ELMAS °EP0PULA,RE lct STELLA SI&ARET De begrooting voor 1932 van de gemeente Leiden. VRIJDAG 27 NOVEMBER 1931 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 1' Het Sectie-verslag met de Memorie van Antwoord. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. III. BEDRIJVEN EN DIENSTEN. Werk in eigen beheer. Een lid dringt aan op het zooveel moge lijk uitvoeren van werken in eigen beneer en om die uitvoering zooveel mogelijk to bespoedigen, met name op het eveuals het vorige jaar doen uitvoeren van schilder werk in eigen beheer, waarmede oen gun stige ervaring is opgedaan; het werk is, in tegenstelling met het door particuliere achilder&patroons uitgevoerde werk, be hoorlijk en goed uitgevoerd. Dit lid zou gaarne het oordeel van B. en W. vernemen over het overbrengen van den dienst der Stadsontwikkeling van Ge- meentewerken naar Bouw- en W «mngtoe- zicht en laatstgenoemden dienst dan te noemen: „Dienst van StadsontA-ikkeling en Volkshuisvesting Aan dien dienst wa re dan behalve de behandeling van bouw vergunningen ook op te dragen het beheer van het grondbedrijt en de werkzaamheden verband houdende met de vaststelling van rooilijnen en van het uitbreidingsplan. Naar de meening van dit Ud zou aldus een meer economische wijze van werken wor den verkregen. B. en VV. antwoorden daarop, dat ook ditmaal daarvoor in aanmerking komende schilderwerken in eigen beheer zunen wor den verrioht, terwijl het, met het oog op de werkloosheid, welke voor het schilders- bedriji speciaal in den winter bestaat, in de bedoeling van B. en W. ligt in het al gemeen de schilderwerken, voor zooveel mogelijk, in den komenden winter te doen uitvoeren. De met het uitvoeren van schil derwerken in eigen beheer opgedane er varing is, wat de deugdelijkheid van het werk betreft, niet ongunstig te noemen, doch dat, zooals een lid opmerkt, het door particuliere patroons uitgevoerd schilder werk mmder behoorlijk en goed zou zijn verrioht, kan niet worden toegegeven. Naar de meening van.het college is er geen aanleiding, om de werkzaamheden be- trefiende de stadsontwikkeling over te brengen naar den dienst van het Bouw en Woningtoezicht; integendeel, eene doelma tige werkverdeelang brengt mede, dat die werkzaamheden bij den dienst van Gemeen tewerken blijven ondergebracht. Slechts indien de groei van de gemeen te van zoodanigen omvang werd, dat be hoefte zou kunnen worden gevoeld ten deze wijziging in de bestaande organisatie te brengen, zou overwogen kunnen worden een afzonderlijken dienst voor Stadsont wikkeling, los van Gemeentewerken, in het leven te roepen, zooals dat in groote ge meenten als Den Haag en Rotterdam thans het geval is. Meer toezicht en controle. Naar aanleiding van een desbetreffende vraag, zegt het college, dat het de wen- schelijkheid van een meer intensief en des kundig toezicht op d- besteding van de op de begrooting toegestane gelden voor open bare werken gevoelt. Dezer dagen zal den raad dan ook een voorstel bereiken, om op den Dienst van Gemeentewerken een oontrole in te stel len door een accountant, die niet enkel cij fers verifieert, maar bovenal met ruimen blik en veelzijdige ervaring de gestie van den dienst, zijne organisatie, en alles wat verder de bedrijfsvoering betreft, beziet. In aansluiting hierop kan voorts worden meegedeeld, dat de instelling van een be- zuinigingsdienst, die algemeen werkzaam zal zijn en dus ook bij andere diensten en Ledrijven, dan Gemeentewerken, een nauw lettend toezicht houdt, de volle aandacht heeft van B. en W. De Reinigingsdienst In antwoord op een vraag naar de oor zaak van de stijging der uitgaven van den Reinigingsdienst brengen B. en W. het vol gende onder de aandacht: Over 1931 werd een nadeelig saldo uit getrokken van 221.049.en voor 1932 van 238.109.gevende een verschil van 17.060.Van deze stijging komt een be drag van 3497.voor rekening van den vuilafvoer naar Nieuwkoop. Weliswaar wordt thans ter zake een bedrag van 37.334.52 geraamd, tegenover 28.973.88 in 1931, of 8.360.64 meer, doch aan den an deren kant komt, in verband met dezen vuilafvoer, als pachtsom van het bagger- werk c.a. 4.864.minder op de begroo ting voor, zoodat ten slotte, in vergelijking met 931, de meerdere uitgave slechts 3.360.64—4.864.— rond 3.497.— be draagt. De uitgaven over 1930 bedroegen 28.099.25. Uit het enkele feit, dat het nadeelig sal- do van den Reinigingsdienst hooger is ge raamd, mag men niet concludeeren, dat het vervoer van het vuilnis naar Nieuwkoop, in strijd met de daaromtrent gekoesterde verwachtingen, duurder is, dan het verbran den van het vuil. In de eerste plaats heeft, zooals bleek, het overgroote deel van de stijging geen betrekking op den vuilafvoer naar Nieuwkoop. In de tweede plaats brengen B. en W. in herinnering, dat de voormalige gemeente lijke vuilverbranding over 1927 een nadoe- lig saldo opleverde van plun. 44.200.Dit. nadeelig saldo sou echter in de toekomst nog aan merkelijk hooger zijn geworden, doordat bij instandhouding van de vuilver branding in de jaren 19291931 geleidelijk verschillende voorzieningen hadden moeten worden getroffen, welke een kapitaal zou den hebben vereischt van 89.300.Het boven becijferde jaarlijksch nadeelig saldo van 44.200.was dan van 1931 at geste gen tot 52.000. Hieruit blijkt dus, dat het nieuwe sys teem aanzienlijk goedkooper is. De raming voor 1932 ad 37.334.52, welk bedrag fei telijk nog met 4.864.moet worden ver minderd, is immers nog belangrijk lager, dan de werkelijke kosten van de vuilver branding in 1927. Integendeel kan zonder eenig voorbe houd worden verklaard, dat vuilverbran ding duurder is, dan de thans gevolgde methode van vuilverwijdering; vandaar ook de stopzetting van de versohillende vuil- verbrandingsovens in meerdere plaatsen van ons land, alsook in het buitenland. Als factoren voor de toeneming van het nadeelig saldo van den Reinigingsdienst in zijn geheel kan verder nog worden gewezen op het algemeen voorkomend verschijnsel, dat het quantum af te halen huisvuil b.v. door vermeerdering van de straatopper vlakte, elk jaar grooter wordt, terwijl voorts 't schoonhouden van slooten in ver band met de eischen van de Brandweer tegenwoordig een belangrijk hooger bedrag vordert. IV. GEMEENTEPERSONEEL. De salarisregeling. Naar aanleiding van een vraag of van B. en W. een voorstel is te verwachten tot het doen vervallen van artikel 11 der al- gemeene salaris verordening antwoordt het ooilege, dat zoodra het rapport van de sa- lanscommissie ad hoc is verschenen, bet den tijd gekomen acht te overwegen, of art. 11 van de algemeene salaris verordening al dan niet moet worden behouden. De salariscoinmissie is, nagenoeg met haar arbeid gereed; met het redigeeren van het rapport en met de uiteindelijke vaststelling daarvan door de commissie zal echter nog wel eenige tijd zijn gemoeid. Maken van overuren. Met betrekking tot het maken en uitbe talen van overuren zeggen B. en W. het volgende Het maken van overuren houdt voor een groot deel verband met bijzondere werk zaamheden, welke eigenlijk niet tot de ge wone werkzaamheden van de werklieaen behooren, zooals b.v. brandwachtdiensien in de (Stadsgehoorzaal. Doch ook bij de gewone werkzaamheden zijn overuren niet altijd te vermijden, b.v. het afdekken op Zon- en feestdagen van planten op de stadskweekerij. De straatmakers werken in den regel in zgn. tariefloon. Aan deze categorie van ge in ^ente werklieden worden weinig overuren vergoed. Nagenoeg uitsluitend voor strooi diensten bij plotseling invallende vorst, bij assistentie bij verkiezingen en op markten, genieten zij extra-vergoeding. Bij werkzaamheden aan noleeringen e.d. komt het nog al eens voor, dat door eeni ge n tijd langer te werken, om het werk af te maken, bij drooghouden of anderszins, bereikt wordt, dat den volgenden dag aiet extra-werk moet worden verricht, waarme de dan veel meer tijd gemoeid zou zijn, en wat dus oneconomisch zou zijn. Voorts «tie nen in den grond te verrichten werkzaamne- den, bijv. aan riolen en beerputten, met het oog op de verkeersbelangen, veelal bui ten den normalen werktijd te gesohieden, speciaal in nauwe en drukke straten. Het te werk stellen van meer personeel zou daaraan niets kunnen veranderen, waarbij zij opgemerkt, dat het aantal werklieden, dat bij een zeker werk te werk wordt gesteld, niet onbepaald kan worden uitgebreid; de aard van het werk en de wijze, waarop het moet worden verricht, zijn daarop van beslissenden invloed. In een enkel geval worden bij Gemeente werken gemaakte overuren vergoed in den vorm van vrijaf geven op uren, vallende binnen den normalen arbeidstijd. Den Directeur der Gemeentewerken zul len B. en W. verzoeken na te gaan, in hoe verre aan dat systeem, in navolging van de usance bij de Lichtfabrieken en het Open baar Slachthuis, voor zijn dienst uitbrei ding ie te geven. Intusschen dient er door het opzicht hebbend personeel op te worden toegezien, dat de overuren tot het volstrekt onvermij delijke worden beperkt. Het personeel is opnieuw verzocht dat toezicht zoo scherp mogelijk te doen zijn, aangezien ook het College van B. en W. doordrongen is van de noodzakelijkheid, om aan het maken van overuren, behalve in bijzondere gevallen, een einde te maken. V. VERKEER. Het auto-verkeer. Een lid bespreekt in het bijzonder het autoverkeer, dat z.i. wel zeer slecht is. Men rijdt maar zooals men wil en veel te hard en stoort zich absoluut niet aan de ge stelde regels. Toch gebeuren er weinig on gelukken, maar dat ia dan ook alleen te wijten aan de voorzichtigheid van de voet gangers, die zoo noodig de vlucht nemen. Zelfs op bruggen tracht men elkander voorbij te rijden. In verband hiermede wordt aangedron gen op het inrichten van parkeerterreinen voor automobielen. Hierop antwoorden B. en W„ dat de bouw van onze gemeont^ er zich Allerminst toe leent, om een vlot en geregeld autover keer in de hand te werken. Op de wijze van rijden wordt zooveel mogelijk gelet, doch om steeds te voorkomen dat de gestelde voorschriften worden overtreden, zou meer toezicht moeten worden uitgeoefend. En dat is met de huidige sterkte van het poli tiecorps niet doenlijk. Het aantal opge maakte processen-verbaal ter zake van ver keersovertredingen toont aan, dat de po litie doet, wat in haar vermogen ligt, ook met betrekking tot het overschrijden van de maximum-snelheid. In de afgeloopen maanden zijn ten aan zien van deze laatste overtreding verschei dene processen-verbaal opgemaakt. Het voorbijrijden op bruggen levert als zoodanig geen overtreding op, wel natuur lijk indien het geschiedt op eene dusdanige wijze, dat daardoor de vrijheid en veilig heid van het verkeer in gevaar wordt ge bracht. Wordt zulks door d© politie gecon stateerd, dan wordt proces-verbaal opge maakt. Inmiddels wordt overwogen, of en in hoeverre het voorbijrijden in te nauwe straten of op bruggen moet worden verhin derd. Het inrichten van parkeerterreinen dient gepaard te gaan met het instellen van een parkeer-verbod ten aanzien van enkele we gen; anders zou het aanwijzen van parkeer terreinen al heel weinig nut opleveren. Tot het invoeren van parkeerverboden zal men in Leiden echter slechts in de alleruiterste noodzaak mogen overgaan, teneinde te voorkomen, dat groote belangen, oa. van den winkelstand, in het gedrang komen. Dit neemt intusschen niet weg, dat net inrichten van parkeerterreinen de aan dacht heeft. In de binnenstad treft men nagenoeg geen ge-chikte ruimten aan, die voor parkeerplaats in aanmerking zouden kunnen worden gebracht, althans niet juist daar, waar er behoefte aan bestaat. De Papegracht en de Boommarkt lijken niet ongeschikt; de Moreohweg nabij het Militaire Hospitaal en de Hooglandsche Kerkgracht zijn echter te ver verwijderd van de wegen, waarvoor een eventueel parkeer verbod zou moeten worden ingevoerd uf vanaf die wegen moeilijk te bereiken. Het parkeervraagstuk zal binnenkort een onderwerp van bespreking uitmaken in de ingestelde commissie van advies in zake de herziening van de rijverordening. VI. VOLKSHUISVESTING. Gevraagd werd, of het niet mogelijk zou zijn toezicht op «ie Woningbouwvcrecnigin- gen uit te oefenen, in dezen zin, dat zooveel mogelijk gezorgd wordt, dat niet beter ge situeerden wonen in goedkoope woningen, waardoor de minder gesitueerden zoodani ge woningen niet voldoende kunnen krij gen. i Een lid dringt er-op*tan, dat de gemeen- tewoningen, waarvan het beheer thans aan de Woningstichting is opgedragen, onder het rechtstreeksch beheer van de gemeente gebracht worden. Voorts geeft dit lid in overweging over te gaan tot stichting van een wouingbeurs, welke op het gebied van de woningstatis- tiek goede diensten zou kunnen bewijzen. In antwoord daarop, zeggen B. en NV., dat ook het College overtuigd is van het groote belang, dat de woningwetwoningen worden bewoond door hen, voor wie zij al lereerst zgn bestemd, door de arbeiders gezinnen derhalve. De gemeente bevordert dan ook in voorkomende gevallen, b.v. wan neer het woningen beireit, gebouwd voor ontruiming van krotten of voor groote ge zinnen, de toewijzing in deze richting, doch een volledig toezicht in deze door de ge meente te doen uitoefenen zou bezwaarlijk gaan, aangezien de toewijzing voorname lijk afhangt van de exploiieereude vereeni- ging en ook overigens deze kwestie in de practijk lang niet eenvoudig is. Vertrouwd moet kunnen worden, dat de bouwvereni gingen, gezien haar inrichting en doel, ook zelf het belang van een goede distributie van de woningen inzien en daarnaar han delen. Intussciien kan hieraan worden toe gevoegd, dat over het algemeen de wo ningwetwoningen worden bewoond door daarvoor in aanmerking komende arbei dersgezinnen. Het College acht vooralsnog geen aanlei ding aanwezig, om in de bestaande wijze van exploitatie van de gemeente woningen verandering te brengen. Een woningbeurs aohten B. en W. even min noodzakelijk. VII. WERKL00SHEIDSZ0RG. Steunregelingen. De stijging van do werkloosheid waarop in de sectiën werd gewezen, baart groote zorg, temeer waar te verwachten is, dat het cijfer van de ingeschreven werkloozen bij de arbeidsbeurs zgn hoogtepunt nog niet heeft bereikt. Ten opzichte van de maatregelen, die in verband met den langen duur van de werk loosheid behooren te worden getroffen, zij het volgende opgemerkt: Het verstrekken van extra-uitkeeringen zooais te 's-Gravenhage geschiedt be hoort in een steunregeling voor werkloo zen niet thuis; een dergelijke maatregel zal eventueel moeten uitgaan van het ook te dezer stede op te rienten Crisisoomité. Een voorstel, om de steunnorm van 13.50 tot 15.— per week te verhoogen, is niet van het College te verwachten. Af gezien van de vraag, of zulks in het be lang van de gemeente en de werkloozen zelf zou zijn, bangt deze kwestie in zeer hooge mate samen met het aanvragen en aanvaarden van de Rijksbijdragen in den werkloozensteun, tengevolge waarvan eene verlaging van de norm noodig zal zijn. Hetzelfde geldt ten opzichte van den steun aan bona-fide werkloozen na 20 of 15 weken en de overige vraagstukken, die zich bij de werkloozenondersteuning voor doen. De raad zal in de gelegenheid worden gesteld om zich tijdig over het aanvaar den van de Rijkssubsidie met al de daar aan verbonden gevolgen uit te spreken. Een betere regeling voor transportarbei ders waarop was aangedrongen be hoeft niet getroffen to worden, aangezien deze onder dezelfde bopalingen gesteurd worden als de overige oat.>gorieën dor werkloozen. Bedoeld zullen worden de losse transportarbeiders, die ten hoogste 42 da gen steunuitkeering kunnen genieten on wel 18 dagen in het eerste en 24 in hot tweede halfjaar. Hun aantal is zeer gering. Zij bobben vaste kantoren en kunnen vrij geregeld eenige dagen per weok werken. Zoo is steeds hun bestaan geweest en zal het blijven. Wanneer door hen in drie da gen minder dan 21.wordt verdiend, ont vangen zij voor de overige drie dagen nog 3 X 2.25 kas uit keering. Hun totaal week- inkomen kan dus niet slecht genoemd wor den. Het geeft ook te denken, dat de over groote meerderheid van de losse transpjrt- arbeiders niet georganiseerd is. Zij voelen daaraan de behoefte niet, wijl zij voldoen de in hun onderhoud kunnen voorzien. Dit jaar was de positie van de losse transport arbeiders, dus van menschen, die steeds ongeregeld werken en ongeregelde inkom sten hebben, zóó, dat zij, na 76 dagon kas- uitkeering genoten te hebben, nog 42 da gen steun konden genieten; een werkelijk niet ongunstige positie. Wat de landarbeiders betreft zij opge merkt, dat het niet aaiigaat deze in nor male tijden gedurende lente, zomer en herfst te steunen. De beperkende bepa ling in hun steunregeling is analoog aan de beperkende bepaling van hun werkloo zen kassen. Mocht door de crisis steun noodzakelijk zijn, dan wordt deze in afwijking van art. 33 sub A. van het reglement verleend, ge lijk ook dit jaar is geschied. De landarbei ders werden 24 Augustus j.l. reeds in den steun opgenomen. Maatschappelijk Hulpbetoon. Op heffing van de Gemeentelijke Com missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon, het vroegere Burgerlijk Armbestuur, waar op door een lid was aangedrongen, zou naar de meening van B. en W. in strijd rijn I mot do historische ontwikkeling van dit in stituut. Het Dagelijksch Bestuur van een gemeente als Leiden is te zeer met werk zaamheden overladen, om <le talrijke ver- zoeken om ondersteuning zelf te onderzoe- ken en daarop te beslissen. Het denkbeeld, om tot opheffing van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschap pelijk Hulpbetoon te geraken en dus ook niet langer te profiteeren van de uitnemen de kwaliteiten van hare leden op het ge bied in kwestie, moeten wij dan ook ten sterkste bestrijden. Werkverruiming en werk verschaffing. Op het gebied van werkverruiming en werkverschaffing geschiedt naar de mee ning van het Collego in deze gemeente wat geschieden moet. Meerdere malen hebben B. en W. dit zoowel mondeling als schrif telijk betoogd en met bewijzen gestaafd. Zij betreuren het dan ook ten zeerste, dat een fractie uit den Raad dit blijkbaar nog steeds niet kan inzien en telkens weder aankomt met de klacht, dat belangrijke warken niet in voldoende mate en niet in snel genoeg tempo aan de orde worden gesteld. De afgraving van de voormalige begraaf plaats aan de Marepoort is in vollen gang. Bij dit werk worden de looncn uitbetaald volgens het collectief contract ingevolge besluit van Commissarissen der Liohtfa- brieken. Onmiddellijk nadat op 24 Augustus j.L door den Raad tot gedeeltelijke demping ca. van de Middelstegracht werd besloten, is het gereedmaken van de bestekken voor do betreffende werken ter hand genomen; de daadwerkelijke aanvang van die wer ken kan dan ook binnen enkele dagen worden tegemoet gezien; de aanbesteding heeft reed» plaats gehad. I De vraag, of de Uiterstogracht ovor- kluisd moet worden, dan wol gedempt, het geen oa. verband houdt met bet oentraie riolecringsstelsel, is in nadere overweging; zooals in de Raadsvergadering van 24 Augustus j.L in uitzicht is gesteld, ver wachten B. en W. binnenkort met een voor stel terzake bij den Raad te komen. Het in het vorig jaar door den Directeur der Gemeentewerken bij het College inge diend voorontwerp voor een nieuwe vee markt ca., waarmede de Raad op de hoog te is gesteld, is, in verband met terzake kenbaar gemaakte opmerkingen en wen- schen en gehouden naier overleg, oa. met het Veeartsenijkundig Staatstoezicht, in middels eenigszins omgewerkt. Het omge werkte plan heeft B. en W. dezer dagen bereikt. Inzake het ontwerp-uitbreidingsplan merken B. en W. op, dat nadat zij in den loop van het vorig jaar den Raad ook met dit plan op de hoogte hebben gesteld, het eveneens in verband met kenbaar gemaak te wenschen en opmerkingen eene omwer king heeft ondergaan, en dit omgewerkte plan zich thans bevindt bij de provinciale adviescommissie inzako uitbreidingsplan nen, wier advies dient te worden afge wacht. Omtrent het door den Directeur der Gemeentewerken ingediend plan inzake demping van het Levendaal, ontvingen B. en W. dezer dagen het advios van de Com missie van Fabrioage; zij stellen zich thans voor, nadat de onderhandelingen met de Noord -Zuid- Hollandsche- Tramweg- Maat schappij in zake do omlegging van de tram hebben plaats gehad, een voorstel dien aangaande bij den Raad aanhangig te ma ken. De bestekken kunnen uit den aar«i der zaak eerst worden vastgesteld, nadat do Raad eene beslissing heeft genomen. De voorbereiding van een praeadviea in zake den aanleg van sport- en speelter reinen nabij den Leidschen Hout is nage noeg gereed. Of het in de tegenwoordige tijdsomstandigheden uit financieel oogpunt mogelijk en verantwoord is, tot den aanleg te besluiten, maakt nog een punt van over weging uit. Het bouwrijp maken van terreinen, me de bezien uit oen oogpunt van werkverrui ming, heeft de ernstige aandacht, getuig* de verschillende voorstellen inzake straat- aanleg, welke in den laatsten tijd den Raad achtereenvolgens hebben bereikt. Binnenkort zijn nog voorstellen te ver wachten tot straataanleg tussohen den Rijnsburgcrweg en den Maredijk en tot doortrekking van den Waeseaaarsohen weg. Naar de mate, waarin daaraan behoefte blijkt te bestaan, wordt extra personeel bij den dienst van Gemeentewerken in dienst genomen. Een voorstel tot het verleenen van sub sidie voor onderhoud van particuliere wo ningen is van het College niet te verwach ten; het desbetreffend besluit van den Ge meenteraad van Amsterdam is bij Konink lijk besluit van 30 October j.L S. 426 ge schorst. Ontspanning voor werkloozen. Door hot meerdere malen gratis beschik baar stellen van de Stadsgehoorzaal is hot houden vun ontspanningsavonden voor werkloozen reeds bevorderd. Verder moet do gemeente in deze volgons de meening van B. on W. niet gAan. Na de lijdensgeschiedenis met hot ont- spanniugslokaal „Gravenstein", waarvan door betrekkelijk weinig werkloozen ge bruik werd gemaakt, kan niet van het Col lege verwacht worden, dat wederom ont- npanningalokaleu zullen worden opgerioht» Hot ligt ook meer op den weg van do vak- oentrales, dio bijna alle over eigen loka len beschikken, de ontspanning van de werkloozen zelf ter hand te nemen. Ontwikkeling jeugdige arbeiders. In Leiden bestaan voor opleiding en al gemeene ontwikkeling van jeugdige arbei ders tal van gelegenheden. Er behoeft slechts gewezen te worden op de avond cursussen op de Ambachtaschool, op de sohool van het genootschap „Mathesisop het Leidsche Volkshuis, op de avondteekeo- school en de ontwikkelingscursussen van don R. K. Volksbond, enz. Ook i« het be kend, dat het Instituut voor Arbeidersont wikkeling meermalen trachtte de arbeiders te aniinceren voor cursussen in algemeene ontwikkeling. Deze cursussen moesten ech ter wegens gebrek aan belangstelling wor den opgeheven. Onder deze omstandigheden is er voor het College geen aanleiding soortgelijke cursussen rechtstreeks van gemeentewege te doen uitgaan. Wel zijn bij het College plannen in over weging zulks in overeenstemming mot een door den Minister van Binnenlaiidsche Zaken en Lan«!bouw in zijne circulaire van 10 Maart j.L geuiten wensoh om in de zen tijd van crisis-werkloosheid jeugdige werkloozen in de gelegenheid te stellen zich in het vak, dat zij gekozen hebben, venier te bekwamen, waardoor voorkomen wordt, dat door hen op straat troost wordt gezocht met al de gevolgen daaraan verbonden. Deze plannen zouden tot uitvoering kunnen worden gebracht door het instel len van cursusoen aan het Leidsche Volks huis van welke inrichting het bestuur zich tot een en ander reeds bereid heeft verklaard en voor jeugdige mannelijke werkloozen kunnen bestaan in praktijk voor timmerlieden, meubelmakers, metaal bewerkers, schilders en ongeschoolden, als mede in eenvoudige ontwikkeling (Neder- landsche taal, rekenen, teekenen, teeke- ning-lezcn, gymnastiek) en voor jeugdige vrouwelijke werkloozen in naai- en ver stellessen, kooklessen en eveneens eenvou dige ontwikkeling. Zoodra zekerheid zal zijn verkregen, dat in de kosten van deze cursussen van Rijks wege een voldoende subsidie in uitzicht wordt gesteld, zullen B. en W. een voor stel, om de vereischte gelden voor hst in het leven roepen van deze cursussen be schikbaar te stellen, bij den Raad aanhan gig maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13