23ste Jaargang WOENSDAG 16 DECEMBER 1931 No. 7080 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN MANDSJOERIJE TEGEMOET fi BINNENLAND DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling V oor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwarraal Franco per port f 2.95 per kwartaal Het Ge-llustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel. Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. DOOR HET SOVJET LAND Naar het tooneel van den strijd (Van onzen specialen correhpondent). Friedrichstrasse.Schlesischer Bahn- hofStentsch.... Warschau.... Nego- relojefMoskou.... Mandsjoeli.dat zijn de étappen van een reis van tien da gen naar het tooneel van den oorlog in Mandsjoerije. Hoe verder men Europa achter zich laat, des te grooter worden de afstanden tusschen de stations, die onze belangsielling opwekken. Eerst zijn het minuten, dan uren en ten slotte liggen dorpen en vlekken op aistanden van dagen uit elkaar. Men raakt weer gewoon aan ongemeten aistanden en ruimten en men heeft volop den tijd, zich in Azië in te denken, dit geweldig brok continent, dal in de geschiedenis der menschheid een zoo beteekenisvolle rol heeft gespeeld en aan welks huidige gebeurtenissen en ontwikke lingen wij, trots onze eigen zorgen en na- rigncden, niet achteloos kunnen voorbij gaan, als we ten minste op een goeden of liever een kwaden dag niet hoogst onaan gename verrassingen willen beleven. Want één ding mogen we niet vergeten: Wat zich daar in het Ooten afspeelt, is geen lokaal conflict, dat Europa verder niets aangaat. Integendeel, er wordt daar in het Oosten om belangen gestreden, die voor het eco nomische leven van Europa van zeer vitale beteekenis kunnen worden. Als men dagen lang in den trein zit eh voortzeult door het licht besneeuwde Rus sische landschap, dan heeft men gelegen heid om over al deze problemen na te «en ken. Lectuur heeft men niet veel. Daar voor hebben de Russische douanen in Ne- goreoljef wel gezorgd, die alle kranten, boe ken en zeif§ de geillustreerde tijdschrnte geplombeerd hebben met het almachtige zegel van den Sovjetstaat, dat pas bij de Chineesche grenzen weer mag worden ver wijderd. Vadertje Rusland is zeer bezorgd over het welzijn van zijn gasten. Teveel lezen zou maar schade 1 kunnen zijn: twee, drie boeken, die er onschuldig uitzien, mag men bij zich houden en daarmee moet men dan door heel Siberië zien te komen. Tot Moskou is de trein zeer zwak be zet. Een Amerikaansch echtpaar, twee kooplieden en ik zijn de eenige passa giers. De spoorwegbeambten klagen over de slechte tijden en zijn tweemaal beleefder dan vroeger. De witkielen vechten om de paar koffers. En over alles breidt zich uit grauw en nukkig een hemel, die onvrien delijk en duister is en een vroolijken lach a} te voren doet verdwijnen en verstikken. Droef en melancholiek" zien de voorsteden van Moskou er uit cn grauw en donker is het voormalige Alexanderstation. „Wie Moskou niet heeft gezien, weet niet wat schoonheid is". Telkens als ik door de oude Russische hoofdstad rijd, moet ik aan deze spreuk donken. Maar de paar uur op onthoud geven geen gelegenheid om veel belangrijks te zien, men treft oude vrien den en bekenden en voor men er aan denkt is het al weer tijd, om naar het statipn te gaan, naar het Noordersstation, vanwaar de transsiberische trein vertrekt. Een blik door de autoraampjes in de straten van Moskou, overvolle autobussen, vensters met roode plakkaten bedekt, overal voor de schoenen-, vleesch- en broodwinkels en ook voor de slijterijen lange rijen van mensohen, die hun beurt moeten afwach ten. Als men mij vraagt: „Waar begint eigenlijk Azië dan zou ik willen ant woorden: „Op het Noorder-station te Mos kou Want de menschenmenigte, die daar ononderbroken en op alle tijden van den dag, in- en uitgaat, draagt reeds zulke Aziatische kenmerken, dat men den indruk krijgt, dat Mongolië, Mandsjoerije, ja heel China al heel dicht nabij is. Van Moskou af is de slaapwagen over vol. Amerikaansche mijningenieurs en ma chine-specialisten gaan naar Swerdlowak. Generaals en hooge beambten reizen ver der naar het Oosten. Hun vacantie is uit, zeggen ze, en nu moeten ze weer naar hun verre bureaux, naar hun troepen terugkee- ren. In mijn coupé zit een collega van de „Popoio d'Italia" en in een coupé naast de mijne zit een Duitsche koopman, die in Shanghai bedveeren gaat koopen. Een ambtenaar van het Inturist Buro reist als tolk met ons mede en vertelt zijn veelbe wogen leven, dat hij aan de Zwarte Zee begon, in Buenos Aires voortzette en dat hem door Australië, Zwitserland, Engeland Noord-Amerika en wel ook door heel het overige deel der wereld bracht. Ik wou een portret van hem hebben. „Voor geen 5000 dollar".. lachte hij„Want ik zou toch ook weer eens graag uit Rusland weg komen en het is absoluut niet noodig, dat do heele internationale politie door haar foto-publicaties weet, hoe ik er cp het oogenblik uitzie...." Wij babbelen een beetje over de gjoots wereld en ik vraag hem, wat hem het bes te bevallen is op al zijn reizen Dadelijk antwoordt hij: „De Friedrichstrasse. Unter den Lindendaar is cultuur, daar is leven, daar heerscht drukte." Hij zegt het enthousiast en pakt dan nadenken zijn ongeschoren kin vast. agen lang sporen wij door de Siberi sche vlakte. Buiten sneeuwde het lichteijk én glinsterende rijp hangt aan de kale berkenboomen en twee mannen in scha penvellen gekleed en met bonte mutsen op, stellen reeds de sneeuwhekken langs .'t baanvak op. Ik reken uit, hoelang ze wel noodig heb ben, om klaar te komen met hun karwei, als ze aan beide zijden van het meer dan 7500 kilometer lange traject; de hekken moesten plaatsen. Als ze het alleen moes ten doen, zouden ze b-j een achturigen werkdag ruim driehonderd jaar noodig hebben. En eiken kinter plaatst men dib sneeuwhekken, om ze in de lente weer weg lemen en in kleine hoopen bij elkaar te zetten. Rusland heeft er slag van, om zijn werkloozen aan den gang te houden. Op een paar plaatsen maar is de nieuwe Russische rationaliseering begonnen. In- plaats van de hekken, zijn er bosohjes en denneboompjes gekomen, maar er blijft nog veel hoytvesterswïrk te doen, alvo rens het heele traject van Negorolojef tot Mandsjoeli is beplant. De Russische reizigers koopen nu en dan een courant en vertalen voor ons het laatste nieuws, dat door het Moskouschc zendstation wordt rondgezonden. In Swerdlowak vernemen wij den terugtocht van generaal Ma, in Tjoemen krijgen we bericht over den dood van een Chineeschen generaal, die aan den kant der Japaneezen moet hebben gevochten, in Werdschne- Udinsg vertelt men ons, dt de Chineezen bezig zijn met de reorganisatie van hun leger en dat ze, als ze er mee klaar zijn. met nieuwe troepen en vooral met veel ammunitie Tsitsihar willen heroveren. In Omsk wordt mijn Italiaansche col lega, die voortdurend in angst heeft geleefd, dat hij te laat op het tooneel van den strijd zou aankomen, eindelijk rustig. Neen, zoo snel als men in Europa had gedacht, kan dat heele complex van vraag stukken in Mansdjoerije niet worden opge lost. De Chineezen en de Japanneezen zul len zóó lang doorvechten, tot koude en sneeuw verdere operaties onmogelijk ma ken en wanneer er intusschen niet een op lossing' is gevonden, die beide partijen te vreden stelt, dan begint deze oorlog, die zonder oorlogsverklaring begon, zoo gauw de lente aanbreekt weer opnieuw. Do Russen, die bij ons in den trein zit ten, moeten niet veel hebben van het op treden van Japan. Ze verklaren, dat Rus land neutraal wil blijven, maar ge hoort duidelijk uit hun woorden, dat ze bezorgd zijn om hun haven in het Oosten, Wladi- wostok, zonder welke de ontwikkeling van Siberië ten zeerste zou worden belemmerd Buiten de gewone wachtposten bij de bruggen en op eenige strategische punten die ik er vorige jaren ook al had opge merkt, was er nauwelijks ergens een sol daat te zien en men kan wel met zeker heid aannemen, dat Rusland, in ieder ge val dezen winter, zich niet met het con flict zal bemoeien. Ondertusschen is mijn Italiaansche col lega ziek geworden. Met heeten kop, met pijnen in keel en borst ligt hij in bed en vertelt in zijn koorts, dat hij met Kerst mis graag weer bij zijn familie in Milaan zou willen zijn. Ik doe dienst als zieken oppassen, maar toen de koorts hooger be gon te stijgen, probeerde ik een dokter te vinden. In den trein is er geen een. Ik geef den tolk opdracht om een telegram naar het eerste grootere dorp vooruit te zenden en als de trein daar stil staat, komt er een jonge, aardige vrouwelijke dokter in smetteloos witten jas naar bin nen, beklopt mijn vriend borst en rug, kiikt hem in de keel en constateert angina, tlit een étui haalt ze een paar tabletten, geeft den tolk eenige voorschriften, pakt haar instrumenten bijeen en gaat. Ik wil de re kening betalen. „Dat kost bij ons in Rus land niets", zegt de tolk, „die dame wordt door den staat betaald". En reeds rollen we alweer het station uit, aldoor weer verder. Intusschen is de grauwe hemel van Rus land overgegaan in het klare heldere blauw van dien van Azië. Verblindend schijnt de zon in den goed verwarmden coupé, terwijl wij voortglijden door de Si berische wouden. De stations, waar de lo comotief water moet innemen, liggen al door verder uit elkander. Menschen in be renpelsen, met den zwaren, schommelen den tred van het dier, wiens vel hen tegen do koude beschermt, staan op de perrons en kijken verbaasd naar ons lichtge- kleede Westersche Europeanen. Lichte paardensledon houden langs het baanvak wedstrijd met den trein, langbeenige jacht honden blaffen bij den ingang der holwo- ningen, waarin de houthakkers in de stren ge winternachten werkruipen en tusschen al dit primitiefs, al dit oorspronkelijks rij zen opeens hooge graanpakhuizen op, ge weldige moderne fabrieken uit rooden bak steen, rookende reusachtige schoorsteenen, de markante kenteekenen van het nieuwe Rusland. ROOFOVERVAL OP EEN OUDE VROUW. EEN LAFFE DAAD. EEN BEDRAG VAN ƒ600.— GEROOFD. Te Zaandam is gisteravond een roofover val gepleegd op de 68-jarige alleenwonende juffrouw Christje Zwart. De oude vrouw heeft een kleinen handel in thee, koffie en beschuit, die zij dagelijks met een wagentje bij de klanten rondbrengt. Als ze 's avonds laat thuiskomt, is zij gewoon haar wagen leeg te halen en de koopwaar op te ber gen tot den volgenden dag. Dit kost na tuurlijk tijd. Hiervan hebben de inbrekers die blijkbaar met haar gewoonte op de hoogte waren, gebruik gemaakt om aan de achterzijde, door het uitsnijden van een ruit van het keukenraam, binnen te ko men. Een van hen heeft de oude vrouw, die bovendien zeer doof is, vast gegrepen en haar belet te schreeuwen door de hand op haar mond te houden, en met een revol ver gedreigd, als zij de plaats niet wilde wijzen, waar zij haar geld geborgen had. Toen men haar beloofd had, dat haar geen leed zou geschieden, heeft ze medegedeeld dat het geld in het bed onder haar hoofd kussen lag. waar de dieven het ook ge vonden hebben. Het is een sommetje van f 500600, dat de vrouw noodig heeft voor haar handel. Toen de dieven het huis ver laten hadden, heeft ze dadelijk de buren te hulp geroepen, die de politie wasi- schuwden. Op de groote stations zijn nog resten over der versieringen, die bij gelegenheid van den zevenden November waren aan gebracht. De resultaten, die 't vijfjarenplan tot dusver opleverde, worden op in het oog vallende plaatsen met groote roode cijfers aangekondigd. Méér dan in het Europee- sche Rusland dringt het hier tot het be wustzijn door, dat je in Sovjet-Rusland bent. En zoo rollen wij verder door de korte dagen en de lange nachten. Irkoetsk is al niet zoo ver meer en overmorgen zullen we in Mandsjoeli zijn, de grensstad tusschen Rusland en China, tenminste als de trein de vertraging, die hij thans heeft, nog ver mag in te halen. Nog twee dagén, dan zit ten we midden in het gebied van het Chi- neesch-Japansche conflict, dat, trots de koude, zich steeds meer schijnt uit te brei den. De tolk neemt afscheid. „Zullen we el kaar in Berlijn eens treffen 1" vraag ik hem. „In Berlijn niet, eerder hier, in het Oosten, als ik soldaat ben", antwoordt hij en denkt zorgelijk na. Reeds trekt do trein aan. Nog eenmaal wuiven wij naar den man, die ons tot nu toe begeleidde. Langzaam sporen wij de Mandsjoerijschw grenzen tegemoet. WALTER BOSSHARD. Dit nummer bestaat uit drie bladen f'"'<J\ P L,, s VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Prins Starhemberg wil revolutie maken. (Buitenland, 2de blad). Nieuwe studentenonlusten te Nanking. (Buitenland, 2de blad). Overleden is Z. H. E. Mgr. Terzian XIII (Kerkn., 1ste blad). BINNENLAND. De Tweede Kamer heeft de begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw aangenomen. (2de blad). Invoerbeperkingen in Frankrijk en Zwit serland. (lste blad). Een nationaal Maria-Congres in voorbe reiding. (Kerkn. 3de blad). Laffe roofoverval op een oude vrouw te Zaandam. (Eerste blad). Werkloozendemonstraties in verschillen de steden. Een inspecteur van politie te Rotterdam neergeschoten. (Gem. Ber. 3de blad). Liefdesdrama te Amsterdam. Mis lukte aanslag op een meisje. (Gem. Ber. 3de blad). Belangrijke verduistering te Enschede. (Gem. Ber. 3de blad). De brandstichters van Strijp. (Gem. Ber. 3de blad). Koninklijke belangstelling voor het feest- concert van Sempre Crescendo. (Eerste blad). EEN CORRESPONDENTIE OVER DEN TOESTAND IN MANDSJOERIJE Bladz. 1 ONZE ROMEINSCHE COR RESPONDENT OVER EEN PLECHTIGHEID TE ROME Bladz. 5 EEN BESCHOUWING OVER GEVAARLIJKE FILMS Bladz. 6 EENIGE WENKEN VOOR MOES- EN BLOEMTUIN, KEUKEN EN KELDER Bladz. 9 Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Leidsch Studenten Muziekgezelschap „Sempre Crescendo" werd gisteravond een concert gegeven in de Stadsgehoorzaal, dat werd bijgewoond door de KONINKLIJKE FAMILIE. V. 1. n. r. H. K, H. Koningin Wilhelmina, Z. K H. Prins Hendrik, Garnizoenscomm. van Leiden Haitsma Muiier en echtgenoote, Burgemeester van der Sande Bakhuyzen en H. K. H. Prinses Juliana, UITVOER VAN KAAS NAAR FRANKRIJK. Geen vergunningen meer voor „andere kaas". Blijkens mededeeling van de directie van den Landbouw heeft de RijkslanLbouw- oonsulent te Parijs bericht, dat het Fran- sche Ministerie van Landbouw, op grond van het feit, dat de invoer van kaas tus schen 20 en 30 November j.L, toen die uit voer nog zonder invoervergunning kon ge schieden, zoo groot is geweest, dat op l December het contingent „andere kaap" reeds voor 5/6 gedeelte was uitgeput, aan neemt, dat het contingent thans geheel is uitgeput. In afwachting van verdere gege vens hieromtrent worden thans geen in voervergunningen voor „andere kaas" afge geven; nog wel voor Italiaansche kaassoor ten. Op grond van dezelfde overwegingen worden voorshands ook geen invoervergun ningen afgegeven voor gecondenseerde melk en melkpoeder; het is allerminst ze ker, dat daartoe nog voor 1 Januari a.s. -al wo-rden overgegaan. GEROOKT VLEESCH NAAR ZWITSERLAND. Invoer verboden. De directie van den Landbouw deelt me de, dat blijkens telegrafisch bericht van H. M.'s gezant te Bern, de invoer in Zwit serland van alle gerookte en gedroogde vleeschsoorten, alsmede van ham in blik, met ingang van 16 December a.s. is ver boden. Waren, verzanden vóór of op 14 Decem ber, worden vrij toegelaten tot en met Za terdag 19 December a.s. Deze maatregel staat los van het wets ontwerp over algemeene invoerbeperking, doch grondt zich op veterinaire hygiëni sche en technische overwegingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1