CRISISSTEUN. WOENSDAG 20 JANUARI 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 Men is er in deze dagen, waarin de ontevredenheid hoogtij viert, al heel vlug bij om maar te verklaren, dat de Regee ring, of misschien is het juister te spre ken van de Overheid, niet genoeg doet voor de werkloozen en zeker onvoldoende voor land- en tuinbouw. Als daartegen wordt opgekomen, dan kost het moeite om de bij de steunregelingen betrokke nen verder te krijgen dan de erkenning, dat er toch wel iets gedaan wordt; vol gent him inzicht blijft dat toch onvol doende, want aan bepaalde verlangens, waarbij juist zij betrokken zijn, wordt niet voldaan. Men is in den regel niet in staat het geheele samenstel van steunmaatregelen te overzien en vraagt en eischt in moei lijke omstandigheden alleen voor zich zelf, los van het groote verband waar mede de Overheid rekening moet houden. Vadertje Staat moet overal maar voor zorgen, zonder dat er gevraagd wordt of dat alles wel kan. Er wordt niet aan ge dacht, dat aan het verleenen van steun met gelden, die door de gemeenschap moeten worden opgebracht, ook wel eens een grens zou kunnen zijn. Men blijft maar eischen op allerhande gebied. Verklaringen als van den onder voorzitter van het Nederlandsch Vakver bond, dien men toch werkelijk niet als een verdediger van het regeerings beleid zal aanmerken, dat ons land op het ge bied van de werkloozenzorg in deze tij den den toets der critiek, bij vergelijking met andere landen, schotterend kan door staan, worden doodgezwegen, want het is veel eenvoudiger om zich te scharen aan de zijde van hen die intevreden zijn. Dat is onbillijk tegenover de Overheid, die in ons land veel doet ter leniging van den ergsten nood. Of er meer ge daan moet worden laten we thans bui ten beschouwing. We hebben ons alleen de moeite getroost om eens na te gaan, wat in dezen tijd de Overheid, waar onder we dan niet slechts verstaan het bestuur van het Rijk, maar ook dat van de provincies en van de gemeenten, doet ter verzachting van de gevolgen van de crisis, die achteruitgang in de bedrijven en werkloosheid veroorzaakt. Voor land- en tuinbouw, waarmede wij wenschen te beginnen, is het betrekkelijk eenvoudig, omdat het hier in hoofdzaak uitsluitend de Regeering is die geldelij- ken steun verleent en die daarvoor be dragen aanvraagt op de begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. Dit is niet in gelijke mate het geval bij de werkloozenverzekering en werkloozen- steun, de werkverschaffing en de armen zorg, omdat daar de provincie, de ge meente en soms ook het waterschap in den steun bijdragen. De uitgaven die daarvoor dus door de gemeenschap wor den gedaan, zijn eerst na jaren precies op te geven. Thans kunnen ze slechts benaderd worden. De steun aan de tarweteelt. Wat den landbouw betreft, zien we allereerst, dat de tarweteelt dit jaar ge steund zal worden met 11 tot 12 rnillioen. Met juistheid is dat bedrag niet op te geven, omdat het afhankelijk is van ver schillende factoren, zooals den prijs van de tarwe en een al of niet overvloedigen oogst, maar in deze raming is daarmede rekening gehouden en zijn we aan den ■voorzichtigen kant. Nu kan de opmerking •worden gemaakt, dat deze som niet rechtstreeks komt uit 's lands kas, maar dat brengt geen wijziging in ons uit gangspunt, want deze steun moet wor den opgebracht door de gemeenschap. Suikerbietenteelt. De suikerbietenteelt wordt gesteund met 14 millioen. Aardappelmeelindustrie. Voor uitkeeringen ten behoeve van de aardappelmeelindustrie in de veenkolo niën, uit te betalen in 1931 en zoo noo dig in 1932, is bij suppletoire begrooting op 21 October 1931 aangevraagd 2.4 mil lioen. Als steun aan de vlasbewerking geeft de Regeering 960.000 gld. Zij stelt zich voor, dien steun op zoodanige wijze te verleenen, dat de teelt van ongeveer 6000 H.A. vlas zal mogen worden ver wacht. Verdere steun. 1 Aan den tuinbouw in West-Friesland is een renteloos krediet verstrekt van 1 millioen en wel 700.000 door het Rijk. als de gemeenten zelf 30 procent bijdra gen; aan de kweekers- te Breezand een renteloos krediet van 50.000. Alles bijeen mogen wc gerust zeggen, dat de overheid dit jaar land- en tuinbouw reeds steunt met 30 millioen, terwijl nog enkele andere maatregelen in overweging zijn, waarbij wordt nagegaan of gelde lijke, dan wel andere steun, bijvoorbeeld door invoerverboden, waarover wij uu niet spreken, de voorkeur verdient. Werkloozenzorg. Voor wat nu de werkloozenzorg aan gaat, komen we het eerst terecht bij werkloozenverzekering en derhalve bij de begrooting van Arbeid, Handel en Nij verheid, waarop bedragen staan uitge trokken voor steun in den vorm van subsidiën aan de werkloozensteun ten bedrage van 100 procent van de bijdragen van de leden, of meer dan die 10o pro cent, doordat de Regeering den regle- mentairen uitkeeringstermijn heeft ver lengd, of aan die verlenging haar goed keuring heeft gehecht, zooals thans reeds voor 1932 voor de landarbeiders. Deze bijdrage wordt voor de helft ge dragen door het Rijk en voor de andere helft door de gemeenten. Op de begrooting is voor werkloozen verzekering het gewone bedrag aange vraagd van 5.5 millioen, maar dit is veel te gering, zooals de Regeering zelf toegeeft. Voor 1931 is dit bedrag dan ook bij suppletoire begrooting reeds ver hoogd met 7.175.000 gulden, waarbij de minister zelfs nog verklaart, dat ook dit nog maar een voorloopige schatting is. Deze suppletoire begrooting moet nog worden behandeld. We zijn dus zeer aan den zuinigen kant, als we de bijdrage voor Rijk en gemeenten ieder stellen op 6 millioen. Voor werkverschaffing en steunverlee ning aan werkloozen komen we terecht bij het departement van Binnenlandsche Zaken. Bij suppletoire begrooting voor 1931 is hiervoor aangevraagd 10 mill., maar de minister verklaart uitdrukkelijk, dat de toestanden steeds ongunstiger worden, zoodat hij met dit bedrag waar schijnlijk niet zal toekomen. Wij ramen dan ook zeer voorzichtig als we het be drag, dat voor 1932 uoodig zal zijn, stel len 15 millioen. Nu vormt deze rijks uitgave maar een klein deel van hetgeen de werkverschaffing en de steunverlee- ning aan de gemeenschap kost. Binnenlandsche Zaken draagt volgens de bepalingen 25 tot 75 procent bij in het loon van de werkverschaffing en al wat daarmede verband houdt, zooals kindertoeslag, verlet wegens regen of vorst enz. .We mogeh dus gerust aannemen, dat door de provincies, de gemeenten en de waterschappen ook een dergelijk bedrag wordt bijgedragen. Hierbij komt, dat de factor loon bij de werkverschaffing in het gunstigste geval nog maar 50 tot 60 procent bedraagt van de totale kosten. Hier komt in vele gevallen bij: vervoer van de werkloozen en voorts het mate riaal, noodig voor het werk, aals aanleg van wegen, bebosschingen, het graven van kanalen enz., om niet te spreken van de onteigeningen, of aankoopen van grond die noodig zijn. Als Binnenland sche Zaken dan ook een bedrag op de begrooting heeft staan voor de werkver schaffing van 10 millien, dan ma.g men gerust aannemen, dat de totale uitgaven daarvoor 40 millioen bedragen, die ge heel door de gemeenschap moeten wor den opgebracht. Bij' de steunregeling voor werkloozen is dit hetzelfde. Indien wij van de hier boven genoemde 15 millioen, voor 1932 geschat ten laste van Binnenlandsche Zaken, 10 millioen plaatsen op werkver schaffing en 5 millioen op werkloozen steun wij hebben ten overvloede ter meest bevoegder plaatse dit cijfer geve rifieerd dan rekenen we zeker niet te royaal als we zeggen dat de gemeenten nog 35 millioen in de steunregeling bij dragen. Te meer daar thans zoowat alle gemeenten van eenige beteckenis een dergelijke regeling hebben. 92 millioen over 1932. Alles bijeen genomen komen we dus met werkloozenverzekering van 12 mill., werkverschaffing van 40 mijl., en werk loozensteun van 40 mill, tot een alge meen© werkloozenzorg over 1932 van een 92 mill., welk bedrag door de gemeen schap moet worden opgebracht. Dat een deel van dit bedrag niet komt ten laste van de gewone begrootingen, maar van den crisisdienst, doet aan de beteekenis van deze steunregeling niets af. Met een steun aan den landbouw zijn we dus al aan 122 mill. Armenzorg. Tenslotte krijgen we nu nog armen zorg. De rijksbegrooting, waarop een be drag aan subsidie voorkomt, is hiervoor van geringe beteekenis, daar het de ge meentelijke armenzorg cn de particu liere instellingen zijn die deze taak hoofd zakelijk vervullen. Deze zorg behoort wel degelijk voor een zeer groot deel ook tot den crisis- steun, want in tijden van welvaart zijn de bedragen die er voor moeten worden uitgetrokken veel geringer. Om precies te weten wat aan de onder steuning dit jaar vermoedelijk zal moe ten worden uitgegeven, zouden alle ge meen tebegrootingen en rekeningen die nen te worden nagegaan, evenals die van particuliere en kerkelijke instellingen. Dat is een onmogelijkheid, maar een denkbeeld van wat armenzorg eischt, geeft de statistiek. Aan de hand hiervan komen we tot de zeker niet overdreven schatting van 60 millioen, waarvan 15 millioen komt ten laste van dc kerkelijke en particuliere instellingen. In 1930 werd armenzorg uit geoefend door 1129 burgerlijke en 62S5 kerkelijke en particuliere instellingen. Tot het bedrag van 60 millioen komen wc, als we er rekening mede houden, dat in 1929, toen er van een crisis nog geen sprake was deze begon eerst op het einde van dat jaar de kosten reeds ruim 40 millioen bedroegen, volgens de laatste, juist dezer dagen verschenen of- ficieele gegevens. Alles te zamen genomen kan men dus niet zeggen, dat door de Overheid niets gedaan wordt. Vergeten mag bovendien niet worden het enorme bedrag dat de Staat thans laat verwerken aan de we ?nverbetering bruggenbouw en voor afsluiting van de Zuiderzee en waarin toch ook liet schep pen van werkgelegenheid en directe be strijding van de werkloosheid een woord meespreken. GEMEENTERAAD VAN KATWIJK Vergadering van den raad dezer ge meente Maandagmiddag te 3 uur. Aanwezig alle leden, behalve de heer Lodder, die be richt van verhindering inzond. De voorzitter opende de vergadering met gebed en sprak, een nieuwjaarsrede uit: Spr. waarschuwde voor een „cmis-tsem- ming". Het afgeloopen jaar mag voor Kat wijk nog betrekkelijk gunstig worden ge noemd, waarbij spr. echter de klemtoon legt op „betrekkelijk". Het bouwbedrijf was m vollen gang. De badplaats ging vooruit met ongeveer 500 badgasten; bij de politie wer den in totaal 8489 badgasten geregistreerd. De vischvangst verminderde niet, doch de prijzen daalden aanzienlijk. Veel ongunsti- •ger nog was het gesteld met den tuinbouw. De werkloosheid hoewel groot was niet veel grooter dan verleden jaar. Spr. eindigde zijn toespraak met een heilwensch voor de gemeente en de Raadsleden. Na vaststelling der notulen van de vori ge vergadering, mededeeling van ingeko men stukken. Van Ged. Staten eenige mis siven houdende goedkeuring van genomen raadsbesluiten. In hun goeden naam gekrenkt. Mede is ingekomen een schrijven van de schilders'patroons te Katwijk waarin zij pro testeeren tegen de in den raad gedane on juiste mededeeling als zouden de schilders met opzet een aanzienlijk bedrag gelegd hebben op de aanneemsom van het schil derwerk van het nieuwe gemeentehuis. De patroons achten zich hierdoor in him goe den naam gekrenkt en stellen bovendien voor hun de gelegenheid te geven het te gendeel te bewijzen. liet verzoek wordt in banden gesteld van B. en' W. voor prae- advies. De landbouwer Jac. v. d. Marei heeft zijn land, wegens te hooge ligging afgezand (de grond is eigendom der gemeente) en vroeg Oct. 1.1, aan het gemeentebestuur vergunning tot het leggen van twee dui kers, bestemd tot afvoer van het overtol lige water van die gronden in de „Koe stal". Deze vergunning kreeg hij, mits hij 300.stortte als betaling voor de door de gemeente geleden schade door het min derwaardig worden der nabijgelegen grou- deiu Dat uit deze handeling voor de ge meente schade zou voortvloeien is reeds in de practijk gebleken in verband met de plaats gehad hebbende af zanding van grond van den heer C. J. Boskamp aan den Nieuwen Duinweg, tengevolge waarvan de daarnaast gelegen gemeentegrond, als ge volg van zijn hoogere ligging zoodanig door afvloeiing van het water verminderd is in kwaliteit, dat aan den betrokken huurder verlaging van pacht moest worden ver leend. In het vertrouwen, dat de raad zich met het beleid van B. en W. ten deze kan vereenigen, stelt dit College voor op het verzoek van v. d. Marei om vrijstelling van betaling afwijzend te beschikken. Na langdurige discussie, waarbij de voorzitter duidelijk aantoonde, dat het ver zoek inwilligen zou zijn een bevoorrech ting van v. d. Marei tegenover anderen, die er schade van zouden ondervinden, wordt het voorstel z. h. st. aangenomen. Door de afdeeling Katwijk van den Ned. Bond van Oud-leerlingen der Tuinbouw- cursussen is verzocht om, voor het houden van een cursus in het Tuinbouwboekhou- den des Woensdagavonds de beschikking te mogen hebben over een lokaal van de O. L. School. Verder verzocht de „Mond orgelclub" om, voor het houden van repe tities op Maandag- en Donderdagavond eveneens het gebruik te mogen hebben over een der lokalen van genoemde school. B. en W. geven in overweging, aan bei-de verzoe ken gevolg te geven onder voorwaarde, dat als vergoeding voor het gebruik inbegre pen de kosten van verlichting en verwar ming door genoemde vereenigingen in de gemeentekas wordt gestort respectieve lijk 12.50 en 25.—, welke bedragen ook over 1931 verschuldigd zullen zijn. Aldus besloten. Punt 6 betreffende verlaging van ha vengeld voor loggerschepen. B. en W. wij zen er op, dat reeds 8 Dec. 1930 een voor stel door hem werd gedaan om de haven gelden voor de loggerschepen te verlagen. In de vergadering van 19 Jan. 1931 werd dit voorstel met 11—3 st. verworpen. Ook in een der volgende vergaderingen, waar een desbetreffend voorstel kwam naar aan leiding van een verzoek van de N.V. Kat- wijksohe Reederij en Haringhand el den Duik kon de raad geen vrijmoedigheid vin den de havengelden te verlagen. Doch uit de omstandigheid dat door den raad boven vermeld adres desniettegenstaande in han den werd gesteld van B. en W. voor prae- advie-s, meerien B. en W. te moeten aflei den, dat den raad de daarin voorkomende aangelegenheid opnieuw onder de oogen wenscht te zien. Naar aanleiding dan hiervan merken B. en W. op, dat het vroeger door B. en W. ingenomen standpunt ook thans ingenomen wordt en het dit College wenschclijk voor komt eenige verlaging van iïet havengeld voor loggerschepen in te voeren. B. en W. stellen daarom voor vast te stellen, dat art. I der Havengeld verordening als volgt wordt gelezen: „voor vaartuigen uitslui tend voor de zeevisscherij gebezigd 0.03 per M3. voor de eerste 30 dagen van het verblijf „Voor den verdere duur van het verblijf is 0.02 per M3. verschuldigd per tijdvak van 30 dagen of gedeelte daarvan Het voorstel werd goedgekeurd. Het kampeerterrein. Punt 7. Voorstel tot liet pachten van een perceel land, in liet kampeerterrein ge c- gen. De Ontvanger der Registratie en Do meinen bericht, dat hij gemachtigd is de pacht der in het kampeerterrein liggen ie teelgronden, m huur bij Y. v. Kijn, op te zeggen, nuts de gemeente bereid is tot ver goeding van de door de Staat te derven pachtsom ad J 36.per jaar. B. en W. mec- nen, dat het zeer gewenscht is do beschik king te hebben over deze gronden en ach ten de huur niet te hoog. Stellen mitsdien voor met ingang van 31 Dec. 1932 deze gronden in huur te nemen. Volgens voor stel van B. en W. vastgesteld. Punt 8: Voorstel inzake korting op de jaarwedde van den agent van politie Klem man. Deze is op 5 Mei 1930 een ongeval overkomen en is nog steeds niet in staat om zijn dienst te verrichten, waarom hem vanaf dien datum ziekte-verlof is verleend. Het is nog niet bekend, of hem invalidi teitspensioen kan worden toegekend om dat het onderzoek door den Pensioenraad nog niet is beëindigd. In dit stadium komt het B. en W. voor, dat het niet langer ge motiveerd is aan Kleinman de volle jaar wedde uit te keeren, waarom zij voorstel len met ingang van 1 Jan. '32 op zijn jaar wedde 50 pet. te korten en deze mitsdien op 1025.vaat te stellen. Z. h. st. wordt alzoo besloten. Punt 9: Voorstel tot het verleenen van toeslag op het pensioen van den terrein- werker der gasfabriek Arie v. d. Plas. 16 Dec. 1.1. berichtte de Pensioenraad, dat blij kens geneeskundig rapport v. d. .PI. uit hoofde van ziekte of gebreken voor de ver dere waarneming van zijn betrekking onge schikt wordt geacht. Op voorstel van de Commissie van de Bedrijven is v. d. PI. tegen 1 Jan. 1.1. eervol ontslag verleend. Als gevolg van het feit, dat v. d. PI. weinig dienstjaren heeft, zal zijn pensioen slecnts 5.70 per week bedragen. B. en W. vindon hierin aanleiding den raad voor te stel len op het pensioen, ten laste van het Gas bedrijf, een toeslag te verleenen van 130 per week, waardoor de wekelijksche in komsten van v. d. PI. met inbegrip van de ouderdomsrente, in totaal 10.zullen be dragen. Nadat B. en W. nog enkele vragen beantwoord (lebben, wordt volgens voor stel van B. en W. besloten. Punt 10: Voorstel tot het overnemen en weder overdragen van perceelen grond deel uitmakende van den Wassenaarschen wog. Volgens overeenkomst moet de gemeente alle perceelen tot den Wassenaarschen weg behoorend om niet overdragen aan de Pro vincie. Een drietal perceelen, behoorend aan mr. O. J. E. Baron van Wassenaer van Catwijck zijn nog niet overgedragen. Baron v. W. v. C. is zoo bereidwillig gevonden deze perceelen gratis aan de gemeente af te staan, die ze daarna aan de Provincie kan afdragen. De voorwaarden zijn, dat de kosten van overdracht voor rekening der gemeente komen en de gemeente, daarna dus de provincie, in eigendom en onder houd overneemt de brug over de Zande rijvaart en de doorvaartbreedte, noch de doorvaarthoogte minder mogen worden dan deze op heden zijn. Volgens B. en W. zijn de voorwaarden billijk te noemen en stel len zij de raad voor overeenkomstig bet genoemde te besluiten. De raad gaat hier mede acooord. Enkele leden brengen een woord van dank aan Baron v. W. van Cat wijck voor de bereidwilligheid in deze be toond. Het voorstel wordt conform het voorstel van B. en W. aangenomen. Slooping van het Witte Paard. Punt 12: Voorstel tot slooping van vior perceelen („Het Witte Paard") aan de Kerkstraat te Katwijk a. d. Rijn. Ten einde de beschikking te hebben over den grond deel uitmakende van de door de gemeente aangekochte 4 perceelen hoek Kerkstraat Zeeweg, dit met het oog op de verbetering van den KerkstraatZeeweg, zullen de op genoemde perceelen staande woningen, die reeds lang onbewoonbaar verklaard wa ren, moeten worden afgebroken waartoe B. en W. van den raad machtiging vragen en zonder moeite krijgen. Deze machtigiag wordt door den raad gaarne gegeven. Punt 13: Voorstel inzake uitbreiding van het leerplan der Vissoherijschool door het geven van lessen in de Engelsche taal, waaraan reods lang bij vele visschers be hoefte blijkt te bestaan, en in de pracri- sche behandeling van electrische dynamo's en in het opheffen van storingen in radio- boestellen. Deze laatste les zal geheel be langloos worden gegeven door den hoer H. P. Bloot, installateur alhier. Dc reederijver. „Vuurbaak" acht onderricht in do Engel sche taal voor visschers noodzakelijk en ook verdient het aanbeveling volgens „Vuurbaak", dat 4e visschers op dc hoog te zijn van do twee andere genoemde pun ten. B. en W. kunnen zich hiermede wel vereenigen en waar het geschiedt zonder het budget te bezwaren, stellen B. en W. voor dienovereenkomstig te besluiten. De raad gaat met dit voorstel geheel accoord. Rondvraag. De heer v. d. Ben vraagt of het bericht uit de bladen, als zou vanwege het Rijk een telefoonkabel gelegd worden vanuit Kat wijk tot Haarlem en waarbij geen Kat- wijksche arbeiders te werk gesteld kunnen worden omreden andere gemeenten voor het nemen van werkloozen toeslag geven aan den aannemer en de gemeente Katwijk niet, waarheid bevat. De voorzitter zal in de volgende vergadering deze vraag be antwoorden. De heer Kulk heeft een vraag, die op het zelfde neerkomt. Dr. Eijkeleu- boom vraagt beantwoording zijner in vo rige vergadering gestelde vragen. Door overlading van werkzaamheden is zulks thans niet mogelijk, zegt dc voorzitter, doch volgende vergadering zal zulks ge schieden. Salarisverlaging voor het gemeentepersoneel. Vervolgens wordt overgegaan tot de be handeling der begrooting. Behandeling der begrooting. De heer Lodder is ter vergadering ge komen. De heer v. Tongeren opent de al- gemeene beschouwingen met er ojii. op te wijzen, dat een voorzichtig financieel be heer geboden zal zijn. In de Laatste 4 ja ren zijn de uitgaven met 160.000 verhoogd, terwijl het aantal inwoners slechts met 2000 vermeerderde. Alles staat onder de pressie. Voor bebouwing zullen gunstige voorwaarden moeten gesteld. Sommige go- meent tf-bedrij ven geven veel te tware las ten. Alle zeilen moeten bijgezet worden om er door te komen. Toch is er een lichtpunt cn wel ten opzichte der belasting. De vol gende cijfers wijzen hier op: In 1921 moest met een inkomen van 1000.— aan inkom stenbelasting betaald worden 16.20. In 1922—1930 10.80. In 1930 9.18. In 1931 6.25 en in 1932 zal 8.betaald moeten worden. Bij een inkomen van 2000.wa ren deze cijfers resp. 93.30, 62.20, ƒ62.87, 30.— en ƒ38.40. Bij ƒ3000.— 196.—, 131.—, 111.—, 67.50 en 86.40. De heer Meerburg wijst er op, dat bij de samenstelling van de begrooting op ge nerlei salarisverlaging was gerekend. Het indexcijfer is veel lager, al zai zulks in sommige gezinnen niet geheel tot uiting komen. Doch men stelt tegenwoordig te hooge eischen. De loonen van de ambtena ren en arbeiders staan op een hoog peil in vergelijking met de vrije bedrijven. Het loon van deze laatsten is minstens 10 pet. verlaagd. Spr. doet daarom het voorstel de salarissen en loonen met ingang van 1 Jan. 1.1. met 10 pet. te verlagen. De heer Guyt pleit voor handhaving der loonen en acht dit voorstel te vroegtijdig gekomen. De heer v. d. Zwan wijst er op, dat de toe stand op heden nog wel achteruitgaand© is, doch meent ook lichtpunten te zien en verandering ten goed acht spr. niet uitge sloten. Spr. is tegen het voorstel vol B. en W. om reeds nu de vermindering voor 3 jaar vast te stellen. Voor 1932 een kor ting van 5 pet. is al van beteekenis. De voorzitter beantwoordt de sprekers en wijst op de belastingverlaging, zooals de heer v. Tingeren die heeft genoemd. Er is de laatste jaren ook veel verbeterd en vele groote werken zijn uitgevoerd. De ka pitaalkracht is vooruitgegaan. Spr. wijst op de innerlijke financieele gezondheid in de gemeente. De gemeente is niet „uit haar kracht gegroeid". Wat het oordeel over de salariskwestie ook zal zijn, vergeten mag niet worden, dat we, zooals bij het index cijfer, geregeld verandering hebben in te genstelling met de vaststelling der salaris sen. Het indexcijfer mag dan ook niet als uitgangspunt genomen worden. Dr. Eijkelenboom vraagt, of salarisverla ging wel mogelijk is zonder de organisa ties gehoord te hebben. Ook de heer Guyt meent, dat hieruit bezwaren zullen komen en acht het raadzaam, dat de gemeente dit verzuim zal herstellen. De heer Grimbergen wijst er op, dat de toezegging gedaan is, dat voor 31 Dec. het ambtenarenreglement gereed zou zijn. De voorzitter zegt, dat overlading van werk hiervan de oorzaak is. Dr. Eijkelenboom vraagt of de gemeente zonder salarisver laging niet éen dubbele schadepost zal hebben omdat dan het Rijk 3 pet. op de ge meente kort. De voorzitter licht toe, dat bij een Fonds- belaöting van 60, zooals in Katwijk het geval is, het Rijk de gemeente, indien geen salarisverlaging plaats heeft, 3 pet. kort; De heer Guyt wijst er op, dat de offers niet grooter mogen zijn dan strikt noodza kelijk is. 10 pet. van b.v. 1200 tot 1500 is te veel. De heer v. d. Perk zegt, dat de loo nen in particuliere bedrijven ook verlaagd zijn en pleit voor een verlaging van 5 pet. over 1932. De heer Meerburg meent, dat de heeren de toestand niet voldoende in zien. In het buitenland, waarvan spr. kan meepraten omreden hij daar dikwijls voor zaken is, grijpt men veel erger in. Wethouder Veltlcamp pleit voor een ver laging van 5 pet. over de geheele linie. Salarisverlaging voor het gemeentepersoneel. De voorzitter licht het voorstel van B. en W. nogmaals toe en wijst er op, dat in het algemeen de levensstandaard te hoog is opgevoerd. In de publieke diensben zal hiermede rekening moeben worden gehou den. Sommigen zien dat, anderen zullen dat met zachten drang moeten leeren. De heer v. d. Perk vraagt of ook de Burge meester, secretaris en ontvanger in sala ris 5 pet. verlaagd zullen worden. De voor zitter antwoordt, dat de Burgemeester, secretaris en de wethouders vrijwillig een vermindering zullen accepteeren naar de zelfde maatstaf. Op een desbetreffende vraag van dr. Eijkelenboom wordt geant woord, dat 5 pet. op het totaal van de sa larissen die hiervooor in aanmerking ko men, ruiui 200.000 een bedrag van pl.ui. 11.000.uitmaakt. Het voorstel van den heer Meerburg, 10 pet. over 1932, wordt bij stemming verworpen met 13—4 st. Voor de heeren D. Meerburg, A. v. Rijn, dr. Hueting en H. W. Grimbergen. Het voorsbcl-v. d. Zwan, 5 pet. korting over het tijdvak 1 April31 Dec. 1932, wordt aangenomen met 134 stemmen. Het voorstel van B. en W. behoefde hierna niet in stemming te komen. Dr. Eijkelenboom vraagt hoe de samen stelling van liet ambtenarenkorps is gere geld. Het komt spr. voor, dat er veel te veel hooge ambtenaren zijn. De voorzitter zegt, dat deze toesland, met goedkeuring van dqn raad zou gegroeid is. De lieer Meerburg vraagt, of B. cn W. nog niets bekend is ten -opzichte \an een nieuwen brug bij do öandtlaan. Spr. brengt dit in verband met den nieuwen verkeers weg door Katwijk a. d. Rijn. Zijn er on derhandelingen gaande met de Provincie of de N. Z. H. T. M. 1 De voorzitter zegt, dat hieromtrent uog geen mededeeling kan worden gedaan. Doch de genoemde twee aangelegenheden staan vrijwel los van elkaar. (In de vergadering van Mei 1930 is door B. en W. officieel mededeeling ge daan, dat ten opzichte van den bouw van een nieuwen brug vour de Sandtlaan, van de Provincie geeaerlei medewerking ver- waoht mag worden. Corr.). De heer v. d. Bent stelt voor van de sub-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9