DE TOESTAND IN DE BLOEMBOLLENSTREEK. UIT DE OMGEVING MAANDAG 21 DECEMEBER 1931 DE LE1DSCHE COURANT Rede van den voorzitter der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. De 167e Algemeene Vergadering v. Bloembollencultuur werd heden gehouden in de zaal der Bloemenkeuringen van net E.retageiiuts der vereaiugmg te Haarlem, hield ue volgende rede: Talrijk zijn de dooden, aldus spr., die onze veieeniguig sedert ons laatsto samen zijn te betreuren heeft. Niet miuder dau een twaalital nunner woiden door spr. niet name herdacht, omdat zij alle aanspraak hebben op onze dankbare waardeering voor hun werk. Dooden-herdenking.' In de eerste plaats noem ik u den ovor- leden inspecteur van den landbouw 1. G., J. Kakebeeke. Ofschoon hg slechts een en kele maal ambtshalve ouze algemeene ver gadering bijwoonde, was er geregeld aan raking lusscken hem en het hoofdbestuur en meer in 't bijzonder met uw voorzitter. Tal van belangen, uie met hem behandeld weiden vonden m Kakebeeke een warm pleitbezorger bij den betrokken minister. Hij had steeds een open oog voor onze wenscaeu en schonk ons zijn volle ver trouwen. Het bloembollenvak verliest in hem een goed vriend. Van üe leuen uie ons ontvielen noem ik, naar Lijvcsoide van hun overlijden: Jan flenurik Kersten, eertijds lid der voormalige Itrma J. tl. Kersten Co., ge durende tal van jaien secretaris der af- deeiing Haarlem, en lid van hot Scheids gerecht voor den Bloembollenhandet. Beiue functies vervulde hij op nauwgezette wijze. NBovendieu verplichtte hij de ver eeniging door baar ecu zeer waardevolle verzameling boekwerken en schrifturen over bet bloembollen vak te schenken, die voor de geschiedenis van dit bedrijf van belang zijn en indertijd met' groot-en dank voor de bibliotheek der vereeniging z:jn aanvaard. J. J. Herbert, vroeger lid der niet meer bestaanae tirma Zocner Co. en tuinarchi tect als opvoiger 1 van de beroemde Zoekers, vader en zoon. Zijn betrekking bot onze vereeniging bestoud in den aanleg van en het toezicut op de beplanting van de perkon Hyacinthen, Tulpen en andore bolgewassen, die de Algemeene Vereeni ging voor .bloembollencultuur op de We reldtentoonstelling te Parijs in 1900 heott ingezonden, waai mede destijds een groot succes werd geboekt. In J. L. Nieuwkerk Sr., betreuren wij den veruiensteiijken, voorzitter der WestlanJ- sohe Bloembollen ver eaiiiging „k loralia dio veel in hem verliest. Aan Jan Willem Roozen heeft het vak zeer groote verplichtingen. Rechtschapen heid aan 6imerpzuiuigneid parende, was hij gedurende twintig jaar een zeer gewaar deerd lid van het Scheidsgerecht voor don Bloem bollenhandel. iiij wa s lid van de comwis&'ie van toezicht op de Rijksbloeai- boilenscnool te Lisse en voorzitter van de p.aatseijjke commissie van de Tuinbouw Onderlinge, terwijl hij in vroeger jaren veie andere tiiiicties heeft vervuld, zooals iid van het dagelijksch bestuur van den Bond van Bloembollenhandelaren en be-si.uurs.id van (Jodro. Benalve lid der firma Gebroe ders Roozen wa» de overledene veilingdi- recteur. Mannen als Jan Roozen zijn schaarsclr en zeer moeilijk te vervangen. H. G. Hopman, van de oprichting af voorzitter der Nederlandsche Gladiolusvcr-. eexuging, en vertegenwoordiger dezer ver eeniging in het Centraal Bloembollen Co mité, bestuurslid van den Bond van Bloem bol lenhandeiaréu, lid van de Commissie voor de Nomenclatuur, heeft naast de be- hartigiug van debelangen zijner export zaak, het vak in de bovengenoemde en vele andere functies gedieud op een wijze, die zijn overlijden nog lang ah een gevoelig verlies zal doen gevoe.en. N. O. van der Zalm, te Noordwijkerhout worde bier herdacht wegens zijn lidmaat schap van het bestuur der vereeniging „de Narcis''. Krans Eldering was een bekende figuur onder de üverveensche bloembollenhande- laren. Hij was de eerste die de bloembol lenteelt in oen Anna Bauiownapolder ler hand nain. Vele jaren geleden maakte hij deel uit van het bestuur der afdeeling Overveen-Bloemendaal en hij was langen tijd voorzitter van de R. K. Patroons ver eeniging. Zijn firma W. J. Eldering en Zoon zal nooue de voprlichting en raad van ha ren vroegeren leider missen. Vincent Loosjes was uit oude betrekking nog steeds lid- onzer vereeniging gebleven, ofschoon zijn betrekking tot de drukkers firma de Erven Loosjes die ons orgaan verzorgt reeds eon dertig jaar geleden had opgehouden. Toen die echter nog bestond, was het Vincent Loosjes, "die de uitgave van het Jblorilegium harlemense, dat onder toezicht van onze vereeniging werd samen gesteld, krachtig bevorderde en mogelijk maakte. Dat in latere jaren zijn belangstel ling voor onze vereeniging niet verflauwd was, bleek uit het voorstel dat hij als ud van den Haarlemschen Gemeenteraad in diende om van gemeentewege een bedrag van J 10Ü.UU0.voor den bouw van ons ver- oenigingshuis binnen Haarlem beschikbaar te stellen. De aanneming van dit voorstel heeft in hooge mate bijgedragen tot de uit eindelijke oplossing van ons gebouw-vraag stuk en Vincent Loosjes heeft daarvoor onze dankbare waardeering verdiend. Op hoogen leeftijd overleed D. Smit te Bovenkarspel, een dor eersten, die in die streek zich op de bollenteelt toelegde en mede oprichter in 1905 van de afdeeling onzer vereeniging aldaar, waarvan hij on afgebroken bestuurslid was en geruimen tijd secretaris-penningmeester. Voor velen was hij een vraagbaak en menigeen heeft aan zijn goeden raad veel te danken. Voor al de afdeeling Bovenkarspel verliest veol m hem. In Arie Guldemond daalde een zeer be kend vAkman ten grkve, die zioh behalve aan zijn omvangrijke zakenbelangon, ook gaarne gaf aan hot algemeen belang. Valt zijn pionierswerk voor de bollenteelt in Koegras en de ontginning van geestgron den onder N oordw ijkerhout meer onder zijn zakenbelangen, de welvaart van dit dorp werd er tevens door bevorderd. Wanne be langstelling toonde hy vpor de oprichting van de Rijktuinbouwwintereohool die in 1911 in de bloembollenstreek zou worden opgericht. Met kracht en overtuiging pleit te bij voor de vestiging te Lisse en hij had de voldoening de school daar te zien op gericht. Van den aanvang af was hij voor zitter van de commissie van toezicht der school, terwijl hij ook eenige jaren voorzit ter was der afdeeiing Lisse van onze ver eeniging. Hy bleef, ook nadat hij zich uit de zaJten teruggetrokken en zich in don Haag ge vestigd had, een wanu vriend onzer ver eeniging en toonde dit o,a. door zijn deel neming 111 de aanvullende leening ten be hoeve van ons eigen gebouw. Dat zij allen rusten m vredeI De toestand sorr.ber. Stemmen deze ernstige verliezen, die elkaar dit jaar opgevolgd hebben, on® droe vig, ook de algemeene toestand van bet bloembollenbedrijf, die het vorig jaar om dezen tijd nog naar omstandigheden vrij gunstig genoemd kon worden, is thans som ber. Het is een schrale troost, dat het nog erger had kunnen zijn, indien niet een mis gewas, zooals de oudste vakgenooten zich met herinneren te hebben gekend, de ma- telooze overproductie aan bloembollen in hare gevolgen eenigszins bad geneutrali seerd. Wae het daarbij gebleven, dan zou het bloembollenbedrijf hebben kunnen terug zien op een slecht, althans een mager jaar, maar met goede hoop op geleidelijke ver betering in de toekomst. Helaas heeft zich de wereldcrisis inmid dels verscherpt en hebben de schokkende gebeurtenissen op economisch gebied elkaar snel opgevolgd, zonder dat men op 't oogenblik nog in staat is, den daardoor geschapen toestand te overzien. Het geheel onverwacht loslaten van den gouden standaard door Engeland en de vier Scandinavische landen, de val van pond en kroon, die daarmede samenging, do Engelsohe regoeringsmaatregelen tegen in voer uit het buitenland, de ontreddering van Duitschland, de economische inzinking in Amerika, de belemmeringen die ver schillende landen aan verschuldigde beta lingen naar het buitenland in den weg leg gen, al deze ongunstige factoren, die zich gelyktijdig in uns laatste handelsseizoen hebben geopenbaard en nog steeds door werken, hebben het bloemboilenbedrijf zeer ernstig geschaad. De waardevermindering van gronden en voorraden heelt de financieele instellingen aanleiding gegeven de credieten te beper ken of op to zeggen, waardoor weder nieu we moeilijkheden onlstaan, maar de gunsti ge kant hieraan zou kunnen zijn, dat de in krimping der teelt er sterk door bevordeid wordt. Toch zal met kalm overleg en een koel hoofd het bloembollenbedrijf in zijn ge heel ook deze beproevingen te boven we ten to kooien, zooals het uit alle vroegere tijdvakken van depressie zonder uitzonde ring steeds v\eer verjongd en sterker te voorschijn is gekomen. Men zal er uiteiaard rekening nWe moeten houden, dat de wereld waarschijn lijk zich een langdurig tijdvak van groote versobering zal moeten getroosten, en dat het bolienverbruik dus niet zich op het be reikte hoogste peil zaJ kunnen handhaven. Beperking van teelt en geringere winsten zullen dus als onvermijdelijk moeten wor den aanvaard. Van alle takken van tuinbouw verkeert het bloembollenbedrijf in de minst on gunstige positie, omdat het nog steeds een wereldmonopolie is en men zooals de ervaring in de oorlcgs- en andere crisisja ren bij herhaling heeft geleerd onder alle, ook zeer ongunstige omstandighedon in het buitenland steei® blijft prijsste-llen op het koopen van bloembollen. Onze bloembollen blijven een monopolie- artikel, ondanks de moeite, die men zich in Engeland geeft om het publiek te doen geloovcn dat er Engeische bloembollen be staan in eenigszins voldoende voorraad en van voldoende kwaliteit om aan de vraag in Engeland te voldoen.' Wij doen onzer zijds geen pogingen om het Engelsohe pu bliek uit den droom te helpen en zullen mot groote vreugde het gebruik van „Engei sche" bloembollen zien toenemen door mid del van een verhoogden uitvoer van Ne- derlandsche bloembollen naar Engeland, op gevaar af, dat vurige vaderlanders ons zullen verwijten onze nationale fierheid te offeren aan den mammon. Wij behoeven ons dan niet al te bezorgd te maken overgiet te verwachten Engelsohe invoerrecht op bollen. Het ligt geheel in de lijn der belangen van de Engeische we- dervorkoopers, dat het recht op bollen aan den lagen kant blijft, in tegenstelling mal dat op bloemen, hetwelk allicht tot het maximum, waartoe de Minister bevoegd is, »ai worden opgevoerd. Indirect komt dit echter den bollenbandel ten goede, al ge voelen wij sympathie voor dien anderen tak van tuinbouw, de bloementeelt, welke hierdoor zoo zwaar getroffen wordt. Van hoeveel beteekenis het monopolis tisch karakter van hel bedryf is, bleek ook weder in het seizoen dat achter ons ligt. In het afgeloopen jaar werd aan bloembol len uit ons land een hoeveelheid uitgevoerd, alechta weinig versehileud van dit van 1930, welke een recordcijfer wa». De uitvoer in de maanden Augustus, September en Octo ber van 1930 bedroeg rond 30 milliocn K.G., dus slcohts 1,3 millioon raiixlor. Al« men hierbij bedenkt, dat tengevolge van don slechten oogst de bollen kleiner waren dan in 1930, en dat tal van bestellingen niet werden uitgevoerd omdat men betaling»* moeilijkheden vreesde, dan kan het mot anuers dan hoopvol stemmen, dat het mo gelijk bleek, ondanks de depressie en de daardoor zoo sterk afgenomen koopkracnt een zóór belangrijke hoeveelheid bloembol len in het buitenland te plaatsen. Wel is waar zal deze omzet eenigermato beïnvloed zijn door het zenden van hoeveel heden bollen in consignatie naar auctios en door de verscheping van plantgoed naar Engeland, uit vrees voor te wachten in voerrechten. Maar ueze beide factoren kun nen niet van zóóveel invloed zyn geweest, dat de algemeene beteekenis van het hooge uitvoercijier er door wordt verzwakt. Helaas bracht deze hoeveelheid aan geldswaarde 40 pet. minder op dan het vo rig jaar, ongerekend de verliezen ontstaan door de waardevermindering van Pond en Kroon. Het ns dus een slecnt en na-deelig jaar, maar er zyn gelukkig eenige licht punten. De ervaring van het ^fgeloopea jaar hooft bewezen, dat zelfs onder de slechtst denkbare economische omstandigheden, de wereld nog in 6taat is met inbegrip van de voorjuarsbloembollen rond 45 millioen KG. bloembollen per jaar te koopen. Lichtpun ten zyn voorts, dat van leverbare Hyaciu- then boll en dit seizoen niets is overgebleven en dat de Amenkaansebe wederverkoopers de door hen ingekochte bloembollen geheel hebben kunnen plaatsen. Wanneer dit mo gelijk blijkt in een jaar van zoo hevige do- pressie en zoo verminderde koopkracht, al» De steunregeling, die door de Regeeriug voor Anna Paulowna ontworpen is en ree-Is door de Tweede Kamer is aanvaard, heelt betrekking op een gelukkig op zich zeif staand geval, ofschoon waarschijnlijk niet het eenige van dezen aard. Door een nood lottige samenloop van tegenspoeden is ■laar inderdaad voor eon aantal kleinere bedrijven een noodtoestand ontstaan en net is te hopen dat de wijze van steunverle ning door credietverleening de getroffenen in staat mag stellon het hoofd boven wa ter te houden. De gemeente Liose heeft om te voor komen dat een aantal kweekers-ingezete nen, die in moeilijkheden geraakt zijn een geregelde wekelijksche ondersteuning van do gemeente souden moeten ontvangen voor deze personen eon credietregelmg vastgesteld met de bollenkratnen als on derpand- Ook deze regeling geldt -slechts een betrekkelijk gering aantal gevaüen. De berichten in de pers over deze ore- dietver8chaffing van overheidswege heb ben geheel ten onrechte hier en daar de meening doen postvatten, alsof het geheele bloombollenbedrijf dermate noodlijdend zou zijn, dat dergelijke steun onontbeerlijk was. Dat is zeer zeker niet het geval en ik acht het, ter voorkoming van onjuiste gevolg trekkingen niet overbodig, hierop de aan dacht te vestigen. Reclarre dringender noodig dan ooit. Behoud van het afzetgebied moet Intus- schen met de uiterste krachtsinspanning worden nagestreefd. Daarom is onpersoon lijke reclame in het buitenland in toene mende mate noodig, en mag de zorg voor den gezondheidstoestand der cultuur niet verslappen. De opbrengst van het 2 cents per roe-fonds, die voor deze beide doelein den bestemd 1», is dringender noodig dan ooit, om zoo mogelijk te behouden, wat een maal bereikt is, en propaganda te maken in verre landen, waarheen vroeger nauwe lijks bloembollen met goed gevolg konden worden uitgevoerd, maar waar tengevolge van de nieuwe cultuurtechniek thans vie bollen in goeden toestand kunnen aanko men. Voor het behoud van het afzetgebied is ook noodig dat het vertrouwen in het arti kel niet wordt geschokt. Ofschoon de geie lij thans beleven, behooft aan de toe- i golds uitbreiding van den export, tot en komst van den bloembollenexport nog niet te worden gewanhoopt. Het is met te verwachten, dat het zoo- even genoemde uitvoercijfer spoedig voor verdere toeneming vatbaar zal zyn, inte- gendcol, men uioet bedacht zijn op ean acii- teruitloopen van dit cyter, en men zal dus verstandig doen de gezamenlijke jaarlyk- sche productie hierop te baaeeren. De tegenwoordige prouuctie is echter niet I93U, wel bet boste bewijs is, dat oot buitenland zijn volle vertrouwen in het ar tikel heeft behouden, begon tooh de oplich terij in den vorm van levering van minder waardige kwaliteit door onbetrouwbare fir ma s allengs te tieren, dat maatrege en daartegen in het algemeen belang niet lan ger konden uitblijven. Gij zult met mij betreuren, dat deze slechte praktijken zeer m de hand worden veol te groot en zou zelfs te groot zijn, als j gewerkt door de ontstellend hohlvaardigo er van een wereldcrisis geen sprake wa». Bij een normaal gewas zou de voorraad dit jaar in 't geheel niet te verwerken zijn ge weest. Toch zijn er nog naar schatting 2 K 300 millioen Tulpen over, die niet geëxpor teerd werden, maar gebroeid ter markt zullen komen. Voor het bloembollenbedrijf is het nood zakelijk, dat dit overschot verdwijnt, niet alleen nu, maar ook 111 volgende jaren. De teelt moet zoo sterk worden ingekrompen, dat niet meer geproduceerd wordt dan in verband met den vermoedelijken afzet naar het buitenland en de geringe behoefte voor het binnenland te verantwoorden is. De roekelooze uitbreiding der teelt. Reeds een paar jaar geleden heb ik, bij herhanng, op ueze zelfde plaats ernstig ge waarschuwd legen de ongebreidelde roeke looze uitbreiding van de bloembollenteelt, die toen zoowel in de streek zelve als 111 noodlijdende landbouwgebieden viel waar te nemen, en zelfs nu nog hier en daar schijnt le worden voortgezet. Hot is ont stellend in het pas verschenen Verslag van 1 den Landbouw in 1930 te lezen, dat er thans in alle provinciën van Nederland bloembol- lengronden worden aangetroffen tot een go- 1 zamenlijke oppervlakte van meer dan 9000 H.A. Geheel in overeenstemming daarmede breidde het aantal afde,elingen der ver eeniging zich wederom 'uit. Sedert de vo- rige algemeene vergadering werden opgo- I richt en door het hoofdbestuur erkend de afdeelingen VVest-Zeeuwsch Vlaanderen, Hensbroek, Eivelingo, Noord-Westelijk Groningen en Middengroep Zeeland. j De afdeeling Ter Aar -ging na een zeer 1 kortstondig bestaan aan de gevolgen van haar eenigszins raadselachtige geboorte weer te gronde; velen harer leden sloten zich bij de afdeeling Roelofarendsveen aan. Het aantal afdeelingen in elk der pro vincies Zeelanil en Groningen is thans tot drie gestegen en het geheele aantal afdee lingen tot 64. Het ia juist gezien van deze nieuwe kweekers, om zich allen aan te sluiten bij de groote centrale vereeniging, waarin do algemeene vakbelangen het best behartigd kunnen worden. Wij hopen voor hen, dat de bloembollenteelt bun niet aj te zeer zal teleurstellen, maar de beste wensch, die wij voor hen uitspreken kunnen i» deze,- dat de toestand in den landbouw spoedig zoo veel vei beleren zal, dat zij tot hun oude beroep kunnen torugkeeren en de bollen teelt weer kunnen laten varen. Met dezen wonsch roep ik de afgevaardigden der nieuwe afdeelingen het welkom in ons mid den toe. Het ia mij bekend, dat mij de zooeven genoemde waarschuwing destijds kwalijk genomen is hoewel ik niet begrijp, waar om. Velen zullen het thans betreuren, mot tijdig ernstiger aandacht aan mijn opmer kingen te hebben geschonken. Nu moet men noodgedwongen zijn verlies nemen, nadat men zelf medegewerkt heeft, om den toe stand erger te maken dan noodig was. Hot i» duidelijk, dat ondei do^e omstandigheden voor het bloembollenbedrijf in 't algemeen geen beroep kan worden gedaan op finan cieele hulp van Rijkswege. ding beteekent dan een iets grooter Aan tal werklopzen op nagenoeg millioen in woners thans. Het feit, dat men ook die blijkbaar niet minder lievige crisis is te boven gekomen, en dat daarna weer betere tijden zijn aan gebroken, moge ons moed geven om vol ie houden tot de moeilijke jaren doorworsteld zijn. De middelen om dit eindpunt te be reiken loopen vour de verschillende onder nemingen op ons gebied Uiteen, maar hier over kan geen verschil bestaan, dat voor allen die bloembollen kweaken dc lenze moet gelden: „Inkrimpen en opruimen" Moge het geheele vak daarvan doordron gen zijn en een zoo radikaal mogelijk door gezette inkrimping »an kuituur doQr allen zonder uitzondering worden toegepast 111 hun eigen belang, zoowel als in dat van hot geheele bedrijf. Ik open de 167e algemeene vergadering. wijze, waarop groote «n vooraanstaande buitenlandsche couranten en tijdsohriften advertentie-s van onbetrouwbare bollen- aanbiedingen plaatsen zonder eenige zeker heid of zelfs maar kane op betaling. Door schade en schande geleerd, zullen, naar wij hopen, de administratie-s dier bladen de op neming van zulke advortentiën niet meer gedogen. In d-en loop van dit jaar kwam tegen dit kwaad een regeling tot stand op grond van de Landbouwuitvoerwet en werd aan den Plantenziektenkundigen Dienst een kwali teitscontrole van alle uit te voeren bloem bollen opgedragen, Aanvankelijk vastge steld bij algemeenen maatregel van bestuur, zal de regeling weldra door de wet be krachtigd zijn. De wijze, waarop doze regeling wordt uitgevoerd en hare zichtbaar gunstige re sultaten hebben de bedenkingen, die te vo ren bij sommigen bestonden gelogenstraft. Voor den normalen uitvoerhandel levert de regeling geenerlei bezwaar op, terwijl de knoeierij er krachtig door wordt bestre den. Inderdaad kunnen bijvoorbeeld de bol len vau een maat, die voor export onvol doend 0 wordt geacht, op de veilingen met meer worden verkocht. Een voordeel der regeling is voorts, dat zij het vak geen noe menswaardige nieuwe lasten oplegt. Door het voorschrift der landbouwuitvoerwet, dat voor de te nemen maatregelen overleg moet worden gepleegd met de vereenigio- gen van belanghebbenden, is een voorbeel- uige samenwerking tusschen het vak cn den Plantenziektenkundigen Dienst mogelijk gebleken, die de beste waarborgen biedt voor een goede uitvoering der regeling. Het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft aanspraak op onze waardeering voor de praktische en afdoen de wijze waarop deze zaak geregeld is. Moed houden! De tegenwoordige wereldcrisis is niet de eerste, maar men moet meer dan 100 jaar teruggaan in de geschiedenis om er een te vmuen van vergeiykbare hevigheid. Na de Napoleontische oorlogen zag net er in ons land niet minder bedenkelijk uit dan than®. In een jaardicht van het jaar 1813 wordt de toestand o.a. aldus besohreven, en men vindt daarin zeer veel punten van overeenkomst met onzen tegenwoordige^ nood: ,,'t Aantal armen in ons midden Is helaas onmatig grootj En toch geven wy aanhoudend Nog den vreemdeling hun brood, Wij toch schaffen onophoud'lijk Honderd duizend vreemden werk En t getal, hier werk behoevend Is ligt moor dan eens zoo sterk; Wij ontvangen vreemde goed ren, Eigen nijverheid ten spijt En de vreemdeling daarentegen weert de vruchten onzer vlijt". Men ziet hieruit, dat het probleem van de handelsbelemmeringen niot nieuw is en dab men toen precios dezelfde grieven te gen het buitenland had als wij thans; «lat het aantal wcrkloozen toen op ruim 200.900 geschat werd, wat bij een veel geringer aantel inwoners nog ongunstiger verhou LISSE Het onderwijs op de openbare echoot. Door d« Oudercommissie van de O. L. S, is aan den gemeenteraad een adres gericht, waar in zij verzoekt het raadsbesluit, om den kwee- keling-onderwijzer, verbonden aan de O. L. S. met ingang van 1 Januari eervol te ontslaan uit zijn functie, en wel op grond van bezuini ging, te herroepen en vervolgens advies in te winnen bij het hoofd dier school en/of bij de cudercommissie voornoemd, en het verleende entslag in te trekken en de kweekeling-onder- wijzer in zijn functie te herstellen. Alhoewel adressanten erkennen dat bezuiniging in deze benarde tijden een gebiedende eisch is, meenen zij toch, dat dit ontslag indruischt tegen en in strijd is met art. 195, 4e alinea van de Grond wet, waarin o.m. wordt bepaald, dat voldoend openbaar algemeen onderwijs moet worden ge geven. Volksbond. In den hedenavond te 7.30 in het bondsgebouw te houden ontwikkelings avond vanwege den R. K. Volksbond, zal als spreker optreden de heer P. Kasteel, parle mentair-redacteur van de „Maasbode", met het onderwerk) „De Waarheid, die geen herberg vinden kan". Geboren: Johannes z. van C. Lagerweij en A. v. Beek Wilhelmus Hendricus z. van F. G. J. Bosman en M. E. Juffermans Wil lem z. van M. J. Wlllemse en A. Plug WARMOND Crisis-comité Tot vorming van een crisis-comité alhier wa ren door den burgemeester de navolgende in gezetenen uitgenoqodigd tot het bijwonen van 'n bespreking te dezer zake op het gemeentehuis alhier, mgr. H. J. M. Taskin, president Groot seminarie, A. J. Oudejans, pastoor, ds. G. J. C. de Bel, mevr. Bakker Buntsma, H- L. v. Del It, gemeente-secretaris, C. v. d. Heyden, J. K Heyl, H. van Hulst, A. J. Kamerlingh Qn- nes, N. Kieken, mevr. LangelaarLandsman, J. J. Leenen, prof. J. H. Niekel, directeur Phi- losophicum, Alb. Oudshoorn, wethouder, P. H. Romeyn, notaris, mevr. A. J. Schölvinck - Kolfschoten, mr. R. Schölvinck, F. F. J .Sla- ger, C. van Schie, J. Uit den Boogaard, K. de Vas, mr, E. E. Menten, mevr, Krantzgeb, van Dijk, G. B. de Vroomen, dr. H. J. Walenkamp, H. J. Weyers en C. Zwetsloot, wethouder. Het doet mij genoegen, aldus de burgemees ter, tevens voorzitter van het comité, dat u allen aan mijn uitnoodiging gevolg hebt gege ven, waarvoor ik u hartelijk dank zeg. Hoewel voor deze gemeente de nooden nog gekeerd kunnen worden door werkloozensteun en ar menzorg, meende ik toch tot formeering van een dergelijk comité te moeien overgaan, om, mochten de gevolgen der crisis zich nog on gunstiger uiten, niet Onvoorbereid te zijn. Het doel en de strekking van het comité is daar te helpen en te steunen, waar de crisis de giootste slachtoffers maakt. Hoewel deze hulp rimmer afdoende zal kunnen zijn, daar hier mede enorme bedragen gemoeid zijn, kan er in deze met eendrachtige samenwerking toch veel worden gedaan. Men begrijpe goed dat hier niet gedacht is aan een extra werkloozen steun doch de steunverleenlng moet gezien worden in den meest uitgebreidsfen zin. Een ieder kan zich tot het comité wenden en zal, zoo hij hier voor in aanmerking komt, van het crisis-comité kunnen profiteoren. Zooals ik reeds mededeelde is directe steunverleening alhier nog niet nood- I zakelijk doch wel is het noodzakelijk dat thans I reeds een fonds gevormd wordt om straks' i wanneer zulks noodig zal blijken steun te ver- leenen. Uit dit fonds stel ik voor 10 pet. uit te keeren aan het nationaal crisis-comité en de andere 90 pet. hier ter plaatse aan te wenden. Mede stel ik voor u. leden van het comité, zich beschikbaar te stellen om de vorming van een dergelijk fonds op u te nemen. De stich ting van meergenoemd fonds zou kunren plaats vinden door een openbare inzameling door middel van huisbezoek. De giften zullen kunnen geschieden in eens of in wekelijksche cf maandelijksche bijdragen, waarbij evenals giften in natura, ook de kleinste fcedragan zeer welkom zullen zijn. Ik vlei mij met de hoop, aldus spreker, dat een ieder naar zijn vermo gen zal medewerken om de plannen van het comité te doen slagan, waarbij ik een beroep doe op de offervaardigheid der ingezetenen. En hiermede verklaar ik het comité voor ge ïnstalleerd. Direct werd overgegaan tot vor ming van een werk-comité. Als voorz. hiervan werd aangawezen de burgemeester cn de beide wethouders, benevens' de heer J. K. Heyl. Bij l acclamatie werd als secretaris-penningmeester I benoemd de heer mr. R. Schölvinck. Overeen- i gekomen werd, dat alle aanvragen om steun, I inlichtingen enz. ontvangen zullen worden ten gemeentehuize. Mgr. H. J. M. Taskin' bracht den burgemeester namens de overige comité- leden hartelijk dank voor zijn initiatief. In j deze moeilijke tijden, aldus spreker, voelen wij sterk, dat wij toch allen kinderen zijn van één groot gszin, en komt de saamhoorighaid van ons volk op overtuigende wijze tot uiting. Spr. twijfelde niet of het comité zal zeer nuttig werk kunnen verrichten. Hiermede wes deze eerste bijeenkomst ge sloten. Reeds vóór de Kerstdagen zal met de ir zameling worden begonnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11