23ste Jaargapg MAANDAG 23 NOVEMBER 1931 No. 7060 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE INSTALLATIE VAN HET CRISIS-COMITÉ. S)e £cidóeJveGou/fccmt OE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij rooruitbetaEng Voor Leiden 19 cent pea week f 2A0 pei kwartaal Bij onze Agenten 20 oent per week 2.60 per kwartaal Franco per poet V 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is toot de Abonné't ver krijgbaar tegen betaling van 50 oent per kwartaal bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met Geïllustreerd Zondagsblad I oent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935. REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt bet dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit drie bladen Een Nederlandsche Biddag DE AARTSBISSCHOP EN DE BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND. Aan de hun toevertrouwde Geestelijkheid en Geloovigen, Zaligheid in den Heer. De economische crisis, welke zich over geheel de wereld heeft uitgestrekt, drukt reeds geruimen tijd met haar ontwrichting van het zakenleven en gebrek, als een zware beproeving op de menscheid, ter wijl niemand met zekerheid zeggen kan, wanneer en hoe het einde zal komen. In dezen algemeenen nood is het voor den geloovige een groote troost te weten, dat het lot der menschheid ligt in de handen van den Algocden Hemelvader, die zijn al macht vooral openbaart door barmhartig- te zijn en te sparen. Met allen aandrang vermanen Wij U daarom, B. G., om door een nederig, be rouwvol, volhardend en vertrouwvol ge bed uw toevlucht te nemen tot den troon van Gods barmhartigheid, opdat God, Die door de zonde beleedigd en door de boet vaardigheid verzoend wordt, genadig zijne oogen sla op de gebeden van Zijn smeekend volk en de geeselen Zijner gramschap afwende, die wij voor onze zon den verdienen en het Hem moge behagen uitkomst te verleenen in de maatschappe lijke nooden, welke de wereld hebben ge troffen. Wijl echter het gezamenlijk en openbaar gebed zooveel te krachtiger is en zooveel te meer bij God vermag, schrijven Wij bij deze voor, dat op Zondag 29 November a.s. onder het Lof het Rozenhoedje zal worden gebeden met de Litanie van het H. Hart van Jezus en de akte van eerherstel tot het H. Hart van Jezus, om Gods barm hartigheid over de wereld af to smeeken. Wij roepen U tot deelname aan deze gebeden op en sporen U tevens aan de H. Mis van verplichting tot dezelfde intentie bij te wonen. Op dienzelfden dag zullen ook de ge loovigen van alle christelijke kerken in ons vaderland tot datzelfde doel met ons in het gebed vereenigd zijn. En zal dit Ons schrijven op Zondag 22 Nov. a.s. in alle tot Onze Kerkprovincie behoorende kerken, alsmede in de kapel len, waarover een rector is aangesteld, on der alle vastgestelde diensten van den predikstoel worden voorgelezen. Gegeven te Utrecht, den 12en Nov. 1931. t J. H. G. JANSEN, Aartsbisschop van Utrecht, t L. J. A. H. SCHRIJNEN, Bisschop van R-oermond. t P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda, t A. F. DIEPEN, Bisschop van 's-Hertogenbosoh. t J. D. J. AENGENENT, Bisschop van Haarlem. Een oproep tot gebed. Bovenstaand schrijven van de gezamen lijke Bisschoppen is gisteren in onze ker ken voorgelezen. Een oproep voor een vertrouwvol gebed in dezen moeilijken tijd! Een vermaning, om, ondanks alles, opti mistisch te zijn in christelijke n zin. Moge 't door ons allen worden verstaan en begrepen. In de „Introïtus" van de H. Mis op den laatsten Zondag na Pinksteren werd gis teren gebeden: „Dit zegt de Heer: Ik koester gedachten van vrede en niet van onheil; gij zult mij aanroepen en Ik zal u verhooren". De Mis-gebeden de gewone en de veranderlijke g^leelten zijn rijk aan gedachten, welke kostbaar voedsel vormen voor den geest. En in het bovenstaande gebed ligt een kernachtige aansporing, om aan het ver langen van onze Bisschoppen te voldoen: God wil geen onheil, en, als de menschen Hem aanroepen, dan zal Hij hun verhoo ring schenken! Als wij allen, die in God gelooven, 'nsi zouden bidden!.... V De taak van het nationaal crisis-comité. Met warme belangstelling zullen onze lezers kennis nemen van de installatie van het Nationaal Crisis-Comité. In de daarbij gehouden redevoeringen worden meerdere belangwekkende gedach ten ontwikkeld; en wij verwijzen gaarne daarvoor naar het uitvoerig verslag. Op één ge-dachte, uitgesproken door Prinses Juliana en op andere wijze her haald door den voorzitter Jhr. S. van Cit ters, willen wij hier even de nog meer bij zondere aandacht richten. H. K. H. Prinses Juliana zeidc: „Wanneer het Comité zich geroepen zal voelen tot het verleenen van steun in na- tura, za-1 het met het afnemen dior pro ductie, naar de mate van zijn koopkracht, een brug te meer trachten te slaan van de overproductie naar de onderconsumptie en zal pogen daarvoor het punt uit tc zoe ken, dat voor beide oevers het meest deugdelijk is. Het ligt in zijn karakter, zich daarbij te bepalen tot het kiezen van producten van eigen bcdem en nijverheid en op die wijze mede te werken tot het veroorzaken' van normalen arbeid binnen nationaal verband." Dat. is 'n mooie taak! Er kin veel wor den geproduceerd, en er wordt ook feite lijk veel geproduceerd, waaraan honderden en duizenden gebrek hebben, en tóch wordt het niet geconsumeerd. Men denke aan de massa's groenten op mestvaalten. Als die productie behoorlijk loonend wordt ge maakt en het geproduceerde dan op pas sende wijze wordt gedistribueerd onder hen, die er behoefte aan hebben, dan wordt daarmede aan twee kanten een nuttig effect bereikt! Wij wenschen het Nationaal Crises-Co- mité zegen op zijn zoo dringend-noodigen arbeid. Niet in flagranten strijd met de moraliteit. Op eenige hem door het soc-democr. Ka- memerlid v. d. Heide gestelde vragen be treffende voorvallen, welke zich zouden nebben voorgedaan bij de ontgroening der eerstejaarscadetten te Breda, heeft de Mi nister van Defensie geantwoord (zie „Bin nenland"). Er is geen enkele klacht naar voren ge bracht zoo lezen we „nopens voor vallen, die in flagranten strijd zouden zijn met de moraliteit". Wij vragen ons afwat in flagran ten strijd moet worden geacht met de moraliteit, en wat „slechts" daarmede in strijd moet heeten (zonder „flagrant"!) Zijn er misschien wel dingen gebeurd, die in strijd zijn met de moraliteit, zonder dat ze daarmede in „flagranten" strijd kwamen? En als we verder lezen, dat het corps cadetten in zijn geheel (wij spatieeren) genomen wars is van ruwe en zedonkwet- sende handelingen, dan is er weer ruim te voor de vraag, of er niet verscheidene individuen onder ziju, die van zulk 'n wars heid géén blijk geven. Ook na het antwoord van den minister zal niet de overtuiging zijn gesohonken, dat er aan de Kon. Mil. Academie geen onbehoorlijke voorvallen hebben plaats gehad. En 't spijt ons nu, dat Minister Deckers deze gelegenheid niet heeft aangegrepen, om nu 'ns openbaar een frisch oordeel uit te spreken over het z. g. ontgroenen, dat, op z'n zachtst gezegd, in zijn (blijkbaar ook te Breda) vigeerenden vorm een ver ouderde dwaasheid is en aanleiding geeft tot lalerlei immoreelo uitspattingen. Rede van H. K. H. Prinses Juliana. Vanmiddag om 2 uur heeft in de Trèves- zaal te 's Gravenhage de installatie plaats gehad van het Nationaal Crisis-Comité. Bijna alle leden wier namen wij reeds hebben vermeld waren tegenwoordig. Het eerst werd het woord gevoerd door de eere-voorzitstcr H. K. H. Prinses Ju liana. REDE PRINSES JULIANA. Dames en Heeren, Het is mij een groot Voorrecht, op dit oogenblik een woord te mogen spreken bij den aanvang van het werk van het Natio naal Crisis-Comité u hartelijk welkom te heeten en tevens door middel van de radio in ruimen kring de hoofdzaak van ons werk mede te deelen. Het nemen van het initiatief tot de uit voering van dit nationaal opgezette plan liet mijn Moeder over aan nnj: ik stel het ten zeerste op prijs, Haar in dezen drukken tijd ter zijde te mogen staan, door dit op mij te nemen. Een blijk van daarom niet minder groote belangstelling gaf mijn Moe der onder meer door zich als Bescherm vrouwe aan dit Comité te verbinden. Ik ben zeer verheugd, u allen hier te mogen begroeten en dank te zeggen, dat u in het Comité wel zitting hebt willen ne men. Door uw rijke ervaring en uw persoon lijkheid en voer het grootste aantal der leden door uw vertegenwoordigen van belangengroepen, met wier organisa ties wij samenwerking zoeken, is een Co- mit égevormd op breede basis, dat het ver trouwen zal wekken. Bijzondere ge voelen-.-'".in erkentelijkheid moge ik hierbij uitspreken jegens u, mijn heer van Citters, in wiens waardige han den het voorzitterschap berust. Het was een reden tot groote vreugde, toen u ver klaarde, dat u deze zware en verantwoor delijke taak op u wilde nemen. Reeds heeft u het Comité veilig door de moeilijke eer ste phase heengebracht die der oprich ting. De groote nood maakt zijn bestrijding tot een groote noodzaak. Ons doel is aldus omschreven: Het lenigen, zooveel mogelijk in samen werking met bestaande corporaties, van in- dividueelen nood, welke het gevolg is van crisis, ook in gevallen waarin die corpora ties niet of niet in voldoende mate kunnen voorzien. Wij doen daarmee een beroep op de bestaande corporaties: op hun welwil lende medewerking en op hun organisme. En wij bieden hun hulp aan voor hun ver zwaarde taak. „Ons streven is op de eerste plaats naar de individueele behoefte gericht". Ons streven is in de eerste plaats naar de individueele behoefte gericht, dus daar heen, waar de nood persoonlijk geleden wordt, of steun ontbeerd. Of wij nog op ruimer basis kunnen gaan werken, zal de ondervinding weldra uitwijzen, als blijkt welke middelen ons ten dienste staan. „Nuttige ontwikkeling en sym pathieke ontspanning". Wij beleven thans een periode van ma- terieelen zoowel als moreelen druk. Het comité zal, wat deze laatste betreft, zeker de gevaren niet uit het oog verliezen, die voortkomen uit het teveel aan vrijen tijd, dat huns ondanks voor velen bestaat. Het blijkt velen nu haast niet meer doenlijk, misschien in de eerste plaats den jongeren, hun tijd te besteden op een manier die hun ner waardig is. Wij zullen hieraan tegemoet moeten komen, door het brengen van nut tige ontwikkeling en sympathieke ontspan ning te steunen. Moge op haar beurt de toekomst daar de vruchten van plukken. Het Comité zal, lettend op dc versohei- denheid van den nood, en op de verschil lende vormen waarin hij in de deelen van het land voorkomt, met groote soepelheid moeten werken, en zal vrijheid moeten heb ben om, ondanks breede samenstelling, zich zoo noodig nieuwe leden toe te voegen. Evenwel in hoeverre het Comité zijn doel zal naderen of bercikon, is afhankelijk van de geldelijke middelen, die het daarvoor ontvangt van de landgenooten. „In ons land wordt altijd ruim gegeven, wanneer ergens ge leden wordt". Wij allen vqelen in tijd van nood of van vreugde saamhoorighcid en het zal ons per soonlijk ieder een voldoening zijn, door een daad ons medeleven te kunnen uiten in den nood van het oogenblik. Wij mogen door do algemeene ongunstige omstandig heden allicht geen groote gaven verwach ten. Maar wij rekenen uit-, hoe juist de kleine en kleinste giften, te zamen opge teld, een som zijn, die, geconcentreerd in de hand van dit Nationaal Comité, een machtig middel is, om op het groote ter rein van zijn arbeid met hulp gereed te staan. In ons land wordt altijd ruim gege ven, wanneer ergens geloden wordt. Nu zul len allen die zich nog iets ontzeggen kun nen het waarschijnlijk des te liever doen, waar zij het met eigen oogen in eigen om geving overal noodig zien, allicht naast de eigen deur. Mochten zij, die schroom ge voelen voor het ontvangen van hulp, ver staan, hoe de buitengewoon ernstige om standigheden het geven tot een buitenge woon groot genoegen maken. Een brug slaan tusschen bverproductie en onder-con sumptie. Wanneer het Comité zich geroepen zal voelen tot hot verleenen van steun in na- tura, zal het met het afnemen dier pro ducten, naar de mate van zijn koopkracht, een brug te meer trachten te slaan van do overproductie naar de onderconsumptie en zal pogen daarvoor het punt uit te zoeken, dat voor beide oevers het meest deugde lijk is. Het ligt in zijn karakter, zich daar bij te bepalen tot het kiezen van producten van eigen bodem en nijverheid en op die wijze mede te werken tot het veroorzaken van normalen arbeid binnen nationaal vor- band. Aan het Comité blijve de wijze van wer ken en werkverdeeLiug zelf te regelen. Ten slotte verklaar ik thans dit Comité geïnstalleerd, en eindig met hot uitspro ken van den wensoh, dat het Nederland sche volk het vertrouwen moge schenken en door daad en gezindheid zijn arbeid, die dezen middag zal worden aangevangen, steunen. REDE VAN DEN VOORZITTER Hierna hield de voorzitter van het Co mité Jhr. S. van Citters de navolgende rede: Koninklijke Hoogheid, Dames en Heeren. In de sombere bladzijden van de ge schiedenis der crisis, welke land en volk thans doorworstelen, zal de dag van he den een lichtpunt blijven, wijl daadwerke lijk tot uitvoering wordt gebracht het zoo schoone initiatief door Prinses Juliana ge nomen, om te komen tot verzachting van leed, tot leniging van nood aan diegenen, welke het hardst getroffen worden, door dat het noodigste dreigt te gaan ontbre ken om in onmisbare behoeften voor zich zelf en gezin te voorzien. Koninklijke Hoogheid, laat mij, terwijl ik U tevens oprecht dank voor Uwe vrien delijke woorden, tot mij gericht, van Uwe treffelijke daad dit moge zeggen: zij zal in breede kringen van ons volk in ruime mate voldoening hebben geschonken en in niet mindere mate blijdschap hebben gewekt, omdat het oen daad is, waaruit zoo schit terend blijkt, dat Ie Oranje-aanleg in U voortleeft, om in voor- en tegenspoed één to willen zijn met heel het volk. U te dan ken en U de verzekering te geven, dat wij allen hier tegenwoordig ons zullen inspan nen om, voor zooveel van ons afhangt, de taak, welke ons is opgelegd, te doen sla gen, is een voorrecht, welk mij als voorzit ter ten deel valt en waarvan het mij een eer is mij te kwijten. De samenstelling van het comité. Wie de lijst van leden, waaruit dit Co mité gevormd is nagaat, zal den aan dc samenstelling ten grondslag liggenden ge- dachtcngang niet onduidelijk zijn. Getracht is de leidende personen van corporaties en Vereenigingen saam te brengen, welke op agrarisch, commercieel en industrieel ge bied, vooral wat do kleinere bedrijven be treft, zoomede op dat van maatschappelijk hulpbetoon, georganiseerd optreden; daar bij is aan organisaties van werkgevers en werknemers gelijke aandacht geschonken. Hiermede is beoogd, voor het Comité, con tact te verkrijgen met die over het gc- hcele land werkende organisaties, om ook door hare voorlichting het meest juiste in zicht te krijgen in bestaande nooden en in do wijze waarop hulp en steun daarin op de beste wijze ware bij te brengen. De werkwijze. Uit de leden zal een Werk-comité moe ten worden gevormd, waaromtrent strak» VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De Fransche oud-minister Loucheur overleden. (Buitenland, 2do blad). Engelands protectionistische maatrege len. (Buitenland, 2de blad). Het conflict in Mandsjoerije duurt on verminderd voort. (Buitenl., 2de blad). BINNENLAND. De .installatie van het Crisis-Comité. (lsto blad). Een conferentie van den Minister van Arbeid met den Middenstand over do prij zen der eerste levensmiddelen, (lsto blad). Een rede over den oeconomischen toe stand door den voorzitter der R. K. Werk gevers. (3de blad). De bekende dirigent en musicus Evert Cornelis overleden, (lsto blad). Weer twee roofovervallen. (Gem. Ber., 3de blad en Laatste Berichten, lste blad). Dc plundering van den postzak te Al melo. (Gem. Ber„ 3do blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Een Europeesche recordverbotering van Zus Braun. Twee Ned. wandelrecords verbeterd. OMGEVING. Drie autobussen te Zegwaart verbrand. (2de blad). vooratollen zullen worden gedaan. Om deze kern blijven dan gegroepeerd een aantal leden uit verschillende deelen des landu, die door hun persoon en maatschappelijke positie, het vertrouwen der ingezetenen in hun streek bezitten; een vertrouwen het welk naar wij hopen, via hen op ons Comi té zal worden overgebracht, llunne deel name aan dit Comité is daarvoor van to meer boteekenis, omdat hot in hen raads lieden zal mogen zien, wier adviezen door persoonlijk gezag en bekendheid mot lo cale toestanden, van groote waarde zullen kunnen zijn. Do nooden welke gelenigd zullen moeten worden, eischen dat de uitgaven andera dan voor steunverleening tot het uiterst noodzakelijke beperkt blijven; hot moet het streven zijn, wat we krijgen tot hot volle pond voor steunverleening aan to wenden. Het is mij dan ook oen voorrecht thans reeds Lo kunnen nicdcdcelen, dat het II. M. de Koningin, die reeds door het optre den als Beschermvrouw zooveel belangstel ling in dit werk toonde, met groote vrij gevigheid behaagd heeft, in het Palcis op den Kneuterdijk de noodigo localitoit voor het Bureau van het Comité af te staan; beide da-den van groote bcteckenw voor dit werk, waarvoor H. M. hier zoor eerbie dig warme dank wordt gebracht. Verder heeft de Minister van Binncn- land-vche Zaken en Landbouw goedgevon den de noodzakelijke Bureau- en reiskosten der loden voor rekening van zijn Departe ment te nemen, terwijl bereids twee secre tarissen, mr. van Ügtrop en dr. Baron do Vos van Steenwijk zich geheel belangloos beschikbaar hebben gesteld om al hun tijd en werkkracht ten dienste aan dit werk te stellen. Beide heeren betuig ik hiervoor dank en roep hun het welkom toe in om midden. Niet minder memoreer ik mot groote er kentelijkheid de bereidverklaring van mr. dr. Fredoriks, secretaris-generaal van het Departement ran BinnenlaJid-vehe Zaken en Landbouw, om nevens zijn omvattende bezigheden zich wel met do algemeene lei ding van het secretariaat tc willen belas ten. In de zoocven door H. K. H. uitgespro- j ken rede is de taak der Commissie uiteen- j gezet. Hoofddoel zal zijn het lenigen van indivklueelen nood welke gevolg is van crisis, en wel, in samenwerking met be staande corporaties. Hiér zal het Comité dus aansluiting hebben tc zoeken aan heb maatschappelijk werk, <lat ook onder ge wone omstandigheden recht van bestaan heeft, maar toch zal er een wezenlijk ver schil bestaan tusschen dat gewoon maat schappelijk werk in het bijzonder do Ar men zorg in het algemeen en hetgeen van dat Comité moet uitgaan. Het werk is „aanvullend en opheffend". Men kan het werk van dit Comité wel licht het best karaktensr-eren als zijnde „aanvullend en opheffend". Aanvullend in dien zin, dat geholpen wordt daar waar bereids in verliand met dc bijzondere om standigheden steun verschaft wordt, doek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1