DE AFGELOOPEN WEEK IN
HET BUITENLAND
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1931
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG.
Met volle kracht achteruit.
Wanneer Coué nog in ons midden was,
zou hij als redmiddel voor de wereld heb
ben aanbevolen om iederen dag opnieuw
domweg te herhalen: „Lk voel mij iederen
dag een stuk beter".
Als de wereld daar maar ecn6 toe kon
komen! Maar in plaats daarvan, komt de
menschheid iederen dag opnieuw tot de
conclusie, dat het hoe langer hoe slechtor
wordt.
Te Parijs draait de Volkenbondsraad om
het Mandsjoerijsche conflict heen als een
kat om de beete brei en verspilt het kleine
restje prestige, dat hij nog heeft. Ofschoon
alle landen de houding van Japan veroor-
deelen en dit land den Volkenbondsraad
eenvoudig bij den neus neemt, knoeien en
konkelen de mogendheden om te trachten
zich van deze netelige kwestie los te ma
ken. Flink ingrijpen en toonen, dat de Vol
kenbond niet van zins is, om met zich te
laten spotten, daar willen de heeren niet
aan.
De Japanners, die er thans zóó op aan
dringen dat de Ohineezen de „heiligheid
der verdragen" zullen erkennen, bekomme
ren zich eenvoudig niet om de heiligheid
van het woord, dat ook zij aan den Volken
bond hebben gegeven. En deze aarzelt nog
om een onvriendelijk woord tegen Japan
te zeggen.
In Engeland zijn de aangekondigde ta
rieven in werking getreden en behalve
veel schade aan de export van verschillen
de landen heeft dat reeds tot een 'dreigou-
den steenkooloorlog met Frankrijk aanlei
ding gegeven.
Het Engelsche pond sterling zakt en
blijit zakken.
De Ronde Tafelconferentie is mislukt.
De werkloosheid, vooral in de Vereen.
Staten en in Duitschland, stijgt met on
rustbarende cijfers.
De economische positie van de wereld
wordt hoe langer hoe slechter en niemand
weet, hoe het probleem der herstelbetalin
gen en der oorlogsschulden zal kunnen wor
den opgelost.
Werkelijk er behoort moed toe, om op
timist te blijven.
Ma n d s j o e r ij e. Er behoort ook
moed toe om het Mandsjoerijsche conflict
nog eens aan een bespreking te onderwer
pen. Het wordt langzamerhand duidelijk,
wat de Japanners met hun expeditie heb
ben gezocht. Men krijgt nog steeds den in
druk, dat de Japanners het niet zullen wa
gen nu reeds in één stap Mandsjoerije m
to palmen. Dit zou inderdaad te gevaar
lijk zijn, maar men kent reeds hun stelsel
om Chineezen, die bereid zijn als hun werk
tuigen te dienen, van Nanking onafhanke
lijke regeeringen te laten vormen. Dit is
het doel, dat zoo breed mogelijk bereikt
moet zijn, voor de Japanners zich weer in
de spoorwegzone terugtrekken. Japan heeft
dit voorloopig doel eeist bereikt als Hei-
loengkiang, de noordelijkste der groote
provincies van Mandsjoerije, op die ma
nier van centraal China is losgetornd. Dan
zal de invloed van Japan zoo al niet de
jure dan toch de facto zich uitstrekken lot
aan de Amoergrens van Siberië. Dat Ja
pan plannen in die richting had is reeds
sedert jaren bekend, daar het, toen het
van de machteloosheid der Russen gebruik
maakte om spoorwegconcessies van het
noorden te verkrijgen, ook een concessie
heeft weten af te dwingen die een belang
rijke verlenging van de lijn TaonanAn-
gangtsje vormt en in de richting gaat van
het Russische Blagowestspensk. Tot nog
toe zijn geen plannen bekend om van die
concessie partij te trekken. Het vormen
van een Japanschgezinde regeering in Hei.
loengkiang kon echter een voortreffelijke
voorbereiding zijn. Dat de Japanners voor
loopig niet met ruwe hand willen verove
ren, maar slechts op deze wijze hun macht
willen vestigen, blijkt uit de voorzichtig
heid, waarmede zij tegen de Bussisch-Chi-
neesche spoorweg te werk gaan. Zij hebben
zorg gedragen de Russen geen reden tot
beklag te geven. Het verkeer wordt er
blijkbaar op geen enkele wijze belemmerd.
Het is een zeer ongewone toestand, dat
men een leger bestrijdt zonder den toevoer
voor dat leger lang» een spoorweg, die
men in zijn macht heeft, lastig te vallen.
De bedoeling van den veldtocht tegen ge
neraal Ma is dan ook enkel geweest dezen
aanhanger van Nanking uit Tsitsihar to
verjagen, opdat daar een regeering zou
kunnen ontstaan, zooals de Japanners die
wenschen. Dit alles was juist nog te wa
gen, zonder de Russen, die natuurlijk pas
sief zullen blijven zoolang zij kunnen, te
dwingen tot bedenkelijke protesten.
Wanneer men deze Japansche plannen
doorziet, wordt de situatie in Parijs ook
duidelijker. De Japanners zijn glad als alen;
ze geven geen vat op zich en glippen ook
den Volkenbondsraad door de vingers.
De Ronde Tafel. De Oosterlingen
zijn trouwens over 't algemeen gladde jon
gens, die zich door een Westerling niet zoo
spoedig laten vangen.
De Britsch-Indiers zijn al evenmin als
was in de handen der Engelsche regee
ring.
De z.g. Ronde Tafelconferentie is, al
thans in de oogen der Bntsch-indische go
delegeerden, een volkomen mislukking ge
worden. En de Engelsche regeering heeft
op dat fiasco reeds vooruitgegrepen door
aan te kondigen, dat zij dezer dagen bij
het lagerhuis een wetsontwerp zal indio-
nen, dat wel een zekere mate van autono
mie voor de Indische provincies zal bevat
ten, doch Indië geen eigen verantwoorde
lijke centrale regeering zal schenken, al zal
ook de in de wet reeds meermalen gedane
belofte worden herhaald, dat Bntsch-lndië
een dergelijke regeering zal krijgen, zoodia
de tijden daarvoor rijp zullen zijn.
Dit voorstel is een zeer scherpe reactie
op de politiek, welke de Labour-regeering
op de beide ronde-tafelconferenties steeds
gevolgd heeft. Het centrale gezag toch, <lat
de Indiërs in eigen handen zouden willen
zien, blijft geheel en al bij den onderkoning
en den onderstaatssecretaris voor Indië.
Deze mislukking is op de allereerste
plaats aan de Indische gedelegeerden zelf
toe te schrijven, schrijft de „Msb.". Hun op
treden werd steeds door een scherpe ver
deeldheid over de belangrijkste kwesties
gekenmerkt, zoodat, als de Engelsche ro-
geering aan hun verlangen naar vrijheid
en onafhankelijkheid had toegegeven, het
land binnen korten tijd aan den bloedigsten
burgeroorlog zou zijn prijsgegeven. Toen
dezer dagen door een correspondent van de
„Echo de Paris" in een interview mot
Gandhi op dit gevaar gewezen werd, met
de opmerking, dat de muzelmannen oen on
verbiddelijk krijgszuchtig volk waren, ant
woordde de mahatma met een somberen
glimlach: „dat beteekent zoo weinig! De
vrijheid gaat boven alles. Als wij haar duur
met ons bloed moeten betalen, zullen we
de waarde er van des te hooger aanslaan!"
Gandhi moge zoo spreken, Engeland kan,
al ware het slechts uit louter eigenbelang,
een dergelijken burgeroorlog niet toestaan.
Zelfs een Labourregeering zou hierin een
grens voor haar concessie» gevonden heb
ben, en het behoeft dan ook niet te ver
wonderen, dat 'n kabinet, waarin de con
servatieven met hun imperiale gedachten
domineeren, te eer een krachtige houding
za-1 aannemen, om de Engelsche belangen
tegen Britsch-lndische onmacht te bescher
men.
De Engelsche regcering is dan ook voor
nemens, om, indien na de officieele erken
de mislukking der conferentie, in Indië een
nieuwe terreur uitbreekt, deze met kracht
tegen te gaan en te onderdrukken. Enge
land heeft Indië een kans gegeven, welke
wellicht in jaren niet zal terugkeeren.
Door zijn verdeeldheid heeft Indië die kans
verspeeld. Dat in het Oosten de toestand
daardoor nog meer zal verscherpt worden,
valt nauwelijks te betwijfelen. Maar bij -?en
keuze tusschen chaos en orde kan Enge
land niet aarzelen.
Financieele problemen. Het
staat nu vast dat de commissie van advies,
van de internationale bank te Bazel, waar
om ze in vreemd geld naar het buitenland
bepalingen van het plan-Young heeft ge
vraagd, op 7 December zal bijeenkomen.
Zal deze commissie een Sinterklaas zijn]
Van verwachting klopt het hart der we
reld. Men verwacht resultaten, men ver
wacht do redding uit de financieelo crisis.
Een weinig benijdenswaardige taak, om
onder zulke omstandigheden bijeen te ko
men.
De taak van de commissie is zoo bijzon
der netelig, omdat zij niet alleen te maken
heeft met de bezwaarlijk oplosbare finan
cieele problemen die het geval op zichzelf
reeds biedt, maar vooral ook door de po
litieke verwikkelingen, de behoefte aan
struisvogelbeleid, het dooreenloopen van
allerlei bevoegdheden en onbevoegdheden,
welke aan de kwestie vastzitten.
Ten eerste is er het grondprobleem: het
gebrek aan middelen tot betaling, waaron
der de Duitsche regeering lijdt, verder de
onmogelijkheid, zelfs als die middelen nog
uit den belastingbetaler te persen waren,
om ze in vreemd gel dnaar het buitenland
over te brengen.
De voornaamste vraag die de commissie
moet worden voorgelegd, ook al hoort zij
formeel niet tot haar onmiddellijke be
voegdheid, is: Hoe krijgt men Duitschland
weer vlot, hoe krijgt men beweging in zijn
oeconomisch en financieel leven zonder het
voor het rijk zelf en de heele buitenwereld
noodlottige, middel van een schrappen van
een deel zijner particuliere verplichtingen
tegenover het buitenland?
Dat echter is slechts het begin van de
moeilijkheden.
Adviseert de commissie tot een aanzien
lijke verlenging van het moratorium voor
herstelbetalingen in den tegenwoordigen
vorm, dan beteekent dit het vormen van
een ontzaglijken, nieuwen schuldenlast voor
Duitschland, die zou moeten worden afbe
taald zoodra er weer lucht komt, en die
daarom geen hoop op do toekomst zou la
ten noch voor de Duitschers zelf, noch voor
hun tegenwoordige en toekomstige schuld-
eischers, als zij deze laat sten nog zou
den kunnen vinden
Het werk van de commissie is bij voor
baat vergeefsche moeite als zij niet de vrij
heid krijgt het probleem van de „stilgehou
den" particuliere schulden zonder voorbe
houd onder oogen te zien. Dit probleem
is te lastiger, omdat het niet bij overeen
komst tusschen staten te regelen valt. En
iedere poging tot oplossing vindt voorals
nog den onverbiddelijken eisch van Frank
rijk van de prioriteit der herstelbetalingen
als hindernis op zijn weg. Geeft Frankrijk
dien eisch op; dan zou het meteen met de
kwestie der schadeloosstelling gedaan zijn.
Maar blijkens de jongste rede van Laval
denkt Frankrijk er niet aan, dien eisch op
te geven. En zeer stellig zal Frankrijk
en wij kunnen dat begrijpen dit nooit
doen, tenzij Amerika eerst afstand heeft
gedaan van zijn eischcn op den Franschen
staat.
Tenslotte zijn er dan nog de moeilijk
heden die het voorwerp van het onderzoek,
Duitschland zelf, politiek, financieel en
oeconomisch biedt. Men zal toegeven dat
het lastig is daar een houvast voor opti
misme to vinden.
BROEDERS CDN5RE9ATIE
O.L.VROUW VAN VII SMARTEN
NOVICIAAT JUVENAAT
VOORHOUT
MISSIE IN CHINA WI3#
Opleiding vanaf 12 jaar voor jongens die
neiging gevoelen om Broeder te worden in
verschillende ambachten bij het Lager On
derwijs en Nijverheidsonderwijs.
Kost- en leergeld nader overeen te komen.
Prospectus wordt gratis op aanvrage toe
gezonden.
SPORT
voetbal
FRANKRIJK—NEDERLAND.
DE VIERDE WEDSTRIJD.
Morgen zal dus de veel besproken
voetbalwedstrijd tusschen Frankrijk en
Nederland plaats hebben. Zoo ooit, dan I
is er over dezen wedstrijd verbazend
veel gesohreven, in hot bijzondor over
het Fransche elftal. Het heeft geen zin
om ook maar cenigermate op die be
schouwingen in te gaan.
Vast staat, dat hot Noderlandeche elf
tal goed getraind is en een homogene
ploeg vormt. Dit heeft do wedstrijd te
gen het overigens zwakke Rottor-
damsohe olftal op 15 November wol be
wezen. Daartegenover komen de Fran
schen met een minder geoefendo ploeg,
maar deze bestaat uit individueel storke
spelers. Dat zullen de onzen ondervin
den. Zij weten het trouwens heel good
en we mogen verwachten, dat zij de te
genpartij allerminst zullen onderschatten.
De Oranjemannon hebben trouwens
een traditie hoog te houden. In do drie
tot nu toe gespeelde wedstrijden won
nen zij n.l. met prachtige cijfers. Op 10
Mei 190S werd het 4—1 te Rotterdam,
op 13 November 1921 te Parijs 50 cn
op 2 April 1923 te Amsterdam 81.
Maar, sindsdien zijn de Franschen met
reuzenschreden vooruitgegaan en hebben
ze menigmaal even fraaie als onverwach
te overwinningen op sterke tegenstan
ders geboekt.
Wat nu do uitslag zal zijn?
Er wordt hoopvol gesproken over her,
Nedcrlandsch elftal, terwijl er aan don
Franschen kant een opmerkebjk pessi
misme heerBcht. Laten we hopen, dat do
wedstrijd den Hollanders geen desillurie
brengt.
De wedstrijd vangt te 2.15 uur aan.
De wedstrijd wordt per radio uitgezon
den.
De elftallen zijn als volgt samengesteld:
F r a n k r ij k:
Thépot
Mattier Chardar
Finot Kaucsar Hornus
Vcinanto Mercier Laurent
Kaufmann Langiller
Scheidsrechter Ruoff (Zwitserland)
v Nellen J. Mol Lagendaal Adam Wels
Van Heel Anderiessen J. Paauwo
Van Run Weber
Van der Meulon
Nederland:
Reserves voor Holland zijn: Odijk, Le
lieveld, Graumans, Ophorst.
Voor Frankrijk: Taesin, Korb, Bous-
quet, J. Laurent.
Do stand is:
gesp.gcw.gel.verl.v.—t.pnt.
Nederland 3 3 172 6
Frankrijk 3 3 217 0
KON. NED. VOETBALBOND.
De competitie.
Het oerste-klasse competitie-program
ma is, in verband met don wedstrijd te
Parijs, vooral voor do Westelijke clubs
niet zoo groot.
In Afdeoling I twee wedstrijden, waar
van er enkele aan do tweede helft van
het programma beginnen. Stormvogels
wint van H. V. V. en West Frisia van
't Gooi.
't Kan een succesdag voor do thuis
club? worden.
In de derde klasse D. krijgt Alphen
opnieuw e>en kans haar positie te ver
stevigen. Daarvoor moeten de Rijnbewo
ners thuis van Utrecht winnen. Wc ach
ten hen daartoe op het moment wel in
staat, al zal de strijd niet gemakkelijk
zijn.
U. V. V. gaat op bezoek bij Z. N. C.
Do Stiohtbowonors zullen ongetwijfeld
trachten niet nog meer terrein to ver
liezen. D. O. S. kan verder van Elinck-
wijk winnen en Culemborg van Holland.
De efcnige wedstrijd voor do eerste
klasse in Afdeeling II D. F. C.Hilver
sum werd nog uitgesteld.
Voor de derde klasse A. krijgt A. S,
C. bezoek van Scheveningen. Ongetwij-
feld een moeilijke wedstrijd voor do
Leidenaarr. Wo kunnen niet anders dan
oen nederlaag verwachten, temeer wijl
de Scheveningors geen punt kunnen ver
liezen, om de leiding niet te moeten af
staan aan Lugdunum. De Loidschc groen-
witten zullen hot, vooral nu Mom niet
van de partij is, niet gemakkelijk heb
ben tegen Bodegraven. Desondanks ach
ten wc hen in staat te winnen.
U. V. S. kan thv*s misschien oen
puntje veroveren op K. V. C. L. F. C.
kan in Gouda winnen en Hillinen thuis
van Alphia.
Voor de wedstrijden in de overige af-
deelingcn verwijzen wo naar het pro
gramma.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
INTERNATIONAAL.
Parijs: FrankrijkNederland.
De competitie.
AFDEELING L
Eerste klasse.
StormvogelsH. V. V.; West Frisia
't Gooi.
Tweede klasse A.
Alcmaria VictrixW. F. C.; Haarlem
Z. V. V.; BlocmcndaalII. R. C.;
V. V. A.De Spartaan; D. W. S.Kin-
heim; E. D. O.—A. F. C.
Tweede klasse B.
Hercules—T. O. G.; D. E. C.—Velox;
ZeeburgiaB. F. C.; Zand voortBaarn.
Derde klasse D.
D. O. S.—Elinck wijk; Z. N. C.-U. V.
V.; Culemborg—Holland; Alphen-Utreoht
AFDEELING II.
Twoede klasse A.
Steedr Hooger—O. N. A.; Excelsior—
V. L O. S.; R. F. C—S. V. V.
Twoede klasse B.
B. E. C.V. O. C.; Fort unaQuick;
Neptunus-D. C. L.; C. V. V.—B. M. T.;
GoudaV. D. L.
Dorde klasse A.
A. S. C.Scheveningen; Bodegraven—
Lugdunum; G. S. V.-L. F. C.; U. V. 8.—
R. V. C.; Hillinen-Alphia.
Vierde klaBso A.
B. T. C.—Archipel; Zwart Blauw—Vo
gel; Leidscho Boys—de Ooievaars; V. C.
T. S-.D. V. 8.; D. V. V.-R. C. L.
Reserve derde klasse A.
ii. v. v. iv—■A. s. a li: r. v. a II-
B. E. C. II; Delft Ti-Laakkwartier II;
a. d. o. ui—d. ii. a hl
Reserve dorde klasse D.
Alphia II—Hercules II; Velox III
G. S. V. II; O. N. A. II—Bodegraven II.
Reserve derde klasse E.
Hercules III- Kampong II; Leerdam
II—D. O. S. II; U. V. V. IIIVrienden
schaar III.
AFDEELING III.
Eerste klasse.
Heracles—P. E. C.; Vitesse—Wagenin-
gen; Robur et Velocitas—A. G. O. V. V.;
Tubantia--Enschede; Z. A. C.—Go Ahead.
AFDEELING IV.
Eerste klas s e.
B. V. V.Willem II; L. O. N. G. A.—
N. O. A. D.de ValkBlcyerhoide.
AFDEELING V.
Eerste klasse.
G. V. A. V.Veondam.
FEUILLETON.
ACHTER EEN MASKER
Uit het Engelsch
van
HAEDON HILL.
16)
De visschers zijn niet zoo gauw op hun
tentjes getrapt Sir, in ieder geval niet
gauw genoeg om een moord te begaan,
antwoordde de inspecteur droogjes. Hij
liet ze meestal aan hun lot over en zij hem.
Hij was geen bemind geestelijke, maar hij
was toch ook niet bepaald gehaat. Ik heb
wel in deze richting gezocht, maar ik kon
geen spoor vinden.
Ook niet van een of ander vagebond
of verdacht uitziende vreemdeling die dien
dag in de buurt gezien zijn
Neen, commissaris, evenmin. Land-
loopers bebben gewoonlijk geen oud-mo
del duel-pistool bij zich, merkte de Schot
land Yard man nuchter op.
De commissaris lachte opgewekt. Dat
is een lesje voor ons boerenpummels,
Pearman. Maar ik ben het niet heelemaal
met je eens Scott. Het wapen zou gesto
len kunnen zijn, door een zwerver!
Toch geloof ik, dat het beter zou zijn,
onzen kostbaren tijd te besteden met het
bespreken van een vermoeden dat we al
lemaal koesteren, meende de Scott.
Commissaris Wilbrfaham en inspecteur
PearmaD wisselden een snellen blik.
U denkt natuurlijk aan Richard
Wenslade 1 tei de eerste.
hebben., antwoordde Scott.
Wel nu dan, zei de commissaris, laten
Wel nu an, zei de commisarise, laten
we dit punt dan eens grondig bekijken.
Hij opende een lade van zijn bureau en
haalde oen plattegrond van de beneden
verdieping v. d. pastorie er uit. Scott schoof
zijn stoel dichter bij en bekeek aandach
tig het papier. Inspecteur Pearman, die de
plattegrond bad goteekend, ging achter zijn
chef staan en keek over diens schouder.
We moeten beginnen met ons zelf
eerst de volgende vraag te stellen, zei de
commissaris langzaam. Was het mogelijk
dat iemand de studeerkamer kon verla
ten, zonder gezien te worden door den jon
gen Wenslade vanaf het punt waar deze
zich op de trap bevond, of door Lord Monk-
silver en mr. Ravenscar van het gazon
Zooals u zich herinnert, waren alle drie
dadelijk na het vallen van het schot op hun
qui vive en stonden volgens hun eigen ver
klaring een oogenblik stil.
Wat zegt u van dat boschje laurier
boompjes? vroeg Pearman, terwijl hij zijn
vinger op een stip hield, die volgens de
schaal van den plattegrond vijftien voet
van het raam van de studeerkamer ver
wijderd was. 't Is groot genoeg om een
man te verbergen.
Als hij het ongezien had kunnen be
reiken, zei de commissaris, maar er wa
ren dadelijk na het schot twee paar oogen
op het raam gericht, cn dominee Wensla
de kan niet van uit het boschje getroffen
zijn. De doktoren zijn het er over eens,
dat het schot uit de kamer moet gelost
zijn, ongeveer van bij de deur. Daar lag
ook het pistool.
Dan moet ik het opgeven, zei Pear
man onwillig. Het is schijnbaar onmogelijk,
dat iemand de kamer beeft verlaten zon
der door zijn lordschap en diens secreta
ris of door Mr. Richard te worden opge
merkt.
Scott knikte op den vragenden blik van
den commissaris. Dat is mijn overtui
ging al lang, zei hij.
Dan, ging de commissaris langzaam
voort, daar de verklaring van Lord
Monksilver wordt bevestigd door diens se
cretaris, moeten we do verklaring van Ri
chard Wenslade als onwaar beschouwen.
En als we dat doen, dan vrees ik, dat we
daar maar één ding uit kunnen afleiden,
dat hij niet op de trap was, maar in de
studeerkamer en zelf dat schot gelost
heeft
Als we de theorie construeeren dat
de jonge Wenslade schuldig is, ging de
commissaris Wilbraham na een pauze ver
der, dan is het eerste was we moeten
doen, een motief voor zijn daad te zoe
ken. Weet jij bijzonderheden over de ver
standhouding tusschen vader en zoon,
Pearman?
Ik heb nooit gehoord, meneer, dat ze
op erg goeden voet met elkaar stonden.
Ik denk dat er ruzies waren over zijn uit
spattingen in Oxford.
Wel. informeer eens in die richting en
ik zal den coroner een wenk geven, den
jongen er zelf naar te vragen, zei de com
missaris. Tusschen twee haakjes, we mo
gen in dit verband het verlies van den
ring en dien vermoedelijken zelfmoord
van dit meisje niet uit het oog verliezen.
Het is niet buitengesloten, dat de verdwij
ning van miss Vatighan iets met de zaak
te maken heeft, al zie ik op het oogenblik
het verband nog niet
Scott schoof zijn stoel actheruit e* keek
Pearmaan verontwaardigd aan.
Dit is de eerste keer dat ik iets hoor
over een verloren ring en een zelfmoord,
ofschoon ik al sinds gisteren in Wroxford
ben, zei hij op verwijtenden toon. Op
die manier ben ik niet behoorlijk inge
licht. Ik moet van allo feiten op de hoogte
gesteld worden, anders ga ik met den ypi-
genden trein naar Londen terug.
Dat had je hem behooren te vertellen,
Pearman, meende de commissaris. Do in-
spoctcur lichtte den Londensche ambte
naar in hoe de predikant den dag voor
zijn dood naar Wroxford was gekomen en
aangifte had gedaan van het verlies van
een kostbaren diamanten ring van zijn
vrouw, terwijl hij het vermoeden had uit
gesproken dat miss Vaughan, de gouver
nante van zijn dochter hem had wegge
nomen en dat, als bij haar er naar zou
worden gezocht, het sierraad wol voor
den dag zou komen. Hoewel dominee
Wenslade zijn verdenking zeer duidelijk te
kennen had gegeven, had hij toch gewei
gerd een forineele aanklacht in te die
nen. Op zulke vage medeeelingon was er
geen haast gemaakt met het doen van
stappen ten opzichte van het meisje. Den
volgenden morgen werd de hoed vati Miss
Vaughan gevonden op den rand van de
klip, dicht bij de kaap en daar ze na dien
tijd niet meer gezien was, werd zelfmoord
aangenomen. DienzelMen avond schreef
de predikart, dat hij op de uitgesproken
beschuldiging terug kwam omdat het meis
je nu toch dood was en dat hij de zaak
wilde laten rusten ter wille van haar va
der.
Deze brief kwam eenige uren voor ik
naar Beacon Audley werd geroepen, om
dat de dominee vermoord was, zei Pear
man. Ik was blij met den brief, want
die bewees mij, dat de vermoorde oen fij
nen, gevocligen geest had.
De detective schoot in oen spoltcndo
lach, dio deed donken aan het huilen vin
con wolf. Is don ring gevonden? vroeg hij.
Daar hebben wo niets meer van ge
hoord, antwoordde do commissaris voor
den van zijn stuk gcbrachton Penrn an.
Wij hadden na den brief van Mr, Wensla
de officieel niets moor met do historie van
den ring te maken. Vindt u dat incidentje
van belang, Scott?
De zwijgzame Londcnaar stond op en
riep enthousiast:
Van belang? Wel, het kan ons schit
terend op een spoor brengen en er kun
nen verschillende motieven in zitten. Het
motief van cherchcz la femme, bijvoor
beeld. De oude Wenslade verdenkt het
meisjo van diefstal van den ring. De jon
ge Wenslade is verliefd op haar en nadat
ze zich van het leven heeft beroofd, ver
wijt hij zijn vader haar dood. De oude
Wenslade is geschrokken en trekt de aan
klacht in, maar daardoor is do jonge, man
niet voldaan. Hij grijpt naar dat pistool
en neemt wraak. Hoe denkt u over deze
theorie
Wel, er is nog een andere theorie.
Wat zou u er van zeggen als het meisjo
eens net doet alsof ze dood is en zich ver
borgen heeft en zelf don dominee heeft
w>r-ehoten? 't Zal voor haar niet moei
lijk gowoo i zijn, zich in de pastorie te ver
bergen. Als er iets tusschen haar en den
jongen Wenslade bestond zal hij haar niet
verraden, al heeft hij haar uit de studeer
kamer zien komen, toen hij op de trap
stond. Zij kunnen ook in overleg met el
kaar gehandeld hebben.
(Wordt vervolgd).