DE TOESTAND IN DE
BLOEMBOLLENSTREEK.
UIT DE OMGEVING
MAANDAG 21 DECEMEBER 1931
DE LE1DSCHE COURANT
Rede van den voorzitter der Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur.
De 167e Algemeene Vergadering v.
Bloembollencultuur werd heden gehouden
in de zaal der Bloemenkeuringen van net
E.retageiiuts der vereaiugmg te Haarlem,
hield ue volgende rede:
Talrijk zijn de dooden, aldus spr., die
onze veieeniguig sedert ons laatsto samen
zijn te betreuren heeft. Niet miuder dau
een twaalital nunner woiden door spr. niet
name herdacht, omdat zij alle aanspraak
hebben op onze dankbare waardeering voor
hun werk.
Dooden-herdenking.'
In de eerste plaats noem ik u den ovor-
leden inspecteur van den landbouw 1. G.,
J. Kakebeeke. Ofschoon hg slechts een en
kele maal ambtshalve ouze algemeene ver
gadering bijwoonde, was er geregeld aan
raking lusscken hem en het hoofdbestuur
en meer in 't bijzonder met uw voorzitter.
Tal van belangen, uie met hem behandeld
weiden vonden m Kakebeeke een warm
pleitbezorger bij den betrokken minister.
Hij had steeds een open oog voor onze
wenscaeu en schonk ons zijn volle ver
trouwen. Het bloembollenvak verliest in
hem een goed vriend.
Van üe leuen uie ons ontvielen noem ik,
naar Lijvcsoide van hun overlijden:
Jan flenurik Kersten, eertijds lid der
voormalige Itrma J. tl. Kersten Co., ge
durende tal van jaien secretaris der af-
deeiing Haarlem, en lid van hot Scheids
gerecht voor den Bloembollenhandet.
Beiue functies vervulde hij op nauwgezette
wijze. NBovendieu verplichtte hij de ver
eeniging door baar ecu zeer waardevolle
verzameling boekwerken en schrifturen
over bet bloembollen vak te schenken, die
voor de geschiedenis van dit bedrijf van
belang zijn en indertijd met' groot-en dank
voor de bibliotheek der vereeniging z:jn
aanvaard.
J. J. Herbert, vroeger lid der niet meer
bestaanae tirma Zocner Co. en tuinarchi
tect als opvoiger 1 van de beroemde
Zoekers, vader en zoon. Zijn betrekking bot
onze vereeniging bestoud in den aanleg
van en het toezicut op de beplanting van
de perkon Hyacinthen, Tulpen en andore
bolgewassen, die de Algemeene Vereeni
ging voor .bloembollencultuur op de We
reldtentoonstelling te Parijs in 1900 heott
ingezonden, waai mede destijds een groot
succes werd geboekt.
In J. L. Nieuwkerk Sr., betreuren wij den
veruiensteiijken, voorzitter der WestlanJ-
sohe Bloembollen ver eaiiiging „k loralia
dio veel in hem verliest.
Aan Jan Willem Roozen heeft het vak
zeer groote verplichtingen. Rechtschapen
heid aan 6imerpzuiuigneid parende, was hij
gedurende twintig jaar een zeer gewaar
deerd lid van het Scheidsgerecht voor don
Bloem bollenhandel. iiij wa s lid van de
comwis&'ie van toezicht op de Rijksbloeai-
boilenscnool te Lisse en voorzitter van de
p.aatseijjke commissie van de Tuinbouw
Onderlinge, terwijl hij in vroeger jaren veie
andere tiiiicties heeft vervuld, zooals iid
van het dagelijksch bestuur van den Bond
van Bloembollenhandelaren en be-si.uurs.id
van (Jodro. Benalve lid der firma Gebroe
ders Roozen wa» de overledene veilingdi-
recteur.
Mannen als Jan Roozen zijn schaarsclr
en zeer moeilijk te vervangen.
H. G. Hopman, van de oprichting af
voorzitter der Nederlandsche Gladiolusvcr-.
eexuging, en vertegenwoordiger dezer ver
eeniging in het Centraal Bloembollen Co
mité, bestuurslid van den Bond van Bloem
bol lenhandeiaréu, lid van de Commissie
voor de Nomenclatuur, heeft naast de be-
hartigiug van debelangen zijner export
zaak, het vak in de bovengenoemde en vele
andere functies gedieud op een wijze, die
zijn overlijden nog lang ah een gevoelig
verlies zal doen gevoe.en.
N. O. van der Zalm, te Noordwijkerhout
worde bier herdacht wegens zijn lidmaat
schap van het bestuur der vereeniging „de
Narcis''.
Krans Eldering was een bekende figuur
onder de üverveensche bloembollenhande-
laren. Hij was de eerste die de bloembol
lenteelt in oen Anna Bauiownapolder ler
hand nain. Vele jaren geleden maakte hij
deel uit van het bestuur der afdeeling
Overveen-Bloemendaal en hij was langen
tijd voorzitter van de R. K. Patroons ver
eeniging. Zijn firma W. J. Eldering en Zoon
zal nooue de voprlichting en raad van ha
ren vroegeren leider missen.
Vincent Loosjes was uit oude betrekking
nog steeds lid- onzer vereeniging gebleven,
ofschoon zijn betrekking tot de drukkers
firma de Erven Loosjes die ons orgaan
verzorgt reeds eon dertig jaar geleden had
opgehouden. Toen die echter nog bestond,
was het Vincent Loosjes, "die de uitgave
van het Jblorilegium harlemense, dat onder
toezicht van onze vereeniging werd samen
gesteld, krachtig bevorderde en mogelijk
maakte. Dat in latere jaren zijn belangstel
ling voor onze vereeniging niet verflauwd
was, bleek uit het voorstel dat hij als ud
van den Haarlemschen Gemeenteraad in
diende om van gemeentewege een bedrag
van J 10Ü.UU0.voor den bouw van ons ver-
oenigingshuis binnen Haarlem beschikbaar
te stellen. De aanneming van dit voorstel
heeft in hooge mate bijgedragen tot de uit
eindelijke oplossing van ons gebouw-vraag
stuk en Vincent Loosjes heeft daarvoor
onze dankbare waardeering verdiend.
Op hoogen leeftijd overleed D. Smit te
Bovenkarspel, een dor eersten, die in die
streek zich op de bollenteelt toelegde en
mede oprichter in 1905 van de afdeeling
onzer vereeniging aldaar, waarvan hij on
afgebroken bestuurslid was en geruimen
tijd secretaris-penningmeester. Voor velen
was hij een vraagbaak en menigeen heeft
aan zijn goeden raad veel te danken. Voor
al de afdeeling Bovenkarspel verliest veol
m hem.
In Arie Guldemond daalde een zeer be
kend vAkman ten grkve, die zioh behalve
aan zijn omvangrijke zakenbelangon, ook
gaarne gaf aan hot algemeen belang. Valt
zijn pionierswerk voor de bollenteelt in
Koegras en de ontginning van geestgron
den onder N oordw ijkerhout meer onder zijn
zakenbelangen, de welvaart van dit dorp
werd er tevens door bevorderd. Wanne be
langstelling toonde hy vpor de oprichting
van de Rijktuinbouwwintereohool die in
1911 in de bloembollenstreek zou worden
opgericht. Met kracht en overtuiging pleit
te bij voor de vestiging te Lisse en hij had
de voldoening de school daar te zien op
gericht. Van den aanvang af was hij voor
zitter van de commissie van toezicht der
school, terwijl hij ook eenige jaren voorzit
ter was der afdeeiing Lisse van onze ver
eeniging.
Hy bleef, ook nadat hij zich uit de zaJten
teruggetrokken en zich in don Haag ge
vestigd had, een wanu vriend onzer ver
eeniging en toonde dit o,a. door zijn deel
neming 111 de aanvullende leening ten be
hoeve van ons eigen gebouw.
Dat zij allen rusten m vredeI
De toestand sorr.ber.
Stemmen deze ernstige verliezen, die
elkaar dit jaar opgevolgd hebben, on® droe
vig, ook de algemeene toestand van bet
bloembollenbedrijf, die het vorig jaar om
dezen tijd nog naar omstandigheden vrij
gunstig genoemd kon worden, is thans som
ber.
Het is een schrale troost, dat het nog
erger had kunnen zijn, indien niet een mis
gewas, zooals de oudste vakgenooten zich
met herinneren te hebben gekend, de ma-
telooze overproductie aan bloembollen in
hare gevolgen eenigszins bad geneutrali
seerd.
Wae het daarbij gebleven, dan zou het
bloembollenbedrijf hebben kunnen terug
zien op een slecht, althans een mager jaar,
maar met goede hoop op geleidelijke ver
betering in de toekomst.
Helaas heeft zich de wereldcrisis inmid
dels verscherpt en hebben de schokkende
gebeurtenissen op economisch gebied
elkaar snel opgevolgd, zonder dat men op
't oogenblik nog in staat is, den daardoor
geschapen toestand te overzien.
Het geheel onverwacht loslaten van den
gouden standaard door Engeland en de
vier Scandinavische landen, de val van
pond en kroon, die daarmede samenging, do
Engelsohe regoeringsmaatregelen tegen in
voer uit het buitenland, de ontreddering
van Duitschland, de economische inzinking
in Amerika, de belemmeringen die ver
schillende landen aan verschuldigde beta
lingen naar het buitenland in den weg leg
gen, al deze ongunstige factoren, die zich
gelyktijdig in uns laatste handelsseizoen
hebben geopenbaard en nog steeds door
werken, hebben het bloemboilenbedrijf zeer
ernstig geschaad.
De waardevermindering van gronden en
voorraden heelt de financieele instellingen
aanleiding gegeven de credieten te beper
ken of op to zeggen, waardoor weder nieu
we moeilijkheden onlstaan, maar de gunsti
ge kant hieraan zou kunnen zijn, dat de in
krimping der teelt er sterk door bevordeid
wordt.
Toch zal met kalm overleg en een koel
hoofd het bloembollenbedrijf in zijn ge
heel ook deze beproevingen te boven we
ten to kooien, zooals het uit alle vroegere
tijdvakken van depressie zonder uitzonde
ring steeds v\eer verjongd en sterker te
voorschijn is gekomen.
Men zal er uiteiaard rekening nWe
moeten houden, dat de wereld waarschijn
lijk zich een langdurig tijdvak van groote
versobering zal moeten getroosten, en dat
het bolienverbruik dus niet zich op het be
reikte hoogste peil zaJ kunnen handhaven.
Beperking van teelt en geringere winsten
zullen dus als onvermijdelijk moeten wor
den aanvaard.
Van alle takken van tuinbouw verkeert
het bloembollenbedrijf in de minst on
gunstige positie, omdat het nog steeds een
wereldmonopolie is en men zooals de
ervaring in de oorlcgs- en andere crisisja
ren bij herhaling heeft geleerd onder
alle, ook zeer ongunstige omstandighedon
in het buitenland steei® blijft prijsste-llen
op het koopen van bloembollen.
Onze bloembollen blijven een monopolie-
artikel, ondanks de moeite, die men zich
in Engeland geeft om het publiek te doen
geloovcn dat er Engeische bloembollen be
staan in eenigszins voldoende voorraad en
van voldoende kwaliteit om aan de vraag
in Engeland te voldoen.' Wij doen onzer
zijds geen pogingen om het Engelsohe pu
bliek uit den droom te helpen en zullen mot
groote vreugde het gebruik van „Engei
sche" bloembollen zien toenemen door mid
del van een verhoogden uitvoer van Ne-
derlandsche bloembollen naar Engeland,
op gevaar af, dat vurige vaderlanders ons
zullen verwijten onze nationale fierheid te
offeren aan den mammon.
Wij behoeven ons dan niet al te bezorgd
te maken overgiet te verwachten Engelsohe
invoerrecht op bollen. Het ligt geheel in
de lijn der belangen van de Engeische we-
dervorkoopers, dat het recht op bollen aan
den lagen kant blijft, in tegenstelling mal
dat op bloemen, hetwelk allicht tot het
maximum, waartoe de Minister bevoegd is,
»ai worden opgevoerd. Indirect komt dit
echter den bollenbandel ten goede, al ge
voelen wij sympathie voor dien anderen
tak van tuinbouw, de bloementeelt, welke
hierdoor zoo zwaar getroffen wordt.
Van hoeveel beteekenis het monopolis
tisch karakter van hel bedryf is, bleek ook
weder in het seizoen dat achter ons ligt.
In het afgeloopen jaar werd aan bloembol
len uit ons land een hoeveelheid uitgevoerd,
alechta weinig versehileud van dit van 1930,
welke een recordcijfer wa». De uitvoer in
de maanden Augustus, September en Octo
ber van 1930 bedroeg rond 30 milliocn K.G.,
dus slcohts 1,3 millioon raiixlor. Al« men
hierbij bedenkt, dat tengevolge van don
slechten oogst de bollen kleiner waren dan
in 1930, en dat tal van bestellingen niet
werden uitgevoerd omdat men betaling»*
moeilijkheden vreesde, dan kan het mot
anuers dan hoopvol stemmen, dat het mo
gelijk bleek, ondanks de depressie en de
daardoor zoo sterk afgenomen koopkracnt
een zóór belangrijke hoeveelheid bloembol
len in het buitenland te plaatsen.
Wel is waar zal deze omzet eenigermato
beïnvloed zijn door het zenden van hoeveel
heden bollen in consignatie naar auctios
en door de verscheping van plantgoed naar
Engeland, uit vrees voor te wachten in
voerrechten. Maar ueze beide factoren kun
nen niet van zóóveel invloed zyn geweest,
dat de algemeene beteekenis van het hooge
uitvoercijier er door wordt verzwakt.
Helaas bracht deze hoeveelheid aan
geldswaarde 40 pet. minder op dan het vo
rig jaar, ongerekend de verliezen ontstaan
door de waardevermindering van Pond en
Kroon. Het ns dus een slecnt en na-deelig
jaar, maar er zyn gelukkig eenige licht
punten.
De ervaring van het ^fgeloopea jaar
hooft bewezen, dat zelfs onder de slechtst
denkbare economische omstandigheden, de
wereld nog in 6taat is met inbegrip van de
voorjuarsbloembollen rond 45 millioen KG.
bloembollen per jaar te koopen. Lichtpun
ten zyn voorts, dat van leverbare Hyaciu-
then boll en dit seizoen niets is overgebleven
en dat de Amenkaansebe wederverkoopers
de door hen ingekochte bloembollen geheel
hebben kunnen plaatsen. Wanneer dit mo
gelijk blijkt in een jaar van zoo hevige do-
pressie en zoo verminderde koopkracht, al»
De steunregeling, die door de Regeeriug
voor Anna Paulowna ontworpen is en ree-Is
door de Tweede Kamer is aanvaard, heelt
betrekking op een gelukkig op zich zeif
staand geval, ofschoon waarschijnlijk niet
het eenige van dezen aard. Door een nood
lottige samenloop van tegenspoeden is
■laar inderdaad voor eon aantal kleinere
bedrijven een noodtoestand ontstaan en net
is te hopen dat de wijze van steunverle
ning door credietverleening de getroffenen
in staat mag stellon het hoofd boven wa
ter te houden.
De gemeente Liose heeft om te voor
komen dat een aantal kweekers-ingezete
nen, die in moeilijkheden geraakt zijn een
geregelde wekelijksche ondersteuning van
do gemeente souden moeten ontvangen
voor deze personen eon credietregelmg
vastgesteld met de bollenkratnen als on
derpand- Ook deze regeling geldt -slechts
een betrekkelijk gering aantal gevaüen.
De berichten in de pers over deze ore-
dietver8chaffing van overheidswege heb
ben geheel ten onrechte hier en daar de
meening doen postvatten, alsof het geheele
bloombollenbedrijf dermate noodlijdend zou
zijn, dat dergelijke steun onontbeerlijk was.
Dat is zeer zeker niet het geval en ik acht
het, ter voorkoming van onjuiste gevolg
trekkingen niet overbodig, hierop de aan
dacht te vestigen.
Reclarre dringender noodig
dan ooit.
Behoud van het afzetgebied moet Intus-
schen met de uiterste krachtsinspanning
worden nagestreefd. Daarom is onpersoon
lijke reclame in het buitenland in toene
mende mate noodig, en mag de zorg voor
den gezondheidstoestand der cultuur niet
verslappen. De opbrengst van het 2 cents
per roe-fonds, die voor deze beide doelein
den bestemd 1», is dringender noodig dan
ooit, om zoo mogelijk te behouden, wat een
maal bereikt is, en propaganda te maken
in verre landen, waarheen vroeger nauwe
lijks bloembollen met goed gevolg konden
worden uitgevoerd, maar waar tengevolge
van de nieuwe cultuurtechniek thans vie
bollen in goeden toestand kunnen aanko
men.
Voor het behoud van het afzetgebied is
ook noodig dat het vertrouwen in het arti
kel niet wordt geschokt. Ofschoon de geie
lij thans beleven, behooft aan de toe- i golds uitbreiding van den export, tot en
komst van den bloembollenexport nog niet
te worden gewanhoopt.
Het is met te verwachten, dat het zoo-
even genoemde uitvoercijfer spoedig voor
verdere toeneming vatbaar zal zyn, inte-
gendcol, men uioet bedacht zijn op ean acii-
teruitloopen van dit cyter, en men zal dus
verstandig doen de gezamenlijke jaarlyk-
sche productie hierop te baaeeren.
De tegenwoordige prouuctie is echter
niet I93U, wel bet boste bewijs is, dat oot
buitenland zijn volle vertrouwen in het ar
tikel heeft behouden, begon tooh de oplich
terij in den vorm van levering van minder
waardige kwaliteit door onbetrouwbare fir
ma s allengs te tieren, dat maatrege en
daartegen in het algemeen belang niet lan
ger konden uitblijven.
Gij zult met mij betreuren, dat deze
slechte praktijken zeer m de hand worden
veol te groot en zou zelfs te groot zijn, als j gewerkt door de ontstellend hohlvaardigo
er van een wereldcrisis geen sprake wa».
Bij een normaal gewas zou de voorraad dit
jaar in 't geheel niet te verwerken zijn ge
weest. Toch zijn er nog naar schatting 2 K
300 millioen Tulpen over, die niet geëxpor
teerd werden, maar gebroeid ter markt
zullen komen.
Voor het bloembollenbedrijf is het nood
zakelijk, dat dit overschot verdwijnt, niet
alleen nu, maar ook 111 volgende jaren. De
teelt moet zoo sterk worden ingekrompen,
dat niet meer geproduceerd wordt dan in
verband met den vermoedelijken afzet naar
het buitenland en de geringe behoefte voor
het binnenland te verantwoorden is.
De roekelooze uitbreiding der
teelt.
Reeds een paar jaar geleden heb ik, bij
herhanng, op ueze zelfde plaats ernstig ge
waarschuwd legen de ongebreidelde roeke
looze uitbreiding van de bloembollenteelt,
die toen zoowel in de streek zelve als 111
noodlijdende landbouwgebieden viel waar
te nemen, en zelfs nu nog hier en daar
schijnt le worden voortgezet. Hot is ont
stellend in het pas verschenen Verslag van 1
den Landbouw in 1930 te lezen, dat er thans
in alle provinciën van Nederland bloembol-
lengronden worden aangetroffen tot een go- 1
zamenlijke oppervlakte van meer dan
9000 H.A.
Geheel in overeenstemming daarmede
breidde het aantal afde,elingen der ver
eeniging zich wederom 'uit. Sedert de vo-
rige algemeene vergadering werden opgo- I
richt en door het hoofdbestuur erkend de
afdeelingen VVest-Zeeuwsch Vlaanderen,
Hensbroek, Eivelingo, Noord-Westelijk
Groningen en Middengroep Zeeland. j
De afdeeling Ter Aar -ging na een zeer 1
kortstondig bestaan aan de gevolgen van
haar eenigszins raadselachtige geboorte
weer te gronde; velen harer leden sloten
zich bij de afdeeling Roelofarendsveen aan.
Het aantal afdeelingen in elk der pro
vincies Zeelanil en Groningen is thans tot
drie gestegen en het geheele aantal afdee
lingen tot 64.
Het ia juist gezien van deze nieuwe
kweekers, om zich allen aan te sluiten bij
de groote centrale vereeniging, waarin do
algemeene vakbelangen het best behartigd
kunnen worden. Wij hopen voor hen, dat de
bloembollenteelt bun niet aj te zeer zal
teleurstellen, maar de beste wensch, die wij
voor hen uitspreken kunnen i» deze,- dat
de toestand in den landbouw spoedig zoo
veel vei beleren zal, dat zij tot hun oude
beroep kunnen torugkeeren en de bollen
teelt weer kunnen laten varen. Met dezen
wonsch roep ik de afgevaardigden der
nieuwe afdeelingen het welkom in ons mid
den toe.
Het ia mij bekend, dat mij de zooeven
genoemde waarschuwing destijds kwalijk
genomen is hoewel ik niet begrijp, waar
om. Velen zullen het thans betreuren, mot
tijdig ernstiger aandacht aan mijn opmer
kingen te hebben geschonken. Nu moet men
noodgedwongen zijn verlies nemen, nadat
men zelf medegewerkt heeft, om den toe
stand erger te maken dan noodig was. Hot
i» duidelijk, dat ondei do^e omstandigheden
voor het bloembollenbedrijf in 't algemeen
geen beroep kan worden gedaan op finan
cieele hulp van Rijkswege.
ding beteekent dan een iets grooter Aan
tal werklopzen op nagenoeg millioen in
woners thans.
Het feit, dat men ook die blijkbaar niet
minder lievige crisis is te boven gekomen,
en dat daarna weer betere tijden zijn aan
gebroken, moge ons moed geven om vol ie
houden tot de moeilijke jaren doorworsteld
zijn. De middelen om dit eindpunt te be
reiken loopen vour de verschillende onder
nemingen op ons gebied Uiteen, maar hier
over kan geen verschil bestaan, dat voor
allen die bloembollen kweaken dc lenze
moet gelden: „Inkrimpen en opruimen"
Moge het geheele vak daarvan doordron
gen zijn en een zoo radikaal mogelijk door
gezette inkrimping »an kuituur doQr allen
zonder uitzondering worden toegepast 111
hun eigen belang, zoowel als in dat van
hot geheele bedrijf.
Ik open de 167e algemeene vergadering.
wijze, waarop groote «n vooraanstaande
buitenlandsche couranten en tijdsohriften
advertentie-s van onbetrouwbare bollen-
aanbiedingen plaatsen zonder eenige zeker
heid of zelfs maar kane op betaling. Door
schade en schande geleerd, zullen, naar wij
hopen, de administratie-s dier bladen de op
neming van zulke advortentiën niet meer
gedogen.
In d-en loop van dit jaar kwam tegen dit
kwaad een regeling tot stand op grond van
de Landbouwuitvoerwet en werd aan den
Plantenziektenkundigen Dienst een kwali
teitscontrole van alle uit te voeren bloem
bollen opgedragen, Aanvankelijk vastge
steld bij algemeenen maatregel van bestuur,
zal de regeling weldra door de wet be
krachtigd zijn.
De wijze, waarop doze regeling wordt
uitgevoerd en hare zichtbaar gunstige re
sultaten hebben de bedenkingen, die te vo
ren bij sommigen bestonden gelogenstraft.
Voor den normalen uitvoerhandel levert
de regeling geenerlei bezwaar op, terwijl
de knoeierij er krachtig door wordt bestre
den. Inderdaad kunnen bijvoorbeeld de bol
len vau een maat, die voor export onvol
doend 0 wordt geacht, op de veilingen met
meer worden verkocht. Een voordeel der
regeling is voorts, dat zij het vak geen noe
menswaardige nieuwe lasten oplegt. Door
het voorschrift der landbouwuitvoerwet,
dat voor de te nemen maatregelen overleg
moet worden gepleegd met de vereenigio-
gen van belanghebbenden, is een voorbeel-
uige samenwerking tusschen het vak cn den
Plantenziektenkundigen Dienst mogelijk
gebleken, die de beste waarborgen biedt
voor een goede uitvoering der regeling.
Het Ministerie van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw heeft aanspraak op onze
waardeering voor de praktische en afdoen
de wijze waarop deze zaak geregeld is.
Moed houden!
De tegenwoordige wereldcrisis is niet de
eerste, maar men moet meer dan 100 jaar
teruggaan in de geschiedenis om er een
te vmuen van vergeiykbare hevigheid. Na
de Napoleontische oorlogen zag net er in
ons land niet minder bedenkelijk uit dan
than®. In een jaardicht van het jaar 1813
wordt de toestand o.a. aldus besohreven,
en men vindt daarin zeer veel punten van
overeenkomst met onzen tegenwoordige^
nood:
,,'t Aantal armen in ons midden
Is helaas onmatig grootj
En toch geven wy aanhoudend
Nog den vreemdeling hun brood,
Wij toch schaffen onophoud'lijk
Honderd duizend vreemden werk
En t getal, hier werk behoevend
Is ligt moor dan eens zoo sterk;
Wij ontvangen vreemde goed ren,
Eigen nijverheid ten spijt
En de vreemdeling daarentegen
weert de vruchten onzer vlijt".
Men ziet hieruit, dat het probleem van
de handelsbelemmeringen niot nieuw is en
dab men toen precios dezelfde grieven te
gen het buitenland had als wij thans; «lat
het aantal wcrkloozen toen op ruim 200.900
geschat werd, wat bij een veel geringer
aantel inwoners nog ongunstiger verhou
LISSE
Het onderwijs op de openbare echoot.
Door d« Oudercommissie van de O. L. S, is
aan den gemeenteraad een adres gericht, waar
in zij verzoekt het raadsbesluit, om den kwee-
keling-onderwijzer, verbonden aan de O. L. S.
met ingang van 1 Januari eervol te ontslaan
uit zijn functie, en wel op grond van bezuini
ging, te herroepen en vervolgens advies in te
winnen bij het hoofd dier school en/of bij de
cudercommissie voornoemd, en het verleende
entslag in te trekken en de kweekeling-onder-
wijzer in zijn functie te herstellen. Alhoewel
adressanten erkennen dat bezuiniging in deze
benarde tijden een gebiedende eisch is, meenen
zij toch, dat dit ontslag indruischt tegen en in
strijd is met art. 195, 4e alinea van de Grond
wet, waarin o.m. wordt bepaald, dat voldoend
openbaar algemeen onderwijs moet worden ge
geven.
Volksbond. In den hedenavond te 7.30 in
het bondsgebouw te houden ontwikkelings
avond vanwege den R. K. Volksbond, zal als
spreker optreden de heer P. Kasteel, parle
mentair-redacteur van de „Maasbode", met het
onderwerk) „De Waarheid, die geen herberg
vinden kan".
Geboren: Johannes z. van C. Lagerweij
en A. v. Beek Wilhelmus Hendricus z. van
F. G. J. Bosman en M. E. Juffermans Wil
lem z. van M. J. Wlllemse en A. Plug
WARMOND
Crisis-comité
Tot vorming van een crisis-comité alhier wa
ren door den burgemeester de navolgende in
gezetenen uitgenoqodigd tot het bijwonen van 'n
bespreking te dezer zake op het gemeentehuis
alhier, mgr. H. J. M. Taskin, president Groot
seminarie, A. J. Oudejans, pastoor, ds. G. J.
C. de Bel, mevr. Bakker Buntsma, H- L. v.
Del It, gemeente-secretaris, C. v. d. Heyden, J.
K Heyl, H. van Hulst, A. J. Kamerlingh Qn-
nes, N. Kieken, mevr. LangelaarLandsman,
J. J. Leenen, prof. J. H. Niekel, directeur Phi-
losophicum, Alb. Oudshoorn, wethouder, P. H.
Romeyn, notaris, mevr. A. J. Schölvinck -
Kolfschoten, mr. R. Schölvinck, F. F. J .Sla-
ger, C. van Schie, J. Uit den Boogaard, K. de
Vas, mr, E. E. Menten, mevr, Krantzgeb, van
Dijk, G. B. de Vroomen, dr. H. J. Walenkamp,
H. J. Weyers en C. Zwetsloot, wethouder.
Het doet mij genoegen, aldus de burgemees
ter, tevens voorzitter van het comité, dat u
allen aan mijn uitnoodiging gevolg hebt gege
ven, waarvoor ik u hartelijk dank zeg. Hoewel
voor deze gemeente de nooden nog gekeerd
kunnen worden door werkloozensteun en ar
menzorg, meende ik toch tot formeering van
een dergelijk comité te moeien overgaan, om,
mochten de gevolgen der crisis zich nog on
gunstiger uiten, niet Onvoorbereid te zijn. Het
doel en de strekking van het comité is daar
te helpen en te steunen, waar de crisis de
giootste slachtoffers maakt. Hoewel deze hulp
rimmer afdoende zal kunnen zijn, daar hier
mede enorme bedragen gemoeid zijn, kan er in
deze met eendrachtige samenwerking toch veel
worden gedaan. Men begrijpe goed dat hier
niet gedacht is aan een extra werkloozen steun
doch de steunverleenlng moet gezien worden
in den meest uitgebreidsfen zin. Een ieder kan
zich tot het comité wenden en zal, zoo hij hier
voor in aanmerking komt, van het crisis-comité
kunnen profiteoren. Zooals ik reeds mededeelde
is directe steunverleening alhier nog niet nood-
I zakelijk doch wel is het noodzakelijk dat thans
I reeds een fonds gevormd wordt om straks'
i wanneer zulks noodig zal blijken steun te ver-
leenen. Uit dit fonds stel ik voor 10 pet. uit
te keeren aan het nationaal crisis-comité en de
andere 90 pet. hier ter plaatse aan te wenden.
Mede stel ik voor u. leden van het comité,
zich beschikbaar te stellen om de vorming van
een dergelijk fonds op u te nemen. De stich
ting van meergenoemd fonds zou kunren
plaats vinden door een openbare inzameling
door middel van huisbezoek. De giften zullen
kunnen geschieden in eens of in wekelijksche
cf maandelijksche bijdragen, waarbij evenals
giften in natura, ook de kleinste fcedragan zeer
welkom zullen zijn. Ik vlei mij met de hoop,
aldus spreker, dat een ieder naar zijn vermo
gen zal medewerken om de plannen van het
comité te doen slagan, waarbij ik een beroep
doe op de offervaardigheid der ingezetenen.
En hiermede verklaar ik het comité voor ge
ïnstalleerd. Direct werd overgegaan tot vor
ming van een werk-comité. Als voorz. hiervan
werd aangawezen de burgemeester cn de beide
wethouders, benevens' de heer J. K. Heyl. Bij
l acclamatie werd als secretaris-penningmeester
I benoemd de heer mr. R. Schölvinck. Overeen-
i gekomen werd, dat alle aanvragen om steun,
I inlichtingen enz. ontvangen zullen worden ten
gemeentehuize. Mgr. H. J. M. Taskin' bracht
den burgemeester namens de overige comité-
leden hartelijk dank voor zijn initiatief. In
j deze moeilijke tijden, aldus spreker, voelen wij
sterk, dat wij toch allen kinderen zijn van één
groot gszin, en komt de saamhoorighaid van
ons volk op overtuigende wijze tot uiting. Spr.
twijfelde niet of het comité zal zeer nuttig
werk kunnen verrichten.
Hiermede wes deze eerste bijeenkomst ge
sloten. Reeds vóór de Kerstdagen zal met de
ir zameling worden begonnen.