DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND ZATERDAG 28 NOVEMBER 1931 DE LE1DSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. Met volle kracht achteruit. Wanneer Coué nog in ons midden was, zou hij als redmiddel voor de wereld heb ben aanbevolen om iederen dag opnieuw domweg te herhalen: „Lk voel mij iederen dag een stuk beter". Als de wereld daar maar ecn6 toe kon komen! Maar in plaats daarvan, komt de menschheid iederen dag opnieuw tot de conclusie, dat het hoe langer hoe slechtor wordt. Te Parijs draait de Volkenbondsraad om het Mandsjoerijsche conflict heen als een kat om de beete brei en verspilt het kleine restje prestige, dat hij nog heeft. Ofschoon alle landen de houding van Japan veroor- deelen en dit land den Volkenbondsraad eenvoudig bij den neus neemt, knoeien en konkelen de mogendheden om te trachten zich van deze netelige kwestie los te ma ken. Flink ingrijpen en toonen, dat de Vol kenbond niet van zins is, om met zich te laten spotten, daar willen de heeren niet aan. De Japanners, die er thans zóó op aan dringen dat de Ohineezen de „heiligheid der verdragen" zullen erkennen, bekomme ren zich eenvoudig niet om de heiligheid van het woord, dat ook zij aan den Volken bond hebben gegeven. En deze aarzelt nog om een onvriendelijk woord tegen Japan te zeggen. In Engeland zijn de aangekondigde ta rieven in werking getreden en behalve veel schade aan de export van verschillen de landen heeft dat reeds tot een 'dreigou- den steenkooloorlog met Frankrijk aanlei ding gegeven. Het Engelsche pond sterling zakt en blijit zakken. De Ronde Tafelconferentie is mislukt. De werkloosheid, vooral in de Vereen. Staten en in Duitschland, stijgt met on rustbarende cijfers. De economische positie van de wereld wordt hoe langer hoe slechter en niemand weet, hoe het probleem der herstelbetalin gen en der oorlogsschulden zal kunnen wor den opgelost. Werkelijk er behoort moed toe, om op timist te blijven. Ma n d s j o e r ij e. Er behoort ook moed toe om het Mandsjoerijsche conflict nog eens aan een bespreking te onderwer pen. Het wordt langzamerhand duidelijk, wat de Japanners met hun expeditie heb ben gezocht. Men krijgt nog steeds den in druk, dat de Japanners het niet zullen wa gen nu reeds in één stap Mandsjoerije m to palmen. Dit zou inderdaad te gevaar lijk zijn, maar men kent reeds hun stelsel om Chineezen, die bereid zijn als hun werk tuigen te dienen, van Nanking onafhanke lijke regeeringen te laten vormen. Dit is het doel, dat zoo breed mogelijk bereikt moet zijn, voor de Japanners zich weer in de spoorwegzone terugtrekken. Japan heeft dit voorloopig doel eeist bereikt als Hei- loengkiang, de noordelijkste der groote provincies van Mandsjoerije, op die ma nier van centraal China is losgetornd. Dan zal de invloed van Japan zoo al niet de jure dan toch de facto zich uitstrekken lot aan de Amoergrens van Siberië. Dat Ja pan plannen in die richting had is reeds sedert jaren bekend, daar het, toen het van de machteloosheid der Russen gebruik maakte om spoorwegconcessies van het noorden te verkrijgen, ook een concessie heeft weten af te dwingen die een belang rijke verlenging van de lijn TaonanAn- gangtsje vormt en in de richting gaat van het Russische Blagowestspensk. Tot nog toe zijn geen plannen bekend om van die concessie partij te trekken. Het vormen van een Japanschgezinde regeering in Hei. loengkiang kon echter een voortreffelijke voorbereiding zijn. Dat de Japanners voor loopig niet met ruwe hand willen verove ren, maar slechts op deze wijze hun macht willen vestigen, blijkt uit de voorzichtig heid, waarmede zij tegen de Bussisch-Chi- neesche spoorweg te werk gaan. Zij hebben zorg gedragen de Russen geen reden tot beklag te geven. Het verkeer wordt er blijkbaar op geen enkele wijze belemmerd. Het is een zeer ongewone toestand, dat men een leger bestrijdt zonder den toevoer voor dat leger lang» een spoorweg, die men in zijn macht heeft, lastig te vallen. De bedoeling van den veldtocht tegen ge neraal Ma is dan ook enkel geweest dezen aanhanger van Nanking uit Tsitsihar to verjagen, opdat daar een regeering zou kunnen ontstaan, zooals de Japanners die wenschen. Dit alles was juist nog te wa gen, zonder de Russen, die natuurlijk pas sief zullen blijven zoolang zij kunnen, te dwingen tot bedenkelijke protesten. Wanneer men deze Japansche plannen doorziet, wordt de situatie in Parijs ook duidelijker. De Japanners zijn glad als alen; ze geven geen vat op zich en glippen ook den Volkenbondsraad door de vingers. De Ronde Tafel. De Oosterlingen zijn trouwens over 't algemeen gladde jon gens, die zich door een Westerling niet zoo spoedig laten vangen. De Britsch-Indiers zijn al evenmin als was in de handen der Engelsche regee ring. De z.g. Ronde Tafelconferentie is, al thans in de oogen der Bntsch-indische go delegeerden, een volkomen mislukking ge worden. En de Engelsche regeering heeft op dat fiasco reeds vooruitgegrepen door aan te kondigen, dat zij dezer dagen bij het lagerhuis een wetsontwerp zal indio- nen, dat wel een zekere mate van autono mie voor de Indische provincies zal bevat ten, doch Indië geen eigen verantwoorde lijke centrale regeering zal schenken, al zal ook de in de wet reeds meermalen gedane belofte worden herhaald, dat Bntsch-lndië een dergelijke regeering zal krijgen, zoodia de tijden daarvoor rijp zullen zijn. Dit voorstel is een zeer scherpe reactie op de politiek, welke de Labour-regeering op de beide ronde-tafelconferenties steeds gevolgd heeft. Het centrale gezag toch, <lat de Indiërs in eigen handen zouden willen zien, blijft geheel en al bij den onderkoning en den onderstaatssecretaris voor Indië. Deze mislukking is op de allereerste plaats aan de Indische gedelegeerden zelf toe te schrijven, schrijft de „Msb.". Hun op treden werd steeds door een scherpe ver deeldheid over de belangrijkste kwesties gekenmerkt, zoodat, als de Engelsche ro- geering aan hun verlangen naar vrijheid en onafhankelijkheid had toegegeven, het land binnen korten tijd aan den bloedigsten burgeroorlog zou zijn prijsgegeven. Toen dezer dagen door een correspondent van de „Echo de Paris" in een interview mot Gandhi op dit gevaar gewezen werd, met de opmerking, dat de muzelmannen oen on verbiddelijk krijgszuchtig volk waren, ant woordde de mahatma met een somberen glimlach: „dat beteekent zoo weinig! De vrijheid gaat boven alles. Als wij haar duur met ons bloed moeten betalen, zullen we de waarde er van des te hooger aanslaan!" Gandhi moge zoo spreken, Engeland kan, al ware het slechts uit louter eigenbelang, een dergelijken burgeroorlog niet toestaan. Zelfs een Labourregeering zou hierin een grens voor haar concessie» gevonden heb ben, en het behoeft dan ook niet te ver wonderen, dat 'n kabinet, waarin de con servatieven met hun imperiale gedachten domineeren, te eer een krachtige houding za-1 aannemen, om de Engelsche belangen tegen Britsch-lndische onmacht te bescher men. De Engelsche regcering is dan ook voor nemens, om, indien na de officieele erken de mislukking der conferentie, in Indië een nieuwe terreur uitbreekt, deze met kracht tegen te gaan en te onderdrukken. Enge land heeft Indië een kans gegeven, welke wellicht in jaren niet zal terugkeeren. Door zijn verdeeldheid heeft Indië die kans verspeeld. Dat in het Oosten de toestand daardoor nog meer zal verscherpt worden, valt nauwelijks te betwijfelen. Maar bij -?en keuze tusschen chaos en orde kan Enge land niet aarzelen. Financieele problemen. Het staat nu vast dat de commissie van advies, van de internationale bank te Bazel, waar om ze in vreemd geld naar het buitenland bepalingen van het plan-Young heeft ge vraagd, op 7 December zal bijeenkomen. Zal deze commissie een Sinterklaas zijn] Van verwachting klopt het hart der we reld. Men verwacht resultaten, men ver wacht do redding uit de financieelo crisis. Een weinig benijdenswaardige taak, om onder zulke omstandigheden bijeen te ko men. De taak van de commissie is zoo bijzon der netelig, omdat zij niet alleen te maken heeft met de bezwaarlijk oplosbare finan cieele problemen die het geval op zichzelf reeds biedt, maar vooral ook door de po litieke verwikkelingen, de behoefte aan struisvogelbeleid, het dooreenloopen van allerlei bevoegdheden en onbevoegdheden, welke aan de kwestie vastzitten. Ten eerste is er het grondprobleem: het gebrek aan middelen tot betaling, waaron der de Duitsche regeering lijdt, verder de onmogelijkheid, zelfs als die middelen nog uit den belastingbetaler te persen waren, om ze in vreemd gel dnaar het buitenland over te brengen. De voornaamste vraag die de commissie moet worden voorgelegd, ook al hoort zij formeel niet tot haar onmiddellijke be voegdheid, is: Hoe krijgt men Duitschland weer vlot, hoe krijgt men beweging in zijn oeconomisch en financieel leven zonder het voor het rijk zelf en de heele buitenwereld noodlottige, middel van een schrappen van een deel zijner particuliere verplichtingen tegenover het buitenland? Dat echter is slechts het begin van de moeilijkheden. Adviseert de commissie tot een aanzien lijke verlenging van het moratorium voor herstelbetalingen in den tegenwoordigen vorm, dan beteekent dit het vormen van een ontzaglijken, nieuwen schuldenlast voor Duitschland, die zou moeten worden afbe taald zoodra er weer lucht komt, en die daarom geen hoop op do toekomst zou la ten noch voor de Duitschers zelf, noch voor hun tegenwoordige en toekomstige schuld- eischers, als zij deze laat sten nog zou den kunnen vinden Het werk van de commissie is bij voor baat vergeefsche moeite als zij niet de vrij heid krijgt het probleem van de „stilgehou den" particuliere schulden zonder voorbe houd onder oogen te zien. Dit probleem is te lastiger, omdat het niet bij overeen komst tusschen staten te regelen valt. En iedere poging tot oplossing vindt voorals nog den onverbiddelijken eisch van Frank rijk van de prioriteit der herstelbetalingen als hindernis op zijn weg. Geeft Frankrijk dien eisch op; dan zou het meteen met de kwestie der schadeloosstelling gedaan zijn. Maar blijkens de jongste rede van Laval denkt Frankrijk er niet aan, dien eisch op te geven. En zeer stellig zal Frankrijk en wij kunnen dat begrijpen dit nooit doen, tenzij Amerika eerst afstand heeft gedaan van zijn eischcn op den Franschen staat. Tenslotte zijn er dan nog de moeilijk heden die het voorwerp van het onderzoek, Duitschland zelf, politiek, financieel en oeconomisch biedt. Men zal toegeven dat het lastig is daar een houvast voor opti misme to vinden. BROEDERS CDN5RE9ATIE O.L.VROUW VAN VII SMARTEN NOVICIAAT JUVENAAT VOORHOUT MISSIE IN CHINA WI3# Opleiding vanaf 12 jaar voor jongens die neiging gevoelen om Broeder te worden in verschillende ambachten bij het Lager On derwijs en Nijverheidsonderwijs. Kost- en leergeld nader overeen te komen. Prospectus wordt gratis op aanvrage toe gezonden. SPORT voetbal FRANKRIJK—NEDERLAND. DE VIERDE WEDSTRIJD. Morgen zal dus de veel besproken voetbalwedstrijd tusschen Frankrijk en Nederland plaats hebben. Zoo ooit, dan I is er over dezen wedstrijd verbazend veel gesohreven, in hot bijzondor over het Fransche elftal. Het heeft geen zin om ook maar cenigermate op die be schouwingen in te gaan. Vast staat, dat hot Noderlandeche elf tal goed getraind is en een homogene ploeg vormt. Dit heeft do wedstrijd te gen het overigens zwakke Rottor- damsohe olftal op 15 November wol be wezen. Daartegenover komen de Fran schen met een minder geoefendo ploeg, maar deze bestaat uit individueel storke spelers. Dat zullen de onzen ondervin den. Zij weten het trouwens heel good en we mogen verwachten, dat zij de te genpartij allerminst zullen onderschatten. De Oranjemannon hebben trouwens een traditie hoog te houden. In do drie tot nu toe gespeelde wedstrijden won nen zij n.l. met prachtige cijfers. Op 10 Mei 190S werd het 4—1 te Rotterdam, op 13 November 1921 te Parijs 50 cn op 2 April 1923 te Amsterdam 81. Maar, sindsdien zijn de Franschen met reuzenschreden vooruitgegaan en hebben ze menigmaal even fraaie als onverwach te overwinningen op sterke tegenstan ders geboekt. Wat nu do uitslag zal zijn? Er wordt hoopvol gesproken over her, Nedcrlandsch elftal, terwijl er aan don Franschen kant een opmerkebjk pessi misme heerBcht. Laten we hopen, dat do wedstrijd den Hollanders geen desillurie brengt. De wedstrijd vangt te 2.15 uur aan. De wedstrijd wordt per radio uitgezon den. De elftallen zijn als volgt samengesteld: F r a n k r ij k: Thépot Mattier Chardar Finot Kaucsar Hornus Vcinanto Mercier Laurent Kaufmann Langiller Scheidsrechter Ruoff (Zwitserland) v Nellen J. Mol Lagendaal Adam Wels Van Heel Anderiessen J. Paauwo Van Run Weber Van der Meulon Nederland: Reserves voor Holland zijn: Odijk, Le lieveld, Graumans, Ophorst. Voor Frankrijk: Taesin, Korb, Bous- quet, J. Laurent. Do stand is: gesp.gcw.gel.verl.v.—t.pnt. Nederland 3 3 172 6 Frankrijk 3 3 217 0 KON. NED. VOETBALBOND. De competitie. Het oerste-klasse competitie-program ma is, in verband met don wedstrijd te Parijs, vooral voor do Westelijke clubs niet zoo groot. In Afdeoling I twee wedstrijden, waar van er enkele aan do tweede helft van het programma beginnen. Stormvogels wint van H. V. V. en West Frisia van 't Gooi. 't Kan een succesdag voor do thuis club? worden. In de derde klasse D. krijgt Alphen opnieuw e>en kans haar positie te ver stevigen. Daarvoor moeten de Rijnbewo ners thuis van Utrecht winnen. Wc ach ten hen daartoe op het moment wel in staat, al zal de strijd niet gemakkelijk zijn. U. V. V. gaat op bezoek bij Z. N. C. Do Stiohtbowonors zullen ongetwijfeld trachten niet nog meer terrein to ver liezen. D. O. S. kan verder van Elinck- wijk winnen en Culemborg van Holland. De efcnige wedstrijd voor do eerste klasse in Afdeeling II D. F. C.Hilver sum werd nog uitgesteld. Voor de derde klasse A. krijgt A. S, C. bezoek van Scheveningen. Ongetwij- feld een moeilijke wedstrijd voor do Leidenaarr. Wo kunnen niet anders dan oen nederlaag verwachten, temeer wijl de Scheveningors geen punt kunnen ver liezen, om de leiding niet te moeten af staan aan Lugdunum. De Loidschc groen- witten zullen hot, vooral nu Mom niet van de partij is, niet gemakkelijk heb ben tegen Bodegraven. Desondanks ach ten wc hen in staat te winnen. U. V. S. kan thv*s misschien oen puntje veroveren op K. V. C. L. F. C. kan in Gouda winnen en Hillinen thuis van Alphia. Voor de wedstrijden in de overige af- deelingcn verwijzen wo naar het pro gramma. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. INTERNATIONAAL. Parijs: FrankrijkNederland. De competitie. AFDEELING L Eerste klasse. StormvogelsH. V. V.; West Frisia 't Gooi. Tweede klasse A. Alcmaria VictrixW. F. C.; Haarlem Z. V. V.; BlocmcndaalII. R. C.; V. V. A.De Spartaan; D. W. S.Kin- heim; E. D. O.—A. F. C. Tweede klasse B. Hercules—T. O. G.; D. E. C.—Velox; ZeeburgiaB. F. C.; Zand voortBaarn. Derde klasse D. D. O. S.—Elinck wijk; Z. N. C.-U. V. V.; Culemborg—Holland; Alphen-Utreoht AFDEELING II. Twoede klasse A. Steedr Hooger—O. N. A.; Excelsior— V. L O. S.; R. F. C—S. V. V. Twoede klasse B. B. E. C.V. O. C.; Fort unaQuick; Neptunus-D. C. L.; C. V. V.—B. M. T.; GoudaV. D. L. Dorde klasse A. A. S. C.Scheveningen; Bodegraven— Lugdunum; G. S. V.-L. F. C.; U. V. 8.— R. V. C.; Hillinen-Alphia. Vierde klaBso A. B. T. C.—Archipel; Zwart Blauw—Vo gel; Leidscho Boys—de Ooievaars; V. C. T. S-.D. V. 8.; D. V. V.-R. C. L. Reserve derde klasse A. ii. v. v. iv—■A. s. a li: r. v. a II- B. E. C. II; Delft Ti-Laakkwartier II; a. d. o. ui—d. ii. a hl Reserve dorde klasse D. Alphia II—Hercules II; Velox III G. S. V. II; O. N. A. II—Bodegraven II. Reserve derde klasse E. Hercules III- Kampong II; Leerdam II—D. O. S. II; U. V. V. IIIVrienden schaar III. AFDEELING III. Eerste klasse. Heracles—P. E. C.; Vitesse—Wagenin- gen; Robur et Velocitas—A. G. O. V. V.; Tubantia--Enschede; Z. A. C.—Go Ahead. AFDEELING IV. Eerste klas s e. B. V. V.Willem II; L. O. N. G. A.— N. O. A. D.de ValkBlcyerhoide. AFDEELING V. Eerste klasse. G. V. A. V.Veondam. FEUILLETON. ACHTER EEN MASKER Uit het Engelsch van HAEDON HILL. 16) De visschers zijn niet zoo gauw op hun tentjes getrapt Sir, in ieder geval niet gauw genoeg om een moord te begaan, antwoordde de inspecteur droogjes. Hij liet ze meestal aan hun lot over en zij hem. Hij was geen bemind geestelijke, maar hij was toch ook niet bepaald gehaat. Ik heb wel in deze richting gezocht, maar ik kon geen spoor vinden. Ook niet van een of ander vagebond of verdacht uitziende vreemdeling die dien dag in de buurt gezien zijn Neen, commissaris, evenmin. Land- loopers bebben gewoonlijk geen oud-mo del duel-pistool bij zich, merkte de Schot land Yard man nuchter op. De commissaris lachte opgewekt. Dat is een lesje voor ons boerenpummels, Pearman. Maar ik ben het niet heelemaal met je eens Scott. Het wapen zou gesto len kunnen zijn, door een zwerver! Toch geloof ik, dat het beter zou zijn, onzen kostbaren tijd te besteden met het bespreken van een vermoeden dat we al lemaal koesteren, meende de Scott. Commissaris Wilbrfaham en inspecteur PearmaD wisselden een snellen blik. U denkt natuurlijk aan Richard Wenslade 1 tei de eerste. hebben., antwoordde Scott. Wel nu dan, zei de commissaris, laten Wel nu an, zei de commisarise, laten we dit punt dan eens grondig bekijken. Hij opende een lade van zijn bureau en haalde oen plattegrond van de beneden verdieping v. d. pastorie er uit. Scott schoof zijn stoel dichter bij en bekeek aandach tig het papier. Inspecteur Pearman, die de plattegrond bad goteekend, ging achter zijn chef staan en keek over diens schouder. We moeten beginnen met ons zelf eerst de volgende vraag te stellen, zei de commissaris langzaam. Was het mogelijk dat iemand de studeerkamer kon verla ten, zonder gezien te worden door den jon gen Wenslade vanaf het punt waar deze zich op de trap bevond, of door Lord Monk- silver en mr. Ravenscar van het gazon Zooals u zich herinnert, waren alle drie dadelijk na het vallen van het schot op hun qui vive en stonden volgens hun eigen ver klaring een oogenblik stil. Wat zegt u van dat boschje laurier boompjes? vroeg Pearman, terwijl hij zijn vinger op een stip hield, die volgens de schaal van den plattegrond vijftien voet van het raam van de studeerkamer ver wijderd was. 't Is groot genoeg om een man te verbergen. Als hij het ongezien had kunnen be reiken, zei de commissaris, maar er wa ren dadelijk na het schot twee paar oogen op het raam gericht, cn dominee Wensla de kan niet van uit het boschje getroffen zijn. De doktoren zijn het er over eens, dat het schot uit de kamer moet gelost zijn, ongeveer van bij de deur. Daar lag ook het pistool. Dan moet ik het opgeven, zei Pear man onwillig. Het is schijnbaar onmogelijk, dat iemand de kamer beeft verlaten zon der door zijn lordschap en diens secreta ris of door Mr. Richard te worden opge merkt. Scott knikte op den vragenden blik van den commissaris. Dat is mijn overtui ging al lang, zei hij. Dan, ging de commissaris langzaam voort, daar de verklaring van Lord Monksilver wordt bevestigd door diens se cretaris, moeten we do verklaring van Ri chard Wenslade als onwaar beschouwen. En als we dat doen, dan vrees ik, dat we daar maar één ding uit kunnen afleiden, dat hij niet op de trap was, maar in de studeerkamer en zelf dat schot gelost heeft Als we de theorie construeeren dat de jonge Wenslade schuldig is, ging de commissaris Wilbraham na een pauze ver der, dan is het eerste was we moeten doen, een motief voor zijn daad te zoe ken. Weet jij bijzonderheden over de ver standhouding tusschen vader en zoon, Pearman? Ik heb nooit gehoord, meneer, dat ze op erg goeden voet met elkaar stonden. Ik denk dat er ruzies waren over zijn uit spattingen in Oxford. Wel. informeer eens in die richting en ik zal den coroner een wenk geven, den jongen er zelf naar te vragen, zei de com missaris. Tusschen twee haakjes, we mo gen in dit verband het verlies van den ring en dien vermoedelijken zelfmoord van dit meisje niet uit het oog verliezen. Het is niet buitengesloten, dat de verdwij ning van miss Vatighan iets met de zaak te maken heeft, al zie ik op het oogenblik het verband nog niet Scott schoof zijn stoel actheruit e* keek Pearmaan verontwaardigd aan. Dit is de eerste keer dat ik iets hoor over een verloren ring en een zelfmoord, ofschoon ik al sinds gisteren in Wroxford ben, zei hij op verwijtenden toon. Op die manier ben ik niet behoorlijk inge licht. Ik moet van allo feiten op de hoogte gesteld worden, anders ga ik met den ypi- genden trein naar Londen terug. Dat had je hem behooren te vertellen, Pearman, meende de commissaris. Do in- spoctcur lichtte den Londensche ambte naar in hoe de predikant den dag voor zijn dood naar Wroxford was gekomen en aangifte had gedaan van het verlies van een kostbaren diamanten ring van zijn vrouw, terwijl hij het vermoeden had uit gesproken dat miss Vaughan, de gouver nante van zijn dochter hem had wegge nomen en dat, als bij haar er naar zou worden gezocht, het sierraad wol voor den dag zou komen. Hoewel dominee Wenslade zijn verdenking zeer duidelijk te kennen had gegeven, had hij toch gewei gerd een forineele aanklacht in te die nen. Op zulke vage medeeelingon was er geen haast gemaakt met het doen van stappen ten opzichte van het meisje. Den volgenden morgen werd de hoed vati Miss Vaughan gevonden op den rand van de klip, dicht bij de kaap en daar ze na dien tijd niet meer gezien was, werd zelfmoord aangenomen. DienzelMen avond schreef de predikart, dat hij op de uitgesproken beschuldiging terug kwam omdat het meis je nu toch dood was en dat hij de zaak wilde laten rusten ter wille van haar va der. Deze brief kwam eenige uren voor ik naar Beacon Audley werd geroepen, om dat de dominee vermoord was, zei Pear man. Ik was blij met den brief, want die bewees mij, dat de vermoorde oen fij nen, gevocligen geest had. De detective schoot in oen spoltcndo lach, dio deed donken aan het huilen vin con wolf. Is don ring gevonden? vroeg hij. Daar hebben wo niets meer van ge hoord, antwoordde do commissaris voor den van zijn stuk gcbrachton Penrn an. Wij hadden na den brief van Mr, Wensla de officieel niets moor met do historie van den ring te maken. Vindt u dat incidentje van belang, Scott? De zwijgzame Londcnaar stond op en riep enthousiast: Van belang? Wel, het kan ons schit terend op een spoor brengen en er kun nen verschillende motieven in zitten. Het motief van cherchcz la femme, bijvoor beeld. De oude Wenslade verdenkt het meisjo van diefstal van den ring. De jon ge Wenslade is verliefd op haar en nadat ze zich van het leven heeft beroofd, ver wijt hij zijn vader haar dood. De oude Wenslade is geschrokken en trekt de aan klacht in, maar daardoor is do jonge, man niet voldaan. Hij grijpt naar dat pistool en neemt wraak. Hoe denkt u over deze theorie Wel, er is nog een andere theorie. Wat zou u er van zeggen als het meisjo eens net doet alsof ze dood is en zich ver borgen heeft en zelf don dominee heeft w>r-ehoten? 't Zal voor haar niet moei lijk gowoo i zijn, zich in de pastorie te ver bergen. Als er iets tusschen haar en den jongen Wenslade bestond zal hij haar niet verraden, al heeft hij haar uit de studeer kamer zien komen, toen hij op de trap stond. Zij kunnen ook in overleg met el kaar gehandeld hebben. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13