseur, Kap. A. Verhaar van Hillegom
was aanwezig.
Te ruim 11 uur opende de Bondsvoor
zitter, de heer W. Mesman, de vergade
ring met den chr. groet en een woord van
hartelijk welkom, in het bijzonder gericht
tot den Bondsadviseur. Spr. vestigt er de
aandacht op, dat het de ernstige wenseh
is van den Bisschop, dat ook de R. K.
Geitenhouders zicfh in den Roomschen
Bond organiseeren, welke plicht nog lang
niet tot allen is doorgedrongen.
Na nog een korte beschouwing ver
krijgt de Bondssecretaris, de heer C. Joh.
Bakker Jzn., het woord, tot het lezen der
notulen, welke onder dank voor de juiste
weergave worden goedgekeurd.
Het jaarverslag was mede punctueel
verzorgd. Het legde den vinger op de
wondeplekken, maar wees evenzeer op
de talrijke lichtpunten. De verhouding
tot den Collegabond is uiterst vriend
schappelijk, de Regelingscommissie werkt
met succes.
Vervolgens wordt een uitgebreid verslag
uitgebracht van de Jaarvergadering der
Ned. Commissie voor de Geitenfokkerij,
gehouden te Utrecht en door den Bonds
secretaris bijgewoond. Ook hiervoor werd
dank gebracht.
Ingekomen was een schrijven der Afd.
Voorhout, waarin dank gebracht werd aan
het Dag. Bestuur voor hetgeen dit en
de Bondssecretaris in het bijzonder ge
daan heeft om van die gemeente subsidie
voor de afdeeling te erlangen. De houding
van den Burgemeester en van de meer
derheid des raads werd openlijk afge
keurd.
Vervolgens werd door den heer G.
Hendriks te Vijfhuizen, mede namens den
heer L. Kapiteijn te Lisse, verklaard, dat
alles correct was bevonden, weshalve zij
adviseerden den functionaris te déchar-
geeren. Nadat de voorzitter dank ge
bracht had aan de commissieleden werd
de penningmeester onder dank voor hét
gevoerde beheer gedéchargeerd. Deze
ging vervolgens de diverse posten van
ontvangsten en uitgaven na en gaf ver
klarende inlichtingen; het tekort over het
afgesloten boekjaar bedraagt 425.96,
hetwelk vermoedelijk uit* de Provinciale
fondsen zal worden vergoed.
In de vacature L. Kapiteijn, die wegens
drukke werkzaamheden als Bondscommis-
saris had bedankt, werd gekozen de heer
L. Borst te Voorhout, die de benoeming
aanvaardt.
Hierna nam de Bondsadviseur het
woord. Hij wees erop, dat de Bondssecre
taris reeds veel naar voren bracht, van
hetgeen hij had willen 'zeggen. Nadrukke
lijk legde hij vast, dat de R. K. Geiten-
houders zich in dezen Bond behooren te
organiseeren om het principe, niet om de
geit. Dit laatste zou eenvoudig dwaasheid
zijn. De plicht zich Katholiek te organi
seeren geldt voor alle categorieën van
personen. Het is trouwens vanzelfspre
kend. Vervolgens geeft zijneerw. nog vele
practische wenken, om de afdeelingen tot
bloei te brengen.
Na een pauze bracht de heer I. den
Haan, directeur-administrateur der
Onderl. Verzekering „De Geit" een hoogst
sympathiek verslag uit over de werking
der organisatie en het beheer. De kas
sluit met een batig saldo van f 24.14. Daar
de bescheiden door heeren Commissaris
sen reeds waren nagezien en voor accoord
geteekend, bracht de voorz. den heer den
Haan hartelijk dank voor de werkzaam
heden, zoo belangeloos verricht.
De begrooting in ontvangsten en uitga
ven geraamd op 1146.10 wordt na am
pele bespreking vastgesteld.
Conform het prae-advies van het Hoofd
bestuur worden de Dekgelden bepaald op
30 cent per gedekte geit, De contributie
op 25 cent per lid. Vervolgens wordt be
sloten de aanvulling van mannelijk fok-
materiaal te betrekken van den Collega-
Bond,'tenzij uit de afdeelingen gelijk
waardige exemplaren kunnen worden aan
geboden.
Na de rondvraag sloot de voorzitter de
vergadering.
In de Vrijdagavond -te Leiden ge
houden maandelijksche vergadering van
de Maatschappij der Nederlandsche Let
terkunde is dr. F. W. Stapel uit Den
Haag als spreker opgetreden met het on
derwerp: „De Slavernij in Indië tijdens
de Compagnie".
De invloed
der organische
scheikunde
Rede Rector Magnificus
Dr. J. J. BLANKSMA
op de
menschelijke
samenleving.
Zeg, die mevrouw Jansen wordt er
ook niet magerder op.
Ja, de tand des tijds begint aan haar
te knagen.
Ter gelegenheid van den 357sten verjaar-
ilag der Leidsche Universiteit heeft de rec
tor magnificus een rede gehouden over
den Invloed der Organische Scheikunde op
de Menschelijke Samenleving.
Als wij nagaan, aldus prof. Blanksma,
welke de belangrijkste invloeden zijn ge
weest, die de men-schelijke samenleving
gedurende de laatste honderd jaren wijzi
gingen hebben doen ondergaan, dan zijn
het de natuurwetenschappelijke ontdekkin
gen en hare toepassingen.
Daar is het gebruik van stoom en elec-
triciteit door de natuurkunde; de plant
en dierkunde hebben ons verrijkt met on
bekende soorten, rassen en variëteiten; de
aard- en delfstoikunde hebben voor opspo
ring van aardolie, steenkool en ertsen ge
zorgd.
Het onderwerp, waarvoor spr. thans de
aandacht wilde vragen, is de invloed van
de organische scheikunde op de mensche
lijke samenleving.
Voornamelijk op het gebied van klee
ding, voeding en snelverkeer
heeft deze scheikunde groote veranderin
gen teweeg gebracht.
I. Kleeding. Reeds in de oudheid,
bij Egyptenaren, Grieken, Romeinen en
Germanen werd de kleeding gemaakt uit
vezelstoffen van dierlijken of plantaardigen
oorsprong. Het zijn wol en zijüe, afkomstig
van dieren, en linnen, hennep en katoen,
door planten voortgebracht, welke als
kleeding werden gebruikt. Aanvankelijk
in ongekleurüen toestand, werden deze
stoffen bij grootere wei vaart geverfd met
kleurstoffen, uit planten of dieren bereid.
De ontwikkeling van de organische schei
kunde heeft hierin belangrijke wijziging
gebracht; zoowel een deel der gron-ostof,
die als vezelstof voor de kleeding gebruikt
wordt als ook de kleurstoffen, waarmede
deze wordt geverfd, hebben een volkomen
verandering ondergaan. Een eerste voor
beeld daarvan ontleent spr. aan de Leid
sche Lakenindustrie.
Leiden was reeds in de 14e en 15e eeuw
bekend door de Leidsche draperie, waar
door het prachtig geverfde Leidsche Laken
werd geleverd. De grondstof voor doze la
kens was de wol, die geverfd werd door
kleurstoffen van plantaardigen oorsprong.
Twee verfstoffen werden hiervoor in
hoofdzaak gebruikt, n.l. die welke voorko
men in de weede en m de meekrap.
Voor de lakenbereiding is de werkwijze
bij het verven het belangrijkst, het bepaalt
de handelswaarde van de gemaakte goede
ren. Nu bevat de weede een bestanddeel,
dat de indigo levert, die dienst om het La
ken blauw te verven; de meekrap wordt
gebruikt om rood te verven. En zoo waren
er te Leiden twee groepen ververs, die deze
twee verschillende verfstoffen toepasten,
en die in twee afzonderlijke vereenigingen
waren samengebracht, de blauwzieders en
de roodzieders.
De wol, voor de lakens gebruikt, werd
gewasschen en gekamd, daarna tot garen
gesponnen. Aanvankelijk gesohiedde dit
met de hand, later met het spinnewiel.
Vervolgens werd het garen tot laken ge
weven. Hierbij mocht eerst alleen de in
slag met het spinnewiel worden gesponnen,
terwijl later ook de schering of ketting Da
verzet van de handwerkslieden met het
spinnewiel werd gesponnen. Het is merk
waardig, dat reeds m de 14e en 15e eeuw
bij de handwerkers een verzet optreedt te
gen het gebruik van eenvoudige handwerk
tuigen als het spinnewiel en het verrichten
van arbeid door paarden- of windmolens.
Na het weven worden de lakens van vet
en vuil gereinigd en daarna gevold. Dit
geschiedt door de vollers, een groep arbei
ders, die de lakens met voeten treedt,
waardoor het laken aan beiide zijden viit-
achtig wordt, en schering en inslag niet
meerr zichtbaar zijn. Later werd dit ver
vangen door kneden in een paardenvolmo-
len of windmolen'. In 1550 werden de lakens
met voeten getreden, daarna met de paar-
denmoien gevold en na het beleg in 1574
komen ue windmolens in gebruik.
Spr. weidt hierna uit over de verfstof
fen,. welke voor de Leidsohe lakenindustrie
werden gebezigd. De weede of pastel was
vóór het invoeren van de indigo door de
Portugeezen .uit lndië aangevoerd en voor
het eerste hier te lande in gebruik geno
men. Een felle strijd ontstaat nu tusschen
de weedeverbouwers, die zich in hun be
drijf geschaad achten en de handelaren
in indigo over de waarde van de indigo als
verfstof voor de lakenindustrie. Den 14en
April 1580 wordt dan ook een verbod vau
het gerecht te Leiden uitgevaardigd om
met indigo te verven, doch het bleek niet
mogelijk de indigo geheel te weren.
Op het gebruik van de verfstoffen werd
door het stadsbestuur te Leiden streng toe
zicht gehouden; zelfs waren de ververs
verplicht m handen van burgemeesteren
eon eed af te leggen.
Nadat reeds gedurende vele eeuwen in
de lakenindustrie de meekrap en weede
gebruikt waren, kwamen na de ontdekking
van Amerika nieuwe verfstoffen in toepas
sing, zooals campêchehout of provinciehout,
Braziliehout en cochenille. Laatstgenoem
de stof, afkomstig van de schildluis (coc
cus cacti), voorkomend op een Mexicaau
schen caotus, wordt omstreeks 1620 te Lei
den in de ververij ingevoerd.
Wat nu het meeste treft bij deze laken
industrie, dat zijn de van overheidswege
aan de ververs gegeven voorschriften,
waaraan zij zich te houden hebben om niet
beboet te worden en de verplichte geheim
houding van de werkwijze, welke van va
der op zoon wordt overgeleverd. Dit is dan
ook ee: a de oorzaken, waardoor de ver
verij eeu-iffen Lang op dezelfde wijze of met
geringe veranderingen wordt uitgeoefend.
Door de ontwikkeling van de organische
chemie zijn de sedert eeuwen gebriukte
verf method en verlaten: men is er in ge
slaagd de bestanddeelen uit de meekrap
en de weede, welke de grondstof zijn vo<>r
de ververij, af te zonderen en m de la
boratoria kunstmatig op te bouwen, hei
geen spr. nader zijn gehoor uitlegt.
Het scheikundig onderzoek heeft niet al
leen de kleeding gewijzigd door gebruik
van geheel nieuwe kleurstoffen, waarmede
deze wordt geverfd, doch ook de vezelstof
fen hebben een belangrijke verandering
ondergaan. Naast de reeds lang bekende
vezelstoffen: wol, zijde, linnen en katoen,
is gedurende de laatste jaren ©en nieuwe
grondstof voor kleeding in zwang geko
men; het is de kunstmatig gespoten draad
van celstof, die ten onrechte den naain
heeft verkregen van kunstzijde. Zijde toch
is een eiwitachtige stof van dierlijken oor
sprong, de celstof is van de cel wanden van
planten afkomstig en behoort chemischt tut
een geheel andere groep van lichamen, de
koolhydraten oi' suikers.
In vroeger eeuwen zijn reeds pogingen
gedaan om zijde kunstmatig te vervaar
digen en wel door opgeloste eiwitaciitige
stoffen als lijm of hoorn tot kunstdra/den te
maken. Deze pogingen zijn echter mislukt,
omdat de verkregen draden niet tegen de
oplossende werking van water bestand ble
ken te zijn. Eerst gedufende de laatste 25
jaren is het mogelijk geweest op andere
wijze dit doel te bereiken. Men is hierin
geslaagd door celstof op te lossen en door
een fijna opening te spuiten, waardoor e«u
draad ontstaat en deze van het oplosmid
del te bevrijden. De aldus verkregen cel
stofdraden worden daarna gesponnen en
geweven.
Afhankelijk van de bereidingswijze ont
staan vijf verschillende soorten van gespo
ten oelstofdraden of kunstzijden, wat sa
menhangt niet de chemische structuur der
cellulose, n.l. 1 viscose, 2e koperoxyde-am-
moniakcelstof, 3 oelluluse-ether, 4 acetylcel-
lulose en 5 nitrocellulose. Deze vijf veiscml-
lende vormen van cellulosedraad worden
thans gemaakt, wel oen bewijs, dat het in
zicht in de structuur van de glucone en
cellulose noodig is geweest voor de ontwik
keling van de kunsuijde-industrie.
II Voeding. Naast de verandering m
de grondstoffen voor de kleeding heeft de
organische chemie gedurende de laatste
honderd jaren ook de voedselvoorziening
in nieuwe banen geleid.
In de vorige eeuwen moest Europa ge
heel in eigen behoefte aan levensmiddelen
voorzien. Indië leverde in den tijd van
Oost-Indische Compagnie specerijen ais
peper, kruidnagelen en muskaatnoten, doch
geen levensmiddelen. Tegenwoordig wordt
een groot deel van de levensmiddelen, die
in Europa worden verbruikt, zooals gra
nen, vleesch, vetten en suiker, aangevoerd
uit andere werelddeelen. Mede door de
ontwikkeling van de scheikunde, vooral van
chemie der vetten en suikers, heeft de
voortbrenging van deze grondstoffen voor
het levensmiddelenbedrijf zich voor een
belangrijk deel verplaatst naar de tropen.
Ter vergelijking laat spr. een paar voor
beelden volgen van levensmiddelenvoorzie-
ning uit de 17e eeuw en in den tegenwoor-
digen tijd.
Tot de belangrijkste voedingsmiddelen
behooren de vetten, zoodat ook in de 17e
eeuw de voorziening van het vaderland met
vetten een belangrijk vraagstuk was, even
als dit gedurende den wereldoorlog van
19141918 het geval was.
Hoe belangrijk bij de voedselvoorziening
van een land een tekort aan vetten is, zul
len allen zioh herinneren, die m het jaar
1918 den slechten voedingstoestand van de
bevolking in ons land en bij onze naburen
hebben kunnen waarnemen. Vooral het
jaar 1918 heeft zich gekenmerkt door groot
gebrek aan vetten.
Ook gedurende den tachtigjarigen oor
log was het vraagstuk van de voedselvoor
ziening een hoogst gewichtig probleem en
wij zien dam ook mannen als Jan Adriaansz.
Leeghwater, Michiel Adriaansz. de Ruyter
en Hugo de Groot, ieder op zijn wijze, op
treden om de Nederlanden van de noodi-
ge hoeveelheid vetten te voorzien.
Vergelijken we de vetvoorziening van
Europa in de vroegere eeuwen met die van
den tegenwoordigen tijd, dan valt het ons
op, dat daarin thans een zeer belangrijke
verbetering is gekomen.
In de eerste plaats is door de opkomst
van de zuivelindustrie, waardoor de boter
onder deskundige leiding wordt bereid, «ie
hoeveelheid beschikbare natuurboter, wel
ke nog altijd als „het beste vet" geldt, zeer
sterk toegenomen. Maar daarnaast wordt
een groote hoeveelheid spysvetten uit de
heete luchtstreken aangevoerd. Voor de
samenstelling der vetten is echter een meer
uitgebreide kennis der chemie noodig ge
weest dan dit welke men in de 17e eeuw
bezat. En zoo is de toepassing der in «Ie
wetenschappelijke laboratoria verkregen
uitkomsten de als spijsvetten beschikbare
hoeveelheid levensmiddelen zeer sterk toe
genomen.
III. Verkeer. Ook het verkeer is door
de scheikunde sterk beïnvloed en wel door
de ontwikkeling der explosie motoren. Van
18501930 hebben deze werktuigen als
ga©-, benzine- en ruwolie-motoren en groo
te verbetering ondergaan.
Het beginsel,' waarop deze werktuigen
berusten is, dat met een brandstof in een
gesloten ruimte wordt verbrand. Door de
daarbij ontstane warmte worden de ver
brandingsgassen op hooge temperatuur ver
hit. Hierdoor oefenen zij een sterken druk
in de cylinder uit en zijn in staat een zui
ger voort te stuwen, waardoor een bewe
ging ontstaat. Een lang tijdperk van natuur-
en scheikundig onderzoek ia noodig ge
weest voordat met den bouw van deze mo
toren een aanvang kon worden gemaakt.
Hieraan moest voorafgaan de ontdek
king van de zuurstof, waterstof, 9tikstuf,
koolzuur, de koolstof, koolwaterstoffen, de
samenstelling van de luoht, opheldering
van het begrip verbranding, ontleding en
vorming van koolwaterstoffen, evenwicht
tusschen koolstof en waterstof, tusschen-
producten bij de exydatie van koolwater
stoffen tot koolzuur en water, grenzen van
de ontploffing bij gasmengsels, omzetting
van warmte in arbeid en nog meer andere
verschijnselen, van welke kennis bij den
bouw van de ontploffinigswerktuigen ge
bruik is gem«aakt.
Uit deze lange reeks van ontdekkingen
haalt spr ten slotte het voorbeeld aan van
de ontwikkeling der chemie van de gas
sen, welke in de explosie-motoren een rol
vervullen.
Zoo is dan door de ontwikkeling va.n de
scheikunde een samenleving ontstaan van
menschen, die in doorsnee beter gekleed
en gevoed zijn en die zich bovendien 'ge
makkelijker verplaatsen dan in vroeger
eeuwen.
Door het bevorderen van de welvaart
is hel mogelijk ook het geestelijk leven op
hooger peil te brengen en dit is de groot-
sche taak welke aan de Universiteit is
toevertrouwd. Moge ook de Leidsche Uni
versiteit haar deel hiertoe bijdragen en
daardoor haar al ouden roem op schitteren
de wijze handhaven.
Ondersteuningfonds bij ziekte. Op de
groote bovenzaal van het. Hotel „De Witte
Zwaan1' hield het „Ondersteuningsfonds bij
Ziekte" Zaterdagavond zijn 35e Jaarverga
dering met een tamelijke opkomst.
Wegens ongesteldheid van den voorzitter,
den heer L. Onderwater, presideerde de
heer R. H. C. Tromp. Deze riep allen het
welkom toe en wees er op dat het afgeloo-
pen boekjaar uil finanfcieel oogpunt voor
het fonds een slecht jaar is geweest en wij
de reserve, hebben moeten aansnreken. Op
de notulen waren geen aanmerkingen.
Alsnu was het woord aan den penning
meester. den heer L. Kapiteijn. De voor
zitter zeide het reeds, diens verslag kon
niet opgewekt k'inken! Wij stipten er uit
aan, dat was ontvangen de som van
f 4417.75 en uitcesreven niet minder dan
f 6045.85, een nadeelig saldo alzoo van
f 1628.1?!. Hierdoor is de reserve gedaald tot.
f 6013.02. Toch notr wel een niet te versma
den snaarpotje! Alleen bij ziekte was aan
de leden uiteekeerd f 5034 en aan 'eden bij
vermeerdering van hun gezin f 590. Zeer
zeker groote cijfers, vooral die bii ziekte.
Door de leden J. Beijk Oz., Chr. Faas en
H. W. van Oosten was deze rekening nage
zien en uit hnn sehrifte'iik rapport bleek
dat alles in orde was bpvonden.
Aan de orde is hierna verkiezing van
twee bestuursleden wegens periodieke af-
tred'nt van de heer C. van Parijs en R- H.
C. Tromp. Beiden werden met bijna alge-
meene stemmen herkozen. De heer Tromp,
aanwezig zijnde, nam zijn herbenoemine on
der dank aan. terwijl de heer C. van Parijs,
niet aanwezig, met ziin herbenoeming in
kennis zal worden aesteld.
Het ledental bedraagt 502.
Hierna deelde de voorzitter mede dat het
bestuur zich genoodzaakt heeft eezien. gelet
op het groote nadee'ice saldo, de uitkeering
met 20 cent per dag te verlagen en deze
weer te brengen on f 1.per dag of f 7.
per week. terwijl de uitkeering van f 10.
bij gezinsvermeerdering voorloonig weer
voor één jaar zal handhaven. De leden voel
den de noodzakelijkheid van deze harde
maatregel.
De rondvraag paf weinig stof tot bespre
king, zoodat de voorzitter onder dankzeg
ging de vergadering sloot.
Kiesvereeniging. De R. IC. Kiesvereeni-
ging houdt a.s. Vrijdagavond te kwart voor
acht uur in het Bondsgebouw hare jaarver
gadering. Deze staat dit jaar in het teeken
van belangstelling. Behalve de gewone pun
ten toch moet dit jaar volgens art. 7 het
geheele bestuur aftreden en is niet herkies
baar, terwijl bovendien afgevaardigden
moeten worden gekozen voor de Kamer-
Centrale Leiden. Deze belangrijke punten
zullen zeker vele leden ter vergadering lok
ken
Geboren: Helena Theresia, d. v. J.
Beijk en A. M. Doeswijk. Johannes Cor-
nelis, z. v. A. Wijsman en A. M. Onderwa
ter. Gertruda Cecilia, d. v. L. J. Beugels-
dijk en G. de Reea Geertruda Johanna,
d. v. J. v. d. Zaal en G. J. Huge. Helena
Maria Johanna, d. v. A. C. M. Bon en C. C.
v. Dijk.
Gehuwd: J. F. M. J. Kamphuis en A.
W. S. Thiessen.
Overleden: Wilhelmus Adrianus Cor
nells Duineveld, oud 4 dagen. Johannes
Langeveld, echtgen. van C. M. Verdegaal,
oud 70 jaren. Adriana Margaretha van
As. echtgen. van A. Visser, oud 55 jaren.
Catharina Alberdina v. d. Bent, oud 1 jaar.
HAARLEMMERMEER.
Been afgekneld. Alhier wilde een
schipper Zaterdagmiddag zijn twee schepen
j onder het varen steviger aan elkander ver-
binden. Hij had echter het ongeluk met een
I zijner beenen in het touw verward te gera-
I ken, waardoor dit lichaamsdeel werd afge
kneld,, Een ontboden geneesheer verleende
zijn hulp, waarna de ongelukkige naar het
Acad. Ziekenhuis te Leiden werd vervoerd
voor verdere behandeling.
KATWIJK.
Oproep van het Crisis-Comité. Het Co
mité brengt ter kennis dat door de noodza
kelijke steunuitkeeringen die de laatste we
ken zijn geschied, de gelmiddelen sterk
geslonken zijn. Er is uitsluitend' gesteund
geworden met levensmiddelenbons. Aan
niemand is in geld uitgekeeril.
Hoewel de geldmiddelen zeer binnenkort
vrijwel geheel uitgeput zullen zijn, is de Cri
sis-nood hier ter plaatse van dusdanigen
omvang dat van stopzetting der steun-uit-
kepring geen sprake kan zijn.
Toch zal het hiertoe spoedig moeten ko
men indien niet ieder krachtdadig mede
werkt tot aanvulling van de geldmiddelen.
Daarom wordt dringend opgewekt tot het
zenden van bijdragen aan den penningmees
ter, den Heer Notaris H. Eerdbeek te Kat
wijk aan den R iin. Gironummer 72301, of
bij een der Comité-leden.
Voor de toezending van onder- en boven-
kleeding blijft het Comité zich eveneens
aanbevolen houden. Speciaal is er dringend
behoefte aan lakens, sloopen, babyartike
len zooals luiers etc.
Inwoners van Katwijk, laat Uw noodlij
dende mede-mensehen niet in den steek!
Het Crisis-Comité Katwijk maakt be
kend, dat voor de z.g. „Stille Armen" de
gelegenheid is opengesteld, zich schriftelijk
om steun aan le melden bij het Secretariaat
Burgersdijkstraat 3 te Katwijk aan Zee, of
bij e ender Comité-'eden.
Eventueelo aanmeldingen zullen met de
strengste discretie in behandeling worden
genomen.
ST0MPWIJK.
Geboren: Aart, z. van Ohr. F. W.
Rijling en C. Voskamp. Daniël Gijsber-
tus, z. van C. H. van Kempen en J". M.
Schrader.
Gehuwd: A. 0. M. v. Tiggelen en W,
C. Mondt.
Overleden: A. Peschier 82 j.
NIEUWVEEN.
De begrafenis van den heer Copray.
Zaterdagmorgen te half tien, had in
de parochiekerk van den H. Nicolaas de
plechtige* uitvaart en begrafenis plaats
van wijlen den lieor Th. E. Copray.
De solcmneele Requiemmis werd op
gedragen door den zeereerw. pater C.
Nijs S.J., neef van den ontslapene. Zijn
eerw. werd geassisteerd door den zeer
eerw. heer F. J. van Nee, pastoor der
parochie, als diaken, en den weleerw.
heer kapelaan H. Tabink, van De Kwa*
kei. Het koor voerde de Gregoriaansohe
gezangen uit.
Na de absoute, verricht door den ce
lebrant, pater Nijs, schreed dc droeve
stoet naar bet kerkhof, waar het stoffe
lijk overschot in do groove werd neer
gelaten.
Buiten de familie was in de kerk en
op den doodonakker de menigte, die den
doode de laatste eer kwam brengen, zeer
groot. Wij merkten op, de heeren leden
van het R. K. Kerk- en Armbestuur. Na
mens de Boerenleenbank waren aanwe
zig, het bestuur en de Raad van Toe
zicht. De Coöp. Centrale Raffeisen Bank
te Utrecht werd vertegenwoordigd door
haar hoofdinspecteur, den heer Visser.
Voorts zagen wij nog den heer Manders
uit Leiden en dr. B. Norit.
Honderden uit Nieuwveen en omge
ving hebben van de gelegenheid gebruik
gemaakt de heer Copray z.g., die Vrij
dagmiddag in de kerk was opgebaard,
voor het laatst te zien. De overledene
lag, als prefect der Derde Orde, gehuld
in het habijt van den H. Vader Fran-
ciscus.
Brandstof voor crisis-slachtoffers.
Het plaatselijk crisis-comité kreeg door
het Nat. Crisis-Comité toegezonden, 10
ton eierkolen. Aan 61 aanvragers is
reeds 2 mud uitgereikt. Voorts werden
ontvangen 21 molton dekens en 6 stel
ondergoed.
„Meneer Klaproos". Maandagavond
(heden) geeft de R. K. Tooneelvereeniging
„Inter Nos'" in café Sohreuder haar vas
tenavonduitvoering. Ten tooneele zaj
worden gebracht „Meneer Klaproos", een
groote klucht in 3 bedrijven. Het etuk
is van den bekenden tooneelschrijver
Gerard Nielen. De regio berust bij den
I heer A. J. v. d. IJssel.
j Het belooft een genoegelijke avond te
worden met veel „leut ende jolijt".
Personalia. De heer J. Vossepoel al
hier, is voor het tijdvak 1 Febr'.31
Maart, benoemd tot tijdelijke leerkracht
aan een christelijke school te Alphen a.
j d. Rijn.
Heerenrijwiel gevonden. Sinds een
paar weken, is Hoor den gemeenteveld
wachter in bewaring genomen een hee-
renrijwiel, dat onbeheerd langs den weg
stond en nog steeds niet is afgehaald.
Geboren: Gerard Johan z. van P.
C. Verkerk en A. M. Stek.
Overleden: Ilendrika Kruger 78
j., eohtg. van G. Teneehorst Jacob H.
I A. van Zanten 75 j.