WAALS jpF* Bijzonder uitgebreide collectie Speelgoederen -BI tLHAb SPORT STADSNIEUWS Agenda DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 1 faarlemmerstraat 130-136 P 1 oppen, Bouw- en Constructiedoozen, Gezelschapspelen, Sporen, Trix en Meccanodoozen, Stoom- en Elec'rische Machines, Tooverlantaarns, echanisch Speelgoed, Vliegtuigen. UH?" Wilt U er zeker van zijn met SI. Nicolaas tevreden gezichten te zien, bezoekt dan WAALS magazijnen. SIR JOHN SIMON Een geducht tegenstander De verpersoonlijking der juridische logica De man die de alo«- meene staking verpletterde Zullen de Fransche Staatslieden in hem hun meester vinden? LONDEN, 16 November 1931. Gistermorgen heeft Sir John Simon, do nieuwe minister -van Buitenlandsche Zaken, Londen verlaten om te Parys een bijzondere vergadering van den Volken bondsraad bij te wonen. Het is zijn eerste missie als Foreign Se cretary. Hij zal vergezeld zijn van Burggraaf Ce cil, die meer üan eenig ander liribsch staatsman, doorkneed is in Volkenbonds- zaken, waann hij als het ware een beroep, zoo niet een roeping gevonden heeft. Vor der zullen, behalve zijn particuliere secre taris, een aantal deskundigen van het de partement van Buitenlandsche Zaken met hem reizen. Zonder dezen voelt zelfs een minister van rijpe ervaring zich niet veilig. Dat diunaal onder die deskundigen Bir John Pratt, die aan het departement de zaken van het Verre Oosten onder zijn be heer heelt, do voornaamste plaats inneemt, houdt natuurlijk verband met de gebeur tenissen in Mandsjoerije, waarvan zeils Wickham öteed, de beste journalistieke kenner der volkenrechtelijke verhoudingen, de vorige week erkende, dat hij niet er uit wijs kon worden. 'i'e Parijs zal Sir John tevens gebruik matten van de gelegenheid om oveileg ie plegen met Fransche ministers over vra-ag- stuKken, bij welker regeling Europa meer onmiddellijk belang heelt dan bij 't Ja- pansfch-Chineeeelie gescml. Den heer Bri- and zal Sir John ontmoeten nog vóór de bijeenkomst van den Volkenbonüsraad, en later zal hij kennis maken met den eersten Minister, Laval, en met don minister van financiën, l'landin. En ofschoon bij zultt een gelegenheid geen „onderhandelingen gevoerd women, zal er toch een veelzijdige geuacütenwiaseling plaats hebben, weike het internationale schuldenvraagstuk en ue daarmede samenhangende problemen zal be treilen. Hierbij zal Sir John Simon te doen heb ben met uen heer Briand, die als interna tionaal staatsman meer ervaring heeft dan een zijner buitonlands-che collega's en in geslepenheid bij geen hunner achterstaat, L»e lieer Briand daarentegen zal een man tegenover zich hebben, die op internatio naal gebied als een nieuweling geldt, en van wien enkele weken geleden niemand gedaent had, dat hij in het nationale kabi net juist ciien post zou krijgen, waarvoor zijn verleden hem het allerminst voorbe stemd sen een te hebben. De Fransche ministers zullen dus gemak kelijk spel hebben met dezen nieuwoakken internationalen stuatsman! /.ij, die deze meening toegedaan zijn, ver gissen zich. van Sir John Simon heeit men beweerd, dat hij, wanneer hij vandaag tot admiraal benoemd wordt, over een woelt een zeeslag kan winnen. Pas deze hyper bool toe op hot zuiver-geestelijke, en Mr John wordt or niet al te slecht door geken schetst. Of een minister een groot internationaal staatsman wordt, hangt niet alleen van zyn persoon, doch ook van de omstandigheden af. Lord (Jurzon, die in het kabinet Bonar Law-Baidwrn Foreign Secretary geweest is, was ongetwijfeld een van de grootste liguren ir het staatkundig leven; toch kreeg liy als internationaal staatsman nooit de beLeeAenis welke, onmiddellijk na hem, oir Ausien Chamberlain en Mr. MacDonald zouaen verwerven. Tijdens zijn minister- scnap was Europa nog niet ryp voor Lo carno's en andere verzoennigs- en toenado- rings-acties, waaraan zijn opvolgers hun roem zouaeii danken. Onder gunstige omstandigheden is hot waarschijnlijk, dat Sir John Simon een in ternationalen roep verwerven zal, met min- der groot dan dien van Sir Austen Cham berlain of don heer Briand. Zijn naam, die thans in het buitenland minder gangbaar is dan die van veel ou dere Britscne politici, zal binnenkort ge meengoed zijn van allen, in welk land ook, w ier belangstelling zich niet beperkt tot de dorpspomp. En de Fransohe ministers zullen in de eerstvolgende dagen te doen hebben met een man die, op het gebied der wereldpoli tiek, ongetwijfeld 'n nieuweling is, maar die reeds spoedig een kostbaarder bondgenoot en een geduchter tegenstander zal blijken te zijn dan één zijner voorgangers. Het is waar, dat het Foreign office steeds het Foreign office is, welke partij ook aan de regeering moge zijn, en dat, zoo ten aanzien van een enkel land, zooals Rus' ;id, het eene kabinet een ander standpunt zal innemen daD het andere, de groote inter nationale vraagstukken van Londen uit, steeds behandeld worden volgens dezelfde grondbeginselen en dezelfde langgeves- tigde tradities. Mr. Henderson bouwde voort op den arbeid van Sir Austen Cham berlain. Sir John Simon zal voortbouwen op den arbeid van Mr Henderson. Maar voor het doorvoeren der beginselen en het handhaven der tradities, die zoo vaak in- druisohen tegen de wenschen of belangen van andere landen, is de vraag, wie met dit werk belast is van groot belang. Mr. Henderson was een voortreffelijk vakvereenigingsleider, maar als Foreign Secretary toonde hij gebrek aan karakter en kennis, en een ieder weet, dat de eigen lijke leiding uitging van Mr MacDonald, die (afgezien van zijn vaak uitgesteld be zoek aan Berlijn) als Eerste Minister even wel niet den tijd vond persoonlijk contact met de voornaamste Europeesche centra aan te knoopen. Een gevolg hiervan was, dat de invloed van Parijs, dat over een Briand beschikte,voortdurend aangroeide ten koste van dien van Londen. Parijs zal evenwel spoedig ontwaren, dat Sir John Simon de evenknie is, van welken Franschen staatsman ook. Persoonlijk bezit hij a|s onderhandelaar 'n voordeel, waarop maar weinig Britsche, maar daarentegen zeer veel Fransche staatslieden zich hebben kunnen laten voor staan: hij laat zich nimmer beheerschen door sentimenteele overwegingen. Mr. MacDonald, als volbloed Schot, is in hooge mate gevoclsmensch. Hij heeft hier aan veel uiterlijke successen te danken, maar ook menige essentieele mislukking te wijten gehad. Sir Austen Chamberlain heeft zich zeer sterk door zijn sentiment laten leiden. Zijn voor.iefde voor Frankrijk deed hem minstens twee maal een politiek voe ren, die hem bijna onmogelijk maakte. Aan den anderen kant kon hij zeer sterk mede- voelen met een land, dat in een zoo verne derende positie verkeerde als Duitschland, en op zulke oogenblikkcn verzuimde hij zich af te vragen of de politiek, die hij be pleitte, kon worden doorgevoerd zonder dat Engelands eigen belangen in het ge drang kwamen. Overigens hield hij, evenals Mr. MacDonald, van dramatische effecten en offerde gaarne iets op. Sir John Simon daarentegen is de ver- persoon, ijking der nuchtere werkelijkheid. Nimand weet of hij. op internationaal ge bied, bepaalde voorliefdes of vooroordeelen er op na houdt. Het is hoogst onwaarschijn lijk. Als hij ze wèl hebben mocht, dan zal hij zich nooit er door laten beinvloeden. Hij zal slechts één belang kennen: het Engelsche. Want Engeland is niet alleen zijn vader land, het is ook, nu hij aan het hoofd van het Foreign Office staat, zijn „cliënt". Sir John immers is de grootste Engel- sohe pleitbezorger, en misschien ook de grootste Engelsche jurist van onzen tijd. Zijn kracht is vooral hierin ge.egen, dat hij niets doet, of hij doet het in die hoedanig heid, waarin hij ongeëvenaard is, n.l. in die van jurist. Als hoofd van de beroemde, naar hem gedoopte Commissie van onderzoek, trok hij een paar jaar ge'eden naar Indië en na zijn terugkeer werd onder zijn leiding, dat geweldige rapport uitgebracht, waarin de onte'bire gecompliceerde vraagstukken, ethnografisch, geografisch, religieus, sec- tcrisch, politiek, nationaal behandeld werden met de nimmer falende logica van oen groot rechtsge.eerde. Eenige jaren vroeger, in 1926, algemeene werkstaking. Het kabinet-Baldwin was schijnbaar den toestand meester. De zaak der stakers scheen van den beginne af ver loren te zijn. Maar de ingewijden wisten, dat er gevaar dreigde. Indien niet spoedig een einde aan de staking kwam, dan zou 'n revolutionnaire minderheid de overhand kunnen krijgen. Onderhandelingen bleven zonder gevolg. Al het luidruchtige patriotis me van Mr. Winston Churchill, als de hau taine vermetelheid van Lord Birkenhead, al de waardige afkeuring van Lord Oxford (Mr. Asquith) en Lord Grey, en al de ge moedelijke vastberadenheid van Mr. Bald win baatten niets. Maar op den tienden dag stond in het Lagerhuis een man op, die een rede hield, welke zoowat een uur duurde. Het was geen politieke rede, maar een droog requisitoir. Niet één woord getuigde van partijdigheid, van gevoels overwegingen. In die rede werd gezegd, dat de staking onwettig was, dat iedere staker persoonlijk voor den rechter ver antwoordelijk zou zijn. Het was Sir John Simon, een lid der liberale oppositie, die het zeide. Niemand durfde aan de waar heid ervan twijfelen. Zijn scherpe juridische logica verpletterde in een uur tijds oen sta king van 5 millioen menschen. Geen politicus is moer gevreesd dan Sir John Simon. Hij heeft niet den schitte renden geest van Winston Churchill, noch de doodelijke slagvaardigheid van Lloyd Georgenoch de meesleepende rethoriek van MacDonald. Maar mot zijn juridische mokerslagen velt hij hen allen neer. In zijn handen is een cliënt veilig. Zijn cliënt is thans Engeland. Franschen staatslieden hebben de laat ste jaren, in hun verkeer met Britsche mi nisters, veel van hun niet steeds verdien de successen hieraan te danken gehad, dat zij tegenover de gevoelsargumenten der Engelschen die koude, onaantastbare juri dische logica stelden, welke een goede zaak steeds, en een slechte zaak vaak de over winning verzekert. Men denke aan een Poincaré, tegen wien niemand minder dan Llyod George zich te pletter liep. Maar wat in Poincaré een persoonlijke eigenschap was, is in de Fransche diplomatie een sys teem. Tegen dat systeem is nog geen Britsch minister sinds 1918 opgewassen ge- woest. Maar Sir John Simon is de verper soonlijking van datzelfde stelsel, en hier mede zal men rekening moeten- houden te Parijsen ook elders. •- - lift Cl TVI A C VOORZIET IN DE BEHOEFTEN'VAN DEZEN TT SCHAKEN De competitie van den Ned. Schaakbond. De uitslag van den gisteravond in „In den Vergulden Turk" gespeeldcn compe titiewedstrijd was de volgende: L. S. G. I—H. Arb. Sch.cl. I G. BosschaW. Pree 1/21/2 W. DemmendalP. Taube 10 W. H. BosschaJ. H. v. Os 10 P. L. J. RassersJ. Huykman 1/21/2 J. G. van EybergenP. Zwaan 01 H. G. Hofman— J. J. J. v. Os 1/21/2 Mr. C. J. GoudsmitF. Tcleng 1/21/2 M. BloemJ. van Leeuwen 10 L. J. RuttenK. J. Been 1/21/2 Dr. J. F. SirksA. A. Gordijn 10 Totaal 6 1/—31/2 Het Leidsch Schaakgenootschap heeft derhalve de leiding met twee gewonnen uit twee gespeelde wedstrijden. R. K. VROUWENBOND. Ellen Russe op den eersten theemiddag. Morgenmiddag zal de eerste der aange kondigde theemiddagen, uitgaande van den R.K. Vrouwenbond, worden gehouden. In de Vrouwenbondsrubriek, gepubli ceerd in ons blad van Zaterdag 1.1., zijn deze theemiddagen nog eens extra aanbe volen en.... zij kunnen ook niet genoeg aanbevolen worden. Want zooals het met de meeste nieuwtjes gaat, doet zich ook hier het vaderlandsch karakter kennen van eerst „de kat eens uit de boöm te kijken'". Maar zoo komt men er met, zoo zal er nooit iets tot stand wor den gebracht. Nu zijn er reeds een aantal „pioniers", die zich voor deze theemiddagen hebben opgegeven en die de anderen eerst van deze mooie en prettige middagen zullen moeten vertellen, voordat deze zich ook zullen aansluiten. Zeker het is in 't belang van den Bond, maar meer nog is het 't belang uer leden, die hier op aangename, prettige, wij zou den haast zeggen huiselijke wijze heel wat ontwikkeling kunnen opdoen. Men behoeft slechts het programma van dezen eersten middag in te zien om hier van overtuigd te zijn. Mevrouw Ellen Russe zal spreken over: „Nieuwe Boeken" en onder meer voorna melijk behandelen „Sigrid Undset" Kris tin Lavransdochter, Gymnademia, en „Der Brennende Busch". „Axel Munthe". De Geschiedenis van San Michele„Giovanni Papini." Gog. (Nederlandsche vertaling). Talmt dus niet en wie zich nog niet mocht hebben opgegeven, ga morgenmiddag tegen half drie naar het geboum der Zita- Vereeniging in de Pieterskerkkoorsteeg. Toegangskaarten voor de serie van 5 theemiddagen zijn k 3.verkrijgbaar bij Mevr. J. Manders^Vermeulen, Üegstgecs- terlaan 12. Ook op telefonische aanvrage. Telef. No. 292. Toegangskaarten voor één middag a 1.ook direct aan de zaal verkrijgbaar. Ongeva| van Pastoor Beukers. Toen gisteravond de zeereerw. heer Th. M. Beukers, pastoor der Sfc. Petruskerk alhier, na afloop van een vergadering van don West-Frieschon Korenbond te Lutje broek, waar hij een lezing had gehouden, het vergaderlokaal verliet, had hij het on geluk in het duister te struikelen over een greppel. Daar de pastoor klaagde over he vige pijn in een der voeten, legde een dok tor tor plaatse een voorloopig verband, waarna zijneerw. per auto naar Leiden werd vervoerd en opgenomen in het St. Eli- sabeth-Ziekenhuis. Hedenmorgen is een Röntgen-foto van den voet genomen en gelukkig geconstateerd, dat er niets is ge broken. De voet was alleen verstuikt. Onbevoegd college-loopen. Door de politie alhier is procesverbaal opgemaakt tegen dertien personen wegens het volgen der colleges aan de Universi teit alhier, zonder dat zij daarvoor de ool- legelden hadden betaald. Handelsregister K. v. K. W ij z i g i n g e n. 749. H. v. d. Leeden. Oegstgeest, de Kempenaerstr. 55. Kruide- niersbedrijf Wijz. handlsn. thans: Firma H. van aer Leeden. 4591. Al. Kouprie. Leiden, Breestraat 43, Sigar<. winkel, sigaretben. Bovengenoem de handelszaak is d.d. 2 Nov. 1931 overge gaan aan Mevr. C. H. Vosveld. Het filiaa. Vrouwenkerkkoorsteeg 1, is d.d. 31 Oct. 1931 opgeheven. VOORDRACHT VAN DR. A. DE BUCK. De Magisch-Godsdienstige beteekenis van Egytische beelden en reliefs. Gisteravond heeft dr. A. de Buck, lec tor aan onze Universiteit de reeks archaeo- logische lezingen in het Rijksmuseum van Oudheden voortgezet met een voordracht over bovengenoemd onderwerp. Het volgende is eraan ontleend: Er bestaat tegenwoordig groote belang stelling en bewondering voor Egyptische kunst. Is echter een beschouwing van Egyptische beelden en reliefs louter als kunst, is onze uitsluitend aesthetische waardeering wel in den geest der Egypte- naren? Deze vraag, waarop het antwoord ontkennend zal luiden, willen wij trachten te beantwoorden. Voor den Egyptenaar waren deze voor werpen geen object van „belangelooze be ls ^stelling", geen luxe, maar onontbeer lijk, middelpunt van de meest intense prac tised e belangstelling, waarborg immers van het leven na den docd. Uit die geheel andere beschouwingswijze zijn allerlei ver schijnselen te verklaren, die bij kunstvoort brengselen ten zeerste zouden moeten be vreemden. Men derke zich bijv. goed in: al de meesterlijke bec'"i uit het Oude Rijk waren niet ter bewondering voor kunstzinnigen opgesteld: zij waren in het geheel niel bestemd om gezien te worden, doch stonden in een donkere, geheel Van de rest van het graf afgesloten, absoluut ontoegankelijke ruimte (serdab). Tweede merkwaardigheid"zij zij geen object van bewondering, maar van cultus. Bij een spleet in den muur, die de eenige verbin ding met deze serdab vormt, zijn twee priesters afgebeeld, die een reukoffer bren gen. Een bijschrift zegt: „voor het beeld". Méér vreemds ontmoeten wij bij het ver vaardigen van het beeld en vooral daarna. De bemoeiingen met het beeld zijn niet ten einde, wanneer het af is. Integendeel den begint een lange rooks nauwkeurig voorgeschreven ceremc-'oën, waarbij ver schillende priesters optreden; heilige spreuken begeleiden hun handelingen, die samen „het Rituaal van de Opening van den mond" vormen. Het beeld wordt ge kleed, krijgt staven, scepter, enz., maar vooral: zijn ocren, oor en en mond we-den geopend, m. a. w. het wordt levend ge maakt, zoodat het daa~ia den maaltijd, het 'offer ontvangt. Het is dus veel meer dan een leven!: beeld van den doode. De afbeelding is in deze beschou- vT pswijze- even reëel als 't afgebeelde, zij is het afgebeelde. Het beeld in de serdab stelt als herhaling of vermenigvuldiging van den deede voer dezen het leven na de~i dood veilig. Dit alles geldt ook van de beelden der goden, de figuren van dienaren, den doodo meegegeven, de oesjebits, de modellen van booten, graanschuren enz. Het geldt van de reliefs en wandschilderingen evenzeer. Het moge heel waarschijnlijk klinken, wan neer men zegt, dat deze natuurlijk zijn aangebracht uit trots over het afgebeelde bezit en vreugde over artistieke reproduc tie daarvan in waarheid zijn deze fac toren secundair; op den voorgrond staat de magisch-godsdienstige beteekenis, die tot in het schrift blijkt, waar zij leidt tot net verminken of vermijden van teekens, die voor den doode gevaarlijk zouden kunnen zijn. Men denke ook aan de vervolging van beeld en naam van god of koning op do monumenten. Eindelijk zij nog vermeld dat ook het gesproken woord zulk een beeld is. Het is voor den Egyptenaar een onmogelijke ge- daohte de dingen te weten „dieper dan hun naam". De naam is het wezen en wie de naam van een ding kent heeft daarom macht er over en wie die uitspreekt reali seert, schept het genoemde. Het gesproken gebed, dat den met name genoemden doode duizend brooden enz. toewenscht is even reëel als het in natura naar het graf ge brachte offer. Dit alles beseffende, aldus besloot spr., zien wij deze kunst, die ons daardoor mis schien vreemder wordt, tegen den achter grond van het geheel dier antieke wereld beschouwing en daarmee eerst de volle beteekenis, die zij voor den Egyptenaar heeft gehad. Naar wij vernemen is prof. dr. J. H. Zaayer alhier aangewezen als voorzitter van het in Maart 1932 to Barcelona te hou den internationaal chirurgencongres. De alhier tot arts bevorderde semi-arts J. H. Heuff is bestemd tot reserve-officier van gezondheid 2e kl. bij het reserve-per soneel van den geneeskundigen d'.enst der landmacht. Voor het examen van Aoothekers-assis- tent zijn geslaagd mej. AI J. Baade (Ke- thel en Spaland) en de heer W. Vos (Rot terdam). Dinsdag. Donderdag, Zaterdag. Vincentiua- Bibliotheek, geopend s avonds van Woensdag, R. K. Kiesvereeniging, Burcht zaal, 8.15 uur. Woensdag 18 Nov. Encycliek Casti Connu- bii, Ei"en Ht is, halfnecen. Donderdag, Leidsche IJsclub, „In den Ver gulden Turk", 8,30 uur. Donderdag R.K. Vrouwenbond. Theemid dag, Zitavereeniging Pieterkerk- koorsteeg 2 1/2 uur. Vijdag 20 Nov. Biljartclub, Eigen Huis, halfnegen. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 16 tot en met Zondag 22 Nov. a.s. waargeno men door apotheek: C. B. Duyster, Nieu we Rijn 18, telef. 523. BOUW- EN WONINGTOEZICHT. Verslag over 1930. Verschenen is het verslag van het Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Leiden over het jaar 1930. Bouwtoezicht. Bouwvergunning werd in het verslagjaar verleend niet inbegrepen de werken uitgevoerd door den dienst van Gemeente werken of de Bedrijven vootf den bouw van: nieuwbouw: 243 perceelen, o.m. om vattende 263 woningen; herbouw: 5 per ceelen, omvattende 3 woningen ve/ande- ri-i^en, uitbreiden en vernieuwen: 184 per- cee'en, o.m. omvattende 161 woningen. Ook werd verdunning verleend voor den bouw, het veranderen, uitbreiden en ver nieuwen van 46 kleine bouwwerken, als scheurtjes en dergelijke. Voltooid en in gebruik eenomen werden in het verslagjaar: nieuwbouw: ICS per- ceelen, o m. omvattende 191 woningen herbouw: 9 perceelen, o.m. omvattende 6 wonineenveranderen, uitbreiden en ver nieuwen; 145 perceelen. o.m. omvattende 135 wonineen, en 26 kleine bouwwerken. Op 31 December van het verslagjaar waren nog in uitvoering: nieuwbouw: 267 nereoelen, o.m. omvattende 290 wonineen herbouw: 4 perceelen, o.m. omvattende 3 wonineen: veranderen, uitbreiden en ver nieuwen: 10-2 perceelen, o.m. omvattende 87 wonineen en 36 kleine bouwwerkjes. Van de door Burgemeester en We'.hou ders verleende vergunningen was nog geen gebruik gemaakt, voor wat betreftnieuw bouw: 42 perceelen, o.m. omvattende 43 wo ningen veranderen, uitbreiden en ver nieuwen: 5 perceelen, omvattende 3 wc- ni-i?en. De statistiek, afgeleid uit de vergun ningen verleend op grond van de Verorde- nine oo het Bouwen en Sloooen, heeft uitgewezen, dat het aantal in de "smiT- te aanwezige woningen vermeerderde dood: nieuwbouw met 158 perceelen o.m. om vattende 181 woningen, herbouw met 9 perceelen om. omvattende 6 woningen, ver anderen van perceelen met 13 voningen. Totaal met 168 perc. o.m. omvattende 200 woningen. Het aantal verminderde door: SInoping met 37 perceelen, o.m. omvattend3 32 wo ningen, veranderen met 4 perceelen, o.m. omvattende 11 woningen, ontt-e'-ken aan de bestemming als woning zonder verbou wing met wonin?. ontruiming van onbe woonbaar verklaarde wonngen mot 0 w«- ningen. Totaal met 41 perc. o.m. omvatten de 44 woningen. De vermeerdering bedroeg dus 126 per ceelen o.m. omvattende 156 woningen. De verleende bouwvergunningen Padden betrekking op de volgende bouwweken: Soort der gebouwenwoonhuizenop gericht of geheel vernieuwd 2M. voor een gedeelte vernieuwd 47. totaal 271. Winkel huizen res. 1, 1, 2. Winkel-woonhuizen, ca fé s enz. resp. 8, 76, 84, Openbare gebou wen, scholen e.d. reso. 2, 10, 12, Fabrieken, werkplaatsen, pakhuizen, magazijnen 0, 6, 6. Schuren, loodsen resp. 8, 1, 9Berg- en werkplaatsen en garages met woning resp. 3, 18, 21. Werk- en bergplaatsen garages resp. 24, 11, 35, Vordere bouwwerken resp. 9, 0. 9. Totaal resp. 280, 190, 470. Bij het einde van dit verslagjaar waren nog 6 onbewoonbaar verklaarde woningen bewoond, t.w. Korenhof 3, Koolgracht 16, Paradijssteeg 15, Rabarberpoort 5, Suzanna K inerstraat 15 en Oranjegracht 99. Voorstellen tot onbewoonbaarverkla ring van wonigen werden in het vsrslag- jaar niet ingediend. Het in 1929 ingediende voorstel tot on bewoonbaarverklaring van 41 gemeente woningen en 84 woningen in poorten en sloppen was ook op het einde van dit ver slaejaar nog in behandeling. De woningbehoefte bedroeg op 31 De cember J930: 17009 woningen. De muta ties in den woningvoorraad in 1930 waren de volgende: Vermeerdering: door voltooiing van nieuwe woningen 181. door herbouw 6, door verandering, uitbreiding of vernieuwen van bestaande perceelen 13, Totaal 200. Vermindering: algeheele slooping 27, slooping door herbouw 5, verandering, uit breiding of vernieuwing 11, verandering van bestemming 1. Totaal 44. Blijft een vermeerdering van 156 woningen. Gistermorgen is de 38-jarige handelsrei ziger J. F. M. uit Oegstgeest, toen hij op de Schelpenkade alhier met zijn rijwiel, waarop een doos geplaatst was, een hand wagen passeerde, daarmede in aanraking gekomen en te water gereden. Door hand reiking werd hij op het droge gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 2