SPANJES NIEUWE MANNEN.
UIT DE RIJNSTREEK
WOENSDAG 30 DECEMBER 1931
uE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
INGEZONDEN STUKKEN
hebben allen eveneens meegezongen, want zij
waren allen „zeer tevrêe" over het gepres
teerde.
Aan het einde gekomen, bracht de pastoor
dank aan de speelsters voor hun uitstekende
spel. en dankte verder allen, die er aan mede
geholpen hebben, dezen avond zoo goed mo
gelijk te doen slagen.
Rest ons nog een woord van dank te bren
gen na de speelsters, aan mevr. van Zwieten
en het verdere bestuur van de Lidwinaver.
die zooveel opofferen voor dit liefdadig doel.
Verder aan de regie, die in handen was van
de eerwaarde zuster Mathia. Deze heeft zeer
zeker wel een groot aandeel in het welslagen
van dezen avond.
Parochianen, Zondag 3 Januari, wordt u de
gelegenheid voor 't laatst geboden om dezen
mooien tooneelavond bij te wonen. Wij raden
u allen aan om te begeven naar het Patro-
naatsgebouw. U zult genieten, en niet te ver
geten, wanneer u een bezoek brengt „doet u
goed". We verwachten weer een tjokvolle
zaal.
25-jarig jubileum. Men heeft zulke tijden
in het jaar, dat de zilveren of gouden jubi
larissen niet van de lucht zijn. Ook in Ter
Aar beleeft men zulke tijdperken.
Op 1 Januari a.s. zal de heer W. Togni den
dag herdenken, waarop hij vóór 25 jaar in
dienst trad van den Provincialen Waterstaat
in Zuid-Holland. Wel het grootste deel van
die jaren heeft de jubilaris doorgebracht op
de brug aan het Papeveer, voordien was hij
cantonnier te Leidschendam.
Al die jaren, dat de heer Togni in Ter Aar
was, bekleedde hij de functie van chef-brug
wachter. Als zoodanig is hij zeer gezien bij
het overige brugpersoneel. Ook in het R.K.
vereenigingsleven heeft hij zich verdienstelijk
gemaakt, waarin meestal voorname en leiden
de functies door hem bekleed werden. Ook
verder in de buurtschap van het Papeveer is
de heer Togni een geziene figuur. Wanneer
het eenigszins kan staat hij de menschen ter
zijde. Wij verwachten dan ook dat het den
heer Togni, op 1 Januari, niet aan belang
stelling zal ontbreken.
STOMPWIJK
L. J. Wijsman f
In den ouderdom van bijna 74 jaar over
leed na een langdurige ongesteldheid de heer
L. J. Wijsman. De heer Wijsman was in en
buiten onze buurtschap zeer gezien, en stond
door zijn rechtvaardigheid en behulpzaamheid
voor ieder in hoog aanzien. De heer Wijsman
vertegenwoordigde onze buurtschap als afge
vaardigde in den gemeenteraad, waarvan een
2C'-tal jaren als wethouder.
Drie jaar geleden vierde hij zijn 50-jarig
jubileum als koorzanger, waarvan 25 jaar als
dirigent. Tevens was de heer Wijsman mede
oprichter van de Coop. Boerenleenbank en
heeft 25 jaar in het bestuur zitting gehad.
Tot slot dienen wij nog te vermelden de
eierenveiling te Stompwijk, die mede door het
werk van den heer Wijsman is opgericht.
12 y, -jarig bestaan der Propagacda-club.
Dinsdagavond had in de goed bezette zaal
van het „Blesse Paard" de viering plaats van
het 12 -jarig bestaan van de Propaganda-club
Na een woord van welkom door kapelaan
Verkley, nam pastoor Floor het woord.
Op verzoek van het bestuur, zeide spr. deze
feestvergadering gaarne te willen openen. Na
een terugblik, waarbij spr. wees óp het motief
om tot oprichting van de Propagandaclub te
geraken, besprak spr. het verschil van het
katholiek openbaar leven vroeger en nu. Spr.
besloot zijn rede met een aansporing aan de
leden om het doel der Propagandaclub steeds
meer te verwezenlijken.
Na deze met groote aandacht gevolgde rede
kwamen de humoristen Klaare en Flora met
hun afwisselend repertoir voor het voetlicht
en wisten al spoedig een vroolijke stemming
op te wekken, terwijl een daverend applaus
hun voordrachten beloonde.
Na het optreden der humoristen dankte de
voorz. van de Propagandaclub, de heer C. v.
d. Zijden, allen voor de medewerking tot het
slagen van dezen avond.
RIJNZATERWOUDE
Lezing. Op Dinsdagavond 29 December
werd in café de Boer alhier een lezing ge
houden, uitgaande van den bond van zuivel
productenten te Rijnzaterwoude c.a. Als spre
ker trad op de heer van Wijnen, daartoe door
dezen bond uitgenoodigd. Bedoeling van deze
bijeenkomst was, de noodtoestand in het
veehouders- en land- en tuinbouwbedrijf te
bespreken, en wat er voor de veehouders in
het zuivelbedrijf gedaan kan en moet worden.
De vergadering was slechts matig bezocht,
zoowel door veehouders als niet-veehouders.
Uit de Bodegraafsche-Raadszaal
Woensdag 23 December 1.1. kwam onze
^Vroedschap in vergadering bijeen ter afhan
deling van een lange, doch niet bijzonder be
langrijke agenda.
Echter wil dit niet zeggen, dat de vergade
ring niet van langen duur was. Integendeel,
verschillende punten gaven aanleiding tot zeer
breedvoerige besprekingen.
Men begon al met het verzoek van B. en W.
van Wehl tot adhaesie-betuiging aan een
adres tot instelling van een Ministerie van
Landbouw. Tot nogtoe was het een een goede
gewoonte in onzen Raad, om dergelijke ver
zoeken voor kennisgeving aan te nemen. Doch,
onder leiding van wethouder v. d. Marei, wilde
men voor een keer op die gewoonte een uit
zondering maken, wat dan ook gelukte. Na
breedvoerige bespreking mocht hij nog het
genoegen hebben, dat de meerderheid, in
hoofdzaak de „agrariërs", direct of indirect,
met zijn voorstel tot adhaesie-betuiging mee
ging. 'n Departement van Landbouw zal dus
nu wel niet lang meer op zich laten wachtenl
Een onderwerp van meer belang was een
voorgestelde wijziging van de steunregeling
voor de werkloozen. Het geval deed zich n.l.
voor, dat georganicseerde werkloozen, vooral
die met kinderen gezegend waren, uit de
werkloozenkas hunner vakvereeniging minder
ontvingen, dan wanneer zij ongeorganiseerd
waren geweest, en dus van de gemeentelijke
steunregeling zouden profiteeren. De Raad
nam nu met algemeene stemmen de beslissing
om dezulken, gedurende den tijd, dat zij van
hun vakvereenigingskas trekken, de kindertoe
slag van de gem. steunregeling uit te keeren.
Voorzeker een mooie verbetering, evenals en
kele andere aangenomen wijzigingen, waar
door meerdere werkloozen voor de gem.
steunregeling in aanmerking komen.
De aanvrage voor een crediet van 3000
voor de inrichting van de vuilnisbergplaats en
van een woonwagenkamp maakte eerst goed
de tongen los. Van alle kanten bleek men ont
stemd over het ontbreken van iedere toelich
ting behalve dan een schetsteekening
bij dit voorstel. Hoe de voorz. ook zijn best
deed om dit voorstel de talrijke klippen te
doen omzeilen, het mocht hem niet gelukken,
dit de veilige haven binnen te loodsen, want
de Raad nam met 10 stemmen een voorstel-
Jongeneel-Boer aan, om deze zaak aan te
houden. Men zal nu eerst onder leiding van
den gem.-oozichter de fabriek en terreinen
gaan bekijken en komt dan spoedig na
Nieuwjaar bijeen, want er schünt haast te zijn
bij de afdoening dezer kwestie. Als dan de
Raad maar de gewenschte inlichtingen en een
beschrijving heeft, dan zal het wel in orde ko
men. Maar anders? Onze Raad wil tegen
woordig met de finesses der zaak op de
hoogte zijn, alvorens men een beslissing,
neemt, wat dan ook een zeer juist stand
punt is.
Ook de vaststelling van een Ambtenaren
reglement gaf aanleiding tot lange discussies.
Er werd daarbij besloten, dat het aan amb
tenaren verboden is, zonder de toestemming
van den Raad, buiten zijn betrekking andere
bezoldigde werkzaamheden voor derden te
verrichten of handel te drijven etc. Men maak
te een uitzonderingsbepaling voor de functio
narissen, die thans reeds bijbaantjes hebben.
Op voorstel van de R.K. fractie besloot
men eveneens, om het R.K, gemeente-perso
neel op 15 Aug. en 1 November geen arbeid
te doen verrichten.
Dat de St. Ger. heer v. d. Berg daaraan zijn
sanctie niet kon geven, was te verwachten,
doch het verwonderde ons, dat ook de a.r.
heeren P. Batelaan en Huitkar zich daartegen
verklaarden, terwijl diezelfde heferen er geen
bezwaar tegen bleken te hebben om de amb
tenaren 4 vrije dagen per paar toe te kennen
tot het bezoeken van de vergaderingen hun
ner vakvereenigingen. Stak hier niet een ad
dertje onder het gras??
Het voorstel van den heer Oldemans (S.D.)
om op den lsten Mei-dag vrijaf te geven aan
het S.D. gemeente-personeel, kon het niet
verder brengen dan tot 4 stemmen, n.l. die
van den voorsteller en van de R.K. fractie.
Het had ons juister geschenen, indien de Raad,
in navolging van zooveel andere plaatsen,
dti voorstel had aangenomen; met een derge
lijke negatieve bestrijdingswijze houdt men
een eventueelen groei van de S.D.A.P. in Bo
degraven toch niet tegen.
Het reglement werd tenslotte, met de stem
des heeren Oldemans tegen, met de genoemde
wijzigingen vastgesteld.
Hierna werden benoemd de leden der Com
missie tot wering van schoolverzuim. Het er-
wonderde ons, dat, terwijl bijna alle hoofden
der Chr. en Openbare scholen in deze Com
missie zitting hebben, er geen Katholiek
schoolhoofd 'n plaats in heeft. In de vacature
van den heer Andr. Veelenturf (R.K.) werd be
noemd mej. E. Stolwijk, onderwijzeres aan de
R.K. school. We hebben echter in onze ge
meente nog 2 R.K. hoofden van scholen en
het zou wel juister zijn, wanneer ook deze
een plaats in de Commissie zoudèn hebben.
Nadat daarna door den heer Kelfkens (R.K.
vragen waren gesteld over de oprichting van
een crisis-comité, waarbij we van den voorz.
vernamen, dat deze zaak in voorbereiding is,
ging de, Raad, n'a circa 6 uur te hebben ver
gaderd, huiswaarts.
ZEVENHOVEN
Jubileum. B. en W. boden namens den
Raad den heer G. J. de Bruijn, gemeente
veldwachter bij diens 12 y2 -jarig jubileum als
zoodanig, een rookstel aan.
VELEN NAAR HET
TWEEDE PLAN
Een Klip voor de Eenheid.
Sinds Spanje een republiek is, treden de
politici, die tijdens de monarchie een
groote en gewichtige rol speelden, naar
den achtergrond terug, om plaats te ma
ken voor „nieuwe mannon''. Staatslieden
van toch groote autoriteit als graaf de Ro-
manones, Melquiades Alvarez en Santiago
Alba hebben tijdens de grondwetsdebatten
nagenoeg geen rol gespeeld. Een Ossorio y
Gallerao mag, met belangstelling zijn aan
gehoord iets positiefs heeft hij niet be
reikt. Men zal opmerken, dat het hier mo
narchisten betreft, die hun opinie in groo-
ter of geringer mate gewijzigd hebben. Die
opmerking houdt weinig steek. Ook beken
de republikeinen zijn naar den achtergrond
gedrongen. Do Cortes hebben, zonder aar
zeling, zelfs den „stichter der republiek",
Alcala Zamora, als minister-president doen
aftreden en hem een positie gegeven, die
hem zeker vleit, maar die hem tegelijker
tijd builen de actieve politiek plaatst. En
Lerroux, radicaal, sinds vele jaren republi
kein en leider van een groote partij, is „ge
offerd" op het altaar der socialisten.
Nu is hetij in bepaalden zin, zelfs in de
oppositie, hopend op een schoone kans
voor morgen, als het Spaansche volk van
mislukte socialistische experimenten ge
noeg zal hebben. Het is voor niemand een
geheim, dat he mhet presidentschap der
republiek zou zijn aangeboden, in het geval
Alcala Zamora het geweigerd zou hebben.
Hij zou dan voor minstens „zes jaren op
stal" staan.
De nieuwe mannen, die geroepen zijn
onmiddellijk of in de toekomst een groote
rol te spelen, hebben een nationale repu
tatie, die van gisteren dateert. De meeste
hunner zijn intellectueelen, geestelijke kin
deren van de Unamuno, van José Ortega y
Gasset, en in het volle licht staat voor het
oogenblik in de eerste plaats de premier
Manuel Azana.
De persoon van Azana.
De leider der Spaansche regeering is
niet precies een jonge man; hij heeft de
vijf kruisjes achter den rug. Hij is óók niet
bepaald een nieuweling in de politiek,
daar hij, sinds 1913, deel uitmaakt van de
groep der Reformisten, onder leiding van
Melquiades AlvareZj Als Reformist tracht
te hij, tweemaal, maar tevergeefs, een Cor-
tes-zetel te bemachtigen.Niettemin was
hij tot voor enkele maanden voor 't groote
publiek een onbekende. Deze „in de poli
tiek verdwaalde litterator" zooals hij
zichzelf dezer dagen noemde was slechts
bekend en geacht bij en door de leden van
de wetenschappelijke litteraire- en politie
ke! - Sociëteit „El Ateneo". Van geboorte
is hij Castiliaan, zijn wieg sfond in Alcala
ad Henares, bij Madrid. Aan de universi
teit der hoofdstad studeerde hij in de
rtchten en werd er de volgeling van een
apostel der vrije gedachte, prof. Giner de
los Rios. De toen verworven overtuigingen
zijn ong steeds de ijne. Jong reeds inte
resseerde hij zich voor de, bic.ische lite
ratuur; hi] is een der weinige Epanjaarden
die Racine en Corneille door en door ken
nen. Tijdens den grooten oorlog was Azana
kon het anders 1 fel pro-geallieerd,
fel anti-Duitsch. Hij bezocht het Fransche
front en hield, teruggekeerd in Spanje,
over dafc bezoek lezingen, waarin hij de
Franschen tot in de hoogste hemelen ver
hief.
Primo de Rivera's staatsgreep dreef hem
in republikeinsche richting. Hij nam, over
tuigd van haar nutteloosheid, evenwel aan
geen der samenzweringen tegen de dicta
tuur deel. Tijdens deze geheele periode
wijdde hij zich aan letterkunige studiën,
verwierf zelfs een prijs door het ministerie
van Onderwijs ingesteld, en vertaalde wer
ken van Voltaire, Mad. de Staël, Prosper
Mérimée, Erckmann-Chatriau, Borrow,
Chesterton e.a. Intusschen liet de 'poli
tiek hem niet onverschillig. In 1925, het
einde der dictatuur nabij voelend, begon
hij te handelen. Hij stichtte, aan een Kc»-
fiehuisstafgel, de partij der Nationale Ac
tie; die de Republikeinche Actie zou wor
den. Als hoofd dier partij nam hij in 1930
deel aan de befaamde bijeenkomst, waaruit
het „Pact van San Sebastian" gebor«»n
werd. De. gebeurtenissen in Jaca compro
mitteerden hem; Azana zag zich genood
zaakt zich te verbergen, eerst bij een bui-
tenlandsch schrijver, toen in zijn eigen
huis.
Maar Jaca was het voorspel tot een re
volutie die hem de portefeuille van oor
log bi den schoot wierp. In eenige dagen
bereikte hij een groote en groeiende popu
lariteit. Niemand in de Cortes bestreed
zijn gedurfde legerhervorming. Zijn anti-
Katholicisme bracht hem, in de volksver
tegenwoordiging, openlijk met Alcala Za
mora in conflict. De premier verdedigde
zijn standpunt; Azana met koele wélge-
wogen woorden het zijne, dat tevens dat
van de meerderheid der Cortes was. En
Zamora ging heen om door Azana te wor
den opgevolgd. Waarhéén Azana Spanje
voeren zal is nog niet te zeggen, vermoe
delijk naar een reeks diepe teleurstellin
gen, maar dat hij een leider, een aanvoer
der, is, staat buiten kijf.
Mifjuel Maura.
Niet alleen Azana evenwel is op den
voorgrond getreden. Miquel Maura, Minis
ter van Binnenlandsche Zaken in het ka
binet Alcala Zamora, heeft zich evenzeer
doen kennen als een man, die iets betee-
kont, en wiens rol nog lang niet gespeeld
is. Ëen jaar geleden was Miquel Maura
alleen de erfgenaam van een beroeAden
naam. Zijn broeder Gabriël was door Al-
phonso XIII tot het hertogdom verheven,
maar Miquel volgde een eigen weg, dien
van het republikeinisme. Die weg leidde
hem eerst naar de Madridsche model-ge
vangenis. daan-na naar een ministers-zetel.
Zijn taak, de orde in het land te handha
ven, was een uiterst moeilijke. Hij heeft
die met eere vervuld, en karakter genoeg
getoond om af te treden, toen bleek dat
de meerderheid der Cortes in de gods
dienstkwestie niet aan zijn en Zamora's
zijde stond. In de Kamer heeft hij weinig
gesproken, maar wat hij zeide was steeds
helder, eenvoudig, precies. Hij verwierf
bewondering en sympathie, zóó, dat toen
bij zijn aftreden Azana het woord nam om
hem in naam der republiek hulde te bren
gen, de Cortes de woorden van den nieu
wen minister-president met luid applaus
onderstreept.
Zal Maura binnenkort de leider van een
groote gematigd-republikeinsche partij
zijn? Het is ijdel voorspellingen te doen.
De rechterzijde in de Cortes is zeer ver
deeld en Azana's regiem, dat beginnen
gaat, toont, nieuw als het is, nog geen
slijtplekken Maar zeker is, dat Miquel
Maura tijdens zijn korte loopbaan reeds
getoond heeft heeft een man te zijn, die
voor zijn overtuigingen staat. Dat boezemt
vertrouwen in.
Senor Gil Robles.
Tijdens de grondwetdebatten is nog een
derde figuur op den voorgrond getreden,
de zeer jeugdige figuur van Senor Gil Ro
bles, vurig Katholiek, lider agrarische par
tij, hoogleeraar in de rechten en ond,er-di
recteur van het dagblad „El Debate". Zijn
eerste rede in de Cortes verwekte sen
satie en zijn optreden daarna dwong de
achting en zelfs de bewondering van mede-
en tegenstanders af.
Voorloopig is die zege ver. Azana en
zijn strek-linksche ploeg zitten bij den aan
vang van het nieuwe jaar vast in het za
del. Niettemin is de horizon niet vrij van
wolken. Weliswaar heeft de Cortes het
tweede ministerie Azana, na de regeerings-
verklaring, met enorme meerderheid hun
vertrouwen betuigd, maar deze stemming
heeft niet veel meer dan theoretische
waarde. Azana's meerderheid zal veel ge-
ri.iger zijn als de concrete vraagstukken
aan de orde komen, b.v. het toezichts-
recht van werklieden in fabrieken.
Hooggeachte Redactie.
Beleefd verzoek ik u een klein plaatsje
voor het volgende:
Camouflage en staking.
Twee ziekten van den tegenwoordigen
tijd, die in erge mate inheemsch zijn, do
eerste althans heerseht in erge mate.
doch onder een bepaalde categorie van
menschen, die er op uit zijn, onder zooge
naamd belang der arbeiders hun eigen zak
te spekken.
Ook op politiek terrein heerseht deze
ziekte in erge mate. Men probeert den
laatsten tijd zelfs er over te spreken. (Ook
de „Leidsche Courant" gaf er in zijn blad
aandacht aan).
Er rcert wat. Op het laatste Congrez
van het R. K. Werkliedenverbond waren
er zoowaar afdeelingen die hel bestuur er
over interpelleerden. Men zette het be
stuur het mes op "den keel, doch het be
stuur niet van gisteren, benoemde een
commissie (ook een ziekte) tot onderzoek;
dus de doofpot in. Ook afdeelingen van
den R. K. Volksbond in ons Bisdom brach
ten het in den Cèntralen Raad ter sprake.
Resultaat: een Commissie. Ik zeg maar:
als een vrijgestelde met in den regel een
goed salaris zijn taak goed vervult, kan hij
er geen lid der Tweede Kamer meer bij
zijn. Alleen langs wettelijken weg zou er
een eind aan kruinen komen, maar de wet-
tenmakers gaan er bet zwaarst aan mank;
voorbeelden legio. Hier is een taak voor
de Kiesvereenigingen.
Nu de Twentsche staking. De arbeiders
verenigingen hebben bij elkaar meer dan
10 millioen guldens in hun kassendat is
stakingsgeld. In plaats van nu die sta
kers eens flink uit te keeren, scheepen ze
de menschen af met een grijpstuiver uit
hun kas en trachten met bedelen het restje
aan te vullen; ze zouden den laatsten
cent van een werklooze noch uit zijn zak
praten om zooveel mogelijk de kas te
sparen
Inderdaad, een mooie toestand tegen
woordig, en men is er nog lang niet, het
is pias een begin, en waar is het eind. Hier
bij geef ik het woord aan de arbeiders.
Geachte Redactie dank voor de plaat
sing,
Een opmerker.
De geachte inzender is blijkbaar in een
veel te sombere stemming. Een of ander
kwaad kwaad, volgens zijn inzicht
geeft hij al te breede proporties en be
schouwt het dan als onoverwinbaarRed.
M. d. R.
Een ingezonden stukje, ik geloof, uit
naam van velen. Is het nu niet de tijd, om
de gebruikelijk fooien bij nieuwjaar, voor
jaar, zomer en herfst af te schaffen?
Voldoet men als enkeling niet aan die
verplichting, dan wordt men gewoonweg
op allerlei manieren „genomen" door vuil
nisman, leverancier, krantbezorger enz.
Zou 't personeel die fooienbelasting niet
kunnen worden verboden door hun pa
troons of zijn de loonen stilzwijgend geba
seerd op die extra's? Voor vele huismoe
ders met mij zou het alweer een bezuini
ging méér zijn.
Met beleefden dank voor plaatsing,
Huismoeder.
Het fooienstelsel is ai dikwijls bespro
ken. He± heeft zijn nadeelen, als het
regel is; het heeft zijn voordeelen voor
bijzondere gevallen, als inderdaad iets bij
zonders of iets gewoons op bijzondere wijze
is gepraesteerd, bijv. voor de vriendelijke
hulpvaardigheid, voor een beleefde voor
komendheid.
Maar: feitelijk is in vele gevallen
het loon op fooien berekend uit sleur
of met opzet. En dus mag men dengenen
die op een fooi rekenen, in vele gevallen
niets verwijten. Red.
Mijne Heeren.
Met belangstelling las ik hedenavond
het bericht in uw blad „Het nut der sociale
verzekering" waarin de verschillende be
dragen worden vermeld, welke jaarlijks
worden uitgekeerd.
Wanneer men die totalen leest, dan lijkt
zulks werkelijk heel wat, doch, wat blijft
er van deze bedragen over, wanneer men
die herleid tot per week en per persoon?
Ik zeg het de vele duizenden na: „Het is
de moeite niet". Ik vind- het maar oogver
blinding het vermelden dezer bedragen,
te meer daar er niets over uitkeeringen
vermeld wordt, welke gedaan zijn en steeds
worden aan ambtenaarssalarissen, aan-
sohaffings- en onderhoudkosten, enz. er.z.
Op grond van een en ander lijkt mij ien
laatsten zin van genoemd bericht, gezien
de eenzijdige bekendmaking, zeer bedenke
lijk.
Zou het niet mogelijk zijn, dat de on
kosten, als hierboven vermeld, in dien zelf
den geest werden bekend gemaakt als de
invaliditeitsrenten, ouderdomsrenten enz
Gaarne zag ik, dat u dit in uw blad als
„Ingezonden stuk" wilde behandelen, waat-
voor ik u bij voorbaat beleefd dank zeg.
Uw abonné,
J. v. D.
N.B. De totale optelling, het bedrag
vermelding der jaarlijksche uitkcering in
het gebied R. v. A. Leiden is onjuist, het
geen vermoedelijk komt door twee dub
bele vermeldingen. J. v. D.
Wij zijn het volstrekt niet met inzender
eens, dat „het mot do sociale verzekering
niet de moeite zou zijn! Misschien acht
men het van de zijde van den Raad v..n
Arbeid wel nuttig meerdere cijfers en ver-
klaring van cijfers te geven naar ;.anloi-
ding van het bovenstaande. Red.
DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTJE.
153. Veilig en wel werd de overzijde bereikt en de rei
zigers verborgen hun schuit in het riet. Dat ze daarbij
hun kleeren nat maakten, spreekt vanzelf, maar dat
hadden ze voor het goede deel wel over. „Je kunt niet
voorzichtig genoeg zijn", zeide de agent toen hij de
schuit onder het riet trok.
154. Voor de hut gekomen werd eerst driemaal tegen het
venster getikt, waarbij de uil altijd zat. En door het
tikken wakker geworden hij had altijd een hazen
slaapje, onze uil maakte hij voorzichtig het venster
open. Hij ging eerst eens kijken of er onraad was.