23ste Jaargang ZATERDAG 23 JANUARI 1932 No. 7108 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE KUNSTSCHATTEN VAN ONS BISDOM MIDDENSTAND BINNENLAND 3)e Êcid^clveCou^cmt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Een zeer ruimdenkend man! De redacteur van het „Handelsblad", die zijn beschouwingen met een hoefijzer teekent, begint te vertellen over een ont moeting met een Roomsch-Katholiek Dezer dagen ontmoetten wij een Roomsch-Katholiek maar zeer ruim denkend man, iemand die een heel bescheiden ambtenaarsbaantje be kleedt doch die een levendig en scherp verstand heeft en heel evenwichtig is in zijn oordeelen. Hij was een tijd lang lid van een van onze vertegen woordigende colleges geweest (voor de R.-K. Staatspartij) maar was er weer uit geloopen omdat de kleinzielige partijzucht, het gemis aan wezenlijk nationalen zin. hem te zeer tegen stond. En hij zei ons: „Wilt u wel ge- looven, dat ik veel begin te voelen voor het systeem van Mussolini?" Tot zoover wordt ons mededeeling ge daan van het rateressante( gesprek. En op het bovenstaande laat de schrij ver dan volgen: De geestesgesteldheid, die uit de woorden van dezen eenvoudigen. rusti- gen en pienteren man sprak, is was send onder ons volk. Was dat reeds vóór de economische crisis door den benepen sectegeest van onze binnen- landsche politiek, het is nu, door de cri sis, nog verergerd. Internationalistisch aangelegde geesten richten zich meer en meer naar Moskou, naitonaal ge zinden zien uit naar Romehet Rome van Mussolini. En die zoeken, voor de practische politiek, naar de organisatie van een Nedertandsch „fascisme". Hierna geeft de schrijver een bestrijding van het fascisme. Maar daarover zullen wij het nu niet hebben. De lezer heeft al gevoeld de grofheid in den eersten geciteerden regel: Roomsch- Katholiek, maar zeer ruimdenkend In „Roomsch-Katholiek" en „zeer ruim denkend" wordt als de eenvoudigste zaak ter wereld een tegenstelling geponeerd. Een godsdienstig, geloovig, kerkelijk mensch is uit. den aard smal en bekrompen in zijn opvattingen, zooals een liberaal van zelf sprekend breed en ruimdenkend is. Zoo beziet de liberaal, wien die oude liberale zelfingenomenheid eigen is, zichzelf en an deren. T e n z ij die anderen hun beginsel, hun partij verloochenen of verlaten. De Katholiek, die den lezers van het „Handelsblad" wordt voorgesteld, is „zeei ruimdenkend", „eenvoudig", „rustig", „pienter"; hij heeft „een levendig en scherp verstand", is „heel evenwichtig in zijn oor deel", hoewel hij (ook al .een tegenstelling in de mentaliteit van dezen liberalen schrij ver) een heel bescheiden ambtenaarsbaan tje bekleêdt. En wat k&iïen wij nu eigenlijk te we ten over dezen Katholiek, die geprezen wordt als iemand, die al wat goed is in zich vereenigt; wat vernemen wij over dezen „zeer ruimdenkend en" man? Ten eerste, dat hij bedankt heeft als af gevaardigde van de R.-K. Staatspartij in een vertegenwoordigend lichaam ten tweede, dat hij kwaadspreekt lastert van de R.-K.,Staatspartij, door deze gemis aan wezenlijk nationalen zin te verwijten ten derde, dat hij veel begint te voelen voor het systeem van Mussolini. Ziedaar alles alles wat ons over de zen als voortreffelijken gewaardeerden Ka tholiek wordt medegedeeld Het bovenstaande is zoo typeerend voor wat de ondervinding ons in de practijk van het leven te zien geeft, dat wij niet kunnen nalaten, er de aandacht op te vestigen. Er zijn liberale kriugen wij mogen ook hier niet generaliseeren waarin een Katholiek in aanzien staat en waardeering geniet, als hij zich toont..., „zeer ruim denkend", in den zin, zooals de hierbo ven aangevoerde Katholiek dat doet! En er zijn Katholieken, die voor zulk een waardeering kinderachtig gevoelig zijn. HET NIEUWE BISSCHOPPELIJK MUSEUM TE HAARLEM. (Van onzen eigen redacteur). Bij de meesten onzer is het woord „mu seum eensluidend met verveling. Bij dat woord rijst een visoen voor het oog op van eindelooze zalen met schilderijen, "die men zonder belangstelling en smachtend van dorst heeft doorgeslenterd. Het is ook waar: de meeste musea zijn veel te groot en veel te zakelijk-eeutonig in kunst-af- deelingen gesplitst, om de aandacht van het groote publiek geboeid te houden. Het Bisschoppelijk museum maakt daarop een uitzondering, wat aan een kant eeu ge lukkige, aan den anderen kant echter een buitengewoon ongelukkige en treurige om standigheid is. De beeldenstormers hebben namelijk zóó onder onze kerkelijke kunst schatten huisgehouden, dat er. maar bit ter weinig van de middeleeuwsche praal onzer kerken is overgebleven. Van dat weinig wordt een klein gedeelte in dit museum bewaard. Een gevolg van dat bre ken en vernielen is, dat het museum van het Bisdom Haarlem geen enkelen bezoeker zal afschrikken door eindelooze zalen. In tegendeel. In één groote zaal en enkele kabinetten zijn al de stukken, welke ons bisdom rijk is, tentoongesteld te zamen vormend een knus en interessant „mu seumpje", waar de liefhebber van schoone kunsten zijn hart kan ophalen aan oude schilderkunst, houtsnijkunst, drijfwerk en borduursel. De oorsprong van dit museum danken wij aan mgr. Graaf,, de secretaris van mgr. Wiliner, bisschop van Haarlem. Deze óudheid-kundige, die te Delft geboren werd in het huis „De Mol' had zich tot devies gekozen „Gravend zal ik uitgra ven". Zijn geheele leven heeft mgr. Graaf als een mol gedolven en gegraafd naar oudheden, en van zijn ijver en arbeid is dit museum het resultaat. Als mgr. Graaf met zijn Bisschop op Vormreis ging, snuffelde hij in de dorps pastorieën op de zolders naar verborgen of verwaarloosde kunstschatten, die hij dan in zijn museum onderbracht. Het „museum" was eerst gehuisvest op den zolder van het koetshuis van den Bisschop, daarna in een huis in de Kruis straat, vervolgens in het tegenwoordige pand aan de Jansstraat, waarvan men denkt, dat het de woning geweest is van den laatsten bisschop van Haarlem vóór de Hervorming, Godfried van Mierlo. Dit gebouw in de Jansstraat was als 't ware een pakhuis. Het was veel te klein. Bovendien had het museum-bestuur altijd met geld te kampen en teerde het geheel op de vrijwillige bijdragen van enkele wel doeners. Thans heeft iemand daar zijn schouders onder gezet, wiens naam niet genoemd mag worden, doch aangezien de uaam van dezen „onbekenden weldoener" in gouden letters aan den hoofdingang is gegrift, zien wij er geen bezwaar hem te verklappen. Die weldoener is mgr. Hensen. Bovendien heeft het Bisdom, door een nieuwe bepaling, zich een jaarlijksche bij drage van de parochies verzekerd voor cul- tureele doeleinden. Uit deze gaven en bijdragen is de nieuwbouw bekostigd. Het is zeker toe te juichen, dat de kunstschatten van ons Bisdom en ook het Archief waardig zijn gehuisvest. Het ontwerp voor dezen nieuwbouw is van den architect Jan Stuyt. Het is ook geheel in overeenstemming met het kerkelijk gebruik voor de oudhe den in het archief goede zorg te dragen. Er bestaat namelijk een kerkelijke „Monu- mentenwet" en ook een „Archiefwet", wel ke reeds dateeeren uit de 18e eeuw.' Vroeger sprong men zeer nonchalant met oudheden om. Omstreeks het midden van de vorige eeuw kwam daarin groote verandering door het opbloeien van de Xco-Gothick. Zooals mgr., Graaf in ons Bisdom, was in het Aartsbisdom werkzaam mgr. Van Heukelom, met dit verschil dat onze kunst-prelaat heel wat vrijer was in zijn kunstopvattingen. Wat dit verblijdend' gevolg had, dat m het Haarlemsche museum veel meer kunst uit de 16cle en 17de eeuw voorkomt. Het moet toch van groot belang zijn tb kunnen zien, hoe dc kerkelijke kunst zich ontwikkelde in de Gouden Eeuw van onze groote Hollandsche schilders. In de groote zaal van het Museum zijn in hoofdzaak de schilderijen uit dat tijdvak tentoongesteld. De eenige maanden geleden benoemde archivaris. Pastoor Boogmans, was zoo vriendelijk ons rond te leiden in zijn hei ligdom en een en ander over het ontstaan van het museum, zooals boven beschreven, te vertellen. Het museum bestaat grootendeels uit schilderijen. De kunstwaarde dezer stuk ken wordt echter zeker overschreden door de gesneden houten beelden en de kost bare paramenten. Van de schilderijen zouden we willen noemen de Doornenkroon van Jan. Miense Molenaar, een werk wat men van dezen snaakschen meester niet zou hebben ver wacht. Er hangt ook een Kruisiging van Bloemaert, een David van een leerling van Rembrandt, de koppen van Petrus en Paulus toegeschreven aan Dirck Bouts, twee mooie portretten door Jan van Sco- rel en enkele andere middeleeuwsche stuk jes, zooals een portret van Musius, vermoe delijk een copie. Rijk is het museum aan schoon middel- eeuwsch houtsnijwerk; voornamelijk Maria beelden. Bewonderenswaardig van ontwerp en uitvoering zijn verschillende kazuifels en koorkappen, waarvan enkele zijn ontwor pen door Oostsaenen. Zulk borduurwerk is in den tegenwoordige» tijd niet meer na te maken, zóó fijn van kleur en lijn. In enkele vitrines zijn devotionalia neer gelegd. Daaronder zijn prachtig-gesneden ivoortjes, die men op reis mededraagt, ver schillende Russische kruisen en medailles, achtergelaten door soldaten in den Na- poleonstijd, en eenige wonderlijk-mooie rozenkransen, echte „praal"-stukken. Weer andere vitrines bevatten pauselijke jaar-medailles en de pauselijke benoe mingsbrieven van de latere bischoppen. In het oude gebouw is nu het Archief gevestigd, waarin ten eerste verzameld zijn de stukken, die uit de verwoesting van de beeldenstorm werden gered. Ver volgens het oud kapittel-archief. Hoewel er geen bisschoppen meer waren bleef .heb kapittel oogluikend voortbestaan tot 1853. Toen mgr. Van Vree in 1853 bisschop werd, heeft deze ook onmiddellijk een nieuw ar chief laten inrichten. Deze archieven, welke thans brandvrij liggen opgeborgen, werden geïnventari seerd door mgr. Graaf, een ontzaglijk werk, waaraan, deze noeste werker een halve eeuw heeft besteed. Museum en archief van ons Bisdom zijn thans op een behoorlijke wijze gehuis vest een feit, dat Maandag door Mgr. den Bisschop van Haarlem met eenige plechtigheid zal worden bekend gemaakt. St. Clemens Retraitenhuis N00RDWIJKERH0UT. 1720 Febr. Geh. Dames Middenstand. 2124 Febr. Jon_e Middenstanders. 2-8 Febr.2 Maart-. Hecren Middenstand. 1922 April Jonge Dames Middenstand. Vergoeding f 10.—. Aanmelding bij den directeur: PATER A. M. J. LOURIJSEN C.ss.R. 618 Tel. 6048 ONZE BOTEREXPORT. Gedaald tot nog geen 33 millioen kilogram. Uit de heden versohenen in- en uitvoer- sta-tistiek blijkt, dat de boter-invoer in 1931 heeft bedragen 4.031 ton en de uitvoer 32.958 ton. De invoer is procentisc-h dus reeds gestegen tot het achtste deel (12 pet), van onzen uitvoer! In 1930 bedroeg de invoer de helft, n.l. 1.994 ton en de uitvoer 41.909 ton. Voor 1929 waren deze cijfers: invoer 2.027 ton; uitvoer 47.321 ton. Vergeleken bij twee jaa-r geleden is onze boter-export dus met veertien en één der de millioen kg. of met ruim 37 pet. ge daald Ernstige brand te Wezep TWEE JONGENS IN DE VLAMMEN OMGEKOMEN. Hedenmorgen te half zeven is, door nog onbekende oorzaak, brand uitgebroken in de woning van de familie Wekamp te Wezep (bij Zwolle) De brand greep zoo snel om zich heen, cïat twee, eenigszins achterlijke jongens van 12 en 14 jaar in de vlammen zijn. om gekomen. Het huisraad kon nog gedeelte lijk gered worden. De brand had plaats in de woning van den koopman Mecamp, een houten huisje, dat geheel afzonderlijk op ongeveer 5 mi nuten afstand van het station» Wè^p staat. De oorzaak van den brand is onbekend. De man, die weinig omgang met anderen had, woonde alleen met zijn 4 kindereneeu vrouw was niet in het huis. Het vuur is ontstaan in het benedengedeelte van de woning eu greep zeer snel om zich heen. De man, de oudste zoon en het jongste andere genoemde jongens konden niet meer uit het huis worden gehaald. Hun -verkoolde lijken zijn later uit het geheel aigebrande huisje gehaald. INVOER VAN BOTER IN DU ITSCHLAND. Contigent van 5000 ton aan Nederland toegestaan. Verhooging van de prijzen. Het contingent van 50Ó0 ton voor den invoer van boter, dat aan Finland is toe gestaan, zal ook aan de landen met de meest bêgunsugings-clausule ten goede ko- men. Dit zijn: N ederland, Estland, Let.- land, Litauën, Rusland, Denemarken, Fin land en Zweden. Dit beteekent een in voercontingent van 40.000 ton, terwijl do boterinvoer in het algeloopen jaar 100.000 ton heeft bedragen. Daar Denemarken, Finland en Zweden gedepresieerde valuta hebben, moeten zij den in de noodverordening vastgestelde valuta-toeslag betalen, waardoor mogelij kerwijs de invo.er vanzelf wordt vermin derd. De verhooging van de invoerrechten op boter heeft haar schaduwen reeds voor uitgeworpen. Als gevolg van de zeer drin gende vraag van den groothandel, heeft de noteerings-cominissie zich gisteren genood zaakt gezien de prijzen van alle kwaliteiten met drie mark per kilo te verhoogen. „Tel."' De directie van den Landbouw deelt mede, dat haar bericht omtrent de ver hooging van het invoerrecht op boter in Duitschland niet volledig is en verzoekt herplaatsing ervan als volgt: Het verhoogde recht bedraagt voor bo ter uit landen met gedeprecieerde valuta, zooals Argentinië, Denemarken, Finland, Nieu w-Zeeland, Koor wegen en Zweden, voor de eerste 5000 ton 86 R.M. per 100 K.G., voor het meerdere 136 R.M. per 100 K.G. Voor boter uit landen, waarmede Duitschland geen handelsverdrag heeft zooals Australië, Canada en Polen, 170 R.M. per 100 K.G. Voor boter uit alle andere landen, waar onder Nederland, voor de eerste 5000 ton 50 R.M. per 100 K.G. en voor het meerdere 100 R.M. per 100 K.G. Overigens behoeft het perste bericht geen aanvulling. INVOER VAN KAAS IN TJECHO- SLOWAKI JE. De parlementaire commissie voor bui- tenlandsche zaken heeft te Praag de aan vullende overeenkomst van het handelsver drag tusschen Tjecho-Slowakije en Neder land goedgekeurd, waarbij de Nederland- sche kaassoorten, voor welke zulks wordt verlangd, ten aanzien van de invoerheffing practisch met Zwitsersche kaassoorten ge lijk werden gesteld. UIT DE MIJNINDUSTRIE. Het dreigend conflict bijgelegd. In de gisteren gehouden vergadering van de contactcommissie voor het mijnbedrijf te Heerlen is zooals reeds gemeld het dreigend oonflict in de mijnindustrie bijge legd. De particuliere mijnen zullen inzake de pensioenen denzelfden bijslag geven ah - de Staatsmijnen. i Besloten is, dat de penisoencommissie de verdeer uitwerking ter hand zal nemen. De bestaande loouovereenkomst blijft ge- j handhaafcl. Mocht het tot loonsverlaging komen, dan zullen de directies der parti- Dit nummer bestaat uit vijf bladen waaronder geïllustreerd Zondags blad. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Votum van vertrouwen van Laval aan genomen. (Buitenl. 3e blad). Tweespalt in het Britsche kabinet over de tariefpolitiek. (Buitenl. 3e blad). Nadere bijzonderheden over de onlusten in Spanje. (Buitenl. 3e blad). BINNENLAND. Twee nieuwe spoorwegaanslagen. (Gem. Ber., 3de blad). Ernstige fabrieksbrand te Vught. (Gcm. Ber., 3de blad). De smokkelhandel en zijn gevolgen. (Gem. Ber., 3de blad). Twee jongens bij een brand te Wezep omgekomen. (1ste blad). Contingenteering van den invoer van Deensch vleesch. (lste blad). Practische opleiding van medische stu denten. (lste blad). Opening van drie nieuwe huizen van de Graal in Haarlem, (lste blad). Een inbraak in de pastorie te Rijpwete- ring. (lste blad). EEN BEZOEK AAN HET BIS SCHOPPELIJK MUSEUM TE HAARLEM Bladz. 1 EEN GEÏLLUSTREERDE PA GINA: WAARMEDE KLEE- DEN WIJ ONS Bladz. 5 culiere mijnen met cijfers de noodzakelijk heid daarvan aantoonen. De verlofsrege ling werd voor onbepaalden tijd verlengd. Den burgemeester van Heerlen werd verzocht, aan den rijksbeniiddelaur mede te deel en, dat zijn tusschonkomst niet meer noodig is. WERKVERRUIMING. Vergadering van de Rijkscommissie. Dezer dagen vergaderde de Rijkscommis sie te 's-Gravenhage. De waarnemend-voorzitter de heer C. J. Ph. Zaalberg heette den nieuwbenoemden voorzitter, den heer Mr. J. A. de Wilde, welkom. Deze nam hierna de leiding der vergadering over. Vastgesteld werd een advies aan den Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid in zake den invoer van een artikel, dat ook hier te lande in voldoende mate wordt voortgebracht, uit te brengen. Besloten werd eenige industrieën te ver wijzen naar den Minister van Arbeid, Han del en Nijverheid, om in aanmerking te ko men voor contingenteering. Ook werd besloten, dat de Commissie haar bemiddeling zou voortzetten om het gebruik van Nederlandsch steen zooveel mogelijk te bevorderen. Medegedeeld werd, dat de pogingen om te bevorderen, dat een begrootingspost be treffende den bouw van vliegbooten zou worden uitgevoerd door een Xederlandsche onderneming, geen succes hadden gehad. Vastgesteld werd, dat er nog overheids lichamen en instellingen zijn, die niet begrij pen van hoe dringend belang het is om geen orders aan het buitenland ten goede te doen komen, indien die orders tegen nage noeg denzclfden prijs en van ongeveer de zelfde kwaliteit door de Nedcrlandsche nij verheid zouden kunnen worden uitgevoerd. Besloten werd daarom in nader overleg met de regeering te treden, opdat in deze bui tengewoon moeilijke omstandigheden voor de Nederlandschc nijverheid geen order naar het buitenland gaat, die hier had kun nen worden uitgevoerd. In eenige tientallen gevallen hadden bemoeiingen der Commis sie om het gebruik van Nedcrlandsche pro ducten te bevorderen, het gewciischtc suc ces. Een overzicht werd gegeven van de be moeiing inzake het bevorderen van het ge bruik van Nedcrlandsche mijnproducten hier te lande. Bij verzoeken om bemiddeling om crediet te verkrijgen kon dc Commissie op een en kele uitzondering na, geen succes bereiken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1