SPANJES NIEUWE MANNEN. UIT DE RIJNSTREEK WOENSDAG 30 DECEMBER 1931 uE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 INGEZONDEN STUKKEN hebben allen eveneens meegezongen, want zij waren allen „zeer tevrêe" over het gepres teerde. Aan het einde gekomen, bracht de pastoor dank aan de speelsters voor hun uitstekende spel. en dankte verder allen, die er aan mede geholpen hebben, dezen avond zoo goed mo gelijk te doen slagen. Rest ons nog een woord van dank te bren gen na de speelsters, aan mevr. van Zwieten en het verdere bestuur van de Lidwinaver. die zooveel opofferen voor dit liefdadig doel. Verder aan de regie, die in handen was van de eerwaarde zuster Mathia. Deze heeft zeer zeker wel een groot aandeel in het welslagen van dezen avond. Parochianen, Zondag 3 Januari, wordt u de gelegenheid voor 't laatst geboden om dezen mooien tooneelavond bij te wonen. Wij raden u allen aan om te begeven naar het Patro- naatsgebouw. U zult genieten, en niet te ver geten, wanneer u een bezoek brengt „doet u goed". We verwachten weer een tjokvolle zaal. 25-jarig jubileum. Men heeft zulke tijden in het jaar, dat de zilveren of gouden jubi larissen niet van de lucht zijn. Ook in Ter Aar beleeft men zulke tijdperken. Op 1 Januari a.s. zal de heer W. Togni den dag herdenken, waarop hij vóór 25 jaar in dienst trad van den Provincialen Waterstaat in Zuid-Holland. Wel het grootste deel van die jaren heeft de jubilaris doorgebracht op de brug aan het Papeveer, voordien was hij cantonnier te Leidschendam. Al die jaren, dat de heer Togni in Ter Aar was, bekleedde hij de functie van chef-brug wachter. Als zoodanig is hij zeer gezien bij het overige brugpersoneel. Ook in het R.K. vereenigingsleven heeft hij zich verdienstelijk gemaakt, waarin meestal voorname en leiden de functies door hem bekleed werden. Ook verder in de buurtschap van het Papeveer is de heer Togni een geziene figuur. Wanneer het eenigszins kan staat hij de menschen ter zijde. Wij verwachten dan ook dat het den heer Togni, op 1 Januari, niet aan belang stelling zal ontbreken. STOMPWIJK L. J. Wijsman f In den ouderdom van bijna 74 jaar over leed na een langdurige ongesteldheid de heer L. J. Wijsman. De heer Wijsman was in en buiten onze buurtschap zeer gezien, en stond door zijn rechtvaardigheid en behulpzaamheid voor ieder in hoog aanzien. De heer Wijsman vertegenwoordigde onze buurtschap als afge vaardigde in den gemeenteraad, waarvan een 2C'-tal jaren als wethouder. Drie jaar geleden vierde hij zijn 50-jarig jubileum als koorzanger, waarvan 25 jaar als dirigent. Tevens was de heer Wijsman mede oprichter van de Coop. Boerenleenbank en heeft 25 jaar in het bestuur zitting gehad. Tot slot dienen wij nog te vermelden de eierenveiling te Stompwijk, die mede door het werk van den heer Wijsman is opgericht. 12 y, -jarig bestaan der Propagacda-club. Dinsdagavond had in de goed bezette zaal van het „Blesse Paard" de viering plaats van het 12 -jarig bestaan van de Propaganda-club Na een woord van welkom door kapelaan Verkley, nam pastoor Floor het woord. Op verzoek van het bestuur, zeide spr. deze feestvergadering gaarne te willen openen. Na een terugblik, waarbij spr. wees óp het motief om tot oprichting van de Propagandaclub te geraken, besprak spr. het verschil van het katholiek openbaar leven vroeger en nu. Spr. besloot zijn rede met een aansporing aan de leden om het doel der Propagandaclub steeds meer te verwezenlijken. Na deze met groote aandacht gevolgde rede kwamen de humoristen Klaare en Flora met hun afwisselend repertoir voor het voetlicht en wisten al spoedig een vroolijke stemming op te wekken, terwijl een daverend applaus hun voordrachten beloonde. Na het optreden der humoristen dankte de voorz. van de Propagandaclub, de heer C. v. d. Zijden, allen voor de medewerking tot het slagen van dezen avond. RIJNZATERWOUDE Lezing. Op Dinsdagavond 29 December werd in café de Boer alhier een lezing ge houden, uitgaande van den bond van zuivel productenten te Rijnzaterwoude c.a. Als spre ker trad op de heer van Wijnen, daartoe door dezen bond uitgenoodigd. Bedoeling van deze bijeenkomst was, de noodtoestand in het veehouders- en land- en tuinbouwbedrijf te bespreken, en wat er voor de veehouders in het zuivelbedrijf gedaan kan en moet worden. De vergadering was slechts matig bezocht, zoowel door veehouders als niet-veehouders. Uit de Bodegraafsche-Raadszaal Woensdag 23 December 1.1. kwam onze ^Vroedschap in vergadering bijeen ter afhan deling van een lange, doch niet bijzonder be langrijke agenda. Echter wil dit niet zeggen, dat de vergade ring niet van langen duur was. Integendeel, verschillende punten gaven aanleiding tot zeer breedvoerige besprekingen. Men begon al met het verzoek van B. en W. van Wehl tot adhaesie-betuiging aan een adres tot instelling van een Ministerie van Landbouw. Tot nogtoe was het een een goede gewoonte in onzen Raad, om dergelijke ver zoeken voor kennisgeving aan te nemen. Doch, onder leiding van wethouder v. d. Marei, wilde men voor een keer op die gewoonte een uit zondering maken, wat dan ook gelukte. Na breedvoerige bespreking mocht hij nog het genoegen hebben, dat de meerderheid, in hoofdzaak de „agrariërs", direct of indirect, met zijn voorstel tot adhaesie-betuiging mee ging. 'n Departement van Landbouw zal dus nu wel niet lang meer op zich laten wachtenl Een onderwerp van meer belang was een voorgestelde wijziging van de steunregeling voor de werkloozen. Het geval deed zich n.l. voor, dat georganicseerde werkloozen, vooral die met kinderen gezegend waren, uit de werkloozenkas hunner vakvereeniging minder ontvingen, dan wanneer zij ongeorganiseerd waren geweest, en dus van de gemeentelijke steunregeling zouden profiteeren. De Raad nam nu met algemeene stemmen de beslissing om dezulken, gedurende den tijd, dat zij van hun vakvereenigingskas trekken, de kindertoe slag van de gem. steunregeling uit te keeren. Voorzeker een mooie verbetering, evenals en kele andere aangenomen wijzigingen, waar door meerdere werkloozen voor de gem. steunregeling in aanmerking komen. De aanvrage voor een crediet van 3000 voor de inrichting van de vuilnisbergplaats en van een woonwagenkamp maakte eerst goed de tongen los. Van alle kanten bleek men ont stemd over het ontbreken van iedere toelich ting behalve dan een schetsteekening bij dit voorstel. Hoe de voorz. ook zijn best deed om dit voorstel de talrijke klippen te doen omzeilen, het mocht hem niet gelukken, dit de veilige haven binnen te loodsen, want de Raad nam met 10 stemmen een voorstel- Jongeneel-Boer aan, om deze zaak aan te houden. Men zal nu eerst onder leiding van den gem.-oozichter de fabriek en terreinen gaan bekijken en komt dan spoedig na Nieuwjaar bijeen, want er schünt haast te zijn bij de afdoening dezer kwestie. Als dan de Raad maar de gewenschte inlichtingen en een beschrijving heeft, dan zal het wel in orde ko men. Maar anders? Onze Raad wil tegen woordig met de finesses der zaak op de hoogte zijn, alvorens men een beslissing, neemt, wat dan ook een zeer juist stand punt is. Ook de vaststelling van een Ambtenaren reglement gaf aanleiding tot lange discussies. Er werd daarbij besloten, dat het aan amb tenaren verboden is, zonder de toestemming van den Raad, buiten zijn betrekking andere bezoldigde werkzaamheden voor derden te verrichten of handel te drijven etc. Men maak te een uitzonderingsbepaling voor de functio narissen, die thans reeds bijbaantjes hebben. Op voorstel van de R.K. fractie besloot men eveneens, om het R.K, gemeente-perso neel op 15 Aug. en 1 November geen arbeid te doen verrichten. Dat de St. Ger. heer v. d. Berg daaraan zijn sanctie niet kon geven, was te verwachten, doch het verwonderde ons, dat ook de a.r. heeren P. Batelaan en Huitkar zich daartegen verklaarden, terwijl diezelfde heferen er geen bezwaar tegen bleken te hebben om de amb tenaren 4 vrije dagen per paar toe te kennen tot het bezoeken van de vergaderingen hun ner vakvereenigingen. Stak hier niet een ad dertje onder het gras?? Het voorstel van den heer Oldemans (S.D.) om op den lsten Mei-dag vrijaf te geven aan het S.D. gemeente-personeel, kon het niet verder brengen dan tot 4 stemmen, n.l. die van den voorsteller en van de R.K. fractie. Het had ons juister geschenen, indien de Raad, in navolging van zooveel andere plaatsen, dti voorstel had aangenomen; met een derge lijke negatieve bestrijdingswijze houdt men een eventueelen groei van de S.D.A.P. in Bo degraven toch niet tegen. Het reglement werd tenslotte, met de stem des heeren Oldemans tegen, met de genoemde wijzigingen vastgesteld. Hierna werden benoemd de leden der Com missie tot wering van schoolverzuim. Het er- wonderde ons, dat, terwijl bijna alle hoofden der Chr. en Openbare scholen in deze Com missie zitting hebben, er geen Katholiek schoolhoofd 'n plaats in heeft. In de vacature van den heer Andr. Veelenturf (R.K.) werd be noemd mej. E. Stolwijk, onderwijzeres aan de R.K. school. We hebben echter in onze ge meente nog 2 R.K. hoofden van scholen en het zou wel juister zijn, wanneer ook deze een plaats in de Commissie zoudèn hebben. Nadat daarna door den heer Kelfkens (R.K. vragen waren gesteld over de oprichting van een crisis-comité, waarbij we van den voorz. vernamen, dat deze zaak in voorbereiding is, ging de, Raad, n'a circa 6 uur te hebben ver gaderd, huiswaarts. ZEVENHOVEN Jubileum. B. en W. boden namens den Raad den heer G. J. de Bruijn, gemeente veldwachter bij diens 12 y2 -jarig jubileum als zoodanig, een rookstel aan. VELEN NAAR HET TWEEDE PLAN Een Klip voor de Eenheid. Sinds Spanje een republiek is, treden de politici, die tijdens de monarchie een groote en gewichtige rol speelden, naar den achtergrond terug, om plaats te ma ken voor „nieuwe mannon''. Staatslieden van toch groote autoriteit als graaf de Ro- manones, Melquiades Alvarez en Santiago Alba hebben tijdens de grondwetsdebatten nagenoeg geen rol gespeeld. Een Ossorio y Gallerao mag, met belangstelling zijn aan gehoord iets positiefs heeft hij niet be reikt. Men zal opmerken, dat het hier mo narchisten betreft, die hun opinie in groo- ter of geringer mate gewijzigd hebben. Die opmerking houdt weinig steek. Ook beken de republikeinen zijn naar den achtergrond gedrongen. Do Cortes hebben, zonder aar zeling, zelfs den „stichter der republiek", Alcala Zamora, als minister-president doen aftreden en hem een positie gegeven, die hem zeker vleit, maar die hem tegelijker tijd builen de actieve politiek plaatst. En Lerroux, radicaal, sinds vele jaren republi kein en leider van een groote partij, is „ge offerd" op het altaar der socialisten. Nu is hetij in bepaalden zin, zelfs in de oppositie, hopend op een schoone kans voor morgen, als het Spaansche volk van mislukte socialistische experimenten ge noeg zal hebben. Het is voor niemand een geheim, dat he mhet presidentschap der republiek zou zijn aangeboden, in het geval Alcala Zamora het geweigerd zou hebben. Hij zou dan voor minstens „zes jaren op stal" staan. De nieuwe mannen, die geroepen zijn onmiddellijk of in de toekomst een groote rol te spelen, hebben een nationale repu tatie, die van gisteren dateert. De meeste hunner zijn intellectueelen, geestelijke kin deren van de Unamuno, van José Ortega y Gasset, en in het volle licht staat voor het oogenblik in de eerste plaats de premier Manuel Azana. De persoon van Azana. De leider der Spaansche regeering is niet precies een jonge man; hij heeft de vijf kruisjes achter den rug. Hij is óók niet bepaald een nieuweling in de politiek, daar hij, sinds 1913, deel uitmaakt van de groep der Reformisten, onder leiding van Melquiades AlvareZj Als Reformist tracht te hij, tweemaal, maar tevergeefs, een Cor- tes-zetel te bemachtigen.Niettemin was hij tot voor enkele maanden voor 't groote publiek een onbekende. Deze „in de poli tiek verdwaalde litterator" zooals hij zichzelf dezer dagen noemde was slechts bekend en geacht bij en door de leden van de wetenschappelijke litteraire- en politie ke! - Sociëteit „El Ateneo". Van geboorte is hij Castiliaan, zijn wieg sfond in Alcala ad Henares, bij Madrid. Aan de universi teit der hoofdstad studeerde hij in de rtchten en werd er de volgeling van een apostel der vrije gedachte, prof. Giner de los Rios. De toen verworven overtuigingen zijn ong steeds de ijne. Jong reeds inte resseerde hij zich voor de, bic.ische lite ratuur; hi] is een der weinige Epanjaarden die Racine en Corneille door en door ken nen. Tijdens den grooten oorlog was Azana kon het anders 1 fel pro-geallieerd, fel anti-Duitsch. Hij bezocht het Fransche front en hield, teruggekeerd in Spanje, over dafc bezoek lezingen, waarin hij de Franschen tot in de hoogste hemelen ver hief. Primo de Rivera's staatsgreep dreef hem in republikeinsche richting. Hij nam, over tuigd van haar nutteloosheid, evenwel aan geen der samenzweringen tegen de dicta tuur deel. Tijdens deze geheele periode wijdde hij zich aan letterkunige studiën, verwierf zelfs een prijs door het ministerie van Onderwijs ingesteld, en vertaalde wer ken van Voltaire, Mad. de Staël, Prosper Mérimée, Erckmann-Chatriau, Borrow, Chesterton e.a. Intusschen liet de 'poli tiek hem niet onverschillig. In 1925, het einde der dictatuur nabij voelend, begon hij te handelen. Hij stichtte, aan een Kc»- fiehuisstafgel, de partij der Nationale Ac tie; die de Republikeinche Actie zou wor den. Als hoofd dier partij nam hij in 1930 deel aan de befaamde bijeenkomst, waaruit het „Pact van San Sebastian" gebor«»n werd. De. gebeurtenissen in Jaca compro mitteerden hem; Azana zag zich genood zaakt zich te verbergen, eerst bij een bui- tenlandsch schrijver, toen in zijn eigen huis. Maar Jaca was het voorspel tot een re volutie die hem de portefeuille van oor log bi den schoot wierp. In eenige dagen bereikte hij een groote en groeiende popu lariteit. Niemand in de Cortes bestreed zijn gedurfde legerhervorming. Zijn anti- Katholicisme bracht hem, in de volksver tegenwoordiging, openlijk met Alcala Za mora in conflict. De premier verdedigde zijn standpunt; Azana met koele wélge- wogen woorden het zijne, dat tevens dat van de meerderheid der Cortes was. En Zamora ging heen om door Azana te wor den opgevolgd. Waarhéén Azana Spanje voeren zal is nog niet te zeggen, vermoe delijk naar een reeks diepe teleurstellin gen, maar dat hij een leider, een aanvoer der, is, staat buiten kijf. Mifjuel Maura. Niet alleen Azana evenwel is op den voorgrond getreden. Miquel Maura, Minis ter van Binnenlandsche Zaken in het ka binet Alcala Zamora, heeft zich evenzeer doen kennen als een man, die iets betee- kont, en wiens rol nog lang niet gespeeld is. Ëen jaar geleden was Miquel Maura alleen de erfgenaam van een beroeAden naam. Zijn broeder Gabriël was door Al- phonso XIII tot het hertogdom verheven, maar Miquel volgde een eigen weg, dien van het republikeinisme. Die weg leidde hem eerst naar de Madridsche model-ge vangenis. daan-na naar een ministers-zetel. Zijn taak, de orde in het land te handha ven, was een uiterst moeilijke. Hij heeft die met eere vervuld, en karakter genoeg getoond om af te treden, toen bleek dat de meerderheid der Cortes in de gods dienstkwestie niet aan zijn en Zamora's zijde stond. In de Kamer heeft hij weinig gesproken, maar wat hij zeide was steeds helder, eenvoudig, precies. Hij verwierf bewondering en sympathie, zóó, dat toen bij zijn aftreden Azana het woord nam om hem in naam der republiek hulde te bren gen, de Cortes de woorden van den nieu wen minister-president met luid applaus onderstreept. Zal Maura binnenkort de leider van een groote gematigd-republikeinsche partij zijn? Het is ijdel voorspellingen te doen. De rechterzijde in de Cortes is zeer ver deeld en Azana's regiem, dat beginnen gaat, toont, nieuw als het is, nog geen slijtplekken Maar zeker is, dat Miquel Maura tijdens zijn korte loopbaan reeds getoond heeft heeft een man te zijn, die voor zijn overtuigingen staat. Dat boezemt vertrouwen in. Senor Gil Robles. Tijdens de grondwetdebatten is nog een derde figuur op den voorgrond getreden, de zeer jeugdige figuur van Senor Gil Ro bles, vurig Katholiek, lider agrarische par tij, hoogleeraar in de rechten en ond,er-di recteur van het dagblad „El Debate". Zijn eerste rede in de Cortes verwekte sen satie en zijn optreden daarna dwong de achting en zelfs de bewondering van mede- en tegenstanders af. Voorloopig is die zege ver. Azana en zijn strek-linksche ploeg zitten bij den aan vang van het nieuwe jaar vast in het za del. Niettemin is de horizon niet vrij van wolken. Weliswaar heeft de Cortes het tweede ministerie Azana, na de regeerings- verklaring, met enorme meerderheid hun vertrouwen betuigd, maar deze stemming heeft niet veel meer dan theoretische waarde. Azana's meerderheid zal veel ge- ri.iger zijn als de concrete vraagstukken aan de orde komen, b.v. het toezichts- recht van werklieden in fabrieken. Hooggeachte Redactie. Beleefd verzoek ik u een klein plaatsje voor het volgende: Camouflage en staking. Twee ziekten van den tegenwoordigen tijd, die in erge mate inheemsch zijn, do eerste althans heerseht in erge mate. doch onder een bepaalde categorie van menschen, die er op uit zijn, onder zooge naamd belang der arbeiders hun eigen zak te spekken. Ook op politiek terrein heerseht deze ziekte in erge mate. Men probeert den laatsten tijd zelfs er over te spreken. (Ook de „Leidsche Courant" gaf er in zijn blad aandacht aan). Er rcert wat. Op het laatste Congrez van het R. K. Werkliedenverbond waren er zoowaar afdeelingen die hel bestuur er over interpelleerden. Men zette het be stuur het mes op "den keel, doch het be stuur niet van gisteren, benoemde een commissie (ook een ziekte) tot onderzoek; dus de doofpot in. Ook afdeelingen van den R. K. Volksbond in ons Bisdom brach ten het in den Cèntralen Raad ter sprake. Resultaat: een Commissie. Ik zeg maar: als een vrijgestelde met in den regel een goed salaris zijn taak goed vervult, kan hij er geen lid der Tweede Kamer meer bij zijn. Alleen langs wettelijken weg zou er een eind aan kruinen komen, maar de wet- tenmakers gaan er bet zwaarst aan mank; voorbeelden legio. Hier is een taak voor de Kiesvereenigingen. Nu de Twentsche staking. De arbeiders verenigingen hebben bij elkaar meer dan 10 millioen guldens in hun kassendat is stakingsgeld. In plaats van nu die sta kers eens flink uit te keeren, scheepen ze de menschen af met een grijpstuiver uit hun kas en trachten met bedelen het restje aan te vullen; ze zouden den laatsten cent van een werklooze noch uit zijn zak praten om zooveel mogelijk de kas te sparen Inderdaad, een mooie toestand tegen woordig, en men is er nog lang niet, het is pias een begin, en waar is het eind. Hier bij geef ik het woord aan de arbeiders. Geachte Redactie dank voor de plaat sing, Een opmerker. De geachte inzender is blijkbaar in een veel te sombere stemming. Een of ander kwaad kwaad, volgens zijn inzicht geeft hij al te breede proporties en be schouwt het dan als onoverwinbaarRed. M. d. R. Een ingezonden stukje, ik geloof, uit naam van velen. Is het nu niet de tijd, om de gebruikelijk fooien bij nieuwjaar, voor jaar, zomer en herfst af te schaffen? Voldoet men als enkeling niet aan die verplichting, dan wordt men gewoonweg op allerlei manieren „genomen" door vuil nisman, leverancier, krantbezorger enz. Zou 't personeel die fooienbelasting niet kunnen worden verboden door hun pa troons of zijn de loonen stilzwijgend geba seerd op die extra's? Voor vele huismoe ders met mij zou het alweer een bezuini ging méér zijn. Met beleefden dank voor plaatsing, Huismoeder. Het fooienstelsel is ai dikwijls bespro ken. He± heeft zijn nadeelen, als het regel is; het heeft zijn voordeelen voor bijzondere gevallen, als inderdaad iets bij zonders of iets gewoons op bijzondere wijze is gepraesteerd, bijv. voor de vriendelijke hulpvaardigheid, voor een beleefde voor komendheid. Maar: feitelijk is in vele gevallen het loon op fooien berekend uit sleur of met opzet. En dus mag men dengenen die op een fooi rekenen, in vele gevallen niets verwijten. Red. Mijne Heeren. Met belangstelling las ik hedenavond het bericht in uw blad „Het nut der sociale verzekering" waarin de verschillende be dragen worden vermeld, welke jaarlijks worden uitgekeerd. Wanneer men die totalen leest, dan lijkt zulks werkelijk heel wat, doch, wat blijft er van deze bedragen over, wanneer men die herleid tot per week en per persoon? Ik zeg het de vele duizenden na: „Het is de moeite niet". Ik vind- het maar oogver blinding het vermelden dezer bedragen, te meer daar er niets over uitkeeringen vermeld wordt, welke gedaan zijn en steeds worden aan ambtenaarssalarissen, aan- sohaffings- en onderhoudkosten, enz. er.z. Op grond van een en ander lijkt mij ien laatsten zin van genoemd bericht, gezien de eenzijdige bekendmaking, zeer bedenke lijk. Zou het niet mogelijk zijn, dat de on kosten, als hierboven vermeld, in dien zelf den geest werden bekend gemaakt als de invaliditeitsrenten, ouderdomsrenten enz Gaarne zag ik, dat u dit in uw blad als „Ingezonden stuk" wilde behandelen, waat- voor ik u bij voorbaat beleefd dank zeg. Uw abonné, J. v. D. N.B. De totale optelling, het bedrag vermelding der jaarlijksche uitkcering in het gebied R. v. A. Leiden is onjuist, het geen vermoedelijk komt door twee dub bele vermeldingen. J. v. D. Wij zijn het volstrekt niet met inzender eens, dat „het mot do sociale verzekering niet de moeite zou zijn! Misschien acht men het van de zijde van den Raad v..n Arbeid wel nuttig meerdere cijfers en ver- klaring van cijfers te geven naar ;.anloi- ding van het bovenstaande. Red. DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTJE. 153. Veilig en wel werd de overzijde bereikt en de rei zigers verborgen hun schuit in het riet. Dat ze daarbij hun kleeren nat maakten, spreekt vanzelf, maar dat hadden ze voor het goede deel wel over. „Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn", zeide de agent toen hij de schuit onder het riet trok. 154. Voor de hut gekomen werd eerst driemaal tegen het venster getikt, waarbij de uil altijd zat. En door het tikken wakker geworden hij had altijd een hazen slaapje, onze uil maakte hij voorzichtig het venster open. Hij ging eerst eens kijken of er onraad was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7